1 INHOUDSTAFEL ORGANISATIE VAN PLANMATIG EN INTEGREREND WERKEN EN OMGAAN MET VERSCHILLEN... 3

Vergelijkbare documenten
Academiejaar

Academiejaar

INHOUDSTAFEL ORGANISATIE VAN HET ONDERBOUWD WERKEN IDENTIFICATIEGEGEVENS... 3

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Stage eerste Leerjaar

Professionele bachelor in het onderwijs: LAGER ONDERWIJS vestiging Diest en Heverlee SEMESTERSPECIFIEK PRAKTIJKGROEIBOEK

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Stage Eerste Leerjaar

BACHELOR LAGER ONDERWIJS

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Mentorenvorming BaLO Diest: 10/10/2017

1 INHOUDSTAFEL SITUERING INHOUD EN ORGANISATIE VAN DE MODULE JONGE SCHOOLKIND... 3

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL)

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

(afzonderlijk in te vullen per les)

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019)

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

Stageconcept en -planning

Infosessie stage communicatiewetenschappen. Stagecoördinator Eva Koppen

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

* schrappen wat niet past

Zelfstandige stage. Situering. Wat verwachten we van de student? Leraar Lager Onderwijs Thomas More Mechelen

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018

Lesvoorbereidingsformulier

(afzonderlijk in te vullen per les)

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

PARTICIPEREND OBSERVEREN. 20/09 NM, 21/09 VM (i.f.v. module 1 ste BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

INHOUDSTAFEL. 1. Situering. 2. Inhoud en organisatie van de module jonge schoolkind

Beste collega. Stages. Observatiestage

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Didactische Competentie algemeen. Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

Mentor on the Move. 2 oktober 2015

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR

Mentorenvorming BaLO Diest: 10/10/2017

Naam student: School: Praktijk fase 1- Attitudes mentor. Mentor(en): Leeftijd kleuters: Maandagen observeren en participeren 2015

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

VERWACHTE VOORKENNIS De student neemt een kritisch reflectieve en onderzoekende houding aan.

BaLO welkom

. : WAT JE MOET WETEN... VOOR EEN GOEDE STAGE

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Huiswerkbeleid Basisschool ATHENEUM DENDERMONDE

Begeleidingsdocument

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

SEM 1. SEM 2 14/03-15/03 : 6 lessen (+ aanvragen opdrachten) BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

Interpersoonlijk competent

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT

HAO LEERTAAK LESVOORBEREIDING UITDAGENDE LEEROMGEVING

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Teamteaching Sem II - 2 BaLO

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

SAMEN SCHOOL MAKEN. Huiswerkbeleid van VIA Basisschool Onze-Lieve-Vrouw

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Beste collega. Stages

UCLL groep lerarenopleiding MODULE LEERZORG. Praktijkgroeiboek Leerzorgstage Semester 5. Academiejaar Campus Heverlee/Diest.

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Hieronder krijgen jullie een woordje uitleg bij de clustertoewijzing, de inhoudelijke thema s en de aanspreekpunten.

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase naam student:

1 Praktische gegevens

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS)

2. Leeftijd jaar 10 59% jaar 2 12% jaar 1 6% > 31 jaar 4 24%

kempelscan K1-fase Eerste semester

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Verkorte trajecten Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Beste Stagiair. Eerst en vooral, fijn dat je er voor wil gaan als hoofdanimator!

Lesvoorbereidingsformulier

Transcriptie:

UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest praktijkgroeiboek jonge schoolkind semester 5

2 1 INHOUDSTAFEL 1 INHOUDSTAFEL... 2 2 ORGANISATIE VAN PLANMATIG EN INTEGREREND WERKEN EN OMGAAN MET VERSCHILLEN... 3 2.1 kalender... 3 2.1.1 overzicht stage activiteiten semester 4... 3 2.1.2 indienen stageformulieren... 3 2.2 informatie vanuit de lerarenopleiding... 3 2.2.1 stagecoördinatie... 3 2.2.2 studietrajectbegeleiders (STB)... 3 3 CONTRACTTAKEN... 4 3.1 situering contracttaken... 4 3.2 overzicht contracttaken... 4 3.3 richtlijnen lesonderwerpen... 9 3.3.1 aanvraag lesonderwerpen... 9 3.3.2 lesontwerpformulier met toelichting... 9 3.3.3 lesgang met toelichting... 9 3.3.4 verkorte vorm van lesontwerpen...11 3.3.5 wenselijke lesonderwerpen in semester 4...12 4 BEGELEIDING EN BEOORDELING... 13 4.1 begeleidingsformulier en zelfreflectie in te vullen door de student...13 4.2 feedback op contracttaken... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.3 gebruik van de begeleidings- en beoordelingsformulieren... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.4 bindende praktijkafspraken...14 4.4.1 oriëntatiestage...14 4.4.2 aanvraag, inhoud, uitwerking en herwerking van de lessen...14 4.4.3 W.O. thema...15 4.4.4 cultuureducatief project...15 4.4.5 het indienen van lessenroosters en reisplan...15 4.4.6 afwezigheid, overmacht, ziekte, tijdens stage...15 4.4.7 indienen stagemap...15 4.4.8 algemene afspraken...16 4.5 clausulering taalcompetenties 21, 22 en 24 voor praktijk 2 BaLO...16 4.5.1 wanneer wordt geclausuleerd op taalcompetentie 24 in praktijk 2 BaLO?...16 4.5.2 wanneer wordt geclausuleerd op taalcompetentie 21 en / of taalcompetentie 22 in praktijk II in 2 BaLO?... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

2 ORGANISATIE VAN PLANMATIG EN INTEGREREND WERKEN EN OMGAAN MET VERSCHILLEN 2.1 kalender 2.1.1 overzicht stage activiteiten semester 4 datum stage dinsdag 26 januari '16 donderdagvoormiddag 28 januari '16 (optioneel) dinsdagvoormiddag 16 februari '16 (optioneel) donderdag 18 februari '16 activiteit oriëntatiestage: observeren, participeren, gesprek met klasmentor, participatiestage met uitvoering van kennismakingsactiviteit maandag 28 februari tot en met woensdag 2 maart '16 actieve stage deel 1 vrijdag 11 maart '16 zorgdag maandag 25 april tot en met woensdag 4 mei '16 actieve stage deel 2 donderdag 3 maart '16 maandag 9 mei '16 dinsdag 10 mei '16 inhaaldag inhaaldag inhaaldag 2.1.2 indienen stageformulieren - De studenten die zelf een stageschool (los meewerkende stageschool) zochten, nemen contact op met hun stageschool ten laatste acht dagen voor de oriëntatiestage zodat de klasmentor de tijd krijgt lesonderwerpen te bepalen. - De partnerscholen worden door de stagecoördinator hiervan op de hoogte gesteld. 2.2 informatie vanuit de lerarenopleiding 2.2.1 stagecoördinatie centrale administratie van verdeling van stageplaatsen door de opleidingssecretaresse, Bieke Stals (met ondersteuning van de jaarcoördinator, Inge Devis) bieke.stals@ucll.be 016 37 54 03 administratie inge.devis@ucll.be 016 37 54 00 stagecoördinator Zij zijn aanspreekpunt: - verdeling stageplaatsen/wijzigingen in toezeggingen of vragen hieromtrent - vragen voor doorverwijzing naar studietrajectbegeleider - ernstige problemen 2.2.2 studietrajectbegeleiders (STB) I. Devis inge.devis@ucll.be B. Callewaert björn.callewaert@ucll.be A. Schellemans ann.schellemans@ucll.be T. Vandersmissen tim.vandersmissen@ucll.be A. Van Eynde an.vaneynde@ucll.be

3 CONTRACTTAKEN 3.1 situering contracttaken Waar de studenten zich tijdens semester 3 bekwaamden in het optimaliseren van het maken van een goed opgebouwde les en het onderbouwd werken, wordt in semester 4 de nadruk gelegd op het planmatig en integrerend werken en het omgaan met verschillen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vaktaken en stagetaken. De vaktaken worden opgegeven vanuit een bepaald vak, worden verwerkt in de lessen van dat vak en worden eventueel ook geëvalueerd door de vaklector. De stagetaken worden echter begeleid door de klasmentor en/of beoordeeld door de studietrajectbegeleider De studenten realiseren alle opdrachten tijdens de stage van semester 4. 3.2 overzicht contracttaken VERANTWOORDELIJKHEID 1 SAMEN SCHOOL MAKEN organisatievorm verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor Taakveld 2: De leraar als partner van collega s, ouders en externen 2.1 Een weekrooster uitwerken In overleg met de klasmentor een weekrooster uitwerken - individueel voor de stage deel 2 (april/mei) - aan de hand van de lesonderwerpen zelfstandig een weekrooster ontwerpen begeleidingsadvies door klasmentor Taakveld 3: De leraar als ondersteuner van diversiteit 3.1 Coöperatief leren Een groepswerk organiseren tijdens stage deel 2 en accentueren in beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap waarbij coöperatief leren wordt toegepast met reflectie hierover. stagemap. 3.2 Een gesprek voeren met zorgcoördinator Een gesprek voeren met de zorgcoördinator over de tijdens observatie- en participatiedag i.f.v. omgaan met verschillen (zorgdag) op vrijdag 11 - beoordeling door studietrajectbegeleider - uitgebreid verslag opnemen in stagemap verschillende taken binnen de school. maart '16 (gesprek kan op andere dag als zorgcoördinator niet aanwezig is) 3.3 Klasondersteuning bij differentiatiemomenten - Ondersteunen van de klasmentor tijdens differentiatiemomenten. - Begeleiden van inoefening van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben binnen de klas en/of taakklas. tijdens observatie- en participatiedag i.f.v. omgaan met verschillen (zorgdag) op vrijdag 11 maart '16 begeleidingsadvies door klasmentor

VERANTWOORDELIJKHEID 2 FUNCTIONEREN BINNEN EEN (KLAS)GROEP organisatievorm verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor Taakveld 4: De leraar als opvoeder 4.1 Vaktaak: kennismakingsactiviteit Kennismakingsactiviteit uitwerken om de leerlingen te leren kennen. Hou er rekening mee dat de realiseren tijdens de tweede (verplichte) participatiedag op donderdag 18 februari - beoordeling door lector sociale vaardigheden - de eerstvolgende sessie sociale vaardigheden de taak indienen leerlingen op dit tijdstip elkaar al kennen, maar jij hen niet en zij jou niet. '16 Organisatie van het klaslokaal Het visualiseren en het aantrekkelijk en functioneel inrichten van het klaslokaal i.f.v. de didactische werkvormen door o.m. het ontwerpen van didactisch materiaal, een actualiteitsbord, een prikbord, een WO-hoek, individueel tijdens stage begeleidingsadvies door klasmentor Taakveld 5: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen binnen een krachtige leeromgeving 5.1 Beginsituatie bepalen - Informatie over de beginsituatie individueel invullen en bijvoegen in stagemap beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap verzamelen door observatie van de klas en gesprek met de mentor. Hiervoor maak je gebruik van de infowijzer. - Vul de infowijzer doorheen de stageperiode in een andere kleur aan met relevante en bijkomende observatiegegevens. 5.2 Aanwenden van informatie over beginsituatie. individueel tijdens stage begeleidingsadvies door klasmentor en paraaf op overzichtsblad De verkregen informatie over de beginsituatie en de reflectie daarop aanwenden in de daaropvolgende les op vlak van opdrachtformulering, groepsvorming, 5.3 Zelfontdekkend leren Ten minste binnen één leergebied individueel tijdens stage deel 2 en duidelijk beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap ruimte creëren voor zelfontdekkend leren. accentueren in stagemap 5.4 Didactische verantwoording uitschrijven - Stage deel 1: Je noteert bij elke les de didactische verantwoording. Bij lessen uit eenzelfde leergebied die op individueel tijdens stage beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap

elkaar volgen, volstaat één verantwoording. - Stage deel 2: Je noteert bij minimum tien lessen een didactische verantwoording. Bij lessen uit eenzelfde leergebied die op elkaar volgen, maak je maar één verantwoording. 5.5 Variatie in lesinstappen en lesovergangen aantonen Tijdens de stage deel 2 tenminste drie verschillende lesinstappen en drie verschillende lesovergangen gebruiken. 5.6 Foutenanalyse maken Foutenanalyse maken van een afgenomen toets of een werkblad. Een verbetersleutel maken. Schriftelijke feedback geven en de volgende les hierbij aanknopen individueel tijdens stage deel 2 - individueel tijdens stage - de student voegt de foutenanalyse toe in de stagemap begeleidingsadvies door de klasmentor - begeleidingsadvies door klasmentor (op overzichtsblad van het dossier permanente evaluatie) - beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap VERANTWOORDELIJKHEID 3 organisatievorm KWALITEIT BEWAKEN Taakveld 7: De leraar als zelfsturende professional 7.1 Zelfreflectie invullen van individueel tijdens stage tenminste 2 lessen per dag - Per stagedag vul je tenminste 2 zelfreflecties in van die lessen waarvan de klasmentor geen verslag heeft gemaakt. - Concretiseer je eigen didactisch handelingen. Expliciteer zowel je geslaagde als niet-geslaagde didactische handelingen. Formuleer alternatieven voor de niet-geslaagde didactische handelingen. 7.2 Zelfreflectieformulier invullen op individueel na stage het einde van elke stageperiode. Beoordelen van eigen reflectievermogen. - Stage deel 1: je vult het formulier voorbereiding op gesprek na stage deel 1 in. - Stage deel 2: je vult het reflectie-syntheseformulier in. - Je licht je persoonlijke leerpunten toe en je verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor - beoordeling door studietrajectbegeleider - op het lesontwerpformulier is (per les) plaats voorzien voor deze reflectie. - beoordeling door studietrajectbegeleider - het formulier voorbereiding op gesprek na stage deel 1 en reflectiesyntheseformulier worden digitaal doorgestuurd.

verduidelijkt de competenties met eigen reflectiegegevens. Wees concreet genoeg in het uitschrijven en bewijs waar mogelijk wat je beweert. Taakveld 8: De leraar als lid van de onderwijsorganisatie 8.1. Risicoanalyse Individueel bij Druk het VGM-formulier af dat je participatiestage vindt op de community stage BALO Diest. Laat het invullen en ondertekenen. 1 exemplaar voor de stageschool 1 exemplaar komt in je stagemap - op te nemen in stagemap VERANTWOORDELIJKHEID 4 ONDERWIJS ONTWIKKELEN organisatievorm verwerking / verslag / beoordeling door studietrajectbegeleider / begeleidingsadvies door klasmentor Taakveld 9: De leraar als onderzoeker en vernieuwer 9.1 Persoonlijke en creatieve inbreng bij lesontwerpen Je mag de handleiding als leidraad gebruiken, maar je moet oog hebben voor de beginsituatie en zorgen voor een persoonlijke inbreng bij het ontwerpen van je lessen. Geef aan in je stagemap waar je persoonlijke inbreng tot uiting komt (vb. markering in bepaalde kleur). Noteer eventueel op een apart blad. individueel tijdens stage - begeleidingsadvies door klasmentor - beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap. Taakveld 11: De leraar als begeleider in het gebruik van ICT en multimedia 11.1 Vragenlijst invullen met betrekking tot de ICT-infrastructuur individueel tijdens stage semester 4 beoordeling door studietrajectbegeleider bij het indienen van de stagemap Vul de beginsituatie met betrekking tot de ICTinfrastructuur in door observatie van de klas en gesprek met de mentor. Maak hiervoor gebruik van de infowijzer. Voeg dit toe aan je stagemap. 11.2 Op welke momenten, voor welke lessen zou je ICT kunnen inschakelen? Vul het formulier dat je vindt in de cursus praktijk/didactisch atelier media op Toledo in en voeg het toe aan je stagemap. Tijdens de didactische ateliers wordt er individueel tijdens stage semester 4 Beoordeling door STB bij indienen van de stagemap.

gezocht naar manieren om ICT in te schakelen om tegemoet te komen aan de noden. 11.3 ICT effectief inschakelen tijdens de stage - Schakel ICT minstens één keer in als middel om je lessen te verrijken (PP presentatie, gebruik beamer, ) en één keer om in te spelen op individuele verschillen. - Maak een selectie uit de mogelijkheden die je opsomde in contracttaak 11.2 (markeer op het formulier!) en voer deze uit tijdens de stage. - Duid duidelijk aan in je lesontwerpen waar en hoe je ICT inschakelt. individueel tijdens stage semester 4 begeleidingsadvies door klasmentor en paraaf op het overzichtsblad van de contracttaken in het permanent evaluatiedossier

3.3 richtlijnen lesonderwerpen en lesontwerpen 3.3.1 aanvraag lesonderwerpen De studenten spreken zelf met de klasmentor af wanneer lesonderwerpen afgehaald kunnen worden. richtlijnen - op dinsdag 26 januari '16 worden de onderwerpen voor de stage in maart meegegeven - tijdens de stage in maart worden de onderwerpen muzische + W.O. thema meegegeven voor de stage in april/mei - uiterlijk op vrijdag 11 maart '16 worden de overige onderwerpen meegegeven De klasmentor geeft de studenten een concrete omschrijving van het lesonderwerp en wat hij/zij ervan verwacht. We vragen u in de mate van het mogelijke met deze richtlijnen rekening te houden, zodat onze studenten voldoende tijd hebben om hun lessen grondig voor te bereiden. 3.3.2 lesontwerpformulier met toelichting De studenten vinden deze formulieren op toledo 3.3.3 lesgang met toelichting TIMING LESGANG + LEERINHOUDEN DIDACTISCHE WERKVORMEN, MATERIAALGEBRUIK EN ORGANISATIE 1. Fasering 1. Keuze van de werkvormen Een tijdsaanduiding kan nuttig zijn om zich vooraf te bezinnen over de duur van de verschillende fasen. Geef daarom aan wanneer elke nieuwe lesfase vermoedelijk zal beginnen of hoelang ze zal duren. Als je dit doet, vermijd je vast en zeker veel te lange inleidingen of loop je minder kans tien minuten te vroeg klaar te zijn met je les. In een les kan je meestal volgende fasen onderscheiden. a. Inleiding bijvoorbeeld: - aandacht trekken - belangstelling opwekken - probleem stellen - bij gekende leerstof aansluiten b. Leskern bijvoorbeeld: - contact met nieuwe leerinhouden - probleemoplossing - aanbrengen en ordenen van informatie - expliciteren van regels -... c. Vastzetting en/of verwerking bijvoorbeeld: - inhaalmoment - inoefeningen van leerstof - nagaan of de vooropgestelde doelen bereikt zijn (evaluatie) Enkele tips waarmee je rekening kan houden: - variatie in werkvormen ondersteunt de motivatie en de concentratie van de leerlingen; - kijk na of eenzelfde werkvorm niet te lang aangehouden wordt of niet te dikwijls terugkomt in opeenvolgende lessen; - activeer meerdere leerlingen door hen zoveel mogelijk de gelegenheid te bieden zelf te ontdekken, te handelen, te verwoorden, te besluiten,...; - hou ook steeds rekening met de individuele verschillen tussen de leerlingen, pas het tempo aan waar nodig, voorzie bijkomende hulp voor zwakkere leerlingen en moeilijkere of bijkomende oefenstof voor de 'vlugge' werkers;

-... Deze lesfase voorzie je doorgaans op het einde van je les. Soms kan je nochtans ook verwerkingsmomenten voorzien telkens een deel van de leskern is afgewerkt. - overweeg uiteraard of de gekozen werkvorm de meest aangewezen is om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren. In veel lessen zal je merken dat een lesfase in meerdere lesmomenten kan worden opgesplitst. Ook deze lesmomenten gaan we benoemen in termen van de lesdoelen die je beoogt. De structuur van een les geef je aan door de lesmomenten en -fasen te onderstrepen en/of te nummeren. Zo springt de lesopbouw ook visueel direct in het oog van iedereen die je voorbereiding inkijkt. 2. Uitschrijven van de leerinhoud 2. Uitschrijven van de werkvorm Bij elk lesmoment wordt een bondige beschrijving gegeven van de leerinhouden die in die bepaalde les aan bod komen: a. Zeg voor elk lesmoment duidelijk welke werkvorm je kiest en beschrijf daarbij kort hoe je het verloop ervan ziet; vermeld daarbij expliciet wat jij als stagiair doet en wat je van de leerlingen verwacht: = het 'WAT' van de les = het 'HOE' van de les Enkele richtlijnen: - Beschrijf de leerstof gestructureerd en in telegramstijl (een doorlopende tekst van wat je letterlijk denkt te zeggen is dus niet gewenst). - Voor uitgebreide stukken leerstof (vb geschiedenis, vertellen,...) kan je verwijzen naar bijlagen die je aan je voorbereiding toevoegt. - Sleutelvragen die het verloop van de les bepalen of vragen die essentieel zijn in de leerstofoverdracht worden WEL letterlijk genoteerd. Vragen ter motivatie, organisatorische vragen,... hoef Vanuit de cursussen algemene didactiek en vakdidactiek zullen de werkvormen die meest gangbaar zijn in de lagere school bestudeerd worden. Naarmate het schooljaar vordert, zal dus ook van jou gevraagd worden dat je de juiste terminologie in je lesvoorbereidingen hanteert en dat je die werkvormen kiest die meest geschikt zijn om de doelstellingen van de les te bereiken. b. Materiaalgebruik

je niet op te nemen. - Oplossingen van oefeningen, antwoorden die je als juist zal accepteren, woordverklaringen,... neem je steeds op in je voorbereiding zodat controle over de juistheid van de leerstof mogelijk is. - Denk ook eens na of je een alternatieve formulering kan geven voor een bepaald stuk leerstof dat door de klas misschien niet direct begrepen wordt. In de beschrijving van de werkvormen vermeld je ook van welke hulpmiddelen klasmentor en/of leerlingen gebruik maken en hoe ze dit doen. Denk er steeds aan voldoende materiaal te gebruiken en het materiaal dat je inschakelt veelvuldig aan te wenden! Contact met nieuwe leerinhouden start best op concreet niveau in de lagere school. 3.3.4 verkorte vorm van lesontwerpen c. Lokaalschikking Je kan tenslotte ook aangeven hoe de lokaalschikking is (of wijzigt) tijdens de les en welke organisatorische maatregelen je neemt om de les vlot te laten verlopen. In het kader van differentiëren kunnen studenten die de lesontwerptechniek beheersen, mits toestemming van hun studietrajectbegeleider en na het volgen van een sessie i.v.m. de verkorte lesontwerptechniek, vanaf de stage deel 2 deze verkorte vorm hanteren. Hierbij worden de verschillende opeenvolgende lesmomenten chronologisch in doelgerichte titelformuleringen uitgeschreven. De kolomindeling valt nu weg. In het uitschrijven van de leerinhoud moet de manier waarop leerlingen leren benadrukt worden. De werkvormen die in een bepaald lesmoment centraal staan worden correct benoemd; ook de timing wordt niet vergeten. Te raadplegen bronnen: Bogaerts, H. (2012), Het ontwerpen van lessen, Leuven, Acco. Bogaerts, H. (2004), Praktijkbundel, Leuven, Acco.!! De afspraken i.v.m. de inhoud en de uitwerking van de lessen worden steeds nageleefd. Dit betekent dat de lessen voldoende en volledig worden uitgewerkt en afgegeven, conform de gegeven richtlijnen die van toepassing zijn voor de respectieve jaren en conform module voor ontwerpen van lessen. De lessen worden volledig afgegeven (bijv. alle bijlagen, werkblaadjes, lesverslag, ingevuld lesontwerpformulier...), zowel bij een eerste versie, als bij de herwerking als bij de definitieve versie. Werk- en oefenbladen worden steeds verzorgd en getypt toegevoegd. Bij herwerkingen is de originele versie steeds duidelijk te onderscheiden. Indien de student zich niet aan voorgaande afspraken houdt, dan wordt dit verrekend in zijn resultaat op stage (professionele houding)

3.3.5 wenselijke lesonderwerpen in semester 4 Tijdens de stage deel 1 realiseren onze studenten een door de lerarenopleiding opgelegd W.O. thema in tenminste 2 en maximum 5 lestijden. Verder mogen de studenten van 2 BaLO in principe alle lessen van alle leergebieden geven. Ze krijgen liefst onderwerpen met concrete opdrachten waarbij voldoende informatie kan gevonden worden. Een uitzondering bestaat er voor de lessen beweging en Frans: BEWEGING WENSELIJK - spellessen; lessen met klein materiaal; - balvaardigheid; hindernisparcours; circuit; - praktische basisvaardigheden; ritmiek; - expressie - zwemmen: opwarming en watergewenning; begeleiden van deelgroepen met specifieke opdrachten FRANS - woordenschat aanbrengen + dialoogje lezen NIET WENSELIJK - bewegingskunsten 3de graad (handenstand, radslag, trampolinegebruik ) - specifieke sporttechnieken (lay-up, hoogspringtechnieken ) - volledige zwemlessen aan de hele klasgroep - grammatica - liedjes en versjes Tijdens de stage deel 2 realiseren de studenten een door de klasmentor opgelegd W.O. thema en een in de opleiding uitgewerkt beperkt cultuureducatief project. De beperking voor de lessen Frans valt weg. De didactiek van Frans is nu gezien. De beperking voor de lessen beweging blijft bestaan.

4 BEGELEIDING EN BEOORDELING Als leidraad voor de invulling van de formulieren kan gebruik gemaakt worden van de competentiematrix van de opleiding professionele bachelor in onderwijs-lager onderwijs KHLEUVEN uitgegeven bij ACCO (2014). Daar vindt men per taakveld van een leraar lager onderwijs een inventaris van kerncompetenties van de opleiding. Ze zijn vertaald in groeilijnen die aangeven hoe een (kandidaat) onderwijzer doorheen authentieke leersituaties in het werkveld geleidelijk evolueert naar professioneel leraarschap. 4.1 Lesverslagen In te vullen door de klasmentor ( graag twee les verslagen per dag ) de studietraject- en praktijkbegeleider Studenten zorgen zelf voor voldoende exemplaren in hun stagemap. 4.2 Reflectie door de student Het is belangrijk dat studenten zichzelf leren beoordelen in hun professionele groei. De studenten reflecteren over en expliciteren hun eigen didactisch handelen. Zelfreflectie ( zie stagetaak 7.1 ) 2 zelfreflecties per dag bij voorkeur op lessen waarvan geen stageverslag gemaakt werd na stage deel 1 formulier voorbereiding op gesprek na stage deel 1 De student vult na afronding van stage deel 1 het formulier voorbereiding op gesprek na stage deel 1 in. Dit wordt digitaal doorgestuurd naar de studietrajectbegeleider binnen de drie dagen na afronding van stage deel 1. Het begeleidingsformulier van de klasmentor wordt eveneens binnen de drie dagen na afronding van de stage afgegeven aan de studietrajectbegeleider. na stage deel 2 reflectie-syntheseformulier Na afronding van stage deel 2 vult de student het reflectie-syntheseformulier in. De student stuurt dit document binnen de drie dagen door aan de studietrajectbegeleider. De student geeft op het reflectie - syntheseformulier per competentie en per taakveld het beheersingsniveau weer. Het niveau wordt beargumenteerd per kerncompetentie. Daarnaast worden ook al concrete actielijnen bepaald. Het stageverslag van de klasmentor en de stagemap worden eveneens binnen de drie dagen na afronding van de stage afgegeven aan de studietrajectbegeleider. Het is belangrijk dat studenten zichzelf leren beoordelen in hun professionele groei. De studenten reflecteren elke stagedag over minstens twee lessen waarvan de klasmentor geen verslag maakt. 4.3 Begeleidingsformulier na stage deel 1 door de mentor Op het einde van de stage deel 1 in maart vult de klasmentor het begeleidingsformulier in en geeft dit mee met de student. Op dit formulier maakt de mentor een overzicht van de sterke kanten en de werkpunten van de student. De klasmentor bezorgt het begeleidingsformulier zo snel mogelijk na de stage deel 1 en licht het in een gesprek toe. 4.4 Stageverslag na stage deel 2 door de mentor Op het einde van de stageperiode in mei vult de klasmentor het stageverslag in en geeft dit mee met de student.

4.5 feedback op contracttaken De contracttaken die vaktaken zijn, worden verrekend in de evaluatie van de opleidingsonderdelen waarvoor ze opgegeven werden. Over de contracttaken die stagetaken zijn, geeft de klasmentor begeleidingsadvies, de studietrajectbegeleider beoordeelt ze en verrekent deze in de beoordeling van de didactische stage (het stagecijfer). De verantwoordelijkheid voor de stagetaken ligt bij de student. De uitvoering ervan beïnvloedt de beoordeling van zijn professioneel functioneren. De studietrajectbegeleider baseert zich hiervoor op de informatie over professionele groei van de student van de betrokken mentoren en lectoren uit het opleidingsinstituut. 4.6 bindende praktijkafspraken 4.6.1 oriëntatiestage - Op deze dag (dinsdag 26 januari '16 en donderdag 18 februari '16) is het de student die zich informeert over het school- en klasgebeuren en de beginsituatie van de kinderen en de klasgroep verkent. Hij vult de infowijzer in, kan zich documenteren, maakt afspraken over het verloop van de actieve stage. Verder is een gesprek met de klasmentor wenselijk over wederzijdse verwachtingen in verband met de stage of specifieke elementen van de beginsituatie van de kinderen met inzage van werkschriften en/of handboeken in de school. Tenslotte wordt met de klasmentor de verdere dataplanning afgesproken zodat het taakverloop voor beide partijen duidelijk is. * Zo mogelijk krijgt de student op de oriëntatiestage voor stage deel 1 (op dinsdag 26 januari '16) ook al (een aantal) onderwerpen voor de stage in maart. * Zo mogelijk krijgt de student op tijdens stage deel 1 ook al (een aantal) onderwerpen voor de stage deel 2 (eind april/begin mei), bijvoorbeeld het W.O. thema en de muzische vakken. * Zo mogelijk krijgt de student tijdens de zorgdag op vrijdag 11 maart '16, de resterende onderwerpen voor de stage eind april/begin mei. - Tijdens de oriëntatiestage worden er concrete afspraken gemaakt met de klasmentor inzake indienen en afhalen van de lesontwerpen. Het is heel belangrijk dat de student genoeg tijd heeft om een les te herwerken en deze herwerking terug aan de klasmentor aan te bieden vóór de lesrealisatie. 4.6.2 aanvraag, inhoud, uitwerking en herwerking van de lessen - Voor de los meewerkende stagescholen wordt het lessenrooster, samen met de stagebrief, ingediend ten laatste 8 dagen voor de oriëntatiestage. Aan de partnerscholen bezorgt de stagecoördinator zelf de nodige documenten. - De stagemap met lesontwerpen (volledig met werkblaadjes ) wordt minstens één week voor de stage aan de klasmentor ter controle aangeboden. Alternatieve regelingen worden vooraf besproken met de klasmentor. Technische mankementen van de computer vormen geen excuus voor het niet tijdig indienen van de lesontwerpen

