Module 6 Uitscheidingsorganen

Vergelijkbare documenten
1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

Gaswisseling Uitscheiding

Uitscheiding en afweer

In welke volgorde vindt deze deling plaats?

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Uitscheiding vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Uitscheiding vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

Module Anatomie en fysiologie

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Fig De Leefstijlacademie

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Algemene anatomie en fysiologie

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

HET ADEMHALINGSSTELSEL

Paragraaf 6.1 en Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Module Anatomie en fysiologie

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte Bouw algemeen Van binnen naar buiten

De huid Wat is de opperhuid (epidermis)?

Longen histologie. 1. Trachea 2. Bronchiën 3. Bronchiolen 4. Terminale bronchiolen 5. Respiratoire bronchiolen 6. Alveoli

Spijsvertering. Voorwoord. Mijn spreekbeurt gaat over de reis van het voedsel. Met een moeilijk woord heet dat Spijsvertering.

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

1. We ademen om te leven

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6

Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Organisatie van de urinewegen

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.

6,9. Werkstuk door een scholier 1972 woorden 23 mei keer beoordeeld

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Werkstuk Biologie Bloed

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling

Samenvatting Biologie Thema 4:

Tractus digestivus externe secretie

Gezonde Leefstijl: Alcohol

1. De huid. Dermatologie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

vwo uitscheiding 2010

1. Anatomie en fysiologie van de huid

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.

Theorie-examen Fysiologie april 2009

Uw behandelend arts heeft problemen aan uw huid geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over de opbouw van de huid.

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

Les 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art.

Ademhalingsstelsel vmbo-b34

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Samenvatting Biologie H13

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.

HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO

Ontzuren en ontgiften

Eiwitten. Voeding en Welzijn

Examen VMBO-KB 2005 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een bijlage.

Voor voortgangtoets 3.1

Trilhaarepitheel = (buitenste laag neusslijmvlies) slijmproducerende cellen + trilhaarcellen

Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen?

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Leeftijd: 0-14 jaar jaar jaar jaar > 70 jaar

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Samenvatting Biologie voor Jou 4b Opslag, uitscheiding en bescherming VMBO

THEMA 8 Opslag, uitscheiding en bescherming EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk. talgklier haarspier. borstelhaar

biologie CSE BB herziene versie

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Hersenen sturen via het zenuwstelsel een boodschap naar een of meerdere organen

DE HUID. 1 Bouw en functie

Fysiologie Huid Spijsvertering

Van cel tot organisme vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Biologie Regeling

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Cellen aan de basis.

Transcriptie:

Module 6 Uitscheidingsorganen 1/20 Proces op celniveau 2/20 1

Stofwisselingproces 3/20 De uitscheidingsorganen Longen wegen gemiddeld 250 gr. Bestaan voor 80% uit bloed. Het oppervlak voor gaswisseling is 75m 2 Huid grootste orgaan, ca. 7% van het lichaamsgewicht. Oppervlak bij volwassenen is ca. 1,6m 2, dikte 0,5 4,5mm Nieren wegen ca. 150gr. Zijn 10 12cm lang en ca. 5cm dik Darmen duodenum, 12 vingerdikten = dunne darm, 5 6m = dikke darm, ca. 1 m, oppervlak dunne darm 150 200m 2, oppervlak dikke darm ca. 4m 2. 4/20 2

