Het vertrouwen in de woningmarkt is in het derde kwartaal gestegen naar 94 punten. Dit is de eerste stijging sinds het derde kwartaal van 2011. Zeven op de tien koopwoningbezitters denkt dat zijn huis minder waard is geworden door de crisis, maar 54% gaat ervan uit dat hun huis wel nog meer waard is dan de hoogte van hun hypotheek. De aangescherpte normen in het Lenteakkoord, waarbij kopers vanaf 1 januari 2013 hun hypotheek geleidelijk moeten aflossen en niet meer mogen lenen dan de woningwaarde, hebben effect op de plannen van starters. Zo zegt een vijfde van de starters de komende jaren geen huis te kunnen kopen terwijl 43% hierdoor het liefst dit jaar nog een huis zou willen kopen. Meer dan de helft van de koopwoningbezitters vindt verplicht aflossen op de hypotheek een goed idee. Dat blijkt uit het ING Woonbericht, een terugkerend onderzoek onder starters en koopwoningbezitters naar het vertrouwen in de woningmarkt. Vertrouwen in de woningmarkt toegenomen Elk kwartaal meet de ING het vertrouwen in de woningmarkt onder potentiële starters en koopwoningbezitters. De ING WoonIndex is dit kwartaal gestegen naar 94 punten. In het tweede kwartaal was dat nog 88 punten. Een stand onder de 100 betekent dat er nog altijd meer mensen negatief dan positief denken over de woningmarkt. Dennis Noordervliet, directeur marketing hypotheken ING: Na twee kwartalen op rij waarin de ING WoonIndex stagneerde rond de 88 punten, is deze stijging uiteraard een gunstig signaal voor de woningmarkt. De stijging is vooral te verklaren door de positievere verwachtingen ten aanzien van het aantal huizen dat verkocht zal worden. Tegelijkertijd zijn de verwachtingen over de eigen financiële situatie onveranderd. Koopwoningbezitters zijn zich goed bewust van hun eigen situatie Het aantal koopwoningbezitters dat verwacht dat hun huis bij verkoop binnen vier tot zes maanden verkocht zal zijn, neemt dit kwartaal verder af en komt nu uit op 22%. In het tweede kwartaal was dit nog 25%. De verwachting dat het huis zeven tot twaalf maanden te koop zal staan, is juist toegenomen, van 27% naar 30%. Het sentiment ten aanzien van de eigen financiële situatie is verbeterd: het aantal mensen dat zich hier zorgen over maakt is afgenomen. Starters maken zich wel meer zorgen of zij een koopwoning kunnen betalen. Noordervliet: Deze resultaten tonen dat de woningbezitter zich heel goed bewust is van de huidige situatie op de woningmarkt. Dat vooral starters zich
meer zorgen maken over de betaalbaarheid van koopwoningen, blijft zorgelijk voor de doorstroming op de woningmarkt. Weinig zorgen over daling woningwaarde Zeven op de tien koopwoningbezitters denkt dat hun huis door de economische tegenwind minder waard is geworden, 23% denkt dat het huis nog evenveel waard is. Ondanks deze mogelijke waardedaling van het huis gaat nog steeds 54% van de koopwoningbezitters ervan uit dat de actuele waarde van het huis hoger is dan de hoogte van de hypotheek. Een kwart gaat er echter van uit dat hun hypotheek op dit moment onder water staat en dus hoger is dan de waarde van het huis. Van de koopwoningbezitters die denken dat hun huis minder waard is geworden, maakt 45% zich geen zorgen. 9% maakt zich hier wel veel zorgen over. Zorgen over waardedaling van het huis vooral besproken met familie en vrienden De huizenbezitters die verwachten dat hun huis minder waard is geworden bespreken dit in het algemeen niet met anderen. Slechts 27% bespreekt dit met familie en vrienden en 6% bespreekt dit met een hypotheekadviseur. Dat mensen hun zorgen ook bespreken met anderen is een goed teken. Dat betekent dat zij zich bewust zijn van de situatie en het niet onderschatten. Het is altijd aan te raden, zeker als je je zorgen maakt, om de persoonlijke financiële situatie door te nemen met een hypotheekadviseur, aldus Noordervliet. Bij aflossen wordt het meest bezuinigd op een auto en meubels Koopwoningbezitters die door de mogelijke waardedaling van hun huis meer af zouden moeten of willen aflossen op hun hypotheek, zouden daarvoor vooral bezuinigen op de aanschaf van een nieuwe of andere auto (63%) en meubels (58%). De zomervakantie (40%) blijft het meeste buiten schot bij eventuele bezuinigingen. Als we bezuinigen op uitgaven buiten beschouwing laten, wendt bijna de helft van alle koopwoningbezitters die van plan zijn meer af te lossen op hun hypotheek, hun spaargeld aan. Diegenen die zelf niet van plan zijn meer af te lossen op hun hypotheek zouden hun inkomen / loon (46%) aanwenden als zij ineens verplicht zouden worden om meer te gaan aflossen op hun hypotheek. Meer dan de helft van de koopwoningbezitters (53%) zou het overigens een
