Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting

Vergelijkbare documenten
Vergelijking milieuaspecten LED-letter reclameverlichting

Vergelijking milieuaspecten LEDlichtbakken

Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting

Vergelijking milieuaspecten LED-lichtbakken

Vergelijking milieuaspecten led-lichtbakken

Vergelijking milieuaspecten LED reclame verlichting

Vergelijking milieuaspecten LED-reclameverlichting. Eindrapport onderzoek

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste

Samenvatting Duurzaamheid van het afvalwater transport systeem; LCA methodiek toegepast op verschillende diameters en materialen

Milieu-impact van groene wandsystemen

Screening LCA van e-waste recycling in Nederland

De Ecolizer 2.0. Een instrument voor introductie van ecodesign

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY

Aluminium, LCA en EPD

Milieucijfers SuperWijzer

Levenscyclusanalyse van groene wanden

Levenscyclusanalyse van grassportvelden. 22 november Jasper Scholten

Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf

Wat doen productie en import met beschikbaar zoetwater in de wereld?

Management samenvatting

LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen

LCA, de maatstaf voor milieu effecten? Maurits Dorlandt

management centrum bedrijfsadviseurs Marktomvang 2015 UNETO-VNI 1

Masterclass LCA. Wat kan je met LCA-studies in afvalland? Geert Bergsma

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN

Milieuanalyse: PaperWise als papier voor het tijdschrift Petrochem

CO 2 -uitstootrapportage 2011

TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie. Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 1 april 2015

Relevantie van (carbon) footprinting voor telers. Jasper Scholten 23 juni 2011

Een tool in ontwikkeling op basis van de MMG berekeningswijze

Geokunststoffen en de reductie van de CO2 footprint

Led Display Centers en het juiste helderheidsniveau

Duurzaam parkeren als hoeksteen van strategie en innovatie

Duurzaamheidsanalyse, Hoe groen is groen?

LCA Quickscan: koffiebekers voor eenmalig gebruik

Curaçao Carbon Footprint 2015

Levenscyclusanalyse & duurzame inkoop van weginfrastructuur. 28 november 2018

Duurzaamheid van daksystemen:

Emissiebeheer. Meten en evalueren van klimaatimpact (LCA) Energiezuinige technologie. Klim-O-dag. Veerle Van linden Eenheid: T&V

MATERIAAL-MILIEUPRESTATIE EN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

REFERENTIE BETONMORTELS Aan: Daaf de Kok (De betonketen)

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Levenscyclusanalyse (LCA) Product carbon footprint (PCF)

Ecobalans Radiator Zmart 2.0

CO 2 -uitstoot gemeente Delft

Duurzame oplossing door houtreparatie!

Marktomvang installatiebranche (aangesloten leden UNETO-VNI) De techniek achter Nederland. management centrum bedrijfsadviseurs

Om te bepalen of een verf duurzaam is dient er, naar de mening van de VVVF, sprake te zijn van een integrale aanpak.

Verantwoorde keuze van bestratingsproducten

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie

DEFINITIEVE RAPPORTAGE. Ketenanalyse tijdelijke bouwplaatsverlichting voor MNO Vervat

Duurzaamheid bouwwerken - Nieuwe Nederlandse en Europese normen en regelgeving

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

De circulaire economie in praktijk - met de natuur als mentor -

Circulaire economie LCA als basis DUBOkeur als bewijs

DoorTAStend, LCA studie van draagtassen

GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering. Heleen Pinkse

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Duurzaam is de toekomst Wat is uw idee?

Carbon footprint 2011

Ontwikkelen en Testen Carbon- en Water Footprint Module voor MasterLink (49)

Deel III: Uitvoering van een LCA: Inventarisatie, Impactanalyse en Interpretatie

Opleiding Duurzaam Gebouw :

Milieubarometerrapport 2016

Duurzaam bouwen en LCA s en de NMD. G. Jonkers NVVT

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Broeikasgasemissies in Nederland,

Handreiking bij stap één in LCA: Doel & Scope

LCA Studie Levens Cyclus Analyse van enkele tropische houtsoorten ten behoeve van damwanden

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit

Milieubarometerrapport 2012

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Synthesenota BREEAM: Duurzaamheid meten

Samenvatting LCA Ioniqa. Screening carbon footprintanalyse

Schaduwprijzen chloriden en bromiden

Levenscyclusanalyse van asfaltverhardingen

CO 2 footprint rapportage Uzin Utz

P ow er Quality metingen: Harmonischen

Business Cases LED verlichting in de Zorgsector

Invloed op duurzaamheid als constructeur via de MPG

Carbon footprint 2013

BEDRIJFSINFORMATIE. VOOR PLUS groen beton. MRPI-code DATUM AFGIFTE 20 september 2012

WP4: Verbeterde schattingsmethode materiaalhoeveelheden in constructies! 1 april 2015, TKI KIEM!

