Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1611/Koops BSO en VLF I. MELDING 1. Op 2 november 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Koops Holding N.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Bedrijfsauto Service Oost B.V. en Automobielbedrijf Van Laar en Feijten B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 215 van 8 november 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Koops Holding N.V. (hierna: Koops) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Koops is de holdingvennootschap van diverse dochtermaatschappijen. Koops is actief op het gebied van handel in (Nissanen Peugeot-)personen- en (DAF-)bedrijfswagens. Koops heeft ook activiteiten op het gebied van transport, schadereparaties en leasing. 3. Bedrijfsauto Service Oost B.V. (hierna: BSO) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen BSO worden gehouden door Ruto Garagegroep B.V. De aandelen in Ruto Garagegroep B.V. zijn in handen van Agar Holding B.V. BSO heeft het dealerschap in Hengelo en Almelo en omstreken voor DAF-bedrijfswagens en Fiat- en Mitsubishi-bestelwagens. 4. Automobielbedrijf Van Laar en Feijten B.V. (hierna: VLF) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen in VLF worden gehouden door Van Laar en Feijten Beheer B.V. De aandelen in Van Laar en Feijten Beheer B.V. worden gehouden door Agar Holding B.V. VLF heeft het dealerschap in Hengelo en omstreken voor Volvo-personenwagens. III. DE GEMELDE OPERATIE 5. De gemelde operatie betreft, blijkens bij de melding overgelegde intentieovereenkomsten d.d. 23 oktober 1999, het verkrijgen van zeggenschap door Koops over BSO en VLF. Uit de door partijen bij de melding overgelegde informatie blijkt dat dit gebeurt via de volgende stappen: 1) de verkoop van alle aandelen in Ruto Garagegroep B.V. door Agar Holding N.V. aan Koops Vastgoed Holding N.V. (hierna: Koops Vastgoed). Koops Vastgoed heeft weliswaar historische en andere banden met Koops, doch is daarmee niet in een groep verbonden; 2) de verkoop van de aandelen in BSO aan Koops Bedrijfswagen Holding B.V., een dochtermaatschappij van Koops;
3) de verkoop van alle aandelen in Van Laar en Feijten Beheer B.V. door Agar Holding B.V. aan Koops Vastgoed; 4) de verkoop van de aandelen in VLF aan Koops Personenwagen Holding B.V., een dochtermaatschappij van Koops. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5, omschreven transactie leidt er toe dat Koops uitsluitende zeggenschap verkrijgt over BSO en VLF. 7. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Koops, BSO en VLF. 8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 9. De betrokken ondernemingen zijn allen actief op het gebied van detailhandel in motorvoertuigen; BSO meer in het bijzonder op het gebied van detailhandel in bedrijfswagens, VLF op het gebied van detailhandel in personenwagens en Koops op het gebied van detailhandel in zowel bedrijfsals personenwagens. a. Detailhandel in auto s etc. 10. Voor het onderhavige besluit kunnen in ieder geval de volgende markten voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte auto s worden onderscheiden[1]: (i) de markt voor personenauto s, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties (hierna: de markt voor personenauto s etc.); (ii) de markt voor lichte bedrijfsauto s, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties (hierna: de markt voor lichte bedrijfsauto s etc.) en (iii) de markt voor vrachtwagens, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties (hierna: de markt voor vrachtwagens etc.). b. Onderhoud, reparatie, schadehersteldiensten 11. Mogelijkerwijs kan een afzonderlijke markt of een aantal afzonderlijke markten voor onderhoud, reparatie en schadehersteldiensten worden onderscheiden, eventueel nader onderscheiden naar type voertuig of merk.[2] In het onderhavige geval kan in het midden blijven of er sprake is van n of meer afzonderlijke markten voor deze diensten, aangezien de uiteindelijke
beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 20). c. Aanbieden van onderdelen en accessoires 12. Mogelijkerwijs kan voorts een afzonderlijke markt of een aantal afzonderlijke markten voor het aanbieden van onderdelen en accessoires worden onderscheiden, eventueel nader onderscheiden naar type voertuig of merk. In het onderhavige geval is het echter niet noodzakelijk hierop in te gaan, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wijzigt (zie punt 21). Relevante geografische markten 13. Partijen merken op dat importeurs aan dealers in Nederland een exclusieve vertegenwoordiging van een merk in een bepaald rayon verstrekken. De concurrentie bestaat volgens partijen voornamelijk tussen dealers van verschillende merken binnen een rayon. Afnemers van personenauto s en lichte bedrijfswagens zullen veelal voor een dealer nabij hun woonplaats kiezen. 14. Voor de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of de markt voor personenauto s etc. en de markt voor lichte bedrijfsauto s etc. lokaal, regionaal of nationaal is, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 18). 15. Afnemers van vrachtwagens zijn doorgaans ondernemingen. De aankoop van een of meer vrachtwagens is een investeringsbeslissing voor een onderneming, waarvoor het bedrijfseconomisch interessant is om ook buiten de eigen regio offertes aan te vragen. Dit leidt ertoe dat de regionale markt voor vrachtwagens etc. zeer waarschijnlijk ruimer zal zijn dan de regionale markt voor personenauto s etc. en lichte bedrijfsauto s etc. 16. Voor de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of de markt voor vrachtwagens etc. regionaal of nationaal is, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 19). 17. Voor het onderhavige besluit kan het eveneens in het midden blijven of de markten zoals genoemd in de punten 11 en 12 lokaal, regionaal of nationaal zijn, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 20 en 21). B. Gevolgen van de concentratie a. Detailhandel in auto s etc. 18. Koops is actief in Amersfoort, Apeldoorn, Nijmegen, Bunschoten, Maarssen, Utrecht, Zeist, Nieuwegein, Haarlem en Lochem. BSO en VLF zijn beiden actief in Hengelo en omstreken. BSO is voorts actief in Almelo en omstreken. Zowel in de regio Hengelo/Lochem en omstreken als in geheel Nederland zijn de gevolgen voor de mededinging beperkt. Op de lokale markten voor personenauto s etc. en lichte bedrijfswagens etc. is er geen overlap tussen de activiteiten van partijen. Uit de door partijen verstrekte gegevens resulteert voor de markten voor personenauto s etc. en lichte bedrijfswagens etc. op zowel regionaal als nationaal niveau een gezamenlijk
marktaandeel van minder dan 15%. 19. In de regio Hengelo/Lochem en omstreken zullen partijen op de markt voor vrachtwagens etc. na de voorgenomen concentratie een marktaandeel hebben van 30%. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat de regionale markt voor vrachtwagens etc. een ruimere regio omvat dan de regionale markt voor personenauto s etc. en lichte bedrijfsauto s etc. (vergelijk punt 15) en dat het marktaandeel op deze ruimere regionale markt lager zal zijn dan de genoemde 30%. Het gezamenlijk aandeel van partijen op de nationale markt voor vrachtwagens etc. bedraagt minder dan 1%. b. Onderhoud, reparatie, schadehersteldiensten 20. Ook met betrekking tot onderhoud, reparatie en schadeherstel heeft de concentratie beperkte gevolgen voor de mededinging, gelet op het grote aantal aanbieders van deze diensten op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Dit geldt zowel indien wordt uitgegaan van het aantal ondernemingen dat zich voor meerdere merken bezighoudt met genoemde diensten, als wanneer wordt uitgegaan van het aantal ondernemingen dat zich specialiseert op genoemde diensten voor n merk of enkele merken. c. Aanbieden van onderdelen en accessoires 21. Indien het aanbieden van onderdelen en accessoires als n (of meerdere) afzonderlijke productmarkt(en) wordt gekenmerkt, geldt dat een aantal onderdelen en accessoires van de door betrokken ondernemingen aangeboden voertuigen ook, al dan niet in het kader van onderhoud en reparatie, bij een aantal zogenoemde fastfitters (garagebedrijven die zich specialiseren in de levering of vervanging van bepaalde onderdelen) kan worden verkregen. Voor andere onderdelen en accessoires zijn er, bijvoorbeeld ten gevolge van industrile eigendomsrechten, mogelijkerwijs minder alternatieven of geen andere opties dan de afname bij DAF-, Nissan-, Peugeot-, Fiat-, Mitsubishi- of Volvo-dealers. Er zijn naast vestigingen van Koops, BSO en VLF echter meerdere zelfstandige dealers in de regio s tot wie een afnemer zich zou kunnen wenden. Conclusie 22. Op grond van voorgaande overwegingen bestaat er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van deze concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. CONCLUSIE 23. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
24. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 06-12-1999 w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] Vgl. zaak 1294/Koops Cosmo, besluit van 3 mei 1999, NMa-1294/5, punt 9. [2] Vgl. zaak 1294/Koops-Cosmo (reeds aangehaald), punt 10. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.