Onderzoekswegen voor pedagogisch onderzoek 1.De empirisch analytische onderzoeksweg van A. De Groot 2.De onderzoeksweg van Segers 3.De regulatieve onderzoeksweg van Van Strien 4.De onderzoeksweg voor pedagogisch praktijkgericht onderzoek 1
1. De empirisch analytische onderzoeksweg van A. De Groot Onderzoek van Ignaz Semmelweis (1844-1848) I. vaststellingen (= observatie) % doden op afdeling 1 en 2 Jaar Afdeling 1 afdeling 2 1844 8.2 > 2.3 1845 6.8 > 2 1846 11.4 > 2.7 2
1. De empirisch analytische onderzoeksweg van A. De Groot I. vaststellingen op afdeling 1 sterven meer kraamvrouwen dan op afdeling 2 II. zoeken naar verklaringen - Epidemie - Teveel patiënten - Verschil in verzorging - Verschil in medisch onderzoek - Psychologische verklaring - - Lijkengif in het bloed Uitbreiding van verklaring De Groot I. Observatie vormen van hypothesen II. Inductie formuleren van hypothesen 3
Onderzoeksweg 1.Onderzoeksvraag Waarom sterven er meer kraamvrouwen op afdeling 1 dan op afdeling 2? Beschrijvende vragen wat is. Verklarende vragen hoe komt het dat. waarom. Een goede onderzoeksvraag peilt naar wat is... waarom... (hoe komt het ) 4
Onderzoeksweg 1. Onderzoeksvraag Waarom sterven er meer kraamvrouwen op afdeling 1 dan op afdeling 2? 2. Zoeken naar een verklaring welke factoren zijn mogelijks oorzaak voor dit sterven? als dan redenering 3.Verificatie van de verklaring - logische inconsistentie in de redenering (epidemie) - aantonen dat i/d realiteit de conclusie niet klopt. (psychologische verklaringen) - experimenteel onderzoek -.. De Groot 1. Observatie 2. Inductie Het formuleren van hypothesen Deductie voorspelling 3. Toetsing 4. Evaluatie 5
Achterliggende wetenschapsopvatting Empirische wetenschap De onderstelde verklaring moet toetsbaar zijn in de realiteit (empirie) Formeel analytisch analyse op basis van de formele logica 6
Onderzoeksweg (A. De Groot) 2. Inductie ALS k EEN GEVOLG IS VAN BLOEDVERGIFTIGING DAN ZAL HET AANTAL STERFGEVALLEN VERMINDEREN DOOR DE HANDEN TE ONTSMETTEN ALVORENS. = het formuleren van hypothesen Herhaald aantreffen van een empirische relatie Algemeen geldende relatie 7
Structuur van de redenering als Rt (in de theorie) dan Re (in de empirie) Re wordt niet gevonden Re wordt gevonden Rt verwerpen Rt?????? 8
Rechtvaardiging voor inductie Algemene uitspraken kunnen we via inductie niet bewijzen. Daarom Invoeren van de notie «WAARSCHIJNLIJKHEID» Criteria o.a. zijn de waargenomen feiten (empirie) voldoende groot om een algemene uitspraak te rechtvaardigen niet als zekere kennis maar als voorlopige kennis. (zie : De Munter, A. (2003) probleemstelling bij praktijkonderzoek,p.35) 9
Onderzoeksweg (A. De Groot) 1. Observatie 2. Inductie 3. Deductie Kraamvrouwenkoorts (K) is een bloedvergiftiging (V) V wordt veroorzaakt door lijkengif (L) L wordt verwijderd door de handen met chloor te wassen (W) Als de dokter W zal een kraamvrouw niet sterven aan K De hypothese toetsbaar maken = het construeren van voorspellingen einde probleemstelling 10
Onderzoeksweg (De Groot) 1.Observatie 2.Inductie 3.Deductie Het construeren van voorspellingen = een proces van verbijzondering Beslissingen over: - De onderzoekselementen (=de steekproef) - Het meetbaar maken van de variabelen (= meetinstrumenten) - Hoe de hypothesen getoetst zullen worden (= toetsingsprocedure) 11
HULPMETHODEN voor het formuleren van hypothesen /voorspellingen (voor het formuleren van een probleemstelling) - Empirische exploratie - Observatie - Het formuleren van onderstellingen - Het toetsen van de onderstellingen - Evalueren. - Literatuurstudie zie:http://ppw.kuleuven.be/fl/schrijfwijzer.htm - Het construeren van een conceptueel model en een onderzoeksontwerp zie verder de onderzoeksweg van Segers - Het construeren van een hulpmodel en een theorie van eerste orde zie: De Munter, A. (2003) Probleemstelling bij praktijkonderzoek. 12
Wat zijn de onderzoeksactiviteiten? o.a.: - beschrijvende en explorerende activiteiten - registeren en/of ordenen - groeperen en/of classificeren criteria??? - interpretatiemethoden - zoeken naar vruchtbare gezichtspunten 13
Doel van 1-ste /2-de fase: Komen tot een probleemstelling Conceptueel model + onderzoeksontwerp of Hulpmodel + theorie van eerste orde. = het formuleren van de hypothesen of: het formuleren van de voorspellingen 3-de fase: deductie 14
Attent zijn voor : - Stereotypen - Bepaalde begripsomschrijvingen - Gangbare probleemstellingen 15
Onderzoeksweg (A. De Groot) 1. Observatie = het vormen van hypothesen 2. Inductie = het formuleren van hypothesen 3. Deductie = het formuleren van voorspellingen 4. Toetsing falsifiëringstoets 4. Evaluatie 16
Toetsing Falsifiëring van de voorspelling. De succesvolle falsifiëring van een voorspelling is de stem van het geweten voor elk wetenschappelijk weten. De eigen overtuiging of het persoonlijk inzicht over wat wel of niet bruikbaar is voor verdere wetenschappelijke analyse wordt erdoor weerlegd en/of ondersteund. 17
2. Onderzoeksweg van Segers - Het onderzoek van Rosenberg Probleemstelling Italianen in V.S. straffen hun kinderen.. Theoretische kader Frustratie - agressietheorie Toetsing Interviews Evaluatie Onderzoek vaders / onderzoek kinderen nieuw onderzoek vanuit de social-learning theorie 18
Onderzoeksweg SEGERS 1. Theoretische uitwerking van de probleemstelling De Groot 1. Observatie 2. Inductie Conceptueel model Beslissingen over: - Onderzoeksgroep - Variabelen - Hypothesen 19
Onderzoeksweg volgens SEGERS Conceptueel model Onderzoeksgroep: Gezinnen van italiaanse migranten in de V.S. Variabelen frustratie/agressie Hypothese relatie tussen de variabelen Onderstelling: Door frustratie in de werksituatie zijn Italiaanse migranten in de V.S. thuis agressief 20
Conceptueel model (inductie) Bijzondere Ontevreden met de werksituatie Het geven van lijfstraffen a/d kd. Algemene frustratie agressie 21
Onderzoeksweg SEGERS 1. Conceptueel model 2. Onderzoeksontwerp CONCRETISERING van de : - Onderzoeksgroep -> steekproef - Variabelen->meetinstrumenten - Hypothesen-> voorspelling DE GROOT 1. Observatie 2. Inductie 3. Deductie 22
Meetbaar maken van de variabelen Variabele Frustratie Vader Vragen 1. Zijn je toekomstplannen verwezenlijkt? 2. Wordt u op je werk naar waarde beoordeeld? 3. Verwacht u meer erkenning van je baas? Codering Ja: 1 Neen:2 Ja:1 Neen:2 Ja: 2 Neen:1 Code= x 23
Meetbaar maken van de variabelen Variabele Agressie (ervaren door het kind) Vragen 1. Indien je niet luistert naar je vader krijg je dan een tik? Ja/Neen 2. Indien je niet luistert naar je vader krijg je dan een pak slaag? J/N 3.. code Ja: 1 Neen:0 Ja:3 Neen:0 Code= x 24
Voorspelling Als steekproef nemen we 100 Italiaanse gezinnen in de V.S. met elk minstens twee kinderen tussen 6 en 14 jaar. We voorspellen dat de correlatie van Pearson die berekend wordt tussen de graad van frustratie die de vaders op het werk ervaren en de fysieke agressie die de zonen/dochters thuis ervaren, positief is. Met behulp van twee zelfgeconstrueerde vragenlijsten worden de graad van frustratie van de vaders en de fysieke agressie ervaren door het kind, gemeten. We toetsen éénzijdig met α =0.05. 25