Verwarring Het uitscheidingsstelsel moet afvalstoffen van de celstofwisseling uit het lichaam verwijderen. Alle cellen produceren namelijk afvalstoffen uit hun stofwisseling (metabolisme). Deze afvalstoffen zijn giftig en moeten verwijderd worden. Men heeft het dan in eerste instantie over stikstofhoudende afvalstoffen zoals ammoniak. Dit wordt in de lever omgezet tot het veel minder giftige ureum. De lever scheidt het ureum uit in het bloed en het bloed wordt hiervan gezuiverd door de nieren. De nieren zijn de belangrijkste uitscheidingsorganen. Zij scheiden ureum en andere afvalstoffen uit in de urine die zij maken en vervolgens afvoeren naar de buitenwereld. De lever draagt bij tot de verwerking van de afvalstoffen zoals ammoniak (zie hoger), maar kan ook bepaalde afvalstoffen zoals afbraakproducten van geneesmiddelen en van rode bloedcellen (bilirubine) via de gal uitscheiden in de dunne darm en vervolgens via de stoelgang naar de buitenwereld. Dus is het in strikte zin ook een uitscheidingsorgaan. De huid dient vooral voor de warmtehuishouding en niet zozeer voor het uitscheiden van afvalstoffen. De longen dienen voor uitscheiding van koolzuurgas, wat ook een afvalstof is van de stofwisseling. De dikke darm scheidt in feite geen afvalstoffen van de stofwisseling uit, wel de onverteerbare resten van de voeding. 5/20 Bestaan uit: De longen Volume: 5 6 liter er blijft altijd 1,5 liter achter Rechterlong 3 kwabben = Linkerlong 2 kwabben (i.v.m. plaatsing hart) Luchtpijp (trachea) C vormige kraakbeenringen Hoofdbronchi links en rechts, deze splitsen zich nog 16x in Bronchiolen leidt de lucht naar de respiratoire zone Repiratoire bronchiolen en longblaasjes (alveoli) Worden uiteindelijk omsloten door het longvlies (pleura), bestaande uit de P. visceralis en de P. parietalis. 6/20 3

De longen Alveoli Surfactant een lipoproteïne met een hydrofoob en een hydrofiel deel. Aangemaakt door de alveolaire cellen. Verlaagt de oppervlaktespanning. Hierdoor kunnen de Alveoli gemakkelijker uitzetten bij inademing. Het houdt bovendien de alveoli droog en stabiliseert de longen. Zonder, zouden de alveoli inklappen Wanden zijn extreem dun (één cellaag)en doorlatend voor gas Zijn omgeven door een zeer fijn netwerk van haarbloedvaatjes met ook zeer dunne wanden Hemoglobine (Hb) vervoert CO 2 en ruilt dit in voor O 2 d.m.v. diffusie. 7/20 De longen Lucht moet eerst een voorlopig controle apparaat passeren: de neus, de keel, de luchtpijp en zijn vertakkingen Tijdens de gaswisseling wordt ook een deel van de Homeostase gereguleerd, namelijk de zuur basebalans Verstoorde ademhaling kan leiden tot levensbedreigende situaties veroorzaakt door een abnormale zuurgraad van het bloed. Ingeademde lucht: 79% stikstof 20% zuurstof 0,04% koolstofdioxide Uitgeademde lucht: 79% stikstof 16% zuurstof 4% koolstofdioxide 8/20 4

Zuurstof of koolzuurgas? bron van energie de hersenschors het ademhalingscentrum de activiteit van verschillende delen van het centrale zenuwstelsel de vernauwing en verwijding van bloedvaten de spanning van de spieren van bloedvaten en bronchiën de stofwisseling de hormonenproductie de elektrolytische samenstelling van het bloed en de weefsels het zuur base evenwicht van het bloed en de weefsels. 9/20 De longen Voor behoud van een optimale longfunctie: Kruisbloemigen sulforafaan Groene thee EGCG Mediteraan dieet groente/fruit/vis/volkoren Planten OVOC Plek op de weg fijnstof Het weer regen reinigt Bewegen stimuleert. 10/20 5

De Huid Functie: Handhaven ongeschonden toestand Bescherming tegen extern milieu (stoffen en bacteriën) Diverse lagen hebben verschillende functies Uitwisseling van gassen en vloeistof Gevoelszin (lederhuid) waarschuwing! Lage ph zuurmantel, groot bufferend vermogen door aanmerkelijke voorraad H + ionen 11/20 De Huid Opbouw: Epidermis of opperhuid, dikte 0,1 0,7mm Hoornlaag, bestaat uit keratine en bijeengehouden door lipoïden Korrellaag, bestaat uit cellen, waarvan de inhoud is opgedroogd Stekellaag, bestaat uit stekelachtige cellen die zich niet delen Basaalcellenlaag, bestaat uit cellen welke zich continue delen, hier bevinden zich de pigmentcellen (melanocyten, 1500 p/mm 2 ). ook 12/20 6