Milieubarometerrapport 2015

CO2 impact kringloopbedrijven

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 CO2-FOOTPRINT 2016 GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN. versie 3

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

Life Cycle Analysis Granova. Heros Sluiskil B.V. Samenvatting uit rapport: Datum

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN.

Energie Management Actieplan

KWR Januari LCA methodiek ter beoordeling van het vervangen of renoveren van een rioolleiding

Broeikasgasemissies in Nederland,

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid.

Energie Management Actieplan

Definitie. Wat is Duurzaamheid?

Transcriptie:

VAKGROEP LICHTRECLAME Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting Monitoring 2015 (meting 5 van 5) De techniek waarop Nederland draait 1

Opdrachtgever Terry Heemskerk Vakgroep Lichtreclame, UNETO-VNI Auteur(s) Laura Golsteijn Marisa Vieira PRé Consultants bv Disclaimer UNETO-VNI heeft veel zorg besteed aan de samenstelling van deze uitgave. Desondanks kunnen er fouten en/of onvolledigheden in deze uitgave voorkomen. UNETO-VNI en de rapporteur zijn niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten en/of onvolledigheden. UNETO-VNI, Zoetermeer 4 januari 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, film, elektronisch, op geluidsband of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van UNETO-VNI. De inhoud van deze publicatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Toch kan het risico van onduidelijkheden of onjuistheden niet geheel worden vermeden. UNETO-VNI sluit iedere aansprakelijkheid uit voor zowel de schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze gegevens, als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van onvolledigheden, onjuistheden of onvolkomenheden in deze publicatie. UNETO-VNI Bredewater 20 Postbus 188 2700 AD Zoetermeer T 070 325 06 50 F 079 325 06 66 E info@uneto-vni.nl W www.uneto-vni.nl

Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Achtergrond 4 1.2 Doel van het onderzoek 4 2 Aanpak 5 2.1 Uitgangspunten 5 2.2 Methodiek 6 3 Resultaten 8 3.1 Resultaten van de metingen 8 3.2 Milieueffecten 9 3.3 Indicator voor klimaatverandering 10 4 Discussie 12 5 Conclusies 13 6 Bronnen 14 Bijlagen 11

1 Inleiding 1.1 Achtergrond De Vakgroep Lichtreclame van UNETO-VNI is geïnteresseerd in de milieubelasting van LED reclameverlichting die door verschillende leveranciers op de markt gebracht worden. In is een onderzoek gestart waarbij een analyse is gemaakt van de milieubelasting die optreedt bij de productie en transport alsmede de gebruiksfase van LED reclameletters. Uit dit onderzoek (nulmeting) blijkt dat vooral de gebruiksfase relevant is voor de milieuprestatie van LED verlichting. De milieuprestatie wordt dus voornamelijk bepaald door factoren die belangrijk zijn in de gebruiksfase en die direct gemeten kunnen worden zoals het werkelijk vermogen, power factor en de luminantie. De Vakgroep Lichtreclame wil graag weten of deze factoren wijzigen tijdens de levensduur van vijf jaar waardoor dus ook de milieuprestatie kan veranderen. 1.2 Doel van het onderzoek Het doel van dit onderzoek is het vergelijken van verschillende LED reclameletter systemen op milieubelasting, levensduur, energieverbruik en lichtopbrengst. In is een nulmeting van LED reclameletters uitgevoerd. Hierbij is door twee adviesbureaus de luminantie, het werkelijk vermogen en de power factor gemeten. Deze kwaliteitsaspecten zijn door PRé Consultants verwerkt in een screening LCA en gepubliceerd door UNETO-VNI (UNETO-VNI, 2011). Na de meting zijn de LED reclameletters buiten opgehangen en in werking gesteld met het doel om periodiek de kwaliteit te meten op dezelfde aspecten die hierboven zijn genoemd. Tevens wordt geregistreerd welke onderdelen tijdens de proef defect raken. In dit monitoringsrapport worden de resultaten weergegeven van de LED letters na 5 jaar continue gebruik. De milieueffecten worden vervolgens vergeleken met de resultaten van de nulmeting. Het is belangrijk op te merken dat de resultaten die in dit rapport worden gepresenteerd, voortkomen uit een screening LCA zonder externe validatie. De resultaten zijn uniek voor de data van de geselecteerde leveranciers en de aannames die in deze studie gemaakt zijn. De resultaten zijn niet bedoeld voor vergelijkingen met andere LED leveranciers of andere LED producten. Zelfs voor vergelijkbare producten kunnen verschillen in functionele eenheid, gebruikersprofielen of datakwaliteit leiden tot onvergelijkbare resultaten. 4

