Vergadering van De Statencommissie Verkeer en Milieu. 5 maart 2014 SC VM. Status verslag Concept

Vergelijkbare documenten
Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 6 april 2016

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie van 12 mei 2010

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 26 oktober 2016

HOLLAND. Luchtkwaliteit. Lid Gedeputeerde Staten. R.A. Janssen. Contact Statencommissie Verkeer en Milieu

mevrouw I. van Mulligen

Agendapunt Voorstel Besluit / toezegging Actie door / vervolgprocedure. De commissievoorzitter, dhr. Paymans, opent de vergadering om uur.

Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heer Struijlaard (50Plus) en de heer Scheurwater (SGPenCU).

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 16 mei 2018

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

19.00 uur 1. Opening Rol van de commissaris van de Koningin in relatie tot het toezicht op de veiligheidsregio

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 25 oktober 2017

gelezen de voordracht van de statencommissies Verkeer en Milieu en Ruimte en Leefomgeving, nummer 6557;

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567

Besluitenlijst van de vergadering van Provinciale Staten van Zuid-Holland d.d. 22 februari 2017

Vergadering van De Statencommissie Samenleving. Vergaderdatum. Status verslag Vastgesteld op 4 februari Verslaglegging door

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Concept agenda woordvoerdersoverleg thema Mobiliteit 23 februari 2018

Adviezen uit de Statencommissies over Statenvoordrachten t.b.v. PS 28 juni 2017

Statencommissie Bestuur en Middelen per 13 juni 2018

gelezen de voordracht van de statencommissie Verkeer en Milieu, nummer 6913;

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma

Gewijzigd. Agenda van Statencommissie Groen, Water en Milieu

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Kennisnemen van de resultaten van de derde monitoringsronde van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Onderwerp Informatie toezegging luchtkwaliteit Aanpak Ring Zuid. Steller Jeroen Engels. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Technische vragen CDA fractie bij de Agenda Duurzaamheid inzake het transitiepad schone lucht

Statenvoorstel van de Statencommissies

gelezen de voordracht van de statencommissies Ruimte en Leefomgeving en Bestuur en Middelen, nummer 6787;

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Concept-Besluitenlijst raad 11 december 2014

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Besluitenlijst van de procedurevergadering van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving van 23 november 2016

Wij vinden het belangrijk u voorafgaand aan de beantwoording van de vragen het volgende mee te geven.

1. Schriftelijk te verhelderen wat de kosten zijn. 2. Na te gaan hoeveel gebruik wordt gemaakt van. 3. Na te gaan wat de kosten zijn om op alle

Provinciale Staten van Noord-Holland

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Besluiten- en actielijst hervatting openbare vergadering raadscommissie Algemene Zaken op 15 september 2008

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.B. Blokhuizen (GroenLinks) (d.d. 30 januari 2015 ) Nummer 3001

Pagina 1 van 6. Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Insprekers: J.E. Vlottes namens de heer D. van der Meer en de Provinciale Commissie Heemschut Zeeland

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

Mevrouw E. Wijsman. mevrouw I. van Mulligen. de heer Van Staalduinen mevrouw Matil de heer Zwerus. de heer Van Koert. de heer Metselaar mevrouw Meurs

Voordracht aan Provinciale Staten. van Statencommissie MKE. Oktober Ontwerpbesluit. Provinciale Staten van Zuid-Holland, Besluiten:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

: Drs. D.P. Wiltenburg, directeur Bedrijfsvoering en secretaris van de commissie, W.A. Hardijzer, D. Bac, A. Aartsen, Chr.

3. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De toelichting bij agendapunt 3, hoort bij agendapunt 4.

Luchtkwaliteit in Zeist

5 Overzicht Stand van zaken Moties en Toezeggingen Besluit De moties worden besproken. De motie Sport in Dordrecht geborgd kan worden afgevoerd.

Verslag (concept) 3. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Vergadering van De Statencommissie Verkeer en Milieu. 10 april 2013 SC VM. Status verslag Concept. de heer Paymans, de heer Brill

Besluitenlijst 13 februari 2015

De Politieke Ledenraad van de PvdA op 14 november 2015 bijeen te Amersfoort,

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Besluitenlijst Provinciale Staten

Vraag. aan Gedeputeerde Staten. Nummer Onderwerp Geluid- en zichtwerende voorzieningen Vlietland

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Statenvragen. Sint-Michielsgestel, 2 augustus Betreft: Brabantse toezichtsaanpak luchtwassers

December 2017 Jaargang 14 Nummer 3

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt

1. Opening uur. 2. Mededelingen/ stukken ter kennisname uur. 3. Conceptverslag d.d. 22 november uur

Besluitenlijst 1 november 2013

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

STATEN. provincie fjqlland ZUID 2 O ÜEC Lid Gedeputeerde Staten. Lucht. R.A. Janssen

Opmerkingen / adviezen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Besluitenlijst Commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën

Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant

gemeente Eindhoven Betreft: Openbare vergadering van dinsdag 18 november 2014, locatie Raadzaal, aanvang 20:15 uur, einde 22:00 uur.