De Huid Corium of Lederhuid, dikte 1 2mm Papillenlaag, losmazig bindweefsel, bepaald voor een gedeelte ook de opervlaktevorm Netlaag, netvormig weefsel van collagene en elastische vezels, lopen evenwijdig aan het huidoppervlak, bevat de zintuigcellen (gevoel) Zweetklieren, ca. 2 miljoen Exocrien, waterige afscheiding (zweten), vetzuren, zwavel, zouten (NaCl en Na 3 PO 4 ) en ureum (temp.regeling) Apocrien, dik en melkachtige afscheiding, vetalcoholen, vetzuren, lipoïden conditie en bescherming) Samen zorgen zij voor de zuurgraad van de huid Haren gevormd uit dode keratine groeien vanuit de lederhuid. 13/20 De Huid Subcutis of bindweefsellaag, wordt gevormd door in alle richtingen lopende losse collagene en elastische vezels Afhankelijk van de voedingsgewoonten, ontwikkelen zich in deze laag vetcellen. Deze vormen de onderhuidse vetlaag, op de buik kan deze laag wel 5cm dik worden De vetlaag heeft de functie van isolatie en opslagplaats van energie In deze laag bevinden zich ook de zenuwen en bloedvaten, omgeven door glad spierweefsel. De bloedvaten regelen de warmtehuishouding, voedseltoevoer en de verwijdering van afvalproducten. 14/20 7

Voedingsstoffen: De huid en voeding Aminozuren Vetzuren Vitamines (A en C) Voeding: Omega 3 rijke voeding Groenten Anti oxidanten Gefermenteerde voeding Water. 15/20 De nieren Nieren wegen ca. 150gr. Zijn 10 13cm lang en ca. 5cm dik Opbouw nier: Nierkapsel(a) Nierschors met nefronen (b) ca. 1 miljoen Niermerg(c) Nierbekken(d) Nierader en slagader(e) Urineleider (f) urether 16/20 8

De nieren Functie: Uitscheiden stofwisselingsresten en lichaamsvreemde stoffen Uitscheiden van teveel aan water en opgeloste zouten Handhaven van het zuur/base evenwicht (samen met longen) Aanmaak hormonen (erythropoëtine en renine) Rol in metabolische processen (vit. D en schildklierhormoon) 17/20 De nieren Functionele eenheid zijn de nefronen Filteren van het bloed (per 24 uur ca. 1500 2000 l.), hieruit wordt voorurine gemaakt (ca. 180 l.), uiteindelijk wordt door de nieren ca. 1,5 l urine per dag uitgescheiden Aldosteron regelt de terugwinning van Na en Antidiuretisch hormoon de terugwinning van water (aanmaak aquaporines) Eind Lis van Henle is er in de voorurine nog 6% water en 4% opgeloste stoffen aanwezig 24/7 druppelt urine van nieren naar blaas, max. inhoud 200 900 ml. Bij ca. 400 ml, prikkeling gevoelszenuwen ter stimulatie van de urinelozing Urine heeft in tegenstelling tot bloed een wisselende samenstelling. Normaal: ureum, zouten, vitaminen, hormonen en pigmenten. 18/20 9

De darmen Darmen duodenum, 12 vingerdikten = dunne darm 6 7m, oppervlak dunne darm 150 200m 2 = blindedarm ca. 10cm = dikke darm ca. 1 m, oppervlak dikke darm ca. 4m 2 = endeldarm, ca. 15 20cm Functie: Duodenum mengen van de voedselbrei met enzymen en galvloeistof Dunnedarm (jejenum en ileum) opname voedingsstoffen Blinde darm overgang van dun naar dik, is onderdeel van de dikke darm Dikke darm onttrekken van water en zouten Endeldarm opslag ontlasting Anus 2 kringspieren, uitwendig (willekeurig) en inwendig (onwillekeurig). 19/20 De darmen Dikke darm, locatie van de darmflora, bacteriën (microbioom) Bacteriën maken 50% van het gewicht van de darminhoud uit. Het aantal bacteriën in de darm is ca. 100 biljoen (1,5 kg) Ontlasting bestaat voor een groot deel uit dode darmbacteriën Bestaat uit 600 1000 verschillende soorten (persoonlijk), 20 80 regel Steriel geboren, daarna stabiel (m.u.v. ziektes), controle door immuunsysteem Functie afbraak kraakbeen, vezels, aanmaak vit.k Belangrijke bron is gefermenteerd voedsel. 20/20 10