2 Aanpak 2.1 Uitgangspunten 2.1.1 Functionele eenheid De functionele eenheid is de vergelijkingsbasis die gebruikt wordt in dit onderzoek. De functionele eenheid van een LED reclameletter wordt als volgt omschreven: Een LED systeem dat in een reclameletter I van 703 mm hoog en 409 mm breed is ingebouwd, continue gebruikt wordt voor de duur van 5 jaar (43800 branduren) en een luminantie heeft van 698 cd/m 2. In de functionele eenheid is de gemiddelde luminantie van de LED systemen opgenomen (698 cd/m 2 ). Indien een LED systeem bijvoorbeeld een luminantie heeft die twee keer zo laag is dan het gemiddelde, dan wordt er vanuit gegaan dat het systeem twee keer zo groot moet zijn om dezelfde kwaliteit licht te geven, waardoor de hoeveelheid verbruikte energie ook twee keer zo groot wordt. De lichtopbrengst van 698 cd/m 2 die gebruikt is voor de functionele eenheid is de gemiddelde gemeten luminantie van de acht LED systemen bij de nulmeting. Door deze luminantie als standaard te nemen is het mogelijk om de LED letters niet alleen onderling maar ook in de tijd met elkaar te vergelijken. 2.1.2 Systeemgrenzen Uit de nulmeting van LED reclameverlichting is gebleken dat de gebruiksfase een grote milieuimpact heeft in de levenscyclus van de verlichting (UNETO-VNI, 2011). Omdat alle andere fasen (waaronder productie en transport) minder dan 2,5% van de milieu-impact veroorzaken is besloten om alleen de gebruiksfase mee te nemen in het onderzoek. Het vervolgonderzoek van LED reclameverlichting is op dezelfde voet voortgezet. Gebruiksfase Er wordt aangenomen dat de LED verlichting 5 jaar lang continue aan staat. Tijdens de gebruiksfase zijn de volgende factoren belangrijk voor de milieuperformance van een LED systeem: 1. Werkelijk of opgenomen vermogen (Watt) 2. Luminantie (cd/m 2 ) 3. Power factor Ad 1 Werkelijk vermogen De energie die wordt verbruikt in het LED systeem noemt men het werkelijke vermogen. De hoeveelheid werkelijk vermogen is samen met de power factor bepalend voor het energieverbruik van een LED systeem tijdens de gebruiksfase. In dit onderzoek wordt de hoeveelheid werkelijk vermogen uitgedrukt in Watt gekoppeld aan een levensduur van vijf jaar (43800 branduren) wat het elektriciteitsverbruik in (k)wh oplevert. Ad 2 Luminantie De luminantie, die ook wel wordt aangeduid als lichtintensiteit of oppervlaktehelderheid, is de hoeveelheid licht die per oppervlakte-eenheid wordt uitgestraald en wordt uitgedrukt in candela (cd) per vierkante meter. De grootheid luminantie wordt in dit onderzoek meegenomen als kwaliteitsmaat (zie 2.2.1). 5