Resumé van de openbare commissievergadering ABM

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst, d.d. 12 oktober 2010 om uur.

Eerste succes in strijd tegen vieze lucht smaakt naar meer TROUW pagina 1 van 7. Trouw. Eerste succes in strijd tegen vieze lucht smaakt naar meer

Gezonde lucht voor Utrecht

GS brief aan Provinciale Staten

PS-besluitenlijst nr. Groningen, 5 juli Besluiten Provinciale Staten 4 juli 2012

Agenda commissie. Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n. Geachte commissieleden,

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 16 januari 2019

Besluitenlijst Provinciale Staten

Vergadering van De Subcommissie Bestuur en Middelen. Status verslag Concept

Agendapunt Besluit / toezegging Actie /

GEWIJZIGD. Gelet op: Artikel 2.2 van de Wro en artikel 5 van de Planwet Verkeer en Vervoer;

: Economie, Landbouw en Europa. : 14:00 uur : Jos Beemsterboer : Menno Horjus : / holland.nl

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 6 november 2018 in de raadzaal

Transcriptie:

Verslag Vergadering van De Statencommissie Verkeer en Milieu Vergaderdatum Kenmerk 5 maart 2014 SC VM Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer De heer L. Janssen 070 4416494 Verslag van de openbare vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu, gehouden op 5 maart 2014 in het provinciehuis te Den Haag. AANWEZIG: Voorzitter: Griffier: de heer De Vree de heer Duizer VVD PvdA PVV CDA SP D66 GroenLinks CU-SGP de heer Paymans, de heer Brill mevrouw Smits, de heer Loose de heer Privé 50PLUS de heer Dor Partij voor de Dieren de heer Canton de heer Heemskerk mevrouw Van Aelst, de heer Van der Nat de heer Breitbarth de heer Potjer, de heer Blokhuizen de heer Stoop AFWEZIG MET KENNISGEVING: de heer Erbas, de heer Van Dongen AANWEZIGE GEDEPUTEERDE: de heer Janssen AGENDA: 1. Opening 1a. Mededelingen 1b. Vaststelling van de agenda 1c. Spreekrecht 2. Bespreekstukken 2a. Voortgangsrapportage luchtkwaliteit en meten en berekenen van luchtkwaliteit en geluid 2b. Lange Termijn Agenda 2c. Rondvraag 3. Stukken ter kennisname 3a. Stukken in het kader van de actieve informatieplicht van GS 3b. Van derden ontvangen informatie 4. Verslag vorige vergadering 4a. Conceptverslag van 5 februari 2014 5. Besluitenlijst vorige vergadering Pagina 1/15

5a. Conceptbesluitenlijst van 5 februari 2014 6. Sluiting 1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering om 10.00 uur. 1a. Mededelingen Er is bericht van verhindering ontvangen van gedeputeerde De Bondt (wegens ziekte) en de commissieleden Van Dongen en Erbas. Nagezonden informatie (afgelopen maandag via e-mail): - erratum van gedeputeerde Janssen over luchtmetingen bij Overschie. 1b. Vaststelling van de agenda De COMMISSIE gaat akkoord met de spreektijdenregeling. PvdA, GroenLinks en 50PLUS zijn niet akkoord. De vaststelling van de besluitenlijst van 5 februari wordt uitgesteld tot de commissievergadering van 2 april, omdat GroenLinks vraagt om een toelichting van gedeputeerde op een (door gedeputeerde) voorgestelde wijziging. De agenda wordt met inachtneming van deze wijziging vastgesteld. 1c. Spreekrecht Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt. 2. Bespreekstukken 2a. Voortgangsrapportage luchtkwaliteit en meten en berekenen van luchtkwaliteit en geluid De heer POTJER merkt op dat luchtverontreiniging leidt tot gezondheidsproblemen. Ook scholen worden te dicht bij wegen gebouwd. Zijn GS bereid om de GGD-richtlijn over te nemen in een provinciale verordening? Meer mensen gaan dood aan luchtverontreiniging dan aan verkeersongelukken. De EU-normen moeten sowieso worden nageleefd. Volgens de WHO is naleving van die normen echter geen garantie voor schone lucht. In de berekeningen van de luchtverontreiniging is er een onzekerheidsmarge van 30%. Daarmee moet volgens GroenLinks rekening worden gehouden, zodat is verzekerd dat de wettelijke normen worden nageleefd. Zijn GS bereid om de provinciale doelen zo op te stellen dat naleving van de wettelijke normen verzekerd is? Wat doen GS aan de luchtvervuiling door de kolencentrales? Wat doen GS aan vervoermanagement binnen de eigen provinciale organisatie? Zijn GS bereid tot uitbreiding van het luchtmeetnet, inclusief een meetpunt bij Rotterdam The Hague Airport? Meten is beter dan berekenen. Waarom telt de overschrijding van de norm voor fijnstof niet mee (industrieterrein aan het water)? Tellen de werknemers niet mee? Pagina 2/15

GS zeggen enerzijds dat de NO x -knelpunten niet worden opgelost, maar anderzijds dat de collegedoelstellingen van 0 blootgestelden worden gehaald. Dat is met elkaar in strijd. De overschrijding bij de Gouwe Knoop is verdwenen door een correctie van de verkeerscijfers. Kan gedeputeerde dit toelichten? Een korte geluidspiek valt weg in de gemiddelde geluidsbelasting, maar kan wel een groot effect hebben op de levenskwaliteit (verstoring nachtrust). Er zijn wel vergunningsvoorschriften voor geluidspieken, maar daarvoor worden geen metingen of rapportages gedaan. Hoe worden die vergunningsvoorschriften gehandhaafd? Zijn GS bereid om te onderzoeken hoe monitoren en rapporteren van pieken in de geluidsbelasting mogelijk is? Laagfrequent geluid is niet hoorbaar, maar wel voelbaar. Voor sommigen leidt het tot slapeloze nachten. Zijn GS bereid om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om laagfrequent geluid te meten en reguleren? De heer LOOSE vraagt of de wijze waarop de heer Potjer rekening wil houden met de onzekerheidsmarge van 30% feitelijk neerkomt op een verlaging van de norm. Als daarmee inderdaad rekening gehouden zou worden, is er dan bij het voldoen aan die norm altijd sprake van een veilige (niet-ongezonde) situatie volgens de heer Potjer? De heer POTJER antwoordt op de eerste vraag dat als er tot naleving van de norm wordt geconcludeerd op basis van berekeningen, er nu slechts een kans is van 50% dat de normen inderdaad zijn gehaald. Dat is onvoldoende. Hij antwoordt op de tweede vraag ontkennend, omdat er ook dan sprake is van gezondheidsschade, want de wettelijke norm ligt een factor twee hoger dan de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ook bij naleving van de WHO-norm is er nog steeds gezondheidsschade. Waar het hier nu om gaat, is dat er zekerheid is over het hebben gehaald van de wettelijke norm. De heer STOOP concludeert uit de vergaderstukken dat de luchtkwaliteit is verbeterd, maar dat we er nog niet zijn. De verbetering is een gevolg van beleid en van autonome ontwikkelingen (schonere auto s). De grootste problemen doen zich voor in binnenstedelijk gebied. Verkeersdoorstroming is volgens CU-SGP belangrijk, maar bij het maken van een afweging voor een hogere maximumsnelheid op de snelweg moet zeker ook rekening worden gehouden met de gezondheidseffecten voor omwonenden. Handhaving is effectief en moet prioriteit blijven houden. De emotionele beleving die de burger heeft van gezondheidseffecten is bij industrie anders dan bij bijvoorbeeld de intensieve veehouderij. De fractie is positief over de richting van GS. De manier van meten voldoet. Naarmate de normen beter worden gehaald, komt heroverweging van die normen (strengere normen) meer in beeld. Voor de fractie staan betere leefomstandigheden van de burger bovenaan. Veiligheid en gezondheid zijn belangrijke aspecten daarvan. Pagina 3/15

