Sociaal Fonds - PC 319 Fonds Social CP 319 Versie april 2014 Richtlijnen SUBSIDIES VOOR PROFESSIONELE GROEPSBEGELEIDING Supervisie Intervisie Vormingsplan Welzijn op het werk (nieuw) Het Sociaal Fonds voor de bicommunautaire en federale opvoedings- en huisvestingsinrichtingen ontvangt via de RSZ de middelen bedoeld ter ondersteuning van SF 319 richtlijnen subsidies voor begeleidingsprojecten Pagina 1 van 6
a) Een professionele begeleiding opgezet om het functioneren van een team te optimaliseren en de gehanteerde praktijken op te lossen en tot nieuwe werkmethodes te komen (= teambegeleiding). Er is een turnover in onze instelling. Hoe gaan we hiermee om en hoe maken we hier komaf mee? Hoe kan het team goed blijven draaien met de komst van deze nieuwkomers? De communicatie in onze instelling loopt moeilijk. Hoe kunnen we dit verbeteren? b) Een professionele begeleiding opgezet om werknemers (eventueel uit verschillende instellingen) met dezelfde functie hun kennis en ervaringen te laten uitwisselen om zo te reflecteren over de professionele praktijken en hen aan te moedigen deze te verbeteren. De deelnemers behandelen problemen die zich op de werkvloer voordoen, zoals vakinhoudelijke, technische kwesties, maar ook problemen die met het persoonlijk functioneren te maken hebben (= intervisie). De sociaal werkers van verschillende instellingen komen samen voor een intervisie rond stress en agressie. Begeleiders van verschillende instellingen hebben vastgesteld dat hun doelgroep steeds andere en belangrijkere noden heeft. Ze hebben de behoefte om met collega s te reflecteren over hun eigen functioneren in deze context. c) Een professionele begeleiding opgezet om de instelling te helpen een VTO-beleid uit te stippelen. De begeleider kan hierbij eventueel gebruik maken van de checklists en concrete instrumenten opgenomen in de cd-rom Opstap (zie website). (= opmaken van een vormingsplan) Vragen naar vorming komen altijd van dezelfde personen. Zijn zij echt de enigen voor wie een opleiding nuttig zou zijn? Hoe prioriteiten stellen rekening houdende met de noden van de instelling en de opleidingsprojecten van de werknemers? d) NIEUW : Een professionele begeleiding opgezet rond een specifieke actie in het kader van het welzijn op het werk. Het kan gaan om veiligheid op het werk, bescherming van de gezondheid van de werknemer, psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, ergonomie, arbeidshygiëne en verfraaiing van de werkplaatsen. Ter info: het Fonds ondersteunt initiatieven rond welzijn op het werk naar aanleiding van een samenwerking tussen een aantal fondsen en de Franstalige vzw Abbet. Deze vzw heeft een tool ontwikkeld met fiches waarmee instellingen aan de slag kunnen om te werken aan dit thema. De Boîte à Outils pour le bien-être au travail, ook wel Bobet genoemd, bestaat enkel in het Frans. Voor informatie in het Nederlands over welzijn op het werk verwijzen we u graag door naar de website van de FOD WASO waar u de hele wetgeving alsook tools en goede praktijken kunt vinden: http://www.werk.belgie.be/welzijn_op_het_werk.aspx. In elk geval moet er een beroep gedaan worden op externe professionele begeleiding. Audits, individuele coaching, mentoraat, evaluaties, komen niet in aanmerking. SF 319 richtlijnen subsidies voor begeleidingsprojecten Pagina 2 van 6
3. DOELGROEP Het Sociaal Fonds biedt financiële ondersteuning voor teambegeleiding, intervisie of het opmaken van een vormingsplan volgens de bepalingen van de CAO risicogroepen 2. Enkel de loontrekkende werknemers van de instelling geven recht op subsidies. De andere werknemers (zelfstandigen, vrijwilligers, beheerders, stagiaires, werkzoekenden) mogen deelnemen als ze rechtstreeks betrokken zijn bij het project. Zij worden echter niet meegeteld voor de berekening van de financiële steun. De groep mag niet uitsluitend uit universitair geschoolden bestaan. 4. PROCEDURE Een subsidieaanvraag indienen kan enkel d.m.v. het daartoe voorziene aanvraagformulier aangevuld met de nodige bijlagen (zie www.319bico.org -> vorming -> opleidingsprojecten -> punt 2. Het ingediende dossier wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het beheerscomité van het Sociaal Fonds. Dit beheerscomité vergadert tweemaandelijks. Een dossier dat minder dan twee weken voor de eerstvolgende vergadering toekomt wordt pas op de daaropvolgende vergadering voorgelegd. Het beheerscomité beoordeelt het dossier naar zijn conformiteit aan de voorwaarden en principes beschreven in deze richtlijnen en de toepasselijke cao. Na de vergadering van het beheerscomité wordt de beslissing schriftelijk meegedeeld. Opgelet: - De projecten waarvoor subsidies gevraagd worden mogen nog niet opgestart zijn voor het beheerscomité een beslissing genomen heeft. Voor projecten die toch al opgestart werden kunnen enkel de sessies die nog moeten plaatsvinden meegerekend worden. De eventuele financiering is in principe niet retroactief. - Een goedkeuring is geldig tot 18 maanden na de vergadering van het beheerscomité waarop uw dossier besproken werd, tenzij akkoord op een schriftelijke afwijkingsaanvraag. 