Briefrapport /2008 M.A.B. van der Sande C. Koornneef A.S. de Boer. Naar een versterking van de soa/hivbestrijding

Vergelijkbare documenten
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen

Regionaal organiseren van hepatitis zorg. Concept Nationaal Hepatitisplan

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Analyse kader projectsubsidies Verbetering (voorlichting) seksuele gezondheid Nieuwe Nederlanders RIVM briefrapport /2010 S.

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

A Adviesaanvraag (brief dd 22 maart 1999)

Een nationaal hepatitis plan voor Nederland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van Dekken (PvdA) en Leenders (Pvda) over de Q-koortsepidemie (2016Z18051).

Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding

Handreiking Gezonde Gemeente. Voor beleid en uitvoering in wijk en gemeente

Visie op het vaccinatiebeleid

De ondergetekenden, Zijn het volgende overeengekomen: Er is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

2014D19761 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Veldman (VVD) over het bericht Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar (2018Z16176).

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins

1. Doelen en aanpak van een Amsterdams actieplan voor optimale hepatitis B en C preventie en zorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Bijlage 2. Belangrijkste bevindingen, aandachtspunten en aanbevelingen Beleidsevaluatie RIVM / Centrum Infectieziektebestrijding door Boer & Croon

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Samenwerken. kwaliteit

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

BELEIDSNOTITIE VRIENDEN VAN...

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hollands Midden;

De VTV-2018 in het kort. Een strategische verkenning van volksgezondheid in de toekomst

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

Inrichten van een gemeentelijk Wmo-loket: waarmee moet u rekening houden?

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag

Handreiking Gezonde Gemeente. Voor beleid en uitvoering in wijk en gemeente

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij

De SER en chronisch zieke werkenden

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

Vraag 2 Wat vindt u van het feit dat het aantal meldingen van rattenoverlast in Nederland nog nooit zo hoog is geweest?

Overzicht Basistaken GGD Drenthe 2015 e.v.

Regionale ondersteuning van de Infectieziektebestrijding

Een haarscherp beeld? Of een blinde vlek? Weet u welke jongeren. risico lopen?

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie van het op 13 februari 2013 ondertekende convenant;

Subsidiekader RIVM-CIb RIVM Briefrapport R. Hogenbirk

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Algemene toelichting 5 e Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland

aat erkende nterventies Laat erkende interventies voor je werken

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

De impact van denken en doen op chlamydia verspreiding (impact)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Registratieprotocol incidentiemeting Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen (SNIV)

Ons kenmerk SV/AL/06/ Datum 30 maart 2006

REGIONALE ZORGNETWERKEN ANTIBIOTICARESISTENTIE NOORD-HOLLAND & FLEVOLAND

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Toelichting BenW-adviesnota

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

CONVENANT TOT UITVOERING VAN HET BELEID INZAKE OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toekomstscenario's Basisgezondheidszorg VRAGENLIJST INFECTIEZIEKTENBESTRIJDING MEI I99O

Projectplan aanvullende seksualiteits hulpverlening 1 e lijn (ASH 1 e lijn)

TERUGBLIK BIJEENKOMST HET BUITENHUIS

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Nationaal Actieprogramma Diabetes NAD

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

DO NOT COPY. Chronische ziekten. Inhoud. De maatschappelijke opgave. Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid. Preventie in de zorg

Nationaal soa/hiv-plan Bestendigen en versterken

Gezonde School. Conferentie MBO Vitaal voor leren en werken 7 april Anneke Meijer

Arbo- en Milieudeskundige

Aan de raad van de gemeente Almere. Integrale Jeugdgezondheidszorg. Geachte raad,

Transcriptie:

Briefrapport 215031002/2008 M.A.B. van der Sande C. Koornneef A.S. de Boer Naar een versterking van de soa/hivbestrijding vanuit het CIb

Briefrapport 215031002 RIVM/ Centrum Infectieziektebestrijding Naar een versterking van de soa/hivbestrijding vanuit het CIb M.A.B van der Sande C. Koornneef A.S. de Boer

Inhoudsopgave 1. Algemeen...2 2. Landelijk beleid...2 3. Versterking van de bestrijding van soa en hiv...3 3.1 Regiefunctie...3 3.2 Beleidsagendering en -advisering...4 3.3 Programmamanagement...4 3.4 Surveillance en onderzoek...5 3.5 Kwaliteit van de bestrijding...5