De heer CANTON merkt op dat in de vergaderstukken staat dat de externe kosten voor luchtvervuiling tussen 330 en 940 miljard euro bedragen (Europees niveau). Volgens de Partij voor de Dieren moeten de externe kosten worden geïnternaliseerd. Zijn GS het daarmee eens? In hoeverre kan dat op het niveau van Zuid-Holland gebeuren? Volgens de vergaderstukken wordt er gezocht naar een optimaal evenwicht tussen het meten en het berekenen van de luchtkwaliteit. Zijn GS het met de fractie eens dat meten betrouwbaarder is dan berekenen, zeker gelet op de huidige onzekerheidsmarge van 30%? Meten is namelijk weten. De heer BREITBARTH merkt op dat meten duurder is dan berekenen. Waaraan geeft de heer Canton de voorkeur: aan meer meten of aan meer preventiemaatregelen? De heer CANTON antwoordt dat metingen nodig zijn om te weten of preventiemaatregelen effectief zijn. Zowel metingen als preventiemaatregelen zijn dus nodig voor een schonere lucht. De fractie geeft de voorkeur aan meten boven berekenen omdat meten steeds goedkoper wordt en de 30% onzekerheidsmarge bij berekeningen te hoog is. De heer BREITBARTH is het ermee eens dat de onzekerheidsmarge van 30% fors hoog is. Daaraan moet iets worden gedaan, maar dat kan alleen op Europees niveau. Bovendien wordt het berekeningsmodel steeds beter. De heer CANTON vervolgt zijn betoog. De metingen worden uitgevoerd op een hoogte van 2 tot 3 m. De toepasselijke regeling eist een meting tussen 1,5 en 4 m hoogte. Waarom wordt niet op neushoogte gemeten? In het erratum (zie agendapunt 1a) is sprake van een stijging van de berekende waarde van ongeveer 8% bij Overschie. Dat is veel. Waarom komt die stijging slechts voor op deze ene plek? Mevrouw VAN AELST constateert dat er in 2012 geen overschrijdingen waren en dat er voor 2015 geen overschrijdingen worden verwacht. Dat is erg belangrijk voor de kwaliteit van de leefomgeving. De uitleg die GS geven over de verschillen tussen meten en berekenen is voldoende. Volgens de SP is de provincie op de goede weg, maar inzet en aandacht blijven nodig. De heer CANTON vraagt in welke mate het uitblijven van overschrijdingen een gevolg is van de economische crisis (en dus niet van overheidsbeleid). Mevrouw VAN AELST antwoordt dat die vraag pas na afloop van de crisis kan worden beantwoord. Zij heeft de indruk dat ook het beleid effect sorteert. De heer CANTON vraagt of de huidige beleidsmaatregelen ook na afloop van de crisis zullen voldoen. Pagina 4/15

Mevrouw VAN AELST antwoordt dat (ook na de crisis) aandacht nodig blijft. De SP steunt de heer Canton in zijn pleidooi voor het omzetten van externe kosten in preventiekosten, maar daaraan zal in Europees en lokaal beleid handen en voeten moeten worden gegeven. De fractie vraagt aandacht voor de modal shift, voor de vergunningseisen en voor de kwetsbare locaties langs snelwegen. De heer POTJER vraagt naar aanleiding van de aandacht voor kwetsbare locaties langs snelwegen of mevrouw Van Aelst zijn pleidooi steunt voor de omzetting van de GGD-richtlijn in provinciale regelgeving. Mevrouw VAN AELST antwoordt dat zij het antwoord van de gedeputeerde wil afwachten met betrekking tot in hoeverre die omzetting een haalbare zaak is. De heer BREITBARTH merkt op dat betere luchtkwaliteit nodig is. Slechte lucht heeft een direct effect op het leefklimaat en op de gezondheid, en daarmee ook op welvaart en economische groei. D66 is daarom blij met de stappen die in het NSL zijn gezet en met de voorgestelde Europese regels voor het verder terugdringen van de uitstoot. Maar dat is niet genoeg. De provincie moet volgens de fractie niet alleen een Europese economische topregio worden, maar ook een van de schoonste Europese regio s. De fractie ziet daarvoor kansen, bijvoorbeeld door het stimuleren van samenwerking tussen het innovatieve bedrijfsleven en de TU Delft. De fractie is het eens met de heer Potjer dat de wettelijke normen moeten worden gehaald, maar wil nog een stapje verder gaan. Volgens de laatste Europese voorstellen is het halen van de Europese normen pas in 2020 nodig. Volgens de WHO heeft 80% van de inwoners in stedelijk gebied (zoals Zuid-Holland) te kampen met meer fijnstof dan gezond is. Volgens de fractie moet het beleid zich richten op wat gezond is (dat is naleving van de normen van de WHO), en niet op wat haalbaar is (dat is naleving van de wettelijke normen). Daarom wil zij extra stappen zetten, zowel in deze collegeperiode als in de volgende collegeperiode. Bovendien moet er een landelijk debat komen over de luchtkwaliteit. De heer CANTON vraagt of de heer Breitbarth concreter kan zijn over de extra stappen die hij wil zetten. De heer BREITBARTH antwoordt dat D66 af wil van de huidige wettelijke normen en in plaats daarvan voorop wil stellen wat gezond is. Concrete voorstellen worden gedaan op gemeentelijk niveau, zoals het weren van vervuilende auto s en het meer inzetten op alternatieven voor automobiliteit (zoals de fiets en het openbaar vervoer). De provincie zet daar al meer op in, zoals met de aanleg van langeafstandsroutes voor fietsers (woonwerkverkeer) en van faciliteiten voor de elektrische fiets. De fractie staat open voor nieuwe ideeën. De heer POTJER is blij dat de heer Breitbarth verder wil gaan dan wat de wettelijke normen voorschrijven. Welke aanvullende maatregelen wil hij nemen zodat de WHO-normen in de lopende collegeperiode worden gehaald? De heer BREITBARTH antwoordt dat het halen van de WHO-normen in deze collegeperiode niet realistisch is. Hij staat echter ook voor deze periode open voor Pagina 5/15

ideeën en voorstellen van andere fracties. Ook bij de Visie Ruimte en Mobiliteit moet er aandacht zijn voor de WHO-normen. De lopende collegeperiode duurt nog een jaar. De heer POTJER stelt voor om in deze commissie afspraken te maken over te nemen maatregelen. In de afgelopen drie jaar is het waarschijnlijk niet eens gelukt om de wettelijke normen te halen. De heer Breitbarth is lid van een coalitiepartij. Blijft zijn pleidooi bij alleen mooie woorden? Mevrouw Van Aelst is ook lid van een coalitiepartij. Haar fractie vraagt aandacht voor de modal shift, terwijl GS veel investeren in het autoverkeer en zij bij de opcenten de automobilist ontzien door niet te corrigeren voor inflatie (en de tarieven voor het openbaar vervoer wel corrigeren met inflatie). Is de heer Breitbarth bereid om de GGD-richtlijn over te nemen in een provinciale verordening, de vergunningsvoorschriften aan te scherpen en schone auto s te stimuleren (bijvoorbeeld door elektrische oplaadpunten langs provinciale wegen)? De heer BREITBARTH antwoordt dat GS inzetten op het halen van de NSL-norm. Daarvoor zijn ook landelijke en internationale bronmaatregelen nodig. Bedrijfsleven, grote en kleine steden, provincie, Rijk en Europa moeten samen werken aan betere luchtkwaliteit. Snelwegen zijn een rijksaangelegenheid. De woonwijken die ernaast liggen, zijn een gemeentelijke aangelegenheid. Omzetting van de GGD-richtlijn lijkt dus meer een handschoen te zijn die de gemeenten moeten oppakken. GS zetten in op goede wegen. Goede wegen zorgen voor meer doorstroming, en daardoor voor een meer verspreide uitstoot (en dus minder piekbelasting). De realiteit is dat veel mensen met de auto naar hun werk gaan. Het is daarom niet realistisch om alleen in te zetten op de fiets en het openbaar vervoer. De heer PAYMANS merkt op dat de VVD tevreden is over de voortgangsrapportage van GS. Agendering als bespreekpunt was niet nodig geweest. Bovendien ontbreekt een oplegnotitie van de fractie die bespreking heeft voorgesteld. Die oplegnotitie had richting kunnen geven aan de discussie. De discussie tot nu toe heeft zich ten onrechte niet beperkt tot een gedachtewisseling over de vergaderstukken, het doen van uitspraken over het voorstel om op dezelfde voet verder te gaan en het doen van suggesties voor het vervolgproces. 70% van het fijnstof en andere luchtvervuiling is afkomstig van de Noordzee. De oplossing voor de luchtvervuiling zou daarom moeten zijn demping van de Noordzee. De heer POTJER vraagt waarop die 70% is gebaseerd. De heer PAYMANS verwijst in zijn antwoord naar de PAS. De heer POTJER merkt op dat de PAS gaat over de aanpak van stikstof. Er is in zee weinig stikstof. Zou die 70% niet betrekking hebben op het zout (op het land) dat afkomstig is van de zee? De luchtverontreiniging is afkomstig van verkeer, industrie en agrarische industrie. Pagina 6/15

De heer PAYMANS merkt naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Potjer over de 30% onzekerheidsmarge op dat de klimaatmodellen een onzekerheidsmarge hebben van 99%. De onzekerheidsmarges zijn in de modellen ingebouwd. Daarmee wordt al rekening gehouden. Waar het nu om gaat is, dat GS blijven binnen de gegeven kaders en opdracht. Nieuw beleid is pas in de volgende GS-periode aan de orde. De heer LOOSE vraagt wat hij bedoelt met 99% onzekerheidsmarge bij de klimaatmodellen. De heer PAYMANS antwoordt dat hij daarmee bedoelt de onzekerheid van de berekeningen van de klimaatontwikkeling die het IPCC hanteert. De heer LOOSE merkt op dat hier met 99% wordt bedoeld de kans dat een bepaalde klimaatontwikkeling optreedt. Dat is een zekerheidskans van 99% en is dus iets heel anders dan de heer Paymans beweert. De heer Paymans vergelijkt daarom ten onrechte deze 99% met de bovengenoemde 30% onzekerheidsmarge. De heer PAYMANS merkt op dat zijn punt is dat de zekerheid van modellen zo klein is dat je er niets aan kunt ontlenen. De onzekerheidsmarge van 30% is een gegeven. GS voldoen aan de regelgeving als zij binnen deze marge blijven. De meetgegevens bevestigen dat de berekeningen steeds beter worden. De betrouwbaarheid van de berekeningen neemt dus toe. 1 db is 10% van 10 db. Het percentage kooldioxide in de lucht is 0,04%. Dat is een punt van aandacht bij de beoordeling van grootheden en effecten. De VVD steunt GS. Er is geen aanleiding tot bijstelling van het beleid. De heer LOOSE merkt op dat 1 db zeker niet 10% van 10 db is. De heer PAYMANS antwoordt dat dit wel het geval is voor het effect van geluid op het menselijke oor. De logaritmische schaal van decibellen sluit aan op de effecten die het geluid heeft op het menselijke oor. De heer HEEMSKERK merkt op dat de Randstad een prominente plaats inneemt op de wereldranglijst van gebieden met de meeste luchtvervuiling. De provincie is een van de spelers voor een schonere lucht. Zij moet haar rol goed vervullen. Is de provinciale bijdrage aan schonere lucht behalve berekenbaar ook echt meetbaar? Het CDA is geen voorstander van het loslaten van de onzekerheidsmarge van 30% bij het maken van de berekeningen. De fractie is blij met de toename van het aantal meetpunten, want meten is weten. Zowel het berekenen als het meten moet blijven doorgaan. Kan een toelichting worden gegeven op het erratum voor het meten bij Overschie? Pagina 7/15

De heer PAYMANS merkt op dat berekeningen noodzakelijk blijven voor het maken van plannen, want alleen daarmee kan het verloop van toekomstige ontwikkelingen worden geweten. De heer HEEMSKERK is het daarmee eens. Bij stikstof is geen daling waarneembaar. Dat blijft een aandachtspunt. De provincie moet doorgaan met het maken van verbeterplannen voor de luchtkwaliteit, ook in de volgende collegeperiode. De heer LOOSE constateert dat bij de discussie tot nu toe twee uitgangspunten een belangrijke rol spelen. Ten eerste het uitgangspunt dat elke fijnstofdode er een te veel is. Maar het is van alle tijden dat de mensheid fijnstof in de lucht brengt en dat daardoor mensen overlijden. Welvaart zonder fijnstof is niet mogelijk. Het eerste uitgangspunt is dus onjuist. Het tweede uitgangspunt is dat het goed is zolang we maar aan de vastgestelde normen voldoen. Ook dat is onjuist. De PvdA pleit ervoor om het ALARA-principe te introduceren voor luchtvervuiling. As Low As Reasonably Achievable, dat wil zeggen zo laag mogelijk. De 30% onzekerheidsmarge bij de bestaande normen is niet veel, want beredeneerbaar zijn ook normen die een factor tien hoger of lager zijn. Het beleid van GS voor berekenen en meten is goed, maar het kan beter. De inspanningen van de provincie moeten vooral op preventie zijn gericht. De heer DOR doet het voorstel om het Reglement van Orde zo te veranderen dat vragen die door slechts een enkele fractie zijn gesteld, schriftelijk worden afgedaan. De agenda voor deze commissievergadering is aan de magere kant. In de stukken wordt volgens 50PLUS ten onrechte niets gezegd over de relatie tussen enerzijds fijnstof en NOx en anderzijds ouderen in Zuid-Holland. Er had bijvoorbeeld iets gezegd kunnen worden over het aantal aandoeningen als gevolg van roet. In de stukken wordt ten onrechte geen relatie gelegd tussen de afname van het aantal blootgestelden aan stikstofoxide en het halen van de gezondheidsdoelen. Mag daaruit worden afgeleid dat er geen cumulatie is? Wat is de relatie met mensen die lijden aan hart-, vaat- en longaandoeningen? Wat is de relatie met subsidievoorstellen die GS doen aan PS? Mevrouw VAN AELST merkt op dat de heer Dor technische vragen stelt. De heer DOR is het daarmee niet eens. De heer PAYMANS merkt op dat de gemiddelde leeftijd in de afgelopen eeuw per saldo aanmerkelijk is toegenomen. De heer DOR vraagt of gedeputeerde duidelijkheid kan geven over de negatieve effecten op gezondheid en ecosystemen die zich voordoen in bijvoorbeeld 2030. Kan gedeputeerde motiveren dat de effecten op de luchtwegen in 2030 met 52% zijn afgenomen en de effecten op natuurgebieden met 30%? Pagina 8/15

