ENGAGE Modeler Handleiding 2015 ENGAGE Software

Vergelijkbare documenten
Installation & Usage Biometric Reader - NL. Biometric Reader - NL. Productie Versie: 7.0. Versienummer Handleiding: 1.0.2

Technical Manual Biometric - Fingerprint Reader

Technical Manual Card Reader - Biometric Fingerprint

Technische Handleiding SKUARIO Printer Driver

Wijzigingen release Herfst 2012

ZOMER 2012 release. 1. Introductie van ENGAGE Publisher. Deze ZOMER 2012 release biedt vier belangrijke aankondigingen:

Beheren van middelen in Web- Planboard

Release Notes Herfst 2013

Aan de slag. Handleiding Voorraadbeheer

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Gevorderd , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: augustus 2012

SQL-Updater. < > TML bvba

Handleiding cliënt Online Samenwerken 2.0

Handleiding Wordpress CMS

Kalenders gebruiken Asta Powerproject

Overview. Beveiligde functies. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Webterminal Operators Manual NL Coupon

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

Overview. Ingekomen facturen registratie. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Handleiding . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding

Installatiehandleiding. Installatiehandleiding voor de ODBC-driver

Aan de slag met AdminView

dp corporate language training manual

LearnOSM. Onderzoek met behulp van veldformulieren. Overzicht van veldformulieren

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

HANDLEIDING Q3600 Webshop

Detailed View. Transportplanning Inkoop. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Overview. Urenregistratie. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder:

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Werken met Queries en Merge Documenten. For more information visit our website at

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Gevorderden , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: December 2013

Werken met Groepsoverzichten & Groepsplannen

6. Reeksen

ADRES 2000 VOOR WINDOWS

Quick Guide VivianCMS

Handleiding Access 2010

Het Wepsysteem. Het Wepsysteem wordt op maat gebouwd, gekoppeld aan de gewenste functionaliteiten en lay-out van de site. Versie september 2010

# seetut_20 $ De Sjabloon Editor Toepassen + seetut:0370 K Sjablonen;Algemeen;Naam Wijzigen Sjabloon;Ontwerp;Sjabloon Editor;Sjabloon Openen

HANDLEIDING Q1400 Horeca Tafelregistratie

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Automating Complex Workflows using Processing Modeler

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial.ctb;tutorial nn.see)}

ABAB-Internetboekhouden. Handleiding uitbreidingsmodule: Aanmaningen

Microsoft Word Kennismaken

Beschrijvings SW gebruikers handleiding (V1.1) Voor Apple Macintosh computers Voor Macintosh Computer

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Visio , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: maart 2012

Handleiding Homeplanner

Elementen bewerken. Rev 00

Gebruikershandleiding GO app 1.8

Startgids 061 Nieuw product aanmaken en wijzigen

Aanpassing btw per 1 oktober 2012 Microsoft Dynamics AX

Snelstart BankingTools. v4

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding GO app 1.8

Dossier/aanvraag/voorziening aanmaken

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

Release notes UNIT4 Multivers Online 8.0

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland

Makkelijk Publiceren

Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine) Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine)

Serviceplannen. Handleiding

7.3 Toewijzen van Resources

HANDLEIDING Q1600 Fashion

Declareren. Stap 1 Openstaande behandelingen

Shipment Centre EU Quick Print Client handleiding [NL]

In dit document wordt uitleg gegeven over de inrichting van formulieren binnen Trajectplanner voor

Handleiding Paint 2003

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Handleiding BCAD

Handleiding TWYSK Risicotool. Online webapplicatie voor het vastleggen en beheren van risico-informatie

Dit is een onderdeel waarin veel functionaliteit is toegevoegd aan de 2010 versie (zie paragraaf 22.6).

Handleiding Visio

Handleiding Plannen Expert

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: mei 2013

Transacties Rubriceren. BankingTools Cashflow v5.1

VITAMINE. VITale AMsterdamse ouderen IN de stad. Tablet Handleiding

Manual . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Manual

De koppeling tussen TRIODOS Internetbankieren en Unit4 Multivers Online

HANDLEIDING scoolplan COACH

Digitale dossiers. Inhoudsopgave:

Afbeeldingen Module 11

Analyse. Teksten op documenten. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Handleiding Wlijn Databeheer Internet

Inhoud. MySite Handleiding 1

Bijlage bij Getting Started Guide International English Edition

Microsoft Word 365. Kennismaken AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

EDUscope Dossier Werken met Journalen

Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen: hoe

Overzichten transacties & afschriften. BankingTools Cashflow v4.2

VERZENDLIJSTEN HANDLEIDING. OTYS Recruiting Technology

Nieuw in deze versie Versie: 2.3

Transcriptie:

ENGAGE Modeler Handleiding Note: To change the product logo for your ow n print manual or PDF, click "Tools > Manual Designer" and modify the print manual template.

Title page 1 Use this page to introduce the product by ENGAGE Software This is "Title Page 1" - you may use this page to introduce your product, show title, author, copyright, company logos, etc. This page intentionally starts on an odd page, so that it is on the right half of an open book from the readers point of view. This is the reason why the previous page was blank (the previous page is the back side of the cover)

ENGAGE Modeler Handleiding All rights reserved. No parts of this work may be reproduced in any form or by any means - graphic, electronic, or mechanical, including photocopying, recording, taping, or information storage and retrieval systems - without the written permission of the publisher. Products that are referred to in this document may be either trademarks and/or registered trademarks of the respective owners. The publisher and the author make no claim to these trademarks. While every precaution has been taken in the preparation of this document, the publisher and the author assume no responsibility for errors or omissions, or for damages resulting from the use of information contained in this document or from the use of programs and source code that may accompany it. In no event shall the publisher and the author be liable for any loss of profit or any other commercial damage caused or alleged to have been caused directly or indirectly by this document. Printed: september 2015 in (whereever you are located) Publisher...enter name... Managing Editor...enter name... Technical Editors...enter name......enter name... Cover Designer...enter name... Team Coordinator...enter name... Production...enter name... Special thanks to: All the people who contributed to this document, to mum and dad and grandpa, to my sisters and brothers and mothers in law, to our secretary Kathrin, to the graphic artist who created this great product logo on the cover page (sorry, don't remember your name at the moment but you did a great work ), to the pizza service down the street (your daily Capricciosas saved our lives), to the copy shop where this document will be duplicated, and and and... Last not least, we want to thank EC Software who wrote this great help tool called HELP & MANUAL which printed this document.

4 ENGAGE Modeler Handleiding Table of Contents Foreword 5 Part I Introductie 7 Part II Basisbegrippen en definities 9 1 Hiërarchie... van begrippen 9 2 Syntaxis... 10 3 Modelleerfasen... 10 Part III Het in kaart brengen van het proces 13 1 Tutorial:... Aan de slag 13 2 Tutorial:... Het decoreren van het procesdiagram 19 3 Tutorial:... Het wijzigen van de lay-out van het proces 26 4 Tutorial:... Gebruik van drag-and-drop 30 5 Tutorial:... Navigatie door dubbelklikken 36 Part IV Het evalueren van een proces 41 1 Tutorial:... Procesevaluatie 41 Part V Het simuleren van een proces 49 1 Tutorial:... Processimulatie 49 Part VI Repository management 53 1 Tutorial:... Het aanmaken van gebruikers 53 2 Tutorial: Het inrichten van een organisatie met verschillende gebruikersrechten... 56 Part VII Gebruik van Tables 68 1 Tutorial:... Tabellen met rollen en documenten aanmaken 68 2 Tutorial:... Centrale tabellen gebruiken 70 3 Tutorial:... Centraliseren van rollen en documenten 74 4 Tutorial:... Gebruiken van eigen tabeltypes 80 Index 0

Foreword Foreword This is just another title page placed between table of contents and topics 5

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part I

Introductie 1 7 Introductie Deze tutorials leren u hoe u met Engage! Modeler efficiënt en succesvol uw bedrijfsprocessen kunt modelleren en analyseren. De tutorials zijn onderverdeeld in de volgende groepen: Het in kaart brengen van een proces Het evalueren van een proces Het simuleren van een proces Repository management Gebruik van ENGAGE Tables Elke tutorial bestaat uit de volgende onderdelen: Doel Duur Voorwaarde Opdracht Uitwerking Samenvatting Voordat u de lessen begint, raden we u aan om eerst de paragraaf Basisbegrippen en definities door te lezen.

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part II

Basisbegrippen en definities 2 9 Basisbegrippen en definities Bedrijfsprocessen zijn complexe zaken die bestaan uit verschillende activiteiten waarbij verschillende hulpmiddelen zijn betrokken en ten dienst staan aan meerdere bedrijfsdoelen. Om deze processen beter te begrijpen, wordt voor de beschrijving ervan door mensen gebruik gemaakt van meerdere modellen. Het hebben van een model van een bedrijfsproces stelt ons in staat om het proces vanuit meerderen invalshoeken te analyseren. Een dergelijke analyse resulteert veelal in een gewijzigd procesmodel dat beter is in bepaalde aspecten ten opzichte van het huidige model. Vervolgens wordt het verbeterde procesmodel geïmplementeerd in de werkelijke situatie. De effectiviteit van deze benadering hangt af van de nauwkeurigheid van het model en hoe de gebruikte bouwstenen de werkelijkheid representeren. Echter, er is altijd een afweging tussen nauwkeurigheid en begrijpbaarheid. Hoe nauwkeuriger het model, hoe complexer het is en hoe moeilijker te begrijpen en te communiceren. Engage! Modeler focust hoofdzakelijk op de begrijpbaarheid van het proces. Kortom, er wordt gebruik gemaakt van eenvoudige modelleerelementen met een goed gedefinieerde betekenis, hiërarchie en syntaxis. Een uitgebreide set aan verschillende eigenschappen maken deze elementen krachtig genoeg om het typische gedrag van bedrijfsprocessen te modelleren. 2.1 Hiërarchie van begrippen De hiërarchie van begrippen die gebruikt worden binnen ENGAGE Modeler kan als volgt worden weergegeven: Repository Project Model Rol Groep Proces Processstap Tabeltype Tabel Tabelelement Het begrip (bedrijfs)proces staat hier centraal. We richten ons namelijk op het modelleren van bedrijfsprocessen. In het algemeen kan worden gesteld dat een proces bestaat uit een aantal processtappen, die kunnen worden onderverdeeld in: activiteiten (taken en vergaderingen waarin het echte werk wordt uitgevoerd) en stuurelementen (die de processtroom bepalen, bijv. keuzes en parallelle processen). Voor de uitvoering van activiteiten zijn hulpmiddelen nodig. ENGAGE Modeler concentreert zich alleen op menselijke hulpbronnen die worden gevormd door groepen van mensen. Alhoewel activiteiten door mensen worden uitgevoerd, is het riskant om een specifiek persoon direct toe te wijzen aan een specifieke activiteit. Het feit dat werknemers worden aangesteld en ontslagen, zou geen directe invloed moeten hebben op het procesmodel. Om die reden is het begrip rol geïntroduceerd. Een rol is een denkbeeldig persoon met bepaalde vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van bepaalde activiteiten. Een activiteit wordt toegewezen aan een bepaalde rol (of rollen); de personen in de groepen die gekoppeld zijn aan deze rol zijn de daadwerkelijke uitvoerders van deze activiteit.