Ad 3 Power factor De power factor geeft de fase verschuiving aan tussen alle harmonische stroom en spanningcomponenten. Met de power factor kan het werkelijke vermogen, in Watt, en het schijnbare vermogen, in Volt Ampère (VA) worden bepaald. Voor de energie die wordt verbruikt in het LED systeem, het werkelijke vermogen, moet het energiebedrijf extra energie leveren, het schijnbare vermogen. De prijs die de consument betaalt aan het energiebedrijf is voor het afnemen van het werkelijk vermogen per tijdseenheid (Wh) waarin naar alle waarschijnlijkheid de kosten van de extra geleverde energie verdisconteerd is. De verhouding tussen het werkelijk en schijnbaar vermogen wordt aangeduid met de power factor. Bij een power factor van 1 is er geen fase verschuiving en geen harmonische (netvervuiling). De voedingen van LED systemen veroorzaken de fase verschuiving en hogere harmonische. Hoe kleiner het getal hoe ongunstiger de werking van de voeding (Veer, H. de, 2011). Een niet gunstige powerfactor, die veel kleiner is dan 1, zorgt ervoor dat er grotere stromen lopen dan dat het strikt noodzakelijk is voor het afgeleverde netto vermogen, en deze grotere stromen zorgen nu voor meer verlies in de leidingen van het aanvoernet. De frequentiespectra waarin de fase verschuiving van de geteste LED systemen wordt weergegeven zijn opgenomen in bijlage 2. 2.2 Methodiek 2.2.1 Milieubelasting In dit onderzoek is een impact assessment uitgevoerd met behulp van de ReCiPe methodiek (Goedkoop et al. 2009). Deze methode is door RIVM, CML, Radboud Universiteit Nijmegen en PRé Consultants ontwikkeld en wordt internationaal erkend als een betrouwbare en volledige methode. Met ReCiPe kunnen de milieueffecten uitgedrukt worden op het niveau van milieuthema s en als één milieuscore. Dit maakt een vergelijking tussen de verschillende systemen goed begrijpelijk en interpreteerbaar. Om tot één score te komen zijn drie verschillende milieueffecten met elkaar gewogen: humane gezondheidseffecten (40%), schade aan ecosystemen (40%) en uitputting van grondstoffen (20%). Deze drie milieuthema s of damage categorieën bestaan ieder afzonderlijk ook weer uit milieuthema s of impact categorieën zoals in onderstaande tabel wordt weergegeven. Damage categorie Impact categorie Eenheid Humane gezondheid Ecosystemen Grondstoffen Humane gezondheid Tabel 1 Milieuthema s en eenheden in ReCiPe. + klimaatverandering humane gezondheid + ozonlaag aantasting + humane toxiciteit + vorming fotochemische oxidanten + vorming fijnstof + ioniserende straling + Klimaatverandering ecosystemen + Terrestische Verzuring + Zoetwater eutrofiering + Marine ecotoxiciteit + Landgebruik landbouw + Stedelijk landgebruik + Transformatie natuur + Uitputting metalen + Uitputting fossiele hulpbronnen DALY (Disability Adjusted Life Years). Nadelen/ belemmeringen door ziekten veroorzaakt Afname van het aantal soorten per jaar Amerikaanse dollar In dit rapport zal de milieubelasting uitgedrukt worden als één milieuscore. De eenheid voor de score is punten (Pt). Een punt komt overeen met een duizendste van de totale jaarlijkse milieubelasting van een gemiddelde Europeaan. 6

2.2.2 Indicator voor klimaatverandering Naast de totale milieuscore worden de resultaten ook uitgedrukt in CO2 equivalenten wat een indicator is voor klimaatverandering. Deze wordt bepaald door de IPCC 2007 methode (IPPC, 2007). Deze methode is opgezet door het International Panel on Climate Change (IPCC) en is een veel gebruikte indicator voor klimaatverandering. De scores worden uitgedrukt in massa eenheden CO2 equivalenten. 2.2.3 Continuïteit monitoring De resultaten van de vijf opeenvolgende metingen zijn allen geanalyseerd met behulp van dezelfde achtergronddata (ecoinvent 2.2) en dezelfde impact assessment methodes (ReCiPe endpoint (H) V1.08/Europe H/A, en IPCC 2007). 7