De VOORZITTER deelt mee dat dit allemaal technische vragen zijn en dat gedeputeerde dus niet is gehouden om ze te beantwoorden. De commissieagenda wordt door de commissie zelf vastgesteld. 50PLUS maakt deel uit van die commissie. De heer PRIVÉ merkt op dat de PVV voorstander is van een schoon milieu. De luchtkwaliteit is in de afgelopen decennia substantieel verbeterd. Maar soms slaat het overheidsbeleid door, bijvoorbeeld als het gaat over verlaging van de maximumsnelheid op rijkswegen. Het huidige instrumentarium voor het berekenen en meten van luchtkwaliteit en geluidhinder is ruim voldoende om grip te hebben op de naleving van milieuregels. Bedrijven of particulieren die structureel ernstige milieudelicten plegen, moeten hard worden aangepakt. Het onderhandelingstoezicht dient tot het verleden te behoren. Wijziging van het instrumentarium of van de methodieken is niet nodig. De heer POTJER vraagt of de heer Privé omzetting steunt van de GGD-richtlijn in een provinciale verordening. Volgens deze richtlijn mogen er geen scholen of verzorgingsinstellingen binnen 300 m van bijvoorbeeld een snelweg worden gebouwd. De heer PRIVÉ antwoordt dat de gezondheid van kinderen de PVV aan het hart gaat, maar dat de omzetting van de GGD-richtlijn losstaat van de beoordeling van de instrumenten en methodieken voor meten en berekenen. Gedeputeerde JANSSEN doet het voorstel om een technische sessie te organiseren, waarbij deskundigen van de DCMR aanwezig zijn. De VOORZITTER concludeert dat de commissie het voorstel aanneemt. De heer DOR vraagt of het op een andere dag kan dan de donderdag. Gedeputeerde JANSSEN begint zijn beantwoording met erop te wijzen dat de provincie niet overal over gaat. De provincie gaat niet over binnenstedelijke problematiek in Den Haag en Rotterdam. Natuurlijk spreekt de provincie daar wel over met deze gemeenten. Realisme is belangrijk bij de aanpak van luchtverontreiniging. Driekwart van de luchtvervuiling in Zuid-Holland komt van buiten (de provincie). Een belangrijk deel van de luchtvervuiling die in Zuid-Holland wordt veroorzaakt, komt op haar beurt buiten de provincie terecht. Daarom hechten GS veel waarde aan bronmaatregelen door bijvoorbeeld andere Randstadprovincies, het Rijk en Europa. GS zetten zich bijvoorbeeld in voor een schonere binnenvaart (subsidie modal shift, ontgassen). De Europese Commissie bereidt een richtlijn voor uitstoot van bijvoorbeeld bouwkranen, motorkettingzagen en grasmaaiers voor. GS gaan binnenkort een maatregelenpakket vaststellen in het kader van het provinciale actieprogramma, zoals dat ook in mei 2012 is gebeurd. Voorbeelden zijn mobiliteitsmanagement, vrachtverkeer en de containerhaven voor versproducten in Hoek van Holland. Nadere informatie aan PS volgt. Pagina 9/15