4.6.3 W.O. thema - Tijdens stage deel 1 werkt de student gedurende minimaal 2 en maximaal 5 lestijden een door de opleiding opgelegd W.O. thema uit. De mentor gaf zijn voorkeur uit de drie voorgestelde opties reeds door. - Tijdens stage deel 2 werkt de student een door de klasmentor gekozen W.O. thema uit. 4.6.4 cultuureducatief project In het opleidingsonderdeel cultuureducatie willen we de studenten bewust te maken van hun rol als cultuurmediator tussen leerlingen en cultuur. Het thema dit academiejaar betreft hoe beelden de werkelijkheid beschrijven en vooral beïnvloeden. Daarom zouden de studenten in de stageperiode van 25 april tot 4 mei een aantal lessen geven i.v.m. dit thema (totaal ca. 150 minuten). De bedoeling is dat deze lessen aansluiten bij de lessen Godsdienst en/of W.O. en/of muzische vorming. In een eerste les geeft de stagiair input (50 minuten). Hierin wordt duidelijk gemaakt dat een eerder besproken lesonderwerp (W.O. / Godsdienst / muzische) via beelden heel anders belicht kan worden. In een muzische les gaan de leerlingen vervolgens zelf aan de slag (75 of 100 minuten). De studenten proberen hier de leerlingen uiting te laten geven dat ze inderdaad nadenken over de impact die beelden op velerlei manieren kunnen hebben. Het is de bedoeling dat ze de leerlingen duidelijk maken dat beelden (het kernthema van de studenten) een enorme impact hebben op de beschrijving en beïnvloeding van de werkelijkheid. 4.6.5 het indienen van lessenroosters - Voor stage deel 1 wordt het lessenrooster ten laatste op 19/02/2016 ingevoerd in het SIS. Voor stage deel 2 wordt het lessenrooster ten laatste op 15/04/2016 ingevoerd in het SIS. - Wijzigingen in het lessenrooster tijdens de actieve stage worden zo snel mogelijk aangepast in het SIS en aan alle betrokken praktijk- en studietrajectbegeleiders gemeld via mail! 4.6.6 afwezigheid, overmacht, ziekte, tijdens stage - Als de lessen van de student niet kunnen plaats vinden observeert hij en/of neemt hij deel aan de activiteit die in de plaats komt: een pedagogische studiedag, een leerwandeling, een eucharistieviering,. Er wordt een kort verslag gemaakt eventueel aangevuld met documentatie. - Indien deze activiteiten plaats hebben tijdens de stage, dient de student niet in te halen indien deze 2 halve dagen of 1 volle dag in beslag nemen én op voorwaarde dat de student deze bijwoont en een verslag maakt. In alle andere gevallen haalt hij de lessen in op de voorziene inhaaldagen. Bij twijfel neemt hij contact op met de stagecoördinator. - Elke afwezigheid wordt gemeld in het opleidingsinstituut, bij de studietrajectbegeleider en bij de klasmentor en gewettigd met een doktersattest. 4.6.7 indienen stagemap - De student dient zijn stagemap in samen met het stageverslag van de klasmentor ten laatste drie dagen na het beëindigen van de stage in mei. - Laattijdig indienen zonder verwittiging en geldige reden wordt verrekend bij administratieve stiptheid.

- Indien de stagemap en het stageverslag niet worden ingediend ten laatste vijf werkdagen voor de praktijkevaluatie van de stageperiode wordt de stage niet meer voor beoordeling in aanmerking genomen en haalt de student bijgevolg een onvoldoende. De studenten krijgen de stagemappen terug na de praktijkdeliberatie. De studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het ophalen van hun stagemappen. 4.6.8 algemene afspraken - De eindevaluatie voor de praktijk is geen rekenkundig gemiddelde van de afzonderlijke lesbeoordelingen. Voor de beoordeling van stage wordt gecontroleerd of de student minstens niveau 2 behaalt op de grijs gearceerde competenties. Ook de evolutie is belangrijk over het hele jaar. - Het niet slagen op een gedeelte van het opleidingsonderdeel praktijk kan leiden tot een onvoldoende voor het geheel. De examencommissie heeft de plicht en het recht om studenten niet te laten slagen; een tussencijfer heeft geen autonome betekenis. 4.7 clausulering taalcompetenties 21 en 22 voor praktijk 2 BaLO 4.7.1 wanneer wordt geclausuleerd op taalcompetentie 21 en 22 (kan voor schriftelijke en/of mondelinge taal) in praktijk 2 BaLO? Als de student tijdens de verschillende stages: schriftelijke taalfouten op bord schrijft taal taalfouten op werkbladen voor leerlingen schrijft/typt taalfouten in schrijfproducten (opstel, werkblad, agenda, ) van kinderen laat staan opvallend veel taalfouten in lesontwerpen en reflectieverslagen schrijft mondelinge een spraakgebrek vertoont (= onvoldoende trilling bij de uitspraak van taal tongpunt-r of huig-r, tong tussen de tanden bij de uitspraak van s/z/t/ d/n/l, zeer scherpe uitspraak van s, algemene onzuivere uitspraak) zeer sterkte dialectklanken vertoont en/of het opvallend gebruik van dialectwoorden spreekt met een heel hese stem waardoor de verstaanbaarheid eronder lijdt en/of en/of en/of en/of en/of en/of