10 ENGAGE Modeler Handleiding Processtappen, rollen en groepen vormen een minimale set van benodigdheden voor het modelleren van een proces. Maar Engage! Modeler is ontworpen voor het modelleren van vele processen. Om het beheren van procesmodellen te vereenvoudigen, zijn de modellen gegroepeerd in bovenliggende categorieën. Processen die dezelfde set van rollen delen zijn gegroepeerd in modellen. Een model kan staan voor een afdeling of een organisatie(onderdeel) met personeel die een aantal bedrijfsprocessen ten uitvoer brengen. Modellen maken op hun beurt weer onderdeel uit van een project. Kortom, een project kan alle processen voor een heel bedrijf bevatten. Projecten worden opgeslagen in een repository. Binnen een repository op afstand kunt u vele projecten aanmaken voor Engage! De objecten die gelijk zijn voor alle projecten zijn opgeslagen in de repository in de vorm van centrale tabellen die bestaan uit elementen. De tabellen zelf zijn gegroepeerd in tabeltypes. Een gebruiker kan een tabel ophalen in zijn model en de elementen hiervan gebruiken in de processen binnen het model. 2.2 Syntaxis In tegenstelling tot andere procestekentools tekent ENGAGE Modeler uw proces rekeninghoudend met strikte tekenregels. Deze regels zijn beschreven in de het document Syntax engine white paper welke beschikbaar is op het klantportaal binnen onze website. Als gevolg hiervan is het procesdiagram altijd qua syntaxis gezien correct. Hierdoor zijn oneindige lussen, open eindes, zwevende procesonderdelen, etc. niet mogelijk in ENGAGE Modeler. U voegt alleen de processtap in en alle benodigde verbindingen worden automatisch getekend. Het invoegen van bepaalde processtaptypes op specifieke plaatsen binnen het procesdiagram kan dan ook niet mogelijk zijn, omdat dit niet wordt toegestaan door de tekenregels binnen ENGAGE Modeler. Ook de lay-out van het procesdiagram is volledig beheerst door het programma. Een nieuwe processtap wordt altijd voor de geselecteerde processtap ingevoegd. Dit, omdat er altijd maar één ingang van een processtap is en dus de plaats van de nieuwe processtap direct duidelijk is. Het invoegen van een nieuwe processtap achter de geselecteerd processtap kan onduidelijk zijn wanneer deze meerdere uitgangen heeft, zoals een keuze. Dit alles kan als belemmerend worden ervaren of van gebrek aan flexibiliteit. Echter, op deze manier kunt uw wel snel leren hoe u een proces in kaart kunt brengen zonder na te denken over de daadwerkelijke tekenprocedure. Deze eigenschap maakt ENGAGE Modeler een uniek stuk gereedschap dat kan worden gebruikt en begrepen door mensen zonder enige vakkundige achtergrond op het gebied van processen. 2.3 Modelleerfasen ENGAGE Modeler ondersteunt drie modelleerfasen: Het in kaart brengen van het proces in deze fase specificeert u de processtappen en hun volgorde en zal de Modeler het procesdiagram tekenen. U kunt ook wat eigenschappen aan de processtappen meegeven en de Modeler uw procesdiagram laten decoreren met nuttige informatie, zoals: rolnamen, condities van procestakken, ingegeven notities, rolwisselingen, etc. U kunt ook wisselen tussen de waardestroomweergave en de zwembaanweergave om uw proces door de verschillende rollen heen te observeren. Het evalueren van het proces indien een proces eenmaal in kaart is gebracht en akkoord is bevonden, kunt u verdergaan met het rekenkundig analyseren ervan. Als u wat invoergegevens meegeeft, zoals: bewerkingstijd voor activiteiten, het uurtarief van rollen of het aantal gevallen dat een bepaalde procestak volgt na een keuze, kunt u het proces evalueren om zodoende een aantal prestatie-indicatoren uit te laten rekenen. De berekeningen worden gedaan op basis van de aanname

Basisbegrippen en definities 11 dat er geen beperkingen zijn in de menscapaciteit, oftewel er zijn altijd voldoende mensen beschikbaar voor de uitvoering van het proces. Ondanks het feit dat de uitkomsten van de berekeningen ruwe schattingen zijn, kunnen ze goed worden gebruikt om twee versies van een procesmodel met elkaar te vergelijken en als grenswaarden voor simulatie. Het simuleren van het proces indien wel met de menscapaciteit rekening dient te worden gehouden dan is simulatie van het procesmodel noodzakelijk. Dit is de plek om groepen van mensen te definiëren en ze te koppelen aan rollen. U dient ook de intensiteit van de inkomende aanvragen te specificeren. U kunt observeren wat het effect is op de prestaties van een proces van een wijziging in het aantal personen in een groep. U kunt ook het programma laten bepalen wat het optimaal aantal mensen per groep is om de gewenste doorlooptijd te behalen.

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part III

Het in kaart brengen van het proces 3 13 Het in kaart brengen van het proces ENGAGE Modeler is ontworpen om bedrijfsprocessen in kaart te brengen vanuit het oogpunt van de proceseigenaar. Dit betekent met name dat de klant van een proces geen onderdeel uitmaakt van het model. Voorbeeld: wanneer het proces voor het verstrekken van een lening door een bank een afspraak tussen de klant en een adviseur bevat dan wordt dit gemodelleerd als een taak van de adviseur in plaats van een vergadering tussen een klant en een adviseur, omdat alleen de tijd en kosten van de adviseur bijdragen aan de totale tijd en kosten van het proces. Een klant kan alleen gezien worden als een trigger om het proces te starten en als bron van invoergegevens, bijvoorbeeld hoe hoog de lening moet zijn. Een vergelijkbaar voorbeeld is wanneer werk wordt uitbesteed aan een andere organisatie, bijv. het afdrukken van een folder door een externe copy shop. Deze activiteit dient te worden weergegeven als een wachtmoment in het proces met een bepaalde duur, namelijk de tijd tussen het aanvragen van het afdrukken tot en met de levering van de folders, omdat deze activiteit geen tijd vergt van de menscapaciteit binnen de eigen organisatie. 3.1 Tutorial: Aan de slag Doel: maken van een eerste proces m.b.v. ENGAGE Modeler. Duur: 15 minuten Voorwaarde(n): geen Opdracht: Breng een eenvoudig leningsproces in kaart dat als volgt loopt: Een klant gaat naar een bankmedewerker en vraagt om een lening. De bankmedewerker controleert de meegebrachte documenten van de klant. Indien een noodzakelijk document ontbreekt, wordt de lening afgewezen. Indien het bedrag van de gevraagde lening niet groter is dan 1.000 euro kan de bankmedewerker deze order zelf afhandelen en opdracht geven tot uitbetalen door de geldbalie. De klant gaat naar de geldbalie en neemt het geld op. Indien het bedrag van de gevraagde lening groter is dan 1.000 euro zal de klant worden doorverwezen naar een senior bankmedewerker. Deze senior bankmedewerker zal opdracht geven tot het overmaken van het bedrag op de rekening van de klant. Het overmaken van het geld wordt de volgende dag gedaan door een back-officemedewerker. Uitwerking: Zoals beschreven in de hiërarchie van begrippen dient een proces te worden aangemaakt in de context van een model dat onderdeel uitmaakt van een project die op zijn beurt onderdeel is van een repository. Wanneer u inlogt in ENGAGE Modeler bent u automatisch in de context van uw online repository. Om te beginnen, dient u dus een nieuw project aan te maken. Klik op Nieuw project in het venster Aan de slag dat verschijnt, nadat u het programma heeft opgestart (of selecteer de optie Nieuw uit het applicatiemenu). Er wordt een wizard opgestart die u begeleidt bij het aanmaken van de juiste omgeving voor uw eerste proces. U typt slechts de naam in van het benodigde element en drukt op Enter (of u drukt op de knop Volgende) om naar de volgende stap te gaan van de wizard. In dit voorbeeld maken we het project Mijn tutorials, het model Bank en het proces Lening aan.

14 ENGAGE Modeler Handleiding Nadat de procesnaam is ingegeven, wordt u door de wizard geholpen om rollen aan te maken. Typ de naam van de rol in en druk op Enter of druk op de knop Toevoegen. We hebben hier vier rollen: de Bankmedewerker (die het eerste klantcontact heeft), de Senior bankmedewerker (die betrokken is bij de grotere leningen), de Baliemedewerker (die de kleinere

Het in kaart brengen van het proces 15 leningen uitbetaalt) en de Back-officemedewerker (die zorgdraagt voor het overmaken van het geld). Het woord medewerker wordt voor de overzichtelijkheid even afgekort tot mdw.. Wanneer alle rollen zijn aangemaakt, drukt u wederom op Enter of drukt u op de knop Gereed. U ziet het resultaat van uw werk in de diverse panelen binnen Modeler, namelijk: het paneel Project bevat nu de boomstructuur met hierin de objecten die u heeft aangemaakt, het procesdiagrampaneel laat een leeg proces zien, genaamd Lening en bestaat vooralsnog uit een start en een stop, het paneel Berichten bevat het bericht dat uw nieuwe project succesvol is aangemaakt binnen de repository. De processen en rollen die u heeft opgegeven in de wizard zitten in een extra niveau genaamd 'Model'. U kunt meerdere modellen aanmaken in een project. Omdat ons model alleen het bankproces bevat kunnen we deze hernoemen naar 'Bank'. Selecteer hiervoor het model in het project venster en kies voor Hernoemen in de groep Acties van tab Start. Voer de naam 'Bank' in en druk op <Enter>. Een circel rond de stop stap in het diagram geeft de geselecteerde stap aan. (De cirkel moet rood zijn, als dit niet het geval is, klik er dan op). Als u nu een van de knoppen in de groep Processtappen in tab Start van het lint selecteert, zal de nieuwe stap voor de geselecteerde stap worden invgevoegd. Druk op Handmatig want de eerst stap in ons proces is een handmatige activiteit om de documenten van de klant te controleren.

16 ENGAGE Modeler Handleiding Een processtap met de naam Handmatig is toegevoegd aan het diagram. Hoogstwaarschijnlijk wilt u deze stap een betere naam geven, bijv. Controleren documenten. Druk op de knop Hernoemen in de groep Acties op het tabblad Start en typ een nieuwe naam in. Dient u elke processtap op deze manier te hernoemen? Gelukkig niet. Druk op de Bestand tab in de linker bovenhoek en vervolgens op de knop Opties om het venster Modeler opties te openen. Wijzig Actie na invoegen van Doe niets naar Hernoemen en druk op Akkoord. U ziet een nieuw bericht in het paneel Berichten verschijnen. Uw gebruikersinstellingen zijn succesvol opgeslagen, wat inhoudt dat ENGAGE Modeler deze instelling onthoudt voor de volgende keer dat u het programma gebruikt.

Het in kaart brengen van het proces 17 U kunt nu verdergaan met het modelleren van uw proces. U kunt de volgende stap in het proces modelleren als een keuze afhankelijk van de documenten die door de klant worden overlegd. Druk op de Stop van het proces en vervolgens op de knop Keuze in de groep Invoegen processtappen op het tabblad Start. Geef de nieuwe processtap een naam, bijv. Documenten akkoord? en druk op Enter (het is een goede gewoonte om een vraag te gebruiken als naam voor een processtap van het type Keuze). Aangezien een keuze een selectie is van minstens twee mogelijkheden heeft deze keuze ook twee uitgangen. Beide zijn stops van het proces, maar ze hebben elk een andere betekenis. Een is de stop wanneer daadwerkelijk een lening is verleend, de andere staat voor het afwijzen van een lening. Om het verschil aan te geven, hernoemt u de onderste stop naar Lening afgewezen. Klik vervolgens op de bovenste stop om verder te gaan met het in kaart brengen. U kunt ook het icoon van de tweede stop wijzigen. Selecteer deze stap en klap de categorie Stop open in de Eigenschappen. Er is een eigenschap met de naam Uitslag in deze categorie. Deze staat standaard op Positief. Wijzig dit in Negatief. Het icoon verandert in een wit kruis. De volgende stap in het proces is de keuze of het een kleine of grote lening betreft. Druk wederom op de knop Keuze en geef het de naam Kleine lening?. Hernoem de bovenste stop naar Kleine lening en de onderste stop naar Grote lening. Klik vervolgens op de stop Kleine lening om verder te gaan met het in kaart brengen van de stappen voor het verlenen van een kleine lening. We hebben nog twee stappen te gaan, namelijk: Verlenen van een kleine lening en Uitbetalen geleend

18 ENGAGE Modeler Handleiding bedrag in het geval van een kleine lening. We kunnen beide stappen modelleren als een processtap van het type Semi-automatisch, omdat beide stappen zowel menselijk handelen vragen alsmede het gebruik van een computersysteem. We hebben ook twee stappen van het type Semi-automatisch voor het verlenen van een grote lening, namelijk: Verlenen van een grote lening en Overmaken geleend bedrag. Echter, er zit een vertraging van een dag tussen deze twee activiteiten. Daarom voegen we een Wachtmoment tussen beide activiteiten. Uiteindelijk zal uw procesdiagram er als volgt uit moeten zien: Nu missen we nog het toewijzen van rollen aan activiteiten. Dubbelklik op de activiteit Controleren documenten. Een Mini-eigenschappenventer verschijnt. Dit venster maakt het mogelijk om de belangrijkste eigenschappen van een processtap op een snelle manier in te vullen of aan te passen. Selecteer de rol Bankmdw. In het uitklapmenu achter Rol en druk op Enter. De geselecteerde rolnaam verschijnt boven de processtap. Herhaal deze stap voor de andere activiteiten. Het eindresultaat zal er als volgt uitzien:

Het in kaart brengen van het proces 19 Samenvatting Deze oefening heeft u het volgende geleerd: Hoe u een project aanmaakt met een model, een proces en enkele rollen, Hoe u processtappen kunt invoegen in een procesdiagram, Hoe u processtappen kune hernoemen. Hoe u de ENGAGE Modeler opties kunt wijzigen, Wat het mini-eigenschappenvenster is en doet, Hoe u rollen kunt toewijzen aan activiteiten Hoe u het type van een stop kunt wijzigen. 3.2 Tutorial: Het decoreren van het procesdiagram Doel: het verrijken van het procesdiagram gemaakt in de tutorial Aan de slag met meer informatie. Duur: 20 minuten. Voorwaarde(n): Het hebben uitgevoerd van de tutorial 'Aan de slag'. Opdracht: Laat meer informatie zien in het diagram van een simpel leningsproces gebruikmakend van de eigenschappen van een processtap en de tonen/verbergen opties. De volgende informatie dient te verschijnen: Condities voor de procestakken die volgen na een keuze, Benodigde invoer en ontstane uitvoer, Gekoppelde documenten, Meegegeven omschrijvingen, Notities, Risicopunten, Uitwerking: Naast de naam heeft elke processtap een variëteit aan andere eigenschappen. De meeste kunnen

20 ENGAGE Modeler Handleiding grafisch getoond worden in het procesdiagram. U kunt waardes toekennen aan deze eigenschappen via het paneel Eigenschappen of door gebruik te maken van het Mini-eigenschappenvenster dat op te roepen is door het dubbelklikken op een processtap. Condities Een van de meest handige informatie van een procediagram is de actuele condities volgens welke een bepaalde procestak vanuit een keuze wordt gevolgd. Voordat we deze condities specificeren, is het handig om het diagram te vereenvoudigen. We kunnen twee opeenvolgende keuzes bestaande uit elk twee procestakken vervangen door een keuze met drie uitgaande procestakken. Klik op de keuze Kleine lening? en vervolgens op het kleine driehoekje bij de knop Keuze in de groep Invoegen processtappen op het tabblad Start. Selecteer Tak toevoegen. De derde tak verschijnt voor deze keuze. Hernoem deze nieuwe stop naar Lening afgewezen. De eerste keuze in het proces is hiermee overbodig geworden. Om deze keuze te verwijderen, dient u deze te selecteren en vervolgens op de knop Verwijderen te klikken in de groep Acties op het tabblad Start. Dubbelklik nu op de keuze Kleine lening?. Het Mini-eigenschappenvenster voor een processtap van het type keuze verschijnt.

Het in kaart brengen van het proces 21 Hier kunt u de condities voor alle drie de procestakken van deze keuze specificeren. Typ respectievelijk lening <= 1000, lening > 1000, en Documenten incorrect in de velden Conditie. U kunt ook de keuze zelf hernoemen in bijv. Soort lening?. Druk op Enter en u zult de ingegeven condities in het procesdiagram zien. Invoer/uitvoer Wat we nu nog missen in het procesdiagram is de informatie omtrent welke gegevens nodig zijn bij welke activiteiten. Gegevens kunnen worden verschaft op papier (in de vorm van bijv. een document, zoals een identiteitskaart) of elektronisch (bijv. een referentie naar een bepaald record uit een database). Sommige gegevens zijn noodzakelijk als invoer om de activiteit te kunnen uitvoeren; sommige gegevens worden geproduceerd tijdens de activiteit en vormen dus een uitvoer van de activiteit. Engage! Modeler stelt u in staat om dit te specificeren in het proces. Select de processtap Controleren documenten in het proces. U ziet diverse eigenschappen van deze stap in het paneel Eigenschappen. Klap de categorie Taak open (als dit nog niet het geval is). Nu zijn we geïnteresseerd in de Invoer en Uitvoer eigenschappen. Druk op de kleine knop met puntjes in de Input eigenschap. Het volgende dialoog verschijnt:

22 ENGAGE Modeler Handleiding Nu kunt u een aantal regels opgeven van de invoer voor de geselecteerde activiteit. U kunt ook het type van de invoer hier opgeven. Voer een naam in van de invoerdata, bijvoorbeid identiteitskaart en kies het type, bijvoorbeeld Document. Druk op de knop Toevoegen nieuwe invoer om een nieuw element aan de lijst toe te voegen, bijvoorbeeld Loonstrookje van type Document. Druk nogmaals op de Toevoegen nieuwe invoer knop om het derde element toe te voegen, bijvoorbeeld 'Bedrag lening' van type Toetsenbord (u kunt op het rode kruisje naast het invoerelement klikken om dit element weer te verwijderen). Druk op Akkoord om het opgeven van invoerelementen te beëindigen. Selecteer nu de stap Verlenen van een kleine lening en klik op de kleine knop met puntjes in de Uitvoer eigenschap. Een soortgelijk dialoogvenster verschijnt nu. Typ Opdracht contante betaling en kies voor type Database. U kunt hetzelfde element Opdracht contante betaling als invoerdata voor de stap Uitbetalen geleend bedrag toevoegen. Op een soortgelijke manier kan Opdracht overboeking worden opgegeven als uitvoer van de stap Verlenen van een grote lening en als invoer van stap Overmaken geleend bedrag. Aangezien zowel de contante opdracht als de overboeking een record moeten aanmaken in de database kunt u de desbetreffende uitvoerelementen van type Database daar toevoegen. U kunt besluiten welke eigenschappen zichtbaar moeten worden in het procesdiagram. Sommige zijn standaard zichtbaar zoals rolnamen of keuzecondities. Andere zijn in het begin verborgen, invoer/uitvoer is er daar een van. Om eigenschappen te tonen of te verbergen in het procesdiagram gaat u naar de Tonen/verbergen groep van tabblad Layout. Hier vindt u een aantal vakjes om aan te vinken. Vink hier het vakje Invoer/Uitvoer aan. Nu zal het diagram verticaal uitklappen om de invoer- en uitvoerelementen te tonen.

Het in kaart brengen van het proces 23 De invoerelementen worden getoond boven een activiteit, de uitvoerelementen eronder. Om het diagram goed leesbaar te houden worden er maximaal twee elementen getoond aan elke kant van een activiteit. Dat is de reden dat nu alleen identiteitskaart en loonstrookje boven de Controleren documenten activiteit worden getoond. Klik op het kleine vergrootglas om een invoerdialoog te openen die u alle invoerelementen zal tonen. Documenten Een proces wordt uitgevoerd volgens bepaalde instructies met inachtname van specifieke regels. Dus is het soms belangrijk om dit soort documenten met werkinstructies of uitgangspunten aan een processtap te koppelen. Zo kan de Controleren documenten stap bijvoorbeeld officiële documenten nodig hebben met de specificatie van de lijst van documenten die nodig zijn van de aanvrager. Druk op de stap Controleren documenten en dan op de kleine knop met puntjes in de Document eigenschap in het paneel Eigenschappen. Voer hier de URL in van het juiste document, bijvoorbeeld https://www.abnamro. nl/nl/prive/lenen/privelimiet_plus/f_aanvragen3.html?s_tnt=20529:11:0. U kunt het opgegeven document bekijken in tabblad Document van het paneel Eigenschappen.

24 ENGAGE Modeler Handleiding Vind het hokje Omschrijvingsindicatoren aan in de groep Tonen/verbergen van tabblad Layout. Als er een omschrijving is opgegeven bij een bepaalde processtap zult u een klein documentje zien naast het processtapicoon. Omschrijving Als een document niet noodzakelijk is kunt u er nog steeds voor kiezen om een korte beschrijving op te geven voor een processtap. Selecteer de stap 'Controleren documenten' en kies voor tabblad Omschrijving van het Eigenschappen paneel. U kunt hier elke gewenste tekst invoeren. Kies voor Alle opties in groep Tonen/verberden van tab Layout. Vink hier de omschrijvingsindicatoren aan. Als een stap een omschrijving bevat zal er een klein documentje worden getoond bij het icoon. Notities Dubbelklik op de stap Wachtmoment en typ We moeten het korter maken! in het invoerveld Notitie. Druk op Enter. Een soort gele sticker verschijnt bovenop de processstap wachtmoment in het procesdiagram.

Het in kaart brengen van het proces 25 Dit is bedoeld als herinnering voor de procesontwerper voor iets dat moet worden opgelost voor het procesontwerp is voltooid. Risicopunt Het verlenen van een grote lening is een risicovolle operatie. Klik op de processtap Verlenen van een grote lening en vink het hokje Risicopunt aan in het paneel Eigenschappen. Een waarschuwingssymbool verschijnt naast het processtapicoon. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: een tak toe te voegen aan een keuze een processtap te verwijderen condities toe te kennen aan takken van een keuze gebruik van invoer/uitvoerdata op te geven stapeigenschappen te tonen of te verbergen in het procesdiagram documenten te koppelen omschrijvingen op te geven notities toe te voegen een risicopunt te markeren

26 3.3 ENGAGE Modeler Handleiding Tutorial: Het wijzigen van de lay-out van het proces Doel: te leren hoe de layout van een proces kan worden gewijzigd. Duur: 10 minuten Voorwaarde(n): Het hebben uitgevoerd van de tutorial Aan de slag. Voor de tijdslijn- en kostengroeilayout is ook kennis van tutorial Procesevaluatie vereist. Opdracht: Toon het leningsproces in een zwembaan-, tijdslijn- en kostengroeiweergave. Uitwerking: Zwembaan Klik op de knop Zwembaan in de groep Weergave van tabblad Layout. Het volgende diagram wordt getoond: Dit diagram geeft hetzelfde proces weer als hiervoor maar nu zijn de processtappen in banen geplaatst die overeenkomen met de rollen. U kunt direct zien welke activiteiten zijn toegekend aan welke rol. De volgorde van de rollen was willekeurig gekozen door de applicatie, maar u kunt deze aanpassen. Klik op de rol Back-officemdw. aan de linkerkant van het diagram en sleep deze bovenop rolnaam Baliemdw. Twee zwarte horizontale lijnen zullen verschijnen tijdens het slepen.

Het in kaart brengen van het proces 27 De versleepte baan zal worden geplaatst boven de baan waarop het was losgelaten. Verticale weergave De standaardrichting bij het tekenen van een proces is van links naar rechts. Dit is omdat de meeste computerschermen breder zijn dan dat ze hoog zijn. Sommige mensen zijn echter gewend aan de weergave van procesdiagrammen van boven naar beneden. ENGAGE Modeler ondersteunt beide richtingen. Klik op de knop Roteer procesin de groep Layout van tab layout. Het diagram zal nu verticaal weergegeven worden:

28 ENGAGE Modeler Handleiding Tijdslijnweergave De tijdslijnweergave toont u hoe de uitvoering van het proces zich ontwikkeld in tijd. De processstappen zijn getekend in een algemene tijdsschaal en de positie van een bepaalde stap geeft het moment aan waarop het proces deze stap voor het eerst bereikt. De tekening is gebaseerd op de prestatie-indicator genaamd Gem. Tijd tot eerste bezoek. Deze is berekend voor elke processtap en is gelijk aan de gemiddelde totale doorlooptijd tot de eerste uitvoering van deze stap.

Het in kaart brengen van het proces 29 Klik op de knop Evalueer proces in de groep Evaluatie van tabblad Analyse en daarna op de knop Tijdslijn in de groep Weergave van tabblad Layout en kies vervolgens de menuoptie Tijdslijn. Er is een lineaal toegevoegd boven het procesdiagram. De maximumwaarde van de lineaal is de doorlooptijd van het hele proces. De bijdrage van een processtap aan de totale doorlooptijd is hier weergegeven door de lengte van de uitgaande pijl. Het is eenvoudig om nu te zien dat de meest tijdrovende processtap de stap Wachtmoment is. Kostengroeiweergave De kostengroeiweergave toont u hoe de proceskosten zich ontwikkelen tijdens de uitvoering. De processtappen worden getekend in een algemene kostenschaal en de positie van een bepaalde stap geeft de kosten aan van het proces tot aan deze stap. De tekening is gebaseerd op de prestatieindicator genaamd Kosten tot eerste bezoek. Deze is berekend voor elke processtap en is gelijk aan de gemiddelde totale kosten tot de stap voor het eerst wordt uitgevoerd. Klik op de knop Evalueer proces in de groep Evaluatie van tabblad Analyse en daarna op de knop Tijdslijn in de groep Weergave van tabblad Layout en kies vervolgens de menuoptie Kostengroei.

30 ENGAGE Modeler Handleiding Er is een lineaal toegevoegd boven het procesdiagram. De maximumwaarde van de lineaal zijn de kosten van het hele proces. De bijdrage van een processtap aan de totale kosten is hier weergegeven door de lengte van de uitgaande pijl. Het is eenvoudig om nu te zien dat de duurste processtap de stap Verlenen van een grote lening is. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: Tussen de verschillende weergaven van het proces te wisselen. De volgorde van de zwembanen te herschikken in de zwembaanweergave. Hoe te wisselen tussen horizontale en verticale weergave. De tijdslijn- en kostengroeiweergave te begrijpen. 3.4 Tutorial: Gebruik van drag-and-drop Doel: te leren hoe er gebruik gemaakt kan worden van drag-and-drop voor effectieve procesmodellering. Duur: 10 minuten Voorwaarde(n): Het hebben uitgevoerd van de tutorial Aan de slag. Opdracht: Maak een proces met een aantal keuzes, verbonden en niet verbonden parallelle stappen en experimenteer met de drag-and-drop functionaliteit. Uitwerking: Het startproces

Het in kaart brengen van het proces 31 Maak een nieuw proces aan met de naam Drag and Drop. Voeg een keuze, wachtmoment, aftakking, splitsing en semi-automatische stappen in. Voeg een derde tak toe aan de keuze, aftakking en splitsing. Voeg een handmatige activiteit in in de tweede keuzetak en een automatische stap in de derde tak. Het proces ziet er nu als volgt uit: We nemen dit als uitgangspunt voor alle drag-and-drop operaties hieronder. U kunt altijd kiezen voor Ongedaan maken om terug te gaan naar dit uitgangspunt. Een stap of subboom verplaatsen Sleep de Semi stap naar stap Handmatig. De activiteit Semi is nu voor de activiteit Handmatig gezet. Sleep de activiteit Semi nu terug naar de bovenste stop.

32 ENGAGE Modeler Handleiding De activiteit Semi gaat niet terug naar zijn startpositie. In plaats daarvan verschijnt de vraag: Wilt u de gehele subboom verplaatsen? Dit is omdat ENGAGE Modeler u twee mogelijke methoden biedt om stappen te verplaatsen. U kunt een specifieke stap voor een andere stap plaatsen, of u kunt een volledige subboom (beginnend met de gesleepte stap) op een stop plaatsen. Een subboom bestaat uit een stap en alles wat volgt. In ons geval bestaat de subboom uit Semi, Handmatig en de stopstap. Als u Ja antwoord op de vraag dan worden deze stappen verplaatst naar de bovenste stop. Als u Nee antwoordt wordt alleen de stap Semi verplaatst. Niet alle stappen kunnen op deze manier worden verplaatst. Probeer de start van een van de subprocessen te verplaatsen in de takken van de splitsing. Dit is niet mogelijk omdat deze stappen niet van plek kunen veranderen. Er zijn ook stappen die verplaatst kunnen worden maar het resultaat hiervan is anders dan hierboven beschreven. Deze uitzonderingen worden hieronder besproken. Een tak verplaatsen Kies stap Automatisch en houd de muisknop ongeveer 3 seconden ingedrukt. Alledrie de stappen die het begin vormen van een keuzetak (dus Wachtmoment, Handmatig en Automatisch) krijgen een grijze achtergrond. Dit is het teken dat de drag-and-drop functionaliteit zich nu anders zal gedragen. Sleep de

Het in kaart brengen van het proces 33 stap Automatisch naar stap Wachtmoment. Feitelijk zijn nu de stappen Handmatig en Automatisch de enige stappen die u op Wachtmoment kunt slepen. Het resultaat is dat de gesleepte tak is verplaatst boven de bestemmingstak, dus het wordt nu de eerste tak. De bestemmingstak is nu de tweede tak en de tweede tak wordt de laatste tak. Druk ongeveer 3 seconden met de muisknop op de stap Automatisch en sleep deze naar Handmatig. Het resultaat is dat de tak Automatisch de tweede tak wordt en de tak Wachtmoment weer de eerste. Dit is omdat de versleepte tak altijd voor de bestemming wordt geplaatst. Hoe kunt u dan terugkeren naar de startsituatie? Door nogmaals te verslepen. Sleep de laatste tak Handmatig naar de tak Automatisch om deze twee te verwisselen. Een ga-naar maken Sleep de stopstap van de laatste tak van Keuze bovenop de stap Semi. Net als de startstap kan een stopstap niet worden verplaatst. Dus drag-and-drop heeft hier een ander resultaat. Een ga-naar stap vervangt de stopstap en er wordt een extra lijn getekent tussen deze stap en de bestemming. De naar van de ga-naar stap geeft de naam aan van de bestemming. Op deze manier kunnen we modelleren dan na het uitvoeren van de activiteit Automatisch het proces verdergaat met het uitvoeren van Semi.

34 ENGAGE Modeler Handleiding Wijzigen van het taktype van een aftakking Sleep stap Nieuw subproces 3 van de laatste tak van de Aftakking bovenop de aftakking zelf. Parallelle subprocessen kunnen niet verplaatst worden buiten de Aftakking-Aansluiting. Dus het resultaat hier is anders. Een aftakking kan twee soorten takken hebben: verbonden en niet-verbonden. Door het subproces van een verbonden tak te verslepen naar de aftakking wijzigen we het type van deze tak van verbonden naar niet-verbonden (dit kan niet voor de eerste twee takken als de aftakking maar twee takken heeft). Sleep de nieuwe stap Put nu naar de stap Aansluiting.

Het in kaart brengen van het proces 35 De niet-verbonden tak verandert weer in een verbonden tak. Veranderen van Aftakking in een Splitsing Laten we aannemen dat na de stap Semi er een Vergadering is die het proces beeindigd. Laten we verder aannemen dat de tak met Nieuw subproces 4 van de Splitsing beeindigd moet worden door dezelfde vergadering. Dus, in plaats van de splitsing hebben we nu een Aftakking-Aansluiting nodig waar de Semi en Nieuw Subproces 4 verbonden takken zijn gevolgd door deze Vergadering. Het proces opnieuw opbouwen volgens deze wens kost wat tijd, maar er is een snellere manier. Sleep de stap Put van de tweede tak van de Splitsing naar de extra Vergatering. Het resultaat is dat Semi in een uitgeklapt subproces is geplaatst, de Aftakking is veranderd in een Splitsing (hoewel deze nog steeds de naam Aftakking heeft) en de stap Aansluiting is ingevoegd voor de Vergadering. Merk op dat de laatste tak van de splitsing ongewijzigd is gebleven en nog steeds een niet-verbonden tak is. Er is geen snelle manier om een dergelijke aftakking terug te veranderen in een splitsing (behalve dat u kunt kiezen voor Ongedaan maken).

36 ENGAGE Modeler Handleiding Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: een stap of subboom te verplaatsen takken te herschikken ga-naar stappen te maken het taktype van een aftakking te veranderen een aftakking in een splitsing te veranderen 3.5 Tutorial: Navigatie door dubbelklikken Doel: te leren hoe u kunt navigeren door de diagrammen op verschillende niveaus met gebruikv an dubbelklik. Duur: 10 minuten Voorwaarde(n): Het hebben uitgevoerd van de tutorial Aan de slag. Opdracht: Maak een proces met geneste subprocessen, een proceskoppeling en een aantal ga-naars naar verschillende procesniveaus. Navigeer door diagrammen op verschillende niveaus met gebruik van dubbelklik. Uitwerking: Het proces met meerdere niveaus Maak een niet proces Navigatie. Voeg een keuze, een suproces en een proceskoppeling in. Klik op de kleine plus voor het subproces om deze uit te vouwen. Voeg een Semi-automatische taak toe en een subproces binnen het uitgeklapte subproces. Sleep de stop van de onderste keuzetak naar de Semiautomatische taak. Voeg een nieuwe tak toe aan de keuze. Sleep de nieuwe stop naar de proceskoppeling. Het uiteindelijke proces zou er als volgt uit moeten zien.

Het in kaart brengen van het proces 37 Klik nu op het kleine minteken bovenop het uitgeklapte subproces. Vink ook de verbindingen uit in groep Tonen/Verbergen van de groep Layout. Navigatie naar de ga-naar bestemming Selecteer de onderste ga-naar stap. Omdat de verbindingen niet getoond worden is het niet direct duidelijk wat de bestemming van deze ga-naar is. Dit kan wel worden afgeleid uit de naam van de step 'Ga naar 4. Proceskoppeling'. We weten nu dat de bestemming stapnummer 4 is. Gelukkig worden de nummers getoond op het diagram, maar ook dit kan worden uitgezet. De naam verandert dan in 'Ga naar Proceskoppeling'. Dit is niet voldoende omdat er meerdere stappen kunnen zijn met deze naam. De eenvoudigste manier om de bestemming van een ga-naar te vinden is om er op te dubbelklikken. De focus gaat nu automatisch naar de bestemmingsstap. Dubbelklik nu op de stap Ga-naar Semi. De bestemming van deze stap is niet in het huidige diagram. Dus het diagram van 'Nieuw Subproces'wordt automatisch geopend en de focus wordt geplaatst op de stap Semi.

38 ENGAGE Modeler Handleiding Navigatie omhoog en omlaag Dubbelklik op de stap Nieuw subprocess. Het diagram van dit subproces is geopend en de focus is op de startstap. Dubbelklik op de stap Nieuw Subproces 2 in diagram Nieuw Subproces. Het diagram wordt weer geopend met de focus op de startstap. Dubbelklik nu op de uitgang van Nieuw Subproces 2. De focus gaat terug naar de stap Nieuw Subproces 2 in diagram Nieuw Subproces. Dubbelklik nu op de uitgang van Nieuw Subproces en de focus gaat weer terug naar de stap Nieuw Subproces in diagram Navigatie. Dus door te dubbelklikken op subprocessen of uitgangen kunt u omlaag en omhoog navigeren in de processtructuur. Probeer te dubbelklikken op de stopstap in het hoogste diagram. Er is geen weg omhoog vanuit dit diagram, dus in plaats daarvan wordt het Mini-eigenschappenvenster geopend voor deze stop. Feitelijk opent dubbelklikken op elke stap het Mini-eigenschappenvenster behalve als dit een stap is om te navigeren tussen diagrammen.

Het in kaart brengen van het proces 39 Navigatie naar een proceskoppeling Dubbelklik op de stap Proceskoppeling. Het Mini-eigenschappenvenster wordt geopend. U kunt nergens naartoe navigeren vanaf deze stap omdat het gekoppelde proces nog niet is opgegeven. Kies voor model Bank en voor proces Lening en druk op <Enter>. Merk op dat de naam van de stap automatisch is gewijzigd naar Bank.Lening. Dubbelklik nu nogmaals op deze stap. Het diagram van proces Lening wordt geopend. Er is niets om te dubbelklikken in het proces Lening om terug te gaan naar proces Navigatie. Dit is omdat het proces Lening gekoppeld kan zijn door veel andere processen en de weg terug dus niet duidelijk is. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: te navigeren naar de bestemming van een ga-naar stap door de processtructuur te navigeren te navigeren naar proceskoppelingen

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part IV

Het evalueren van een proces 4 41 Het evalueren van een proces Evaluatie van een proces is de rekenkundige analyse uitgevoerd onder de aanname dat er geen beperkingen zijn in menselijke hulpbronnen. Oftewel, er is altijd een persoon beschikbaar om een bepaalde processtap uit te voeren. Er zijn geen wachtrijen in deze ideale omstandigheden want er is geen noodzaak om op menselijke hulpbronnen te wachten. De enige tijd die telt is de bewerkingstijd van activiteiten en de wachttijd van wachtmomenten. De resultaten van de evaluatie kunnen worden gezien als de minimale grenswaarden voor de werkelijke waarden van de prestatie-indicatoren. De principes van de Engage! Procesevaluatie worden verder toegelicht in een white paper Evaluation white paper. Deze is beschikbaar op ons klantportaal. 4.1 Tutorial: Procesevaluatie Doel: te leren om een proces te evalueren, om de basis prestatie-indicatoren te berekenen en hoe de resultaten te onderzoeken. Duur: 10 minuten Voorwaarde(n): Het hebben uitgevoerd van de tutorial Aan de slag. Opdracht: Voer de volgende invoerindicatoren in: Uurtarief voor rollen; gebruik de volgende waarden Rolnaam Uurtarief Bankmdw. 60 Senior bankmdw. 120 Baliemdw. 90 Back-officemdw. 90 Gemiddelde bewerkingstijd voor activiteiten; gebruik de volgende waarden Activiteitnaam Gemiddelde bewerkingstijd (min) Controleren documenten 10 Verlenen van een kleine lening 15 Verlenen van een grote lening 30 Uitbetalen geleend bedrag 5 Overmaken geleend bedrag 5 Gem. Wachttijd (voorzien) van het wachtmoment; 480 minuten Frequenties voor de takken van de keuze met de aanname dat 10% van de verzoeken wordt afgewezen, 60% eindigt in een kleine lening en 30% eindigt als grote lening. Evalueer het leenproces en onderzoek de verkregen prestatie-indicatoren, zoals: gemiddelde bewerkingstijd, gemiddelde doorlooptijd of totale kosten. Uitwerking: Uurtarief Uurtarief is een eigenschap van een rol. Klik op de rol Bankmdw. in het paneel Project en geef waarde 60 op in de Uurtarief eigenschap in het paneel Eigenschappen.

42 ENGAGE Modeler Handleiding Doe hetzelfde voor de andere rollen. U kunt ook op een rol dubbelklikken en alle waarden invullen in de Rollentabel die verschijnt. Bewerkingstijd De andere invoerindicatoren kunnen ook worden ingevoerd via het paneel Eigenschappen maar, omdat ze behoren tot de basisindicatoren van de processtappen, zijn ze ook beschikbaar via het Minieigenschappenvenster. Dubbelklik op de activiteit Controleren documenten en typ 10 in het veld Gem. bewerkingstijd. Alle tijdwaarden worden verondersteld in minuten te zijn.

Het evalueren van een proces 43 Doe hetzelfde voor alle andere activiteiten. U kunt ook op de knop Invoertabel drukken in de groep Proces van tabblad Start en in de tabel kiezen voor tab Invoerindicatoren. Hier kunt u zowel de bewerkingstijd als de wachttijd (voorzien) invoeren voor alle activiteiten. Wachttijd (voorzien) Dubbelklik op de stap Wachtmoment en geef 480 in als Gem. Wachttijd (voorzien). Waarom 480? We hebben gezegd dat er een dag pauze is tussen het verlenen van een grote lening en het overmaken naar de rekening van de klant. Een dag is 24 uur = 1440 minuten. Dit is de echte duur van dit wachtmoment. Maar als we deze bekijken vanuit het oogpunt van het proces is het anders. Een proces wordt uitgevoerd tijdens kantoortijden van een bank. Als de bank dicht is, is het proces bevroren. Een activiteit die 5 minuten voor sluitingstijd was gestart en pas de volgende dag verdergaat voor 5 minuten is nog steeds een activiteit die 10 minuten kost en in feite 10 minuten van de werktijd van de medewerker heeft gehad. Als we de tijd voor een activiteit op deze manier tellen dan moeten we ook de wachttijd op deze manier tellen. Dus de wachttijd duurt een werkdag en we nemen hier aan dat deze 8 uur duurt = 480 minuten. Frequenties Dubbelklik de keuze Kleine lening?. De standaard frequenties voor de takken in de Freq. invoervelden van het Mini-eigenschappenvenster zijn 50 50 50. Dit betekent voor een Engage! Evaluatie dat, gemiddeld, voor elke 150 pogingen om een lening te krijgen 50 hiervan een kleine lening zijn, 50 grote leningen xijn en 50 worden geweigerd. Wijzig deze waarden in 60, 30 en 10, om de vereiste 60%, 30% en 10% waarschijnlijkheden aan te geven.

44 ENGAGE Modeler Handleiding Procesevaluatie U bent nu klaar om het leenproces te evalueren. Klik op de startstap van het proces en dan op de knop Evalueer proces in de groep Evaluatie van tabblad Analyse. U zult een grote wijziging van de panelen op het scherm van ENGAGE Modeler opmerken. Dit is omdat Modeler automatisch wisselt naar de Evaluatie werkmodus om u te helpen de resultaten van de evaluatie te analyseren. De focus is nu op de startstap van het proces. Het paneel Eigenschappen toont nu automatisch de eigenschappen van het proces; de resultaten van de evaluatie zijn gegroepeerd in de categorie Resultaatgegevens. U kunt zien dat de gemiddelde kosten voor het uitvoeren van een leningaanvraag 43,75 is (inclusief afgewezen aanvragen). De gemiddelde doorlooptijd, dus de tijd om een verzoek te verwerken van begin tot einde, is 176,5 minuten, terwijl de gemiddelde bewerkingstijd, dus de tijd die is besteed aan een gemiddeld verzoek, maar 32,5 minuten is. Het paneel Berichten toont twee berichten: Evaluatie wordt gestart en Evaluatie is beëindigd. Dit geeft aan dat de evaluatie was uitgevoerd zonder verdere waarschuwingen of foutmeldingen. Merk ook op dat er een paneel Tonen indicatoren is geopend bovenop de Helicopterview. Dit paneel

Het evalueren van een proces 45 kan worden gebruikt om indicatoren te tonen op het diagram.. De indicator die is geselecteerd in de eerste kolom in het paneel Tonen indicatoren is getekend in het procesdiagram in een kleine tabel onder de processtap. De indicator in de tweede kolom wordt getekend in de vorm van horizontale balken boven de processtappen. Vind de indicator Relatieve doorvoer aan. De lengte van een balk is proportioneel aan de waarde van de balk. De kleur van een balk hangt af van zijn lengte en, in dit geval, wordt rood gebruikt voor hoge waarden, groen voor lage waarden en geel voor tussenliggende waarden. Als u nogal overweldigd bent door de hoeveelheid informatie op het scherm en u wilt terugkeren naar het ontwerpen van het proces, klik dan eenvoudig op de knop Modellering in de groep Werkmodus van het tabblad Layout. De volgende keer dat u kiest voor Evalueer proces zal ENGAGE Modeler weer naar de werkmodus evaluatie springen. U kunt zelf naar de werkmodus evaluatie gaan door op de knop Evaluatie te klikken in de groep Werkmodus van het tabblad Layout. Analyse van de resultaten Klik op de stop Lening afgewezen. Nu ziet u in paneel Eigenschappen de resultaatgegevens die zijn berekend voor alle leningaanvragen die zijn geëindigd in deze stop, dus die zijn afgewezen. Bijvoorbeeld, de kosten van afgewezen leningen zijn gelijk aan 10. Engage! Modeler heeft de volledige set van prestatie-indicaturen voor u berekend. De indicatoren die invoer vereisen dat niet is opgegeven, zijn berekend gebaseerd op de standaard waarden. De betrouwbaarheid is bijvoorbeeld standaard 100%, dus de totale betrouwbaarheid van het hele proces is ook 100%. De vaste kosten zijn standaard 0, dus de vaste kosten voor het hele proces zijn ook 0. De standaard evaluatie werkmodus toont u maar een paar van de beschikbare prestatie-indicatoren. Klik op een kleine pijl rechtsonder in de groep Gebruikte indicatoren op het tabblad Analyse. U ziet nu alle indicatoren die verwerkt worden door ENGAGE Modeler in de dialoog die verschijnt.

46 ENGAGE Modeler Handleiding De indicatoren zijn gegroepeerd in drie categorieen: invoer/uitvoer, uitvoer en simulatie uitvoer. De eerste twee categorieen worden berekend tijdens procesevaluatie als proces- of processtapprestatieindicatoren. De waarden van de invoer-uitvoer indicatoren moeten door u worden ingegeven voor de processtappen. De indicatoren in de laatste categorie worden alleen berekend tijden processimulatie (zie Tutorial Processimulatie). De waarden van de invoer/uitvoer indicatoren dienen door u ingevoerd te worden voor de processtappen. Degene die invoerindicatoren vereisen die niet zijn ingegeven worden berekend op basis van de standaardwaarden. Bijvoorbeeld de Betrouwbaarheid is standaard 100%, dus de betrouwbaarheid van het volledige proces is ook 100%. De vaste kosten zijn standaard 0 dus de vaste kosten voor het hele proces zijn ook 0. Kies de vereiste indicatoren en kies Akkoord. De gekozen indicatoren verschijnen zowel als eigenschappen van de relevante processtappen en als hokjes in het paneel Tonen indicatoren. U kunt de waarden bekijken in het paneel Eigenschappen en/of deze visualiseren in het procesdiagram. Let op de indicatoren Gem. Tijd tot eerste bezoek en Kosten tot eerste bezoek. Deze worden gebruikt om het proces te tekenen in tijdslijnweergave of kostengroeiweergave (zie Tutorial: Het wijzigen van de layout van het proces). Pad evaluatie Selecteer de stop Kleine lening en klik op de knop Evalueer pad in de groep Evaluatie van tabblad Analyse. Nu worden alleen de processtappen betrokken bij de evaluatie die behoren tot het pad tussen de start van het proces en de geselecteerde stop van het proces.

Het evalueren van een proces Klik op de start van het proces. U kunt zien dat de relatieve doorvoer die standaard op het procesdiagram wordt getoond alleen positief is voor de stappen van het geselecteerde pad. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleeerd om: Invoerindicatoren in te voeren Een proces te evalueren Te wisselen tussen werkmodi De resultaten van een evaluatie te analyseren Een procespad te evalueren 47

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part V

Het simuleren van een proces 5 49 Het simuleren van een proces Engage! Modeler heeft een ingebouwde gebeurtenis-gedreven simulator. Deze simuleert het proces onder de aanname dat de tijd tussen twee opeenvolgende verzoeken om het proces te starten exponentieel verdeeld is wat betekent dat de verzoeken onafhankelijk van elkaar arriveren. De inkomende verzoekenstroom is willekeurig gegenereerd zodat twee simulaties van hetzelfde proces met dezelfde invoerparameters twee verschillende numerieke resultaten kan geven. Het is aanbevolen om verschillende simulaties van het proces te doen om te observeren in welke mate de resultaten fluctueren. De principes van de Engage! Processimulatie zijn beschreven in het document Simulation white paper. Deze is beschikbaar op ons klantportaal. 5.1 Tutorial: Processimulatie Doel: het leren van het uitvoeren van een processimulatie met als doel haar gedrag te analyseren onder verschillende menscapaciteiten. Duur:: 10 minuten Voorwaarde(n): : Het hebben uitgevoerd van de tutorial Aan de slag en Procesevaluatie. Opdracht: Specificeer menscapaciteit voor het leenproces aangenomen dat er twee bankmedewerkers aan toegekend zijn, één senior bankmedewerker, één baliemedewerker en twee back-office medewerkers. Simuleer dit proces voor een stroom van 10.000 verzoeken die gemiddeld elke 10 minuten komen. Analyseer het resultaat. Pas het aantal mensen aan in elke rol om aan de vereiste te voldoen dat de gemiddelde doorlooptijd voor dit proces niet groter is dan 200 minuten. Kunt u hetzelfde doen voor de gemiddelde doorlooptijd die kleiner is dan 100 minuten? Uitwerking: Specificeer simulatiecondities Klik op de knop Simulatie in de Werkmodus groep van de Layout tab. Het paneel Menscapaciteit verschijnt. Deze toont vier rollen die al zijn toegekend aan de procesactiviteiten. Elke rol heeft een groep van 1

50 ENGAGE Modeler Handleiding persoon toegekend. Klik op de Nieuwe groep die is toegekend aan de rol Bankmdw. Wijzig het Aantal mensen in de groep in het paneel Eigenschappen van 1 naar 2. U kunt ook dubbelklikken op de groep en de waarde wijzigen in het Mini-eigenschappenvenster dat verschijnt. Klik op de start van het proces. Wijzig de waarde van de eigenschap Gem. tussentijdverdeling van 100 naar 10. De waarde van Aantal casussen is standaard al 10.000. Simulatie Klik op de Simuleer proces knop in de groep Simulatie van de tab Analyse. Het proces wordt gesimuleerd en de Gem. Wachtrij indicator wordt standaard in het procesdiagram getoond. De waarde wordt getoond als rode balk waar de langste rij in het proces ontstaat. Dit is waarschijnlijk een plek van een flessenhals in het proces. Klik nogmaals op de knop Simuleer proces. De simulatie wordt opnieuw uitgevoerd, maar in tegenstelling tot bij de evaluatie, kunnen de verschillen afwijken van eerdere simulaties. Waarschijnlijk is wel dezelfde processtap aangegeven als flessenhals, maar nu is de waarde van de gemiddelde wachtrij verschillend. Dit is omdat iedere simulatie is uitgevoerd op een stroom van verzoeken die willekeurig wordt gegenereerd. Analyse van de resultaten U kunt zien dat de Gem. Doorlooptijd van het proces nu rond de 300 minuten is. Dus veel groter dan de waarde die verkregen was tijdens evaluatie (176,5 minuten). Dit is omdat de verzoeken nu met elkaar strijden voor de beperkte menscapaciteit. Er zijn te veel verzoeken per tijdseenheid in verhouding tot de capaciteit van de bankmedewerkers om deze uit te voeren. Wijzig de Gem. Tussentijdverdeling terug van 10 min. naar 100 min. en simuleer het proces opnieuw. Nu zijn er tienmaal minder verzoeken per tijdseenheid dus kunnen de verzoeken na elkaar worden uitgevoerd zonder te hoeven strijden om de menscapaciteit. Als gevolg is de Gem. Doorlooptijd erg dicht bij die zoals berekend tijdens de procesevaluatie. Optimaliseren menscapaciteit Wijzig de Gem. Tussentijdverdeling weer naar 10 min. Blijkbaar hebben we niet voldoende menscapaciteit om significant kortere doorlooptijden zoals bijvoorbeeld 200 min. te bereiken. We moeten nieuwe medewerkers toekennen aan dit proces. Maar hoeveel nieuwe personen zijn er nodig en aan welke rollen moeten ze worden toegekend? U kunt proberen om dit antwoord te vinden door herhaaldelijk te simuleren met telkens een wijziging in het aantal mensen in een van de groepen. Dit kan een langdurig karwei zijn. Gelukkig kan Engage! Modeler dit voor u doen. Klik op de start van het proces en vul voor de Max. Geaccepteerde doorlooptijd de waarde 200 min. in. Dit is het doel dat u wilt bereiken. Klik nu op Optimaliseer menscapaciteit in de groep Simulatie van de Analyse tab. ENGAGE Modeler zal voor u een reeks simulaties uitvoeren die resulteren in een met de Gem. Doorlooptijd minder dan 200 minuten. Herhaal dit een paar keer om u ervan te verzekeren dat de resultaten stabiel zijn.

Het simuleren van een proces 51 De noodzakelijke aantallen mensen in de groepen worden getoond in het Menscapaciteit diagram. U kunt hier zien dat u 3 bankmedewerkers en 2 senior bankmedewerkers nodig heeft om het gewenste doel te bereiken. Stel nu de eigenschap Max. Geaccepteerde doorlooptijd in op 100 minuten en herhaal dezelfde procedure. U zult zien dat de berekende gemiddelde doorlooptijd nog steeds groter is dan 100 minuten en dat er een waarschuwing verschijnt in het Berichten venster. Dit kunt u eigenlijk al verwachten. Dit is al af te leiden uit de resultaten van de procesevaluatie. Er zijn nooit genoeg mensen om dit proces gemiddeld sneller dan 176,5 minuten uit te voeren. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: Menscapaciteit te definiëren Een proces te simuleren Het optimale aantal van mensen in groepen te vinden

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part VI

Repository management 6 53 Repository management ENGAGE Modeler is beschikbaar in drie verschillende edities: Basic, Professional en Enterprise. De Basic editie is voor een individuele gebruiker, de andere twee maken het werken met meerdere gebruikers mogelijk. Een klant die Engage! Modeler gaat gebruiken maakt altijd een eerste gebruikersnaam aan. In het geval van de Professional of Enterprise editie krijgt deze gebruiker beheerdersrechten om zelf accounts voor alle andere gebruikers aan te maken. Er is een aparte tool beschikbaar om gebruikersaccounts te beheren genaamd ENGAGE Repository Manager. Deze tools is te benaderen vanuit het applicatiemenu van ENGAGE Modeler indien er een gebruiker is aangemeld met beheerdersrechten. Druk op de knop Repository Manager in de groep Manage van tabblad Repository. Om het autorisatiebeheer wat te vereenvoudigen kunnen er gebruikers worden toegekend aan groepen. De autorisatie die is toegekend aan een groep wordt automatisch overgenomen door alle gebruikers die deel uit maken van die groep. Een gebruiker kan deel uit maken van meerdere groepen. Op deze manier is het niet nodig om elke gebruiker apart te autoriseren. Het is voldoende om de juiste autorisatie in te stellen voor bepaalde groepen en vervolgens aan deze groepen gebruikers toe te kennen. Als er een repository wordt aangemaakt voor een nieuwe klant wordt de eerste gebruikersaccount automatisch aangemaakt met twee standaardgroepen: Admins en Creators. De eerste gebruiker is automatisch lid van beide groepen. De Admins groep heeft het recht om de ENGAGE Repository Manager tool te gebruikern. Dus elke gebruiker die lid is van deze groep zal de Repository Manager in het applicatiemenu van Engage! Modeler zien. Deze groep kan niet worden verwijderd en er moet minimaal een gebruiker lid van zijn (anders kan niemand de gebruikersaccounts nog beheren). De Creators groep heeft rechten om nieuwe projecten aan te maken in de repository en deze later te wijzigen. Als een gebruiker geen lid is van deze groep kan hij alleen bestaande projecten openen en deze uitsluitend bekijken. De autorisatie van de Creators groep is vast in de Professional editie maar kan worden gewijzigd in de Enterprise editie. 6.1 Tutorial: Het aanmaken van gebruikers Doel: Leren om gebruikers te beheren. Duur: 5 min Voorwaarde(n): Professional of Enterprise editie. De gebruiker heeft beheersrechten en een licentie voor meer den 3 gebruikers. Opdracht:

54 ENGAGE Modeler Handleiding Maak drie nieuwe gebruikers aan met de volgende gebruikersnamen: user1@jouwbedrijf.nl, user2@jouwbedrijf.nl en user3@jouwbedrijf.nl. In deze tutorial gebruiken we engage.nl als bedrijfsdomeinnaam. Oplossing: Log in bij ENGAGE Modeler en selecteer de Repository Manager inhet applicatiemenu. Als u deze menuoptie niet zit in uw menu dan hebt u geen beheersrechten. Neem in dat geval contact op met de persoon die het ENGAGE Modeler abonemment heeft afgesloten. De Engage! Repository Manager wordt geopend in een apart browservenster. Het maakt het mogelijk om zowal uw organisatie als de actieve gebruikerssessies van ENGAGE Modeler te beheren. Kies voor de optie Manage Engage Modeler Users. Er wordt een lijst getoond van voorgedefinieerde organisatie-eenheden: twee groepen Admins en Creators en de initiële gebruiker (dat bent uzelf). Klik op de gebruikersregel en u zult zien dat hij lid is van zowel de Admins als de Creators groep. Druk op de knop Create New User. Het dialoog New User verschijnt. Voer hier user1 in in het Name veld, user1@engage.nl in het Username veld en vervolgens tweemaal het wachtwoord voor gebruiker

Repository management 55 user1 (minimaal 6 karakters) en klik op de OK knop. Er wordt een nieuwe gebruiker toegevoegd aan de lijst. Druk op de knop Add to a Group, selecteer Admins in de dialoog die verschijnt en druk op de OK knop. Druk weer op de knop Create New user en herhaal dezelfde stappen met de invoer user2@engage.nl en selecteer in dit geval de groep Creators. Druk op de knop Create New user en voer nu gebruiker user3@engage.nl in. Klik op de Admins groep. U zult zien dat deze nu twee leden heeft: uzelf en user1@engage.nl. Klik op de Creators groep. U zult zien dat deze nu twee leden heeft: uzelf en user2@engage.nl. De gebruiker user3@engage.nl behoort tot geen enkele groep. Deze drie nieuwe gebruikers zullen elk een verschillende functionaliteit van Engage! Modeler hebben:

56 ENGAGE Modeler Handleiding Gebruiker User1@engage.nl User2@engage.nl User3@engage.nl Kan Repository Manager starten Kan een project aanmaken X X Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: een nieuwe gebruiker aan te maken. een gebruiker lid te maken van een groep. 6.2 Tutorial: Het inrichten van een organisatie met verschillende gebruikersrechten Doel: te leren om een complexe autorisatiestructuur op te zetten voor uw organisatie in de Enterprise editie. Duur: 30 min Voorwaarde(n): Tutorial Het aanmaken van gebruikers, tutorial Aan de slag, de Enterprise editie met een abonnement op, de gebruiker heeft beheersrechten en rechten van groep Creators om projecten aan te maken. Opdracht: U gaat ENGAGE Modeler gebruiken voor twee interne projecten. Doel van deze projecten is om de processen in kaart te brengen van de afdelingen 'Sales' en 'Support'. Er zijn twee teams van procesontwerpers gekozen, een voor elke afdeling. De uiteindelijke processen zullen worden gepubliceerd en bekeken door alle werknemers van de betreffende afdeling. Voor publicatie worden de processen van deze twee projecten bewerkt door een algemene kwaliteitsmedewerker. Oplossing: Het wordt niet aanbevolen om gebruikers direct te autoriseren voor toegang op projecten. In plaats daarvan moeten de groepen worden geautoriseerd. De specifieke gebruikers kunnen rechten krijgen door ze toe te voegen of te verwijderen als lid van deze groepen. Volgens de opdracht kunnen we de volgende gebruikersgroepen onderscheiden: Sales procesontwerpers deze kunnen Sales processen aanmaken en wijzigen. Support procesontwerpers deze kunnen Support processen aanmaken en wijzigen. Sales kijkers deze kunnen de Sales processen alleen bekijken. Support kijkers deze kunnen de Support processen alleen bekijken. Publishers deze kunnen alle processen wijzigen en publiceren. De hele autorisatiestructuur zal worden gecreeerd in de volgende stappen: Het aanmaken van groepen in de ENGAGE Repository Manager. Het aanmaken van projecten in ENGAGE Modeler met de juiste autorisatie voor groepen.

Repository management 57 Het aanmaken van gebruikers in de ENGAGE Repository Manager en deze toekennen aan groepen. Aanmaken van groepen Login bij ENGAGE Modeler als beheerder en selecteer Repository Manager in het applicatiemenu. Kies de optie Manage Engage! Modeler Users. Er verschijnt een lijst van voorgedefinieerde organisatieeenheden: twee groepen Admins en Creators en de initiele gebruiker (uzelf). Klik op de knop Create New Group, vul groepnaam Sales Developers in en druk op OK. Herhaal hetzelfde voor alle andere groepen.

58 ENGAGE Modeler Handleiding Het aanmaken van projecten in ENGAGE Modeler Nu bent u klaar om projecten aan te maken voor beide afdelingen. Ga terug naar ENGAGE Modeler en maak een project Sales aan. Als u gebruik maakt van de wizard bij opstarten om een project aan te maken, vul dan alleen de projectnaam in en druk op de Gereed knop. Verwijder het model dat standaard wordt aangemaakt. U gaat hier geen model of proces aanmaken. Deze taak wordt overgelaten aan de Sales procesontwerpers. Als u de optie Nieuw uit het applicatiemenu gebruikt dan krijgt het nieuwe project de standaardnaam 'Nieuw project'. Hernoem deze naar Sales en druk op de knop Opslaan. Druk nu op de knop Authorisatie. U ziet nu een lijst van alle organisatie-eenheden die geautoriseerd zijn om iets met het project 'Sales' te doen. Selecteer een regel in de bovenste lijst van het dialoog en u ziet alle rechten van deze eenheid in de onderste lijst verschijnen.

Repository management 59 We willen dit project op zo'n manier autoriseren dat alleen 'Sales developers' deze kunnen zien en wijzigen, dat 'Sales Viewers' alleen de gepubliceerde processen kunnen bekijken en dat Publishers deze kunnen zien, wijzigen en publiceren. Verwijder eerst alle rechten die u zelf hebt, behalve Lezen en Autoriseren, want als beheerder gaat u zich niet bezighouden met procesontwerp maar wel met de autorisatie van rechten. Kies vervolgens voor Toevoegen gebruikers/groep, selecteer de Sales Ontwerper en kies Akkoord.

60 ENGAGE Modeler Handleiding De Sales Developers groep is toegevoegd aan de lijst. Vink Lezen, Bijwerken, Verwijderen en Aanmaken hieronder aan. Druk weer op de knop voor Toevoegen gebruikers/groep, selecteer Sales Kijkers, druk op Akkoord vink hier Bekijken publicaties aan. Aangezien 'publishers' ook de Sales processen moeten kunnen benaderen dient u weer op de knop Toevoegen gebruikers/groep de drukken, de Publishers groep te selecteren, vervolgens op Akkoord te drukken en Lezen, Bijwerken en Publiceren rechten aan te vinken.

Repository management 61 Nu zijn we klaar met de autorisatie voor het Sales project. Merk op dat zowel Support Ontwerpers als Support Kijkers dit project en de objecten daarbinnen niet kunnen benaderen. U blijft de enige gebruiker die de autorisatie van dit project kunt wijzigen (klik op uzelf en u zult de rechten Lezen en Authoriseren aangevinkt zien). Druk tenslotte op de knop Akkoord om de nieuwe autorisatie te bewaren in de repository. Maak weer een nieuw project aan en noem deze 'Support'. Herhaal dezelfde acties voor dit project met gebruik van de Support groepen in plaats van de Sales groepen. Merk op dat u een autorisatiestructuur hebt aangemaakt zonder ook maar enige gebruiker aan te maken. U bent de enige gebruiker die zich kan aanmelden bij ENGAGE Modeler, maar u kunt niets doen met de aangemaakte projecten 'Sales' en 'Support', behalve deze bekijken. Het aanmaken van gebruikers Nu is het tijd om nieuwe gebruikers aan te maken. Ga naar de ENGAGE Repository Manager, klik op Manage Engage! Modeler Users en druk op de Create new user knop. Voer gegevens in voor een sales procesontwerper en druk op OK. Druk op Add to a group en selecteer de Sales Ontwerpers' groep. Druk nogmaals op de Add to a group knop en kies nu voor Sales Kijkers'. Dit omdat de Sales procesontwerpers ook onderdeel zijn van de Sales afdeling, dus ook zij moeten de gepubliceerde processen kunnen zien.

62 ENGAGE Modeler Handleiding Herhaal alle eerdere acties voor de Support procesontwerper door hem toe te voegen aan de 'Support Ontwerpers' en de Support Kijkers groepen. Maak tenslotte not een gebruiker om de processen te publiceren en voeg deze toe aan de Publishers groep. We zijn nu klaar met de ENGAGE Modeler gebruikers. We kunnen nog wel ENGAGE Viewer gebruikers aanmaken. Deze gebruikers behoren tot een aparte pool waarvan de grootte is bepaald door een apart abonnement voorengage Viewer. Deze gebruikers worden onderhouden in een apart onderdeel van de ENGAGE Repository Manager. Ga naar het hoofdmenu van de ENGAGE Repository Manager en klik op Manage Engage! Viewer Users. U zult nu de namen zien van de groepen, maar geen gebruikers. Druk op de knop Create new user, voer

Repository management 63 de gebruiker in die de sales processen gaat bekijken en druk op OK. Druk op de Add to a group knop en kies voor de Sales Kijkers groep. Doe hetzelfde voor de gebruiker om support processen te bekijken door het toe te voegen aan de Support Kijkers groep. Op dit moment hebben we twee projecten aangemaakt in de repository en zes gebruikers. In de onderstaande tabel wordt samengevat welke groepen welke rechten hebben om projecten te benaderen en de de rechten die de gebruikers daardoor hebben. Merk op dat de gebruikers zelf geen specifieke rechten hebben gekregen voor deze projecten (behalve uzelf omdat u ze hebt aangemaakt). Sterker nog, deze gebruikers bestonden nog niet eens op het moment dat de autorisatie voor de projecten was ingesteld. Project Sales Project Support Groepsrechten Sales Ontwerpers Lezen, Bijwerken, Verijderen, Aanmaken Support Ontwerpers Sales Kijkers Lezen, Bijwerken, Verijderen, Aanmaken Bekijken publicaties Support Kijkers Publishers Bekijken publicaties Lezen, Bijwerken, Publiceren Lezen, Bijwerken, Publiceren Creators Afgeleide gebruikersrechten sales ontwerper Lezen, Bijwerken, Verijderen, Aanmaken, Bekijken publicaties support ontwerper sales kijker Lezen, Bijwerken, Verijderen, Aanmaken, Bekijken publicaties Bekijken publicaties support kijker Bekijken publicaties publisher Lezen, Bijwerken, Publiceren Lezen, Bijwerken, Publiceren Uzelf Lezen, Autoriseren Lezen, Autoriseren Autorisatie voor nieuwe objecten Hoewel we klaar zijn met het aanmaken van het autorisatieraamwerk voor onze projecten is het interessant om te onderzoeken wat er gebeurt met de autorisatie van de andere objecten die vanaf nu worden aangemaakt. Laten we aannemen dat sales ontwerper een nieuw model Individuele verkoop aanmaakt met een nieuw proces Telefoongesprek binnen het Sales project. Als een object (model of proces) is aangemaakt in de Engage! repository krijgen de organisatieeenheden (organisatie, groepen en gebruikers) hier automatisch bepaalde rechten op. De regels zijn als volgt: De gebruiker die een object heeft aangemaakt krijgt persoonlijk de alle rechten. De rechten van het bovenliggende object worden overgeerfd door het nieuwe object.

64 ENGAGE Modeler Handleiding Volgens deze regels worden de rechten voor nieuwe objecten als volgt: Model Individuele verkoop Proces Telefoongesprek Lezen, Bijwerken, Verwijderen, Aanmaken Lezen, Bijwerken, Verwijderen, Aanmaken Bekijken publicaties Bekijken publicaties Lezen, Bijwerken, Publiceren Lezen, Bijwerken, Publiceren Groepsrechten Sales Ontwerpers Support Ontwerpers Sales Kijkers Support Viewers Publishers Creators Gebruikersrechten sales ontwerper Lezen, Bijwerken, Verwijderen, Lezen, Bijwerken, Verwijderen, Aanmaken, Autoriseren, Publiceren, Aanmaken, Autoriseren, Publiceren, Bekijken publicaties, Feedback Bekijken publicaties, Feedback support ontwerper sales kijker support kijker publisher Uzelf Lezen, Autoriseren Lezen, Autoriseren Dit leidt tot de volgende afgeleide rechten voor de gebruikers: Model Individual sale Proces 'Telefoongesprek' Afgeleide gebruikersrechten sales ontwerper Lezen, Bijwerken, Verwijderen, Lezen, Bijwerken, Verwijderen, Aanmaken, Autoriseren, Publiceren, Aanmaken, Autoriseren, Publiceren, Bekijken publicaties, Feedback Bekijken publicaties, Feedback support ontwerper sales kijker Bekijken publicaties Bekijken publicaties publisher Lezen, Bijwerken, Publiceren Lezen, Bijwerken, Publiceren Uzelf Lezen, Autoriseren Lezen, Autoriseren support kijker U kunt een overzicht van deze afgeleide rechten voor een project zien in een van de beschikbare rapportages. Kies voor de knop Overzicht autorisatie in de groep Autorisatie van tab Repository in ENGAGE Modeler en selecteer Project uit de lijst. De volgende tabel verschijnt:

Repository management 65 Autorisatie voor nieuwe groepen en gebruikers Laten we aannemen dat het gewenst is om twee nieuwe groepen aan te maken genaamd Sales Managers en Support Managers. Deze zouden rechten moeten hebben om de betreffende projecten en hun inhoud te lezen. Hoe moeten we de autorisatie voor de projecten nu instellen voor deze twee groepen? Voor Support Managers is dit eenvoudig. Deze groep met het recht Lezen krijgen op het project Support. Echter, de Sales Managers leesrechten geven op het Sales project is niet voldoende. Als we dit doen heeft de Sales managers de mogelijkheid om het project en elk nieuw model daarbinnen te lezen in de toekomst, maar niet het model Individuele verkoop dat we al hadden aangemaakt. Dit is omdat de rechten van een bovenliggend object (bijvoorbeeld om een project te lezen) niet automatisch betekent dat dezelfde rechten gelden voor alle objecten op het lagere niveau (recht om modellen te lezen). Als u deze rechten niet alleen wilt toekennen aan een bepaald project of model maar ook in alle onderliggende modellen of processen kunt u de optie Toepassen op alle onderliggende niveaus aanvinken en op Akkoord te drukken. Laten we aannemen dat er een nieuwe gebruiker is aangemaakt. Deze heeft initieel nog geen rechten voor enig project. We kunnen hem deze rechten direct geven net als we doen voor een nieuwe groep. Echter, we kunnen hem ook lid maken van een van de bestaande groepen en hij zal automatisch de rechten van de groep overnemen.

66 ENGAGE Modeler Handleiding Deze laatste opmerking laat zien hoe belangrijk het is om de initiele autorisatiestructuur goed op te zetten. the objects created later will be set automatically. Samenvatting In deze tutorial, hebt u geleerd om: nieuwe gebruikersgroepen aan te maken. groepen te autoriseren voor projecten. gebruikers aan te maken en deze toe te kennen aan groepen. nieuwe groepen te autoriseren voor oude projecten.

Top Level Intro This page is printed before a new top-level chapter starts Part VII

68 7 ENGAGE Modeler Handleiding Gebruik van Tables ENGAGE Tables is een beheerstool voor het beheren van centrale elementen die gebruikt kunnen worden in alle projecten van een organisatie. De elementen zijn gegroepeerd in tabellen van een bepaald type. Op dit moment zijn de standaardtypes rollentabel en documenentabel beschikbaar en kan de gebruiker zelf nog 5 eigen tabeltypes aanmaken. 7.1 Tutorial: Tabellen met rollen en documenten aanmaken Doel: Leren hoe centrale tabellen met rollen of documenten kunnen worden gemaakt Duur: 10 min Voorwaarde(n): ENGAGE Tables, de gebruiker heeft Customizer rechten Opdracht: Maak twee documententabellen: een voor marketing documenten en een voor financiele documenten en maak twee rollentabellen: een voor front office rollen en een voor back office rollen. Vul de tabel met marketing documenten met de documenten Producten en Nieuws. Vul de financiele documenten met Contract en Factuur. De front office rollen zijn Kassier, Controleur en Baliemedewerk er. De back-office rollen zijn Accountant en Boek houder. Oplossing: Als u ENGAGE Tables opent zijn er initieel twee types, Documenten en Rollen, zichtbaar in paneel Tabellen. Selecteer Documenten en druk op de knop Nieuwe Tabel. Er verschijnt een nieuwe tabel. De standaardnaam is Documenten en de lege inhoud is getoond in een raster dat automatisch wordt geopend. Klik op de tabel en selecteer Hernoemen in de groep Acties en type Mark eting Documenten. Nu kunt u regels toevoegen aan het tabelraster. Elke regen specificeert een document. Klik op het raster

Gebruik van Tables 69 en selecteer Nieuw tabelelement om een nieuwe rol aan te maken. U kunt de volgende eigenschappen opgeven van een document Naam - moet uniek zijn binnen alle document (standaard is dit Nieuw document met een eventueel een nummer erachter om deze uniek te maken) Korte omschrijving - Korte tekst om aan te geven wat de inhoud of het doel van het document is URL - de link naar het daadwerkelijke document, op internet (bijv. www.bedrijf.nl/document) of op het netwerk/intranet (\\server\sharenaam\map\bestand). Type Producten als documentnaam en druk op tab om naar de volgende kolom te gaan. Geef de beschrijving, bijvoorbeeld huidig aanbod en type de URL van het Producten document in de volgende kolom. Selecteer Nieuwe tabelelement om nieuwe rij aan te maken (of druk gewoon op tab) en geef hier het Nieuws document op. Het resultaat is als volgt: Herhaal hetzelfde voor een tweede tabel Financiele documenten. Het resultaat kan als volgt zijn: Als u een documentnaam opgeeft dat al bestaat in een van de tabellen krijgt u een foutmelding te zien: U kunt een rollentabel aanmaken op dezelfde wijze als de documententabel. Een rol heeft echter wel iets andere eigenschappen. In plaats van URL is er een Document eigenschap. Deze dient een URL

70 ENGAGE Modeler Handleiding naar een document te bevatten (die bijvoorbeeld de rol beschrijft). Aanvullend is er een Uurtarief eigenschap. De waarde hiervan zal worden gebruikt in procesevaluatie en simulatie als deze rol toegepast wordt. Eigenlijk zijn de eigenschappen van een rolelement gelijk aan die van een rol in ENGAGE Modeler met de uitzondering dat er in de Document eigenschap in ENGAGE Tables maar een URL ingevoerd kan worden. De Front office tabel kan er als volgt uitzien: De Back office tabel kan er als volgt uitzien: U kunt op soortgelijke wijze tabellen aanmaken van een eigen tabeltype. Zie de tutorial Gebruiken van eigen tabeltypes voor meer informatie. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd: Om een tabel aan te maken Om tabelelementen aan te maken 7.2 Tutorial: Centrale tabellen gebruiken Doel: Leren hoe centrale tabellen binnen ENGAGE Modeler te gebruiken. Duur: 10 min Voorwaarde(n): Tutorial Tabellen met rollen en documenten aanmaken, Professional of Enterprise editie vanengage Modeler met een licentie voor ENGAGE Tables. Opdracht: Maak een proces met de taak Klantenservice. Ken de rol Kassier van de centrale tabel Front office toe aan deze taak. Voeg het centrale document Nieuws van de tabel Mark eting documenten toe aan de Documenten eigenschap van de taak en voeg het centrale document Factuur van de Financiele documenten tabel toe aan de Invoer van de taak. Oplossing: Als eerste kunt u een proces Bank aanmaken met een Semi-automatische taak Klantenservice. You

Gebruik van Tables 71 can also create a local role Cashier in the Roles folder of the embedding model. It will help you to understand the difference between a local and a global role. Als u nu de taak selecteert en een waarde voor de Rol eigenschap wilt selecteren bevat de keuzelijst alleen de rol Kassier en deze rol is lokaal gedefinieerd in de map Rollen. Om de centrale rol Kassier te kunnen benaderen moet u eerst de centrale tabel Front office rollen opnemen in uw model. Druk op de knop Ophalen tabel in tab Tabellen van het Lint. De lijst met alle beschikbare tabellen wordt getoond: Het type van een tabel is aangegeven met een icoontje voor de naam. Selecteer tabel Front office rollen en kies Akkoord. De inhoud van uw model is veranderd.

72 ENGAGE Modeler Handleiding De Front office rollen tabel verschijnt als map in het de map Rollenl. Als u het uitklapt ziet u alle rollen in de tabel. Merk op dat u geen eigenschappen van deze rollen kunt wijzigen. De waarden van deze eigenschappen worden centraal bijgehouden in ENGAGE Tables. Als u probeert om de Rol eigenschap van de taak Klantenservice te veranderen ziet u nu ook de centrale rollen. Merk op dat de centrale rollen worden voorafgegaan door een icoontje in de lijst. Op deze manier kunt u het onderscheid zien tussen lokale en centrale rollen. Om een centraal document toe te kennen aan de taak drukt u opnieuw op Ophalen tabel. Selecteer nu beide documenttabellen en kies Akkoord. De tabellen worden toegevoegd als mappen in uw model.

Gebruik van Tables 73 Selecteer de taak opnieuw en probeer de Documenten eigenschap aan te passen. Er wordt een dialoog geopend met alle vier de documenten in de selectielijst. Selecteer het Nieuws document en druk op Akkoord. Merk op dat u ook een eigen URL kunt invoeren dus u bent niet beperkt tot de lijst met centrale documenten. Probeer nu de Input eigenschap te wijzigen. U kunt hier een eigen tekst invoeren als invoerdocumentnaam, maar u kunt ook selecteren uit de lijst van centrale documenten.

74 ENGAGE Modeler Handleiding Kies het Factuur document en druk op Akkoord. De opdracht is nu gereed. Aanvullend kunt u controleren wat er gebeurt als u een map met globale elementen weghaalt uit het model. Klik op de Mark eting documenten map en selecteer Weghalen tabel in tab Tabellen van het Lint. De vraag verschijnt u dit echt is wat u wilt doen, want er is al een element uit deze tabel toegekend aan een taak. Antwoord Ja en open de Documenten eigenschap van de taak. Deze is nu leeg want er is geen Nieuws document meer beschikbaar binnen het model. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd om: Centrale tabellen in uw model op te nemen Centrale tabelelementen toe te kennen aan eigenschappen Hoe een centrale tabel weggehaald kan worden uit uw model. 7.3 Tutorial: Centraliseren van rollen en documenten Doel: Leren om referenties naar lokale rollen en documenten geconverteerd kunnen worden naar centrale tabelelementen. Duur: 30 min Voorwaarde(n): Tutorial Tabellen met rollen en documenten aanmaken. Professional of Enterprise edition van ENGAGE Modeler, ENGAGE Tables, Customizer rechten voor de gebruiker. Opdracht: Neem aan dat u een paar rollen en documenten hebt moeten aanmaken in uw model die nog niet beschikbaar waren in de centrale tabellen. Dit kan gebeuren als U offline werkt zodat u geen nieuwe centrale tabellen kunt ophalen. U het juiste element mist in de tabellen en u deze niet kunt aanmaken omdat u geen rechten heeft of omdat iemand anders op dat moment ENGAGE Tables in gebruik heeft. Neem vervolgens aan dat u deze rollen en documenten centraal beschikbaar wilt maken. Dit betekent dat de bijbehorende elementen moeten worden aangemaakt in de centrale tabellen en dat de lokale verwijzingen in uw model vervangen moeten worden door verwijzingen naar de centrale elementen.

Gebruik van Tables 75. Oplossing: Een manier om dit te doen is om naar de persoon te gaan die geautoriseerd is om ENGAGE Tables te gebruiken en hem te verzoeken de juiste elementen aan te maken. Maar dan zult u hem all nodige details moeten verschaffen. Eenzelfde situatie is aanwezig als ENGAGE Tables voor de eerste keer beschikbaar komt binnen een omgeving waar al vele rollen en documenten aanwezig zijn in bestaande projecten. Laten we aannemen dat u de volgende drie lokale rollen hebt aangemaakt: Kassier in model, Kassier en Office Manager in model2. De eigenschappen van de rol Kassier van model model zijn zichtbaar in bovenstaande figuur (merk op dat aan alle eigenschappen waarden zijn toegekend). De eigenschappen van de Kassier rol van model model2 zijn hieronder gegeven: De Office Manager eigenschappen zijn als volgt: De rol Kassier van model refereert naar twee documenten www.engagemodeler.com en www. engageviewer.com. Het Bank proces verwijst ook naar www.engagemodeler.com en de taak verwijst naar www.engageviewer.nl.

76 ENGAGE Modeler Handleiding Bewaar dit project in ENGAGE Modeler en meld u aan bij ENGAGE Tables. Om het proces van het aan maken van tabellen vanuit lokaal gedefinieerde elementen in projecten mogelijk te maken heeft ENGAGE Tables de mogelijkheid tot het Importeren van Modeler Projecten. Selecteer tab Bestand in het Lint, vervolgens Importeren van en tenslotte Modeler Projecten. Een lijst van alle beschikbare projecten verschijnt. Selecteer project project en druk op Akkoord. Er verschijnt een lijst met beschikbare tabeltypes. Selecteer beide types. Nieuwe tabellen met de naam Import van Projecten worden automatisch aangemaakt voor de Documenten en Rollen mappen. De inhoud van de geimporteerde documententabel is als volgt: Er waren inderdaad drie verschillende documenten gebruikt en een van de documenten was tweemaal gebruikt. De enige geimporteerde eigenschap van het document is zijn URL. Aangezien ieder element een unieke naam moet hebben zijn de namen initiaal hetzelfde als de URLs. Nu hebt u wat handmatig werk te doen om enige orde te scheppen in de geimporteerde tabel. Allereerst dient u te controleren of de URLs niet in gebruik zijn in andere tabellen. Als u dit niet zeker weet kunt u hiervoor de Zoek functie

Gebruik van Tables 77 gebruiken. Druk op de knop Zoeken in groep Acties en selecteer Zoek tekst. Voer de URL in en druk op Zoeken. In het resultaat dat verschijnt in het Zoekresultaten paneel, controleer of de tekst voorkomt in de URL eigenschap. Als dit meerdere keren voorkomt wilt u deze waarschijnlijk verwijderen uit de geimporteerde tabel en in de oude tabel laten staan. Vervolgens dient u de geimporteerde documenten een betekenisvolle naam te geven en een korte omschrijving. Tenslotte dient de hele tabel te worden hernoemd of de elementen moeten worden verplaatst naar andere tabellen (en vervolgens de lege importtabel verwijderd). Om een tabel te hernoemen selecteert u deze in paneel Tabellen en drukt u op de knop Hernoemen in de groep Acties. Type vervolgens de nieuwe naam Engage tools. Neem aan dat u de volgende wijzigingen hebt aangebracht: De nieuw documententabel Engage tools is nu klaar voor gebruik.

78 ENGAGE Modeler Handleiding De inhoud van de geimporteerde rollentabel is als volgt: Merk op dat alle rolnamen worden voorafgegaan door het project en model waar ze zich in bevinden. Dankzij deze namen kunt u zien welke rol was geimporteerd vanuit model model en welke vanuit model2 zelfs terwijl ze dezelfde naam Kassier hebben. Aangezien de rol project_model2_office Manager een unieke nieuwe rol is wilt u deze waarschijnlijk hernoemen naar Office Manager en deze verplaatsen naar de bestaande Front Office tabel. Maar wat te doen met de rol Kassier? Er is al een dergelijke rol in de Front Office tabel. Echter, het Uurtarief hier is 30, dus anders dan die van de geïmporteerde rollen. U hebt nu te maken met 3 verschillende Kassiers met verschillende uurtarieven, omschrijvingen en gekoppelde documenten: Een junior die zich bezig kan houden met kleine bedragen (max 1000 euro) en niet meer dan 3 valuta en een senior voor grote bedragen en meer valuta. De junior kan still Kassier heten, maar de senior moet hernoemd worden naar Senior Kassier. U dient ook te besluiten wat het uurtarief van de rollen moet zijn. De geïmporteerde waarden kunnen gezien worden als voorstel. U kunt de voorgestelde waarde voor Senior Kassier volgen (dus 70), maar u moet een keuze maken tussen de oude waarde van 30 en de voorgestelde waarde van 50 voor Kassier. Op het moment dat een gebruiker van ENGAGE Modeler besluit om een centrale rol te gebruiken dan moet hij ook alle eigenschappen hiervan accepteren want hij kan deze niet wijzigen. De gebruiker van ENGAGE Tables beslist over de eigenschappen van centrale elementen. Dus in dit geval kunt u de voorgestelde waarde negeren en de oude waarde laten staan. Na het hernoemen, verplaatsen en samenvoegen de uiteindelijke inhoud van de Front Office tabel is als volgt: Als resultaat van deze handmatige acties hebt u een documententabel ENGAGE Tools aangemaakt en de bestaande tabel Front Office uitgebreid. Deze twee tabellen moeten nu worden opgenomen in het project. Ga terug naam ENGAGE Modeler, selecteer het model en druk op Ophalen Tabel. Selecteer de ENGAGE Tools en Front Office tabellen en druk op Akkoord. Doe hetzelfde voor het tweede model. Het resultaat is als volgt:

Gebruik van Tables 79 Het ophalen van tabellen heeft geen invloed op uw processen. Ze verwijzen nog steeds naar de lokale rollen en documenten. Wat u nu kunt doen is door alle plaatsen gaan waar een lokale verwijzing moet worden veranderd naar een centrale verwijzing en dit handmatig wijzigen. Gelukkig is dit niet nodig en kan ENGAGE Modeler dit voor u doen. Het zal alle lokale verwijzingen vervangen door de referenties naar de centrale elementen met dezelfde naam. U zult moeten onthouden dat u als ENGAGE Tables gebruiker hebt besloten om de rol Kassier vanuit model2 te hernoemen naar Senior Kassier. De lokale rol heet nog steeds Kassier zodat deze foutief herkend zal worden als centrale rol Kassier. U zult dus de lokale rol Kassier van model2 ook moeten hernoemen als Senior Kassier. Selecteer de rolmap Front Office in model2 en druk op Gebruik centrale referenties in de Tabellen tab. Als resultaat zullen de lokale rollen Senior Kassier en Office Manager verdwijnen omdat de rollen met dezelfde naam bestaan in de map Front Office. Doe nu hetzelfde voor het andere model. Zoals u waarschijnlijk al verwachtte, is de lokale rol Kassier verdwenen. Echter, deze rol was al toegekend aan de taak Klantenservice. Als u kijkt naar de Rol eigenschap van deze taak zult u merken dat de rol die hieraan is toegekend een klein icoontje voor de naam heeft dat betekent dat dit een verwijzing is naar een centrale rol.

80 ENGAGE Modeler Handleiding Tenslotte selecteert u de documentenmap ENGAGE Tools en drukt u op Gebruik centrale referenties. Nu selecteert u de taak Klantenservice en opent u de Documenten eigenschap. Merk op dat de URL nu is vervangen door de naam met een klein icoontje dat aangeeft dat dit een verwijzing is naar een centraal document. ENGAGE Tables geeft u ook de mogelijkheid om deze actie in de omgekeerde richting uit te voeren. Selecteer de map Front office in het model model en kies voor Gebruik lokale referenties in de groep Synchronisatie in tab Tabellen. De rol Kassier is nu terug in de map Rollen en de eigenschap Rol van de Klantenservice taak verwijst hier naar. Selecteer de map Engage Tools in model model en druk nogmaals op Gebruik lokale referenties. Als u nu de eigenschap Document van taak Klantenservice bekijkt ziet u de URL weer staan. Als u eigen types aanmaakt in ENGAGE Tables (zie Gebruiken van eigen tabeltypes) kunt u exact dezelfde stappen uitvoeren om tabelelementen van eigen tabeltypes te centraliseren. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd: Hoe lokale elementen te importeren vanuit projecten naar centrale tabellen Hoe lokale referenties te centraliseren Hoe een tekst te zoeken in de inhoud van een tabel Hoe een tabel te hernoemen 7.4 Tutorial: Gebruiken van eigen tabeltypes Doel: Leren hoe eigen tabeltypes aan te maken en deze te gebruiken binnen ENGAGE Modeler. Duur: 30 min Voorwaarde(n): Professional of Enterprise editie van ENGAGE Modeler, ENGAGE Tables, de gebruiker heeft Customizer rechten.

Gebruik van Tables 81 Opdracht: Breid procesactiviteiten uit met twee extra eigenschappen: Locatie dat aangeeft waar een activiteit wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld Amsterdam) en Software dat de verzameling applicaties aangeeft die betrokken zijn bij de uitvoer van een activiteit (bijvoorbeeld. Excel and Word). Maak een proces aan met drie activiteiten, ken waarden toe aan Locatie en Software eigenschappen en toon het procesdiagram in de Locatie zwembaanweergave en de Software zwembaanweergave. Oplossing: De eigenschap Locatie die we willen toevoegen lijkt erg op Rol, terwijl de eigenschap Software erg lijkt op Rollen van een Vergadering. In de tool ENGAGE Tables kunt u tabellen met centrale rollen definieren. Aangezien u ook centrale locaties of software wilt kunt definieren zullen deze nieuwe eigenschappen worden geintroduceerd in ENGAGE Tables als zogenaamde maatwerk tabeltypes. Open ENGAGE Tables en druk op Nieuw tabeltype. Een nieuw type met de naam Maatwerk tabeltype is aangemaakt in paneel Tabellen. Hernoem het naar Locatie. Druk nogmaals op Nieuw tabeltype en hernoem dit type naar Software (u kunt maximaal 5 eigen types aanmaken op deze manier). Het verschil tussen deze types is dat Locatie maar een waarde kan krijgen, maar dat voor Software meerdere waarden mogelijk zijn. Standaard is ieder eigen tabeltype van het type enkele waarde. Om het type Software te wijzigen selecteert u deze in paneel Tabellen en drukt u op de knop Meerdere Waarden. Het tabeltype dat meerdere waarden toestaat is aangegeven met een klein icoontje. Nu kunt u centrale tabellen met locaties en software aanmaken als u de mogelijke waarden centraal wilt bepalen. Dit is echter niet nodig voor deze tutorial want u kunt de tabelelementen altijd lokaal aanmaken. Bewaar uw wijzigingen in ENGAGE Tables (anders zijn ze niet zichtbaar voor Modeler gebruikers), open ENGAGE Modeler en open en vergrendel een project. Klan nu het model uit in paneel Project (of maak een nieuwe aan). U zult zien dat elk model drie mappen bevat. De standaard Rollen map en twee maatwerk mappen

82 ENGAGE Modeler Handleiding genaamd Locatie en Software. Selecteer de map Locatie en druk op de knop Nieuw element in de groep Project van tab Start. Een nieuw element is aangemaakt in de map Locatie. Hernoem dit naar Amsterdam. Maak ook de locatie Rotterdam aan en in Software de elementen Excel, Word en Boek ingssysteem. Maak proces Boek en en verk open aan met drie activiteiten: Accepteer verzoek, Boek en en Verk open. Als u nu de taak Accepteer verzoek selecteert en kijkt bij de Eigenschappen zult u zien dat er een nieuwe categorie Extra eigenschappen bestaat De categorie bevat twee extra eigenschappen Locatie en Software. Klik op de Locatie invoer en selecteer Amsterdam. Klik op Software en selecteer twee programma's: Word en Excel. Doe hetzelfde voor de andere taken. Selecteer hier Rotterdam en Boek ingssysteem voor de Boek en activiteit en Amsterdam en Word voor de Verk open activiteit. Om het proces in Locatie zwembaanweergave te zien klikt u eenvoudigweg op de knop Zwembaan in de groep Weergave van tabblad Layout. Een lijst met drie zwembaanknoppen verschijnt. Kies Locatie Zwembaan.

Gebruik van Tables 83 Het proces wordt getoond in zwembanen Amsterdam en Rotterdan. Als u deze locatieswaarden in het diagram wilt zien klikt u op het icoon rechts onderin de groep Tonen/Verbergen van de tab Layout, vind het veld Locatie aan en kies Akkoord in het dialoog. Doe hetzelfde voor de eigenschap Software om de software zwembaanweergave te krijgen. Het resultaat is als volgt:

84 ENGAGE Modeler Handleiding U kunt nu de tutorial Centraliseren van rollen en documenten volgen en de beschreven procedure volgen om deze eigen tabeltype waarden te centraliseren. Samenvatting In deze tutorial hebt u geleerd Hoe u een eigen tabeltype kunt aanmaken Hoe u meerdere waarden kunt instellen voor een tabeltype Hoe u tabelelementen van eigen tabeltypes kunt aanmaken in mappen Hoe u waarden kunt toekennen aan de extra eigenschappen Hoe u een zwembaanweergave kunt tonen voor extra eigenschappen Hoe u de extra eigenschappen kunt tonen in het diagram.