VZW Het Roze Huis çavaria Antwerpen Draakplaats 1 2018 Antwerpen t +32 (0)3 288 00 84 www.hetrozehuis.be info@hetrozehuis.be DIVERSITEITSPLAN HET ROZE HUIS Versie 6 december 2011 Het Roze Huis çavaria Antwerpen (HRH) wil een organisatie zijn waar alle holebi s, transgenders en sympathisanten zich thuis voelen, ongeacht hun etnischculturele achtergrond. We sensibiliseren de holebi-, transgender- en allochtone verenigingen in het algemeen en de subdoelgroepen van allochtone holebi s en transgenders in het bijzonder. Het Roze Huis beschouwt een interculturele werking niet enkel als een kwantitatieve (meer mogelijke leden en vrijwilligers) maar ook als een kwalitatieve meerwaarde. Zo zijn we ervan overtuigd dat een interculturele werking voor een meer divers aanbod zal zorgen dat beter inspeelt op diverse noden en smaken. Om bovenstaande opdracht te realiseren werd dit diversiteitsplan uitgewerkt in samenspraak met alle geledingen van de organisatie en bekrachtigd op de Raad van Bestuur van 20 december 2011. Met dit diversiteitsplan wil HRH enerzijds drempels wegnemen en anderzijds initiatieven nemen die de actieve deelname van kansengroepen aan de werking van HRH verhogen. Bij het opstellen van een diversiteitsplan zien we twee basisvoorwaarden. Ten eerste is er nood aan een grondige analyse van drempels en behoeftes die holebi s met een niet-belgische achtergrond ervaren ten aanzien van het holebi verenigingsleven. De ontwikkeling van concrete acties dient met de doelgroep en niet voor de doelgroep te gebeuren. Ten tweede moeten de slaagkansen van het diversiteitsplan nog tijdens de opmaak ervan bewaakt worden. Dit betekent dat doelstellingen en acties ambitieus mogen zijn maar zij dienen de toets van wenselijkheid, noodzakelijkheid en haalbaarheid te doorstaan. 1. Holebi s en transgenders met niet-belgische achtergrond Het aandeel holebi s en transgenders in de totale bevolking is niet met zekerheid te bepalen. Het gaat om een zogenaamd onzichtbare doelgroep. Je kan immers niet aan iemand zien of hij/zij holebi is en er is ook geen bestand waarin iemands seksuele oriëntatie geregistreerd wordt. Op basis van survey onderzoek (zie ondermeer Vincke en Stevens voor Vlaanderen) kunnen we 5% als een realistische schatting nemen. Bovendien is dit sterk afhankelijk van definiëring, die sociocultureel kan verschillen 1. Als we deze schatting als uitgangspunt nemen, betekent dit voor een stad en provincie als Antwerpen, die sterk verkleurt, al snel duizenden holebi s van niet-belgische origine 2. Binnen deze groep is een grote diversiteit aanwezig. Gender is een eerste gegeven. Daar waar de lokale holebi organisaties veelal gemengd zijn, blijft voor sommige (autochtone en 1 Wanneer is iemand holebi? Gaat het om zelfidentificatie, seksuele contacten met iemand van hetzelfde geslacht, verlangens en fantasieën Hoe inclusief is onze definitie en hoe inclusief wil ze zijn? Wie hoort erbij en wie niet? 2 Het concept minderheid vertoont in die context steeds meer gelijkenissen met de toepassing ervan op vrouwen: het gaat steeds meer om ongelijke (participatie)kansen en niet zozeer om een numeriek gegeven. Pagina 1 van 5
allochtone) personen allicht de behoefte bestaan aan een aparte werking. Alleszins dienen we ervan uit te gaan dat gender voor verschillende ervaringen kan zorgen; (ook) voor holebi s met niet-belgische achtergrond. Daarnaast zijn er uiteraard zeer veel verschillende herkomstlanden binnen de groep en dus ook diversiteit naar geloofsovertuigingen, gewoontes, We dienen ook een onderscheid te maken tussen nieuwkomers en 2 de, 3 de of 4 de generatie migranten. Zij hebben niet enkel een verschillende voorgeschiedenis maar bepaalde zaken werken ook verder door eens men in België is. Zo zal geografische nabijheid of afstand van de familie mogelijk een rol spelen bij het zichtbaarheidsmanagement als holebi. Wanneer de familie afkeurend staat tegenover holebiseksualiteit, dan zal dit allicht voor meer moeilijkheden zorgen wanneer deze familie eveneens in België woont dan wanneer er meer afstand is. Deze differentiatie maakt ook duidelijke dat elke groep via verschillende kanalen bereikt zal moeten worden. Ondanks de statische waarschijnlijkheid van een veelkleurige holebi- en transgendergemeenschap op Antwerpse bodem, zien we dit niet weerspiegeld in de huidige holebi- en transgenderverenigingen. Het vrijwilligersbestand van HRH is overwegend wit. Het onthaalteam van HRH geeft aan de jongste jaren een toenemend aantal holebi s met niet- Belgische achtergrond te zien. Dit zijn echter vooral nieuwkomers en zelden 2 de, 3 de, generatie migranten. Ondanks meer voorkomende contacten met de doelgroep, merken we dat in het globale publiek van Het Roze Huis noch in het vrijwilligersaantal meer mensen met niet-belgische achtergrond zich aandienen. 2. Waarom kiest Het Roze Huis voor diversiteit? Een koepelvereniging voor holebi s en transgenders is het aan zichzelf verplicht een aanbod te voorzien voor alle leden van de doelgroep, niet in het minst voor hen die in de meest kwetsbare posities verkeren. HRH is overtuigd dat een grotere diversiteit binnen de werking echter eveneens verschillende voordelen biedt. Verbreding van de werking biedt niet enkel een kwantitatief voordeel (meer potentiële vrijwilligers) maar leidt ook tot een kwaliteitsvollere werking. HRH is overtuigd dat een diverse ploeg vrijwilligers en meer diversiteit in communicatie en aanbod elkaar versterken. Een beter bereik en deelname van holebi s met niet-belgische achtergrond is één zaak. Daarnaast wil HRH het begrip holebi's en transgenders verankeren in de hoofden van de inwoners van de provincie Antwerpen. Dit betekent dat ook naar moeilijker te bereiken groepen heteroseksuelen stappen gezet moeten worden om tot een betere kennis en aanvaarding van holebi s en transgenders te komen. Uiteindelijk leidt dit tot een breed aanbod voor een brede groep en tot concrete dialoog en ontmoeting tussen Antwerpenaren van allerlei pluimage. Hiermee wil HRH een steentje bijdragen aan zowel de emancipatie en empowerment van onze doelgroep als aan het samenleven in Antwerpen meer algemeen. 3. Traject HRH vertrekt zeker niet van nul inzake interculturaliteit. Sinds 2006 gaat HRH actief de dialoog aan met Antwerpse (verenigingen van) etnisch-culturele minderheden. Met de steun van Gelijke Kansen in Vlaanderen werden de eerste stappen gezet in ons Toledo-project. Van eind 2006 tot eind 2009 konden we de dialoog uitbreiden in ons Mazungumzo-project, dat we met steun van de Vlaamse Gemeenschap Inburgering realiseerden. Doelstellingen van deze Pagina 2 van 5