3 Resultaten 3.1 Resultaten van de metingen In tabel 2 zijn de gegevens opgenomen die zijn gemeten in augustus (nulmeting), februari, oktober, februari 2015 en november 2015. Voor de gebruiksfase wordt gebruik gemaakt van de luminantie, de hoeveelheid werkelijk vermogen en de power factor van de LED systemen. Op basis van de hoeveelheid werkelijk vermogen en de power factor wordt het schijnbaar vermogen berekend. Het schijnbaar vermogen per tijdseenheid vertegenwoordigt de hoeveelheid energie die van het net afgenomen wordt. De luminantie is gemeten door het onafhankelijke adviesbureau MLD. Het werkelijk vermogen en de power factor van de LED systemen zijn gemeten door het onafhankelijke adviesbureau HV Advies. Merknaam Luminantie (cd/m2) Werkelijk vermogen (W) Tridonic 378 342 356 355 363 9,50 9,75 9,50 9,50 9,50 IPLED 934 791 814 813 837 17,10 16,10 16,25 16,18 16,15 Hansen 710 661 697 675 690 11,25 11,65 10,88 10,80 11,25 SloanLED 804 775 794 793 855 12,75 12,50 12,15 12,13 12,13 Osram* 1068 918 913 910 922 21,50 23,75 21,50 21,50 21,75 GE/Tetra 544 516 539 538 562 11,70 11,75 11,43 11,43 11,60 SignLandia 654 607 590 590 619 15,75 16,00 16,00 15,75 15,75 *: Nieuwe voeding in Merknaam Luminantie (cd/m2) Werkelijk vermogen (W) Tridonic 20,21 20,74 19,39 18,27 19,39 0,47 0,47 0,49 0,52 0,49 IPLED 20,36 19,17 19,35 19,26 18,78 0,84 0,84 0,84 0,84 0,86 Hansen 15,85 16,41 15,76 15,43 15,63 0,71 0,71 0,69 0,70 0,72 SloanLED 23,61 21,55 19,29 18,65 18,10 0,54 0,58 0,63 0,65 0,67 Osram* 25,29 30,45 28,67 28,29 27,19 0,85 0,78 0,75 0,76 0,80 GE/Tetra 13,45 13,51 13,13 14,28 13,18 0,87 0,87 0,87 0,80 0,88 SignLandia 28,64 28,57 29,09 27,63 27,63 0,55 0,56 0,55 0,57 0,57 *: Nieuwe voeding in Tabel 2 De luminantie, werkelijk vermogen, schijnbaar vermogen en de power factor van de zeven verschillende LED reclameverlichting systemen (metingen door MLD (Luminantie) en HV Advies) De gemiddelde luminantie van de LED systemen is afgenomen van 698 cd/m 2 in naar 693 cd/m 2 in november 2015. De power factor is licht verbeterd voor alle systemen behalve Osram. De power factor in combinatie met het werkelijk vermogen levert in zes gevallen een lager schijnbaar vermogen op en voor Osram een hoger schijnbaar vermogen. In is er voor vijf van de zeven LED systemen een hogere luminantie gemeten dan in (gemiddeld 672 cd/m 2 versus 659 cd/m 2 ). Het is mogelijk dat deze hogere luminantie het gevolg is van de foutmarge van maximaal 5% die kunnen optreden bij het meten (Meutzner, 2014). In slechts één geval was deze boven 5% (Hansen, 5,4%). 8

Per leverancier was er sinds het volgende waar te nemen: + Tridonic: een lichte afname in luminantie en een toename in powerfactor resulteren in een lager schijnbaar vermogen. + IP Led: een afname in luminantie (met als dieptepunt de meting in ) en een bijna constante powerfactor resulteren in lichte afname in schijnbaar vermogen. + Hansen: een afname in luminantie (met als dieptepunt de meting in ) en een bijna constante powerfactor resulteren in lichte afname in schijnbaar vermogen. + Sloan LED: een toename in luminantie en een toename in de powerfactor resulteren in flinke afname in schijnbaar vermogen. + Osram: een afname in luminantie en een afname in powerfactor resulteren in een toename in schijnbaar vermogen. + GE/Tetra: een toename in luminantie en een bijna constante powerfactor resulteren in lichte afname in schijnbaar vermogen. + Sign Landia: een afname in luminantie en een bijna constante powerfactor resulteren in lichte afname in schijnbaar vermogen. 3.2 Milieueffecten De milieubelasting per LED systeem is afgebeeld in de grafiek 1. In lag de milieubelasting van de LED systemen tussen 41 punten en 100 punten, in tussen de 45 en 113 punten, in tussen de 42 en 101 punten, in de eerste meting van 2015 tussen 42 en 96 punten, en in de tweede meting van 2015 tussen de 40 en 99 punten. Daarmee waren de verschillen in milieubelasting tussen de producenten eind 2015 maximaal factor 2.5. Ten opzichte van februari 2015, is de milieubelasting in november 2015 gemiddeld met 4% afgenomen. Bij een van de zeven systemen is de milieubelasting groter geworden (Tridonic), bij een gelijk gebleven (Hansen) en bij vijf systemen juist lager. Vergeleken met de nulmeting van, is de milieubelasting gemiddeld met 1% afgenomen. Voor de meeste systemen is de milieubelasting zo goed als gelijk gebleven. Echter, voor Sloan LED is de milieubelasting in de loop der jaren afgenomen, doordat de power factor na de nulmeting aanzienlijk omhoog is gegaan. Milieubelasting (Pt) 120 Fossil depletion Metal depletion Natural land transformation 100 Urban land occupation Agricultural land occupation Marine ecotoxicity Freshwater ecotoxicity 80 Terrestrial ecotoxicity Freshwater eutrophication Terrestrial acidification 60 Climate change Ecosystems Ionising radiation Particulate matter 40 formation Photochemical oxidant formation Human toxicity 20 Ozone depletion Climate change Human Health 0 Hansen Sloan LED IP LED Osram GE Tetra Tridonic Signlandia Gemiddeld Grafiek 1 Milieubelasting per LED systeem (letter I) uitgedrukt in punten. Impact assessment methode: ReCiPe endpoint (H) V1.08/Europe H/A 9

Omdat alleen het elektriciteitsverbruik (afgenomen van het Nederlandse elektriciteitsnet) is meegenomen zijn de verhoudingen tussen de impact categorieën bij elk LED systeem hetzelfde. De grootste milieubelasting is toe te schrijven aan de uitputting van fossiele hulpbronnen zoals olie en gas (lichtgroene balk). Dit zijn de fossiele hulpbronnen die nodig zijn om de elektriciteit op te wekken die van het Nederlandse elektriciteitsnet wordt betrokken. Daarnaast zijn er grote effecten op klimaatverandering voor zowel de humane gezondheid als ecosystemen. Deze effecten worden veroorzaakt door de emissies van broeikasgassen. In Figuur 2 zijn de 17 impact categorieën geaggregeerd naar de drie damage categorieën grondstoffen, ecosystemen en humane gezondheid. Hieruit komt duidelijk naar voren dat de milieubelasting voornamelijk ligt bij grondstoffen (door uitputting van fossiele hulpbronnen) en humane gezondheid (voornamelijk klimaatverandering en in mindere mate het vrijkomen van giftige stoffen en fijn stof). 120 Grondstoffen Ecosystemen Human gezondheid 100 80 Milieubelasting (Pt) 60 40 20 0 Hansen Sloan LED IP LED Osram GE Tetra Tridonic Signlandia Gemiddeld Grafiek 2 Milieubelasting per LED systeem (letter I) uitgedrukt in punten. Impact assessment methode: ReCiPe endpoint (H) V1.08/Europe H/A 3.3 Indicator voor Grafiek 3 laat het de bijdrage aan klimaatverandering zien van de verschillende LED systemen in klimaatverandering,, en begin en einde van 2015. Bij de analyse van de milieubelasting is geconstateerd dat de bijdrage aan klimaatverandering erg belangrijk is (zie grafiek 1). De volgorde van de scores voor klimaatverandering in grafiek 3 zijn ook hetzelfde als bij de bepaling van de milieubelasting. De indicator voor klimaatverandering van de LED systemen lag in tussen 485 en 1189 kg CO 2 equivalenten, in tussen 536 en 1345, in tussen 502 en 1208 kg CO 2 equivalenten, in februari 2015 tussen 505 en 1144 kg CO 2 equivalenten, en in november 2015 tussen 472 en 1183 kg CO 2 equivalenten. Daarmee waren de verschillen in bijdrage aan klimaatverandering tussen de producenten in november 2015 maximaal zo n factor 2.5. Ten opzichte van februari 2015, is de bijdrage aan klimaatverandering in 2015 gemiddeld met 4% afgenomen. Vergeleken met de nulmeting van, is de bijdrage aan klimaatverandering gemiddeld met 1% afgenomen. Ter vergelijking, een gemiddelde Europeaan heeft een uitstoot van 1120 kg CO 2 equivalenten per jaar. De hoeveelheid CO 2 equivalenten die vrijkomt bij een LED systeem in vijf jaar is dus vergelijkbaar met ongeveer de helft tot ruim de volledige uitstoot van een gemiddelde Europeaan per jaar, afhankelijk van het gekozen systeem. 10

1.500 1.200 kg CO 2 equivalenten 900 600 300 0 Hansen Sloan LED IP LED Osram GE Tetra Tridonic Signlandia Gemiddeld Grafiek 3 Effect op klimaatverandering per LED systeem (letter I) uitgedrukt in kg CO 2 equivalenten 11

4 Discussie Voor het vergelijken van de LED systemen van de nulmeting met de vervolgmetingen in, en februari en november 2015 is uitgegaan van de functionele eenheid zoals vastgesteld bij de nulmeting. Dit betekent dat de gemiddelde luminantie zoals destijds bij de nulmeting is vastgesteld gebruikt wordt. Ook is er gerekend met een continue gebruik van vijf jaar bij zowel de nulmeting als deze eerste vervolgmeting. Er is dus sprake van een theoretische uitkomst die ervan uitgaat dat de gemeten waarde (luminantie, power factor en werkelijk vermogen) vijf jaar lang constant blijft. Dit is uiteraard niet het geval maar op deze manier kan duidelijk gemaakt worden in hoeverre de milieubelasting toe- of afneemt. 12

5 Conclusies De resultaten en de conclusies in dit onderzoek zijn alleen gebaseerd op de gebruiksfase van de reclameverlichting van vijf jaar. De milieubelasting van de reclameverlichting wordt bepaald door enerzijds het energieverbruik dat gekoppeld is aan het werkelijk vermogen en de power factor en anderzijds de luminantie. De conclusies zijn gebaseerd op de eerste meting (nulmeting) en de vervolgmetingen die hebben plaatsgevonden in respectievelijk augustus, februari, oktober, februari 2015 en november 2015. + Schommelingen in luminantie en power factor zorgen een schijnbaar vermogen dat varieert gedurende de totale meetperiode. De power factor in combinatie met het werkelijk vermogen levert in zes gevallen een lager schijnbaar vermogen op en voor Osram een hoger schijnbaar vermogen. + De milieubelasting van de zeven LED systemen lag in tussen 41 punten en 100 punten, in tussen 45 en 113 punten, in tussen 42 en 101 punten, in februari 2015 tussen 42 en 96 punten, en in november 2015 tussen de 40 en 99 punten. Ten opzichte van, is de milieubelasting in vijf jaar gemiddeld met 1% afgenomen. + De verschillen in milieubelasting tussen de producenten bedroegen in november 2015 maximaal zo n factor 2.5. + De meeste milieubelasting wordt veroorzaakt door uitputting van fossiele hulpbronnen en het effect van klimaatverandering op humane gezondheid en ecosystemen. + Het effect op klimaatverandering van de zeven LED systemen lag in tussen 485 en 1189 kg CO 2 equivalenten, in tussen 536 en 1345 kg CO 2 equivalenten, in tussen 502 en 1208 kg CO 2 equivalenten, in februari 2015 tussen 505 en 1144 kg CO 2 equivalenten, en in november 2015 tussen 472 en 1183 kg CO 2 equivalenten. Ten opzichte van, is de bijdrage aan klimaatbelasting in vijf jaar gemiddeld met 1% afgenomen. + De verschillen in bijdrage aan klimaatverandering tussen de producenten bedroegen in 2015 maximaal zo n factor 2.5. + Deze monitoringstudie laat zien dat de verschillen tussen de producenten in het algemeen groter zijn dan de verschillen tussen de meetmomenten. + Tridonic en Sign Landia scoren slechter dan gemiddeld op milieubelasting en klimaatverandering; de overige LED systemen beter dan gemiddeld. Tridonic en Sign Landia hebben een lage power factor dan de overige systemen, d.w.z. gemiddeld over de jaren 0,49 voor Tridonic en 0,56 voor Sign Landia. 13

Bronnen Boer, L.E. den, F.P.E. Brouwer en H.P. van Essen (2008). STREAM, Studie naar Transport Emissies van Alle Modaliteiten, Versie 2.0, CE Delft. Dogterom, F. (). Slechte led vervuilt het net, Allicht, 3de jaargang, no 7, september, blz 10-13. Ecoinvent Centre (). Ecoinvent data v2.2. Swiss Centre for Life Cycle Inventories, Dübendorf, http://www.ecoinvent.org/ Goedkoop, M., R. Heijungs, M. Huijbregts, A. De Schryver, J. Struijs en R. van Zelm (2009). ReCiPe 2008, A life cycle impact assessment method which comprises harmonised category indicators at the midpoint and the endpoint level, First edition, Report I: Characterisation. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. IPCC (2007). IPCC Fourth Assessment Report. The physical science basis. http://www.ipcc.ch/ Meutzner, J. (2014). MLD, persoonlijke mededeling 4 februari 2014. UNETO-VNI (2011). Vergelijking milieuaspecten LED-reclameverlichting, eindrapport onderzoek -2011, Vakgroep Lichtreclame UNETO-VNI, Zoetermeer, www.uneto-vni.nl/stream/ledrapport Veer, H. de. (2011). HV Advies Elektrotechnisch Advies- en Opleidingsbureau, Persoonlijke mededeling 26 februari 2011. 14

Bijlage 1 Letter I 15

Bijlage 2 Gemeten frequentiespectra van de led-letters De frequentie die van het net komt is 50 Hz. Grafisch gezien levert dit een golvend, sinusvormig patroon op. Elektronische apparatuur kan extra frequenties veroorzaken die een veelvoud zijn van deze grondfrequentie, bijvoorbeeld 150 en 250 Hz. Die extra frequenties heten harmonischen en verstoren het sinusvormige frequentiepatroon (Dogterom, ). In de grafieken geven de linkerbalkjes de grondfrequenties (50 Hz) weer. Alle overige balken zijn afwijkende frequenties die een nadelige invloed hebben op het elektriciteitsgebruik en op de kwaliteit van de elektronische componenten in het net. Tridonic () Tridonic () Tridonic () 16

17

IP LED () IP LED () IP LED () IP LED (februari 2015) IP LED (november 2015) 18

Hansen () Hansen () Hansen () Hansen (februari 2015) Hansen (november 2015) 19

Sloan LED () Sloan LED () Sloan LED () Sloan LED (februari 2015) Sloan LED (november 2015) 20

Osram () Osram () Osram () Osram (februari 2015) Osram (november 2015) 21

GE/Tetra () GE/Tetra () GE/Tetra () GE/Tetra (februari 2015) GE/Tetra (november 2015) 22

Signlandia () Signlandia () Signlandia () Signlandia (februari 2015) Signlandia (november 2015) 23

24

Colofon Design UNETO-VNI Productiecoördinatie Afdeling Traffic en DTP Dit rapport is geschreven door PRé Consultants bv. PRé Consultants helpt bedrijven en overheden bij het ontwikkelen van duurzame producten en diensten. PRé Consultants heeft meer dan 20 jaar ervaring in het uitvoeren van Life Cycle Assesment (LCA) studies; van ISO conforme studies tot screening LCA s. De op LCA gebaseerde oplossingen zijn zowel praktisch als wetenschappelijk onderbouwd. PRé Consultants is marktleider op het gebied van de ontwikkeling van LCA software. Onze professionele LCA tool, SimaPro wordt in meer dan 80 landen gebruikt door bedrijven, adviesbureau s, universiteiten en onderzoeksinstituten. PRé Consultants uit Amersfoort heeft een kantoor in de Verenigde Staten en werkt samen met een wereldwijd partnernetwerk. Dit ervaren netwerk biedt advies, oplossingen en ondersteuning aan grote internationale bedrijven en projecten. PRé Consultants bv Stationsplein 121 3818 LE Amersfoort www.pre-sustainability.com 25

www.uneto-vni.nl UNETO-VNI Bredewater 20-2715 CA Zoetermeer - Postbus 188-2700 AD Zoetermeer T 079 325 06 50 - F 079 325 06 66 - E info@uneto-vni.nl - www.uneto-vni.nl