(heel) goed idee vinden als mensen met een hypotheek verplicht worden om direct af te lossen. Een derde ziet dit echter niet zitten. Maatregelen Lenteakkoord dwingt starter plannen te herzien De aangescherpte normen zoals beschreven in het Lenteakkoord, waarbij kopers met ingang van 1 januari 2013 hun hypotheek geleidelijk (annuïtair) moeten aflossen en niet meer mogen lenen dan de waarde van het huis dat zij willen kopen, hebben effect op de plannen van starters. Zo zegt een vijfde van de starters de komende jaren geen huis te kunnen kopen en zegt 43% juist nog dit jaar een huis te zullen gaan kopen. Drie op de vijf starters geeft aan eigen spaargeld mee te moeten nemen bij de aankoop van een huis. Vertrouwen in de woningmarkt toegenomen Elk kwartaal meet de ING het vertrouwen in de woningmarkt onder potentiële starters en koopwoningbezitters. De ING WoonIndex is dit kwartaal gestegen naar 94 punten. In het tweede kwartaal was dat nog 88 punten. Een stand onder de 100 betekent dat er nog altijd meer mensen negatief dan positief denken over de woningmarkt. Dennis Noordervliet, directeur marketing hypotheken ING: Na twee kwartalen op rij waarin de ING WoonIndex stagneerde rond de 88 punten, is deze stijging uiteraard een gunstig signaal voor de woningmarkt. De stijging is vooral te verklaren door de positievere verwachtingen ten aanzien van het aantal huizen dat verkocht zal worden. Tegelijkertijd zijn de verwachtingen over de eigen financiële situatie onveranderd. Koopwoningbezitters zijn zich goed bewust van hun eigen situatie Het aantal koopwoningbezitters dat verwacht dat hun huis bij verkoop binnen vier tot zes maanden verkocht zal zijn, neemt dit kwartaal verder af en komt nu uit op 22%. In het tweede kwartaal was dit nog 25%. De verwachting dat het huis zeven tot twaalf maanden te koop zal staan, is juist toegenomen, van 27% naar 30%. Het sentiment ten aanzien van de eigen financiële situatie is verbeterd: het aantal mensen dat zich hier zorgen over maakt is afgenomen. Starters maken zich wel meer zorgen of zij een koopwoning kunnen betalen. Noordervliet: Deze resultaten tonen dat de woningbezitter zich heel goed bewust is van de huidige situatie op de woningmarkt. Dat vooral starters zich meer zorgen maken over de betaalbaarheid van koopwoningen, blijft zorgelijk voor de doorstroming op de woningmarkt.
Weinig zorgen over daling woningwaarde Zeven op de tien koopwoningbezitters denkt dat hun huis door de economische tegenwind minder waard is geworden, 23% denkt dat het huis nog evenveel waard is. Ondanks deze mogelijke waardedaling van het huis gaat nog steeds 54% van de koopwoningbezitters ervan uit dat de actuele waarde van het huis hoger is dan de hoogte van de hypotheek. Een kwart gaat er echter van uit dat hun hypotheek op dit moment onder water staat en dus hoger is dan de waarde van het huis. Van de koopwoningbezitters die denken dat hun huis minder waard is geworden, maakt 45% zich geen zorgen. 9% maakt zich hier wel veel zorgen over. Zorgen over waardedaling van het huis vooral besproken met familie en vrienden De huizenbezitters die verwachten dat hun huis minder waard is geworden bespreken dit in het algemeen niet met anderen. Slechts 27% bespreekt dit met familie en vrienden en 6% bespreekt dit met een hypotheekadviseur. Dat mensen hun zorgen ook bespreken met anderen is een goed teken. Dat betekent dat zij zich bewust zijn van de situatie en het niet onderschatten. Het is altijd aan te raden, zeker als je je zorgen maakt, om de persoonlijke financiële situatie door te nemen met een hypotheekadviseur, aldus Noordervliet. Bij aflossen wordt het meest bezuinigd op een auto en meubels Koopwoningbezitters die door de mogelijke waardedaling van hun huis meer af zouden moeten of willen aflossen op hun hypotheek, zouden daarvoor vooral bezuinigen op de aanschaf van een nieuwe of andere auto (63%) en meubels (58%). De zomervakantie (40%) blijft het meeste buiten schot bij eventuele bezuinigingen. Als we bezuinigen op uitgaven buiten beschouwing laten, wendt bijna de helft van alle koopwoningbezitters die van plan zijn meer af te lossen op hun hypotheek, hun spaargeld aan. Diegenen die zelf niet van plan zijn meer af te lossen op hun hypotheek zouden hun inkomen / loon (46%) aanwenden als zij ineens verplicht zouden worden om meer te gaan aflossen op hun hypotheek. Meer dan de helft van de koopwoningbezitters (53%) zou het overigens een (heel) goed idee vinden als mensen met een hypotheek verplicht worden om direct af te lossen. Een derde ziet dit echter niet zitten.
Maatregelen Lenteakkoord dwingt starter plannen te herzien De aangescherpte normen zoals beschreven in het Lenteakkoord, waarbij kopers met ingang van 1 januari 2013 hun hypotheek geleidelijk (annuïtair) moeten aflossen en niet meer mogen lenen dan de waarde van het huis dat zij willen kopen, hebben effect op de plannen van starters. Zo zegt een vijfde van de starters de komende jaren geen huis te kunnen kopen en zegt 43% juist nog dit jaar een huis te zullen gaan kopen. Drie op de vijf starters geeft aan eigen spaargeld mee te moeten nemen bij de aankoop van een huis.