projecten waren het interculturaliseren van het holebi middenveld, via contacten met allochtone verenigingen holebiseksualiteit meer bespreekbaar maken en vormingen opzetten voor professionals die in contact komen met holebi s uit etnisch-culturele minderheden. Met bijkomende ondersteuning door het District Antwerpen werd een portrettenreeks over de verborgen geaardheid van allochtonen en asielzoekers uitgewerkt, Roots met taboe. Hoewel dit projectmatige initiatieven betreft, is er via de convenant met de stad Antwerpen blijvende aandacht voor interculturaliseren. Een rondgang bij de werkgroepen toont aan dat dit leeft. Zo werd De Roze Pen door de werkgroep holebi-bib georganiseerd rond het thema asiel en migratie, en geeft de werkgroep onthaal aan veel holebi s met niet-belgische achtergrond te onthalen en ook interne vorming daaromtrent te voorzien. 4. Krachtlijnen van het diversiteitsplan 4.1 Draagvlak creëren De slaagkansen van een diversiteitsplan zijn sterk afhankelijk van de gedragenheid binnen de organisatie. De thema s etnisch culturele minderheden en holebiseksualiteit worden zowel politiek-ideologisch, door diverse media alsook binnen wetenschappelijk onderzoek vaak tegenover elkaar geplaatst als monolithische blokken. Zonder het met zoveel woorden te zeggen worden holebi s vaak voorgesteld als blank en middenklasse terwijl de vreemdeling heteroseksueel en lagere sociale klasse is. Zonder vooraf stelling in te nemen, is het van belang te erkennen dat deze gespannen relatie allicht ook leeft onder de doelgroep en onder de leden van HRH. Racisme, de (westerse) constructie van het concept holebi, de negatieve houding tegenover holebiseksualiteit die sterker leeft bij bepaalde bevolkingsgroepen, out & proud zijn tegenover een meer discrete beleving van seksualiteit en de nood aan een veilige haven. Het bespreekbaar maken van deze thematieken is noodzakelijk om de lucht te klaren. Een eerste stap richting het creëren van draagvlak werd in samenwerking met De8 gezet. HRH nam deel aan het interculturaliseringstraject voor vrijwilligersverenigingen dat De8 begeleidde. In een tweede fase begeleidde De8 nulmetingen bij de verschillende werkgroepen van HRH. Dit heeft een beeld geschetst van de visie en stand van zaken met betrekking tot interculturaliseren binnen de werkgroepen. Daarnaast heeft het ook een aanzet gegeven voor concrete acties. De toets bij de werkgroepen heeft aangetoond dat zij beducht zijn voor een bijkomende takenlast die een interculturaliseringstraject met zich meebrengt. Doelstellingen en acties mogen ambitieus zijn maar moeten de toets van wenselijkheid, noodzakelijkheid en haalbaarheid doorstaan. Dit betekent dat bepaalde actiepunten slechts in een latere fase aan bod kunnen komen, wanneer het draagvlak gegroeid is, voldoende vrijwilligers beschikbaar zijn en andere randvoorwaarden vervuld zijn. Concrete acties met betrekking tot het creëren van draagvlak werden opgelijst op basis van de nulmetingen en eerdere voorbereidende bijeenkomsten van de WG interculturaliseren. - (Voortgezette) Deelname aan en organisatie van gespreks- en debatavonden met etnisch-culturele minderheden (ECM) en rond ECM thema s. bv. Stadsklap Verder werd gedacht aan volgende acties, ook prioritair maar moeilijk(er) haalbaar: Pagina 3 van 5
- Uitzoeken van mogelijkheden om het thema holebiseksualiteit op de agenda te plaatsen bij ECM. O.a. via stadsklap, inburgering, opleidingen, o.a. bij personeel van RVT s en dienstencentra - Aanwezigheid op multiculturele events - Opzetten van een multimediaal project i.s.m. ECM organisaties en met ondersteuning van partners zoals bv. Stamp Media rond zaken die ons verbinden. Een voorbeeld is te werken rond levensgebeurtenissen, zoals huwelijk, trouw, geboorte, overlijden, Deze zaken zijn universeel hoewel verschillend ingevuld en beleefd door diverse groepen. - Uitwisseling en activiteiten organiseren samen met Wish, Shouf Shouf, Merhaba en Omnia (organisaties die nu al werken rond het thema holebi en ECM). Dit kan gaan over informatie uitwisselen of vorming opzetten om te komen tot een beter onthaal of activiteiten samen organiseren zoals de Nieuwjaarsreceptie, Suikerfeest, - In samenwerking met de stad onderzoeken of er vormingen rond holebiseksualiteit kunnen aangeboden worden aan de docenten MO en Nederlands van de inburgeringcursussen en actief meewerken aan deze vormingen, bv. via getuigenissen. 4.2 Inbedding in de structuren van Het Roze Huis De vrijwilligers die het traject met De8 begeleidden, vormen een volwaardige werkgroep interculturaliseren en dus ingebed in de reguliere structuur van Het Roze Huis. Op die manier kan de werkgroep, bv. via het kwartaaloverleg, de andere werkgroepen blijvend inspireren en stimuleren. - De wg interculturaliseren komt op geregelde tijdstippen samen. De wg neemt deel aan overlegstructuren zoals het kwartaaloverleg en ziet toe op de uitvoering van het diversiteitsplan en voorziet ook in een actualisering van het plan. Verder werd gedacht aan volgende actie, ook prioritair maar moeilijk(er) haalbaar: - Er wordt actief gezocht naar een ECM lid binnen de Raad van Beheer van het Roze Huis. Ook de verschillende werkgroepen worden hiertoe gestimuleerd. 4.3 Drempelverlagend werken Om meer holebi s en transgenders uit de ECM te bereiken dienen we drempelverlagend te werken. Tijdens het uitschrijven van dit diversiteitsplan wordt door het Steunpunt GelijkeKansenbeleid van de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Hasselt onderzoek gevoerd naar de drempels die ECM ervaren bij hun coming-in. Het spreekt voor zich dat bij een latere update van dit diversiteitsplan rekening zal gehouden worden met de bevindingen van dit onderzoek. Dit belet echter niet om nu reeds drempelverlagende acties uit te werken. Pagina 4 van 5
- Screening van het (communicatie)materiaal van HRH door de communicatiedienst van de stad Antwerpen. Op basis van hun advies de nodige aanpassingen aanbrengen aan het materiaal. - Brainstorm met de werkgroep Magneet over mogelijke drempelverlagende acties - Opzetten van vorming over interculturele communicatie en communicatie met mensen in moeilijke situaties. Dit voor de werkgroep onthaal maar ook voor geïnteresseerden uit andere werkgroepen. Niet enkel holebi ECM verenigingen zoals Merhaba zijn hiervoor een aanspreekpunt, maar ook het Boysproject die ervaring hebben met outreachende en laagdrempelige werking. - Onderzoeken van een onthaal via internet - Uitzoeken of WG Holebibib en bibliotheek Permeke samen een laagdrempelige activiteit kunnen organiseren, bv. voorleesmomenten. Verder werd gedacht aan volgende actie, ook prioritair maar moeilijk(er) haalbaar: - Vertalen in meerdere talen van: o de voorstelling van het Roze Huis op de website o flyers voor sommige activiteiten o de folder van het onthaal o het aanbod van de holebibib (dat meertalig is) op de website - Bijkomende kanalen zoeken om de werking meer bekend te maken, voor de promotie van activiteiten, voor verruiming van het netwerk, bv. Atlas - Deelname aan buurtactiviteiten zoals Muziek in de Wijk op Zurenborg. Zoeken naar gelijkaardige buurtinitiatieven waar ECM aanwezig zijn. - Uitwisseling tussen WG onthaal en doorverwijzers (CAW, inburgering, ) om beter zicht te krijgen op elkaars aanbod en efficiënter door te verwijzen. - Een alternatief uitwerken voor het klassieke standje met folders op evenementen. Volgende actie werd als niet prioritair en moeilijk haalbaar beschouwd: - WG Holebibib en website onderzoeken in welke mate het mogelijk is om inhoud online aan te bieden, bv. documentaires. Pagina 5 van 5