Het is onmogelijk om precies aan te geven wat het effect is van een zekere maatregel. De GGD-richtlijn heeft betrekking op ruimtelijke ordening in de stad. Vragen en opmerkingen daarover zijn daarom meer op hun plaats bij de behandeling van de Visie Ruimte en Mobiliteit. Bovendien is het de vraag of de provincie over instrumenten beschikt waarmee de gemeenten tot naleving kunnen worden gedwongen. De heer POTJER merkt op dat de provincie moet zorgen voor regelgeving waardoor zij de gemeenten kan dwingen tot naleving van de GGD-richtlijn. Bovendien gaat deze richtlijn niet alleen over ruimtelijke ordening, maar ook over milieu. Zijn er eigenlijk wel onderwerpen aan de orde in de commissie Verkeer en Milieu die geen ruimtelijkeordeningcomponent hebben? GroenLinks vraagt om de richtlijn om te zetten in een provinciale verordening, desnoods alleen voor provinciale wegen. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat het ruimtelijkeordeningsaspect hier zo groot is dat vanuit deze commissie geen extra eisen kunnen worden gesteld. Bovendien gaat deze commissie niet over gezondheidseffecten. Voor een aantal vragen van 50PLUS geldt hetzelfde: de commissie gaat niet over gezondheidseffecten. De 30% onzekerheidsmarge bij de berekende luchtkwaliteit is vastgelegd in een landelijke richtlijn. De berekeningen van de provincie verschillen echter slechts 5% tot 10%. Het komt dus niet eens in de buurt van 30%. De overschrijding in Overschie is significant. Daarom is hij gemeld aan PS (zie erratum). Voor de zomer volgt bericht over eventuele andere significante overschrijdingen. De verschillen tussen berekeningen en metingen worden steeds kleiner. Metingen zijn duurder dan berekeningen. Op een gegeven moment is het vanuit kostenefficiency niet meer verantwoord om nog meer metingen uit te voeren. De heer POTJER merkt op dat in de bijlage veel metingen een verschil van 20% laten zien met de berekeningen. Dat is aanzienlijk meer dan 5% tot 10%. Extra metingen zijn dus wel nodig. Is gedeputeerde bereid om vast te leggen dat de onzekerheidsmarge niet meer dan 10% bedraagt? Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat in de landelijke richtlijn 30% staat. Dat is voor GS de buitengrens, maar GS doen hun best om daaronder te blijven. Er is geen reden om het aantal metingen uit te breiden. Een uitzondering daarop vormt de uitbreiding van het elektronischeneuzennetwerk. Over de kolencentrales is de provincie in onderhandeling. Maar de provincie heeft als vergunningverlener geen rol in de politieke afweging. Het industriële gebied aan het water dat niet meetelt (vraag GroenLinks), telt alleen niet mee voor het NSL. Het wil niet zeggen dat de provincie niets doet met dit gebied. Voor zover de provincie erover gaat (bijvoorbeeld langs provinciale wegen), worden geen overschrijdingen met betrekking tot stikstofdioxiden verwacht in 2015. Overschrijdingen waar de provincie niet over gaat, zijn niet uitgesloten, zoals binnenstedelijke overschrijdingen. In de rapportage gaan GS ervan uit dat toezeggingen van gemeenten op tijd worden nagekomen. Pagina 10/15

Vragen van GroenLinks over laagfrequent geluid en pieken in de geluidsbelasting kunnen in de technische sessie beantwoord worden. De heer POTJER merkt op dat dit geen technische vragen zijn. De vraag waarom metingen/monitoren uitblijven, is een politieke vraag. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat hij eerst wil weten of en hoe het technisch mogelijk is om die metingen uit te voeren. Voorafgaand aan de technische sessie wordt hiernaar gekeken en wordt PS geïnformeerd. Commissieleden kunnen daarover weer vragen stellen tijdens de technische sessie. De vragen over de hoogte waarop wordt gemeten kunnen in de technische sessie worden beantwoord. Het antwoord naar het waarom van het geconstateerde verschil bij Overschie (erratum) volgt later. De containerterminal/overslagterminal in Hoek van Holland (Maasvlakte) voor de versproducten is een voorbeeld van modal shift. In Midden-Holland worden de mogelijkheden van een inlandterminal onderzocht. Ook GS willen meer doen dan wat wettelijk moet. Het ALARA-beginsel van de heer Loose doet denken aan de best beschikbare technieken die GS nu al bij vergunningen in de industrie eisen. Maar wat is reasonably? De heer POTJER vraagt of GS bereid zijn om normen op te stellen voor roet. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat voor die normstelling een landelijke discussie nodig is. De heer POTJER vraagt wat gedeputeerde dan bedoelt met zijn uitspraak dat GS zich niet alleen op de wettelijke (landelijke) normen richten. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat zijn uitspraken betrekking hadden op de 30% onzekerheidsmarge. Hij heeft gezegd dat GS er geen genoegen mee nemen dat de provincie op het lijntje van die 30% loopt. Focus van GS is dat de provincie het beter gaat doen dan nodig is volgens de buitengrens. GS proberen het met alle provinciale maatregelen beter te doen dan tot nu toe is gebeurd. De heer LOOSE concludeert na een eigen berekening dat de gemiddelde afwijking in 2012 8% bedraagt, met een uitschieter van 18%. Gedeputeerde JANSSEN merkt op dat hieruit volgt dat Zuid-Holland ver afstaat van de 30%. GS blijven werken aan een verdere afname van de afwijking. De heer PAYMANS vraagt of de heer Loose ook kan berekenen wat de trend is. De heer LOOSE antwoordt dat de gemiddelde afwijking in 2012 waarschijnlijk niet kleiner was dan in 2011. Pagina 11/15

Gedeputeerde JANSSEN merkt op dat de rekenmodellen/methodes steeds veranderen (verbeteren). Dat leidt tot meer nauwkeurigheid, maar het leidt er ook toe dat opeenvolgende jaren moeilijk vergelijkbaar zijn. Hij vervolgt zijn beantwoording. Zuid-Holland is een zeer ingewikkeld gebied. Het is dichtbevolkt en heeft veel industrie. Op verzoek van de heer Dor ontvangt de commissie oude rapporten over gezondheidseffecten op doelgroepen. De provincie spreