Subsidie voor jeugdhuizen

Transcriptie

1 Subsidie voor jeugdhuizen Art. 1 De gemeente Pittem verleent binnen de perken van het terzake goedgekeurde begrotingskrediet een subsidie voor jeugdhuizen die voldoen aan de onder artikel 2 omschreven voorwaarden. Art. 2 Een jeugdhuis veronderstelt een beschikbare ruimte waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten, vrijetijdsactiviteiten kunnen uitbouwen en waar ruime aandacht besteed wordt aan de permanente vorming, zowel van de gebruikers als van de medewerkers en verantwoordelijken. Elk jeugdhuis bepaalt zijn eigen methodiek waarin openheid, onthaal, vrijblijvende deelname en motivatie tot medeverantwoordelijkheid van de jongeren tot de belangrijkste kenmerken behoren. In deze doelstellingen en werking neemt het jeugdhuis een open en kritische houding aan ten aanzien van de maatschappij. Dit zal tot uiting komen in het aanbod van ontspannings- en vormingsactiviteiten evenals in de geboden ontmoetingskansen. Het jeugdhuis streeft naar een duidelijk alternatief voor de consumptiementaliteit zowel binnen als buiten zijn muren. Ontmoeting, ontspanning en vorming zijn de drie onmisbare pijlers waarop elk jeugdhuis steunt. Daarenboven kan het zich inzetten om een bredere waaier van functies te realiseren in de socio-culturele en maatschappelijke context van de gemeenschap. Art. 3 Accommodatie. De ruimte waarin de werking zich ontplooit, dient tijdens de werkuren permanent ter beschikking te staan van het jeugdhuis. Inzake lokalen zijn de volgende minimale vereisten gesteld: - een ontmoetingsruimte; - een secretariaat; - een bergruimte; - sanitaire installaties. Deze accommodatie dient in een degelijke staat te verkeren en goed onderhouden te worden. Er moet een verzekering tegen brand worden afgesloten alsook een verzekering die de burgerlijke aansprakelijkheid dekt die krachtens de artikelen 1382 tot en met 1386 van het burgerlijk wetboek wegens alle lichamelijke en/of stoffelijke schade kan ten laste gelegd worden van de jeugdhuizen, hun medewerkers, leden en gebruikers.

2 Tevens dient door de brandweer een attest inzake brandveiligheid te worden afgeleverd. Art. 4 Openheid Uit de statuten en het huishoudelijk reglement moet blijken dat het jeugdhuis in zijn werking openstaat voor alle jongeren, zonder onderscheid van ras, geslacht, levensbeschouwelijke of politieke overtuiging. Het jeugdhuis zal tevens zijn plaats bepalen in het geheel van het soci-cultureel en welzijnswerk. Art. 5 Gebruikers Jongeren tussen 16 en 25 jaar vormen de doelgroep van een jeugdhuis. Bij de volledige werking van een jeugdhuis moeten minimum 50 jongeren betrokken zijn. Art. 6 Toegankelijkheid onthaal Art Jeugdhuizen moeten toegankelijk zijn voor alle jongeren op de meest gunstige of gebruikelijke vrijetijdsmomenten. De ontmoetingsruimte moet open zijn gedurende minimum 10 uren per week, gespreid over ten minste 2 dagen, waaronder echter 1 dag van het weekend (zaterdag, zondag) voor minimum 5 uur. Art De openingsuren moeten duidelijk zichtbaar aangekondigd worden, zowel in de ontmoetingsruimte als aan de ingang. Art Tijdens de normale openingsuren moet minimum 1 verantwoordelijke instaan voor onthaal, begeleiding en informatieverstrekking over de mogelijkheden, de doelstellingen en de werking van het jeugdhuis. Art Eventuele openingsuren na 01.00u worden niet meegerekend om het totaal aantal openingsuren te berekenen. Art Elk jeugdhuis beschikt over een huishoudelijk reglement dat op een zichtbare plaats geafficheerd is in de ontmoetingsruimte. Art. 7 Structuur verantwoordelijke personen autonomie Art Het jeugdhuis moet de juridische vorm aannemen van een vzw.

3 Art Uit de statuten, het huishoudelijk reglement en de verslagen van de bijeenkomsten van de verschillende bestuursorganen moet duidelijk tot uiting komen dat het jeugdhuis zelfstandig zijn beleid formuleert, zijn programmatie bepaalt en zijn financiën. Art Het algemeen beleid en beheer moet worden waargenomen door minimum vijf personen waarvan ten minste de helft jonger is dan 30 jaar. Ten minste 10 maal per jaar zal een jongerenraad gehouden worden waarop de planning en de evaluatie van de werking besproken wordt. Het verslag hiervan is ter beschikking van het jeugdhuispubliek en van de inspectie. Art De inspraak en participatie van de gebruikers dienen gewaarborgd te worden op het vlak van de werking en van het financieel beleid via het huishoudelijk reglement. Art. 8 Activiteiten Art Ontmoeting Het jeugdhuis biedt de jongeren de gelegenheid elkaar te ontmoeten in een zo ruim mogelijke verscheidenheid van vormen (rustig, sport, spelinstuif e.d.m.) waarbij de gebruikers vrij hun deelname en tijdsbesteding bepalen. Een infostand en een rustige praathoek zijn wezenlijke onderdelen van de instuifruimte. Art Recreatie Het recreatief aanbod dient een zo groot mogelijke verscheidenheid van initiatieven te omvatten. De begeleiding van deze initiatieven dient hulpverlenend en stimulerend te zijn, zodat jongeren sterk gemotiveerd worden om mee te werken aan de realisatie ervan. Door het jeugdhuis worden jaarlijks ten minste 6 activiteiten georganiseerd. Deze activiteiten dienen regelmatig gespreid te worden over het werkingsjaar. Art Vorming Vorming van de leden: het jeugdhuis organiseert minimum 4 activiteiten per jaar met een vormend karakter. De doelbewuste planning zal blijken uit de verslagen van de maandelijkse vergaderingen van de jongerenraad. Minstens twee maal per jaar wordt een interne vorming opgezet ten behoeve van de eigen verantwoordelijken, animatoren, medewerkers en actieve gebruikers die in de nabije toekomst verantwoordelijkheden wensen op te nemen. Tijdens deze sessies worden één of meerdere aspecten van het jeugdhuisleven grondig bestudeerd.

4 Minimum twee verantwoordelijken of medewerkers volgen externe kadervorming. Het aantal uren gevolgde kadervorming van alle jeugdhuismedewerkers samen bedraagt in het totaal minimum 20 uur per jaar. Dit dient door bewijsstukken te worden gestaafd. In totaal dient een jeugdhuis dus minimum 6 activiteiten betreffende recreatie en minimum 4 activiteiten betreffende vorming te organiseren met echter als totaal een minimum van 15 activiteiten. Art. 9 Volgende procedure dient te worden gevolgd om subsidies voor een jeugdhuis te bekomen. Na afloop van het werkingsjaar dient vóór 31 oktober een jaarverslag bij het College van Burgemeester en Schepenen te worden ingediend. Dit jaarverslag dient alle bewijsstukken te bevatten zodat kan worden nagegaan of het jeugdhuis voldoet aan de hierboven vermelde voorwaarden. Zo dienen o.a. volgende bewijsstukken te worden voorgelegd: - een ledenlijst met vermelding van de leeftijd; - een kopie van de brandverzekering en van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid; - een kopie van de statuten en van het huishoudelijk reglement; - een kopie van de publicatie in het Belgisch Staatsblad; - vermelding van de openingsuren; - verslagen van de jongerenraden zoals bepaald in art. 7.; - verslagen van de activiteiten betreffende recreatie en vorming; - verslagen van de interne vorming; - bewijsstukken betreffende externe kadervorming. Tevens dient het rekeningnummer te worden meegedeeld waarop de subsidie kan gestort worden. Art. 10 Het College van Burgemeester en Schepenen kent de subsidies aan jeugdhuizen toe in de maand november. De volgende verdeelsleutel wordt gehanteerd. Aan volgende belangrijke aspecten van het jeugdhuis wordt een percentage van het beschikbare begrotingskrediet toegekend: - gebruikers (art. 5) 20% - toegankelijkheid onthaal (art. 6) 20% - structuur verantwoordelijke personen autonomie (art. 7) 20% - activiteiten: o ontmoeting (art.8.1) 10% o recreatie (art. 8.2) 15% o vorming (art. 8.3) 15% Indien aan alle aspecten voldaan wordt, zal het totale beschikbare begrotingskrediet worden toegekend. Indien aan één of meer aspecten niet of onvoldoende werd

5 voldaan, zal de subsidie procentueel worden verminderd volgens de bovenstaande tabel. Indien meer dan 1 jeugdhuis aanspraak maakt op deze subsidies, wordt elke toelage procentueel verminderd in verhouding tot het terzake beschikbare begrotingskrediet. Art. 11 De begunstigden aanvaarden door het indien van hun aanvraag de controle over het ingediende dossier. Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden verstrekt of dat de voorwaarden van dit hoofdstuk niet werden nageleefd, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen geen of slechts gedeeltelijk een subsidie toe te kennen óf de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen van de begunstigde. Bovendien kunnen de aanvragers tijdelijk of definitief uitgesloten worden van de voordelen van dit reglement. Vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen in vergadering van 25 september Geadviseerd door de Jeugdraad Pittem-Egem in vergadering van 30 oktober Goedgekeurd door de Gemeenteraad in vergadering van 30 december De gemeentesecretaris, De burgemeester, I. Depredomme L. Gelaude