5. WELKE EXTERNE BEGELEIDER KOMT IN AANMERKING? De instelling is vrij te kiezen welke opleidingsverstrekker de begeleiding verzorgt. We vestigen uw aandacht op het feit dat de voorkeur uitgaat naar opleidingsverstrekkers die actief zijn in de social profit en die qua doelstellingen en tarieven in de geest van de social profit werken. Het gaat dus voornamelijk over vzw s en publieke operatoren. In elk geval moet de instelling haar keuze motiveren. 2 op www.319bico.org vindt u de volledige definitie van de risicogroepen. SF 319 richtlijnen subsidies voor begeleidingsprojecten Pagina 3 van 6
6. ANDERE VOORWAARDEN WAARAAN UW BEGELEIDINGSPROJECT MOET VOLDOEN - Er is geen dubbele financiering toegestaan. - De lonen van de deelnemers worden niet terugbetaald. - De begeleiding van de werknemers vindt plaats tijdens de werkuren of wordt in het andere geval beschouwd als arbeidstijd. - De instelling vraagt de deelnemers geen enkele financiële bijdrage voor de begeleiding. - De instelling verbindt er zich toe om de ondersteuning door het Fonds bekend te maken bij de deelnemers. 7. BUDGETAANVRAAG EN FINANCIERINGSMODALITEITEN Om van de maximale tussenkomst te kunnen genieten moeten het minimum aantal deelnemers (loontrekkende werknemers) bereikt worden. Zo niet zal de financiering verhoudingsgewijs berekend worden. a) Teambegeleiding en intervisie - Minimum 6 werknemers voor een begeleiding van minstens 9 uur tot maximum 30 uur. - Aanvaarde kosten en maximale tussenkomst: Max. 100/uur begeleiding Max. 25/sessie van minstens 2 uur voor de verplaatsingskosten van de begeleider Max. 75/sessie van minstens 2 uur voor de huur van een zaal (enkel voor externe locaties) b) Vormingsplan en Welzijn op het Werk - Minimum aantal deelnemers, aanvaarde kosten en maximale tussenkomst: - Max. 100/uur voor maximaal 25 uur begeleiding. In het team dat begeleiding krijgt zitten minstens 3 loontrekkende werknemers (zie punt 3). - Max. 25/sessie van minstens 2 uur voor de verplaatsingskosten van de begeleider - Max. 75/sessie voor de huur van een zaal (enkel voor externe locaties) Het Fonds betaalt enkel voor wat effectief gerealiseerd werd. Het uitbetaalde bedrag kan dus lager liggen dan het toegekende bedrag. Mits bewijsstukken kunnen afwezigen omwille van overmacht (ziekte, ongeval, staking) meegeteld worden. Bedraagt de toegekende subsidie minstens 500, dan kunt u een voorschot van 50% aanvragen. SF 319 richtlijnen subsidies voor begeleidingsprojecten Pagina 4 van 6
8. UITGAVENBEWIJZEN EN FINANCIERING Bedraagt de toegekende subsidie minstens 500, dan kunt u een voorschot van 50% aanvragen. In te dienen bewijstukken Een kopie van de overeenkomst met de begeleider of het schriftelijk akkoord op een offerte Alle facturen ter verantwoording van de uitgaven + een betalingsbewijs. Op de factuur van de begeleider moet het effectieve aantal dagen en uren begeleiding, alsook de eventuele vervoerskosten vermeld zijn. Een door elke deelnemer getekende aanwezigheidslijst (een handtekening per sessie) Het Excel-document met de deelnemersgegevens 3 Het evaluatiedossier Het verantwoordingsdossier dient uiterlijk drie maanden na het einde van de laatste sessie bij het Sociaal Fonds te zijn. De instelling dient het Sociaal Fonds onmiddellijk te verwittigen in geval van wijzigingen, zoals bv.: - het niet starten (annulering van de actie), uitstellen of niet volledig realiseren van het project; - een beroep doen op een andere begeleider dan vermeld in het dossier; - 9. AKKOORD VAN DE SOCIALE PARTNERS Indien er een overlegorgaan is moet de aanvrager het bewijs van consultatie en een akkoord toevoegen aan het dossier (syndicale delegatie, comité PBW, ondernemingsraad). Indien er geen overlegorgaan is moet de aanvrager een document overmaken getekend door minstens 50% van de werknemers ter verklaring dat zij geïnformeerd werden en de kans kregen om bemerkingen te formuleren. Als bewijs van sociaal overleg vult u het modeldocument van het Fonds in, met de gevraagde bijlage (www.319bico.org -> vorming -> opleidingsprojecten -> bovenaan de pagina). 3 Het Fonds vraagt deze gegevens op voor de verplichte rapportering aan de Nationale Arbeidsraad (NAR). SF 319 richtlijnen subsidies voor begeleidingsprojecten Pagina 5 van 6
10. DOSSIER Documenten van het Fonds verplicht te gebruiken bij de aanvraag: o Aanvraagformulier o Modeldocument Bewijs sociaal overleg Documenten van het Fonds verplicht te gebruiken als uw dossier goedgekeurd werd: o Aanwezigheidslijst o Deelnemersgegevens o Evaluatiedossier o Evaluatieformulier deelnemer (facultatief te gebruiken) Alle documenten staan op http://www.fe-bi.org/nl/opvoedinghuisvesting/vorming/opleidingsprojecten, punt 3.b. Brussel, april 2014 SF 319 richtlijnen subsidies voor begeleidingsprojecten Pagina 6 van 6