Naar een versterking van de soa/hiv-bestrijding vanuit het CIb 1. Algemeen Op basis van de data over 2006 en eerste helft 2007 bleek dat na jaren van stijging in het aantal meldingen en het percentage positieve testen, de trends voor de meeste soa bij hoog-risicogroepen gezien op de soa klinieken zich stabiliseren. Dit is een bemoedigende ontwikkeling en zou kunnen samenhangen met de vele inspanningen gericht op primaire en secundaire preventie van soa in het algemeen en bij specifieke hoog-risicogroepen. Toch blijft het aantal gevonden soa s erg hoog en moet actief gewaakt worden voor toenemen of ontstaan van nieuwe soaepidemieën. Alleen zo kan de huidige trend worden versterkt en kan worden voorkomen dat het aantal nieuwe infecties opnieuw, net als in het begin van deze eeuw, onverwacht uit de hand loopt. Snelle opsporing en effectieve behandeling zijn nodig om deze tendens vast te houden, naast gericht onderzoek van risicofactoren voor transmissie om verdere specifieke interventies te kunnen ontwikkelen. Vanaf 1 januari 2006 is een landelijk dekkend systeem van aanvullende curatieve soazorg gerealiseerd, een systeem dat zich voornamelijk richt op hoog-risicogroepen. Daarnaast is aandacht nodig voor het ondersteunen en effectevaluatie van gedragsveranderingen om zo het risico op het oplopen van soa waaronder hiv te verminderen en verdere transmissie te beperken. De invoering van de regeling rond de aanvullende seksuele hulpverlening met ingang van 1 januari 2008, gericht op jongeren tot 25 jaar, draagt hieraan ook bij. Ieder jaar worden in Nederland rond de 200.000 jongeren voor het eerst seksueel actief. Kern van deze regeling is een goed en positief voorlichtingsaanbod over seksualiteit aan jonge mensen en, bij problemen, een laagdrempelig hulpaanbod. Een effectieve seksuele hulpverlening ondersteunt de curatieve soabestrijding. De rijksoverheid werkt voor de preventie en bestrijding van soa en hiv samen met een groot aantal partijen: niet-gouvernementele organisaties, lokale overheden, onderzoeksorganisaties, laboratoria, koepel- en beroepsorganisaties. Allemaal met hetzelfde doel: het verminderen van de ziektelast van soa s, inclusief hiv, in Nederland. De partijen overkoepelen gezamenlijk alle domeinen. Waar bijvoorbeeld de NGO s grote expertise opgebouwd hebben op het gebied van interventies en veel ervaring hebben in de omgang met risicogroepen is het CIb sterk op het terrein van de surveillance. De regie over de verschillende domeinen kan echter beter. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft daarom aan het twee jaar geleden opgerichte Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd om de regie op de bestrijding, dat wil zeggen preventie en curatie, van soa inclusief hiv op zich te nemen. Met de vraag aan het CIb wil VWS de expertise over signalering, bestrijding en preventie van soa s bundelen om zo de volksgezondheid in Nederland verder te verbeteren. 2. Landelijk beleid De kamerbrief Preventie Seksueel overdraagbare aandoeningen uit 2003 en het Preventieplan soa en hiv in Nederland van december 2004 geven voor een belangrijk deel de kern van het rijksbeleid op het gebied van soa en hiv weer. Naar voren komt dat de NGO s op het terrein van preventie een belangrijke taak vervullen. Zoals eerder genoemd verzorgt het CIb namens het ministerie van VWS sinds 1 januari 2006 de aansturing en regie in de bestrijding van soa en hiv in Nederland. 2