Onderzoeksweg (Segers) 1. Conceptueel model hypothese 2. Onderzoeksontwerp voorspelling 3. Dataverzameling 4. Dataverwerking 5. Analyse toetsing 6. Interpretatie 7. Rapportering Einde probleemstelling 26
Hoe zoek ik naar een verklaring voor een probleem? Ik verzamel gegevens en na analyse van al deze data distilleer ik een verklaring OF Ik formuleer een verklaring en verzamel vervolgens gegevens. Na analyse van de data kijk ik na of de analyse van de gegevens mijn verklaring ondersteunen. 27
3. De regulatieve onderzoeksweg van Van Strien Het geval Carla 28
Carla Emp. Cyclus n = 1 Observatie normafwijkend gedrag Informatie verzamelen gesprekken met moeder/ Carla afnemen van testen Hypothese oedipaal bepaalde jaloersheid Toetsen van hypothese projectieve test 1. Observatie 2. Inductie 3. Deductie 4. Toetsing 5. Evaluatie 29
De regulatieve onderzoekscyclus van VAN STRIEN 1. Probleemstelling Normafwijkend gedrag 2. Diagnose Doorlopen v/e empirische (sub)cyclus - informatie verzamelen - zoeken v/e mogelijke verklaring - toetsen van de verklaring empirische cyclus praktijkonderzoek 30
De regulatieve onderzoeksweg van VAN STRIEN 1. Probleemstelling 2. Diagnose 3. Plan Wat zal men doen? - Uit huis plaatsen - Begeleiden van ouders - Gezinstherapie -. het afwegen van verschillende mogelijkheden vanuit bepaalde WAARDEN en NORMEN 31
Afwegen vanuit bepaalde waarden en normen. Observatie: 2 groepen die elk behoren tot een andere cultuur. De onderwijsprestaties van de leden van de minderheidscultuur zijn lager dan die van de meerderheidscultuur 32
Mogelijke verklaringen Theorie 1 De 2 culturen zijn totaal verschillend. Het schoolsysteem is in handen van de meerderheidscultuur en de opleidingsnormen worden geacht overeen te stemmen met de waarden en gebruiken van de meerderheidscultuur. De slechte onderwijsprestaties van de leden van de minderheidsgroep zijn een gevolg van het feit dat leden van de ene cultuur beoordeeld worden met de maatstaven van de andere cultuur. 33
Mogelijke verklaringen Theorie 2 De leden van de minderheidscultuur zijn cognitief inferieur aan de leden van de meerderheidscultuur. Hun schoolprestaties blijven achter als gevolg van een inherent lager gemiddeld IQ. 34
Ingreep Planmodel 1 nieuwe onderwijstechnieken verbetering LO multicultureel onderwijs Planmodel 2 zorgen dat er voldoende arbeidsplaatsen zijn waarvoor geen scholing nodig is.. 35
De regulatieve onderzoeksweg van VAN STRIEN 1. Probleemstelling 2. Diagnose 3. Plan 4. Interventie 5. Evaluatie 36
4. Empirische cyclus voor Pedagogisch Praktijkonderzoek (zie: Probleemstelling bij praktijkonderzoek, p.37) 1. OBSERVATIE: literatuuronderzoek /emp. exploratie=vooronderzoek beschrijvend onderzoek/. 2. CONSTRUCTIE V/E HULPMODEL + T1 of Conceptueel model + onderzoeksontwerp voorstelling van de variabelen die een verklaring geven voor het probleem + het formuleren van de voorspellingen /Hypothesen einde probleemstelling 3. TOETSING T2 + Evaluatie van de toetsing 4. ONTWERPEN V/E PLANMODEL vanuit T2 acties /ingrepen ontwerpen om het probleem op te lossen 5. INGREEP actieonderzoek 6. EVALUATIE 37
Praktijkgericht onderzoek - Doel: het oplossen van een concreet pedagogisch probleem - VERKLAREN VERANDEREN - Verandering naar de NORM waaraan (volgens onderzoeker/practicus) de gewenste situatie moet beantwoorden - KENNIS basis voor een INGREEP - Men wacht niet tot de voorspelling ondersteund wordt.men realiseert de gewenste uitkomst in de praktijk 38