Het ministerie beoogt daarmee de samenhang en coördinatie in de bestrijding te versterken en deze optimaal aan te laten sluiten bij inzichten in het optreden van soa en hiv. Het vervullen van deze regiefunctie sluit aan bij de missie van het CIb en het feit dat het CIb specifiek vanuit het algemeen belang werkt en de intentie heeft het geheel te overzien. Door deze regiefunctie is het CIb ook het aanspreekpunt geworden voor organisaties gericht op soa en hiv-preventie en -bestrijding. Het stimuleren van uitwisseling van informatie over soa en hiv-preventie en het bevorderen van de samenwerking tussen deze organisaties ligt daardoor niet langer meer in handen van het ministerie van VWS. Het Cib heeft het adviesbureau Van Naem & partners gevraagd te adviseren over het invullen van de bovengenoemde regiefunctie op het gebied van soa en hiv 1. Het adviesrapport geeft zicht op dat wat goed loopt, knelpunten, niet-productieve overlap, en lacunes in de bestaande organisatie van de bestrijding van soa en hiv. In april 2007 is het betreffende document toegezonden aan belanghebbende organisaties. 3. Versterking van de bestrijding van soa en hiv 3.1 Regiefunctie Het CIb zal haar regierol invullen door die activiteiten te ondersteunen die effectief zijn in de bestrijding van soa en hiv, door samenhang tussen bestrijdingsactiviteiten te versterken en waar nodig activiteiten gericht op de preventie en bestrijding van soa en hiv bij te sturen. Het moge daarbij duidelijk zijn dat voor het goed kunnen vervullen van haar regierol het CIb de ervaring en expertise van de andere partijen nodig heeft. Vanwege deze regiefunctie zal het CIb, coördinerende taken op het gebied van soa en hiv-preventie en bestrijding op zich nemen. Onder deze coördinerende taken verstaat het CIb: - Beleidsadvisering aan het ministerie van VWS - Participatie namens Nederland in internationale gremia, tenzij het politieke onderwerpen betreft of een vertegenwoordiging van NGO s of groepen uit de bevolking beoogt te zijn - Coördinatie van organisaties actief op het gebied van soa en hiv-preventie en bestrijding - Afstemming met andere regiefuncties als het Centrum voor Gezond Leven (CGL) en het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM Van oudsher worden de preventiecampagnes op het gebied van soa en hiv geleid door GGD en en niet-gouvernementele organisaties, waarvan een aantal rijkssubsidie ontvangt: Soa Aids Nederland, Schorer, Hiv Vereniging Nederland en Mainline. Zij hebben een jarenlange geschiedenis van preventieve activiteiten. De oprichting van het CGL en de samenwerking van landelijke organisaties binnen dit centrum moet ervoor zorgen dat de expertise en kennis van goed werkende interventies wordt gebundeld en gedeeld. Het CIb heeft geen specifieke expertise in de uitvoering van preventieprogramma s en laat dat daarom over aan de eerder genoemde niet-gouvernementele organisaties, en subsidieert ze namens het ministerie van VWS. Door deze subsidierelaties regelt het CIb namens VWS de uitvoering van preventieve activiteiten, zonder ze zelf uit te voeren. Het CIb wordt 1 Ontwikkeling van het Centrum Infectieziektebestrijding op het terrein van soa en hiv. Van Naem & Partners, april 2007. 3

daarmee nationaal en internationaal het Nederlandse aanspreekpunt op het gebied van soa/hiv omdat zij curatie en preventie in haar functie kan verenigen. Ook op het gebied van beleidsadvisering wordt zij de leidende partij. Het CIb wordt de partij die het overzicht bewaart welke adviezen nodig zijn om toekomstig beleid te vormen. De inhoudelijke expertise van gedragswetenschappelijke interventies in de bestrijding van soa en hiv blijft daarentegen decentraal bij de NGO s. Het is daarom ook de bedoeling dat het CIb de coördinatie en onderlinge afstemming van preventieprogramma s in nauwe samenwerking met betrokken organisaties uitvoert. Daar waar expertise is en waar zaken goed gaan zal het CIb streven naar handhaving en intensivering daarvan. Voor het subsidiebeleid gaat het CIb uit van de Kadernota Subsidiebeleid 2. Vanaf 2008 zal het CIb in subsidiejaarplannen eventuele verschuivingen in de subsidieverlening voor preventieve activiteiten aankondigen en beargumenteren. Het CIb zal zich bij het opstellen van wijzigingsvoorstellen laten leiden door overwegingen over effectiviteit (hebben de gesubsidieerde preventieve activiteiten aantoonbaar effect op het voorkomen of verminderen van ziektelast ten gevolge van soa?) en doelmatigheid (zijn de gesubsidieerde activiteiten een efficiënte manier om bepaalde effecten te bereiken?). Zonder tot micromanagement van de gesubsidieerde organisaties over te willen gaan of onoordeelkundig in hun keuken te willen kijken, beoogt het CIb op grond van deze overwegingen te komen tot voorstellen die leiden tot een effectieve en doelmatige besteding van subsidiegelden voor soa- en hiv-preventie. 3.2 Beleidsagendering en -advisering Het selecteren van onderwerpen voor landelijk beleid kan systematischer dan nu. De inbreng van verschillende partijen en verschillende belangengroepen dient in samenhang te worden afgewogen, resulterend in een advies voor een beleidsagenda van VWS. Zonder een dergelijke afweging zouden sommige onderwerpen relatief veel aandacht kunnen krijgen en andere, hoewel eveneens belangrijk, minder. Op basis van inhoudelijke expertise en vanuit haar contacten met de samenwerkingspartners beoogt het CIb afstemming van de verschillende initiatieven te realiseren. Het CIb wil komen tot effectieve overlegvormen met relevante landelijke organisaties en koepels. Daarbij kunnen gezamenlijk onderwerpen besproken worden die geselecteerd zouden kunnen worden voor de politiekbestuurlijke agenda. Andersom zal het CIb landelijke organisaties en koepels op de hoogte houden van politiek-bestuurlijke zaken en veranderingen in het beleid van VWS. 3.3 Programmamanagement Om de inhoudelijke expertise op het gebied van soa en hiv binnen het CIb te versterken en de regiefunctie vorm te geven is bij het CIb per 1 juli 2007 een programmamanagement soa/hiv ingesteld. De inzet is dat hierdoor vanuit inhoudelijke probleemanalyses een betere coördinatie en bundeling van zowel interne als externe expertises plaats kan vinden. Voor een vergelijkbare structuur is gekozen bij het programmamanagement Rijksvaccinatieprogramma (RVP) bij het CIb. 2 M. Esveld, B. Meerburg. Kadernota Subsidiebeleid CIb, mei 2007. 4

In aanvulling op het programmamanagement versterkt het CIb haar klinische en diagnostische expertise door het verbinden van relevante experts door middel van detachering. De kaders waarbinnen deze expertise zal bijdragen aan ondersteuning van de bestrijding zijn beschreven in een aparte notitie. Deze detacheringen zullen naar verwachting begin 2008 operationeel worden. Hierdoor ontstaat een directe mogelijkheid om vanuit verschillende disciplines in te gaan op nieuwe externe signalen, wat de bestrijding ten goede zal komen. Dit zal gebeuren in nauwe samenhang met de CIb interne projectgroep soa/hiv, van waaruit epidemiologische expertise verbonden wordt met operationele en microbiologische expertise. 3.4 Surveillance en onderzoek Voor de landelijke onderzoeksagenda op het gebied van biomedische en gedragswetenschappelijke aspecten van soa en hiv zal het CIb het debat met andere organisaties zoeken om onderzoeksprioriteiten voor de middellange termijn vast te stellen. Doordat ook andere organisaties hun expertise inzetten kan een mogelijke lacune op het gebied van gedragswetenschappen ondervangen worden. Op het gebied van surveillance streeft het CIb er naar om gezamenlijke doelen te formuleren. Zo wordt tegengegaan dat de verzameling en analyse van epidemiologische gegevens versnipperd plaatsvinden. Dat zowel CIb als anderen zich nu deels onafhankelijk van elkaar toeleggen op surveillance en epidemiologisch onderzoek naar soa inclusief hiv, brengt een niet optimaal efficiënte manier van dataanalyse met zich mee. Ten behoeve van de afstemming van surveillance en epidemiologisch onderzoek naar soa en hiv is het van groot belang dat er voor soa inclusief hiv een coördinerend kenniscentrum ontstaat dat de eindverantwoordelijkheid op zich neemt. Het CIb zal in de toekomst de analyse van surveillancegegevens verder versterken, door het uitvoeren van geïntegreerde analyses met data uit de eerste lijn, van de zwangerenscreening, van hiv-behandelcentra en van neonatale registraties. Ook wil het CIb nagaan in hoeverre integratie van de aanvullende seksualiteitshulpverlening met de aanvullende curatieve soazorg een bijdrage levert aan de reductie van soa. Verder zal het CIb haar eigen onderzoeksagenda optimaal aan laten sluiten op de belangrijke problemen op het gebied van soa en hiv. Op dit moment bereidt het Cib een interne strategienota soa/hiv onderzoek 2008-2013 voor. Het is de ambitie van het CIb om niet alleen trends in incidentie en prevalentie van soa te volgen en te duiden, maar ook inzicht te versterken in determinanten van deze trends en in mogelijke gevolgen voor de bestrijding. Het CIb wil haar onderzoek bij voorkeur samen met andere organisaties uitvoeren. Onderzoek gericht op preventie, bijvoorbeeld onderzoek naar manieren om bepaalde hoog-risicogroepen te bereiken, ziet het CIb niet primair als taak voor de eigen organisatie. De expertise op het gebied van de gedragswetenschappen ligt vooral bij de NGO s en universiteiten. Onderzoek naar de mate van effectiviteit en doelmatigheid van preventieve activiteiten kan en wil het CIb in principe wel uitvoeren. 3.5 Kwaliteit van de bestrijding Om de kwaliteit van de zorg in de soa-poliklinieken te waarborgen heeft het CIb een werkgroep ingesteld om een voorstel te doen voor een inhoudelijk geïntegreerd overkoepelend kwaliteitssysteem met indicatoren en visitaties voor de soa-klinieken. 5

Deze werkgroep heeft inmiddels een concept voorstel afgerond, waarna het Cib een definitieve opzet heeft vastgesteld. Een dergelijk kwaliteitssysteem, inclusief een Plenaire Visitatiecommissie, zal naar verwachting in de loop van 2008 operationeel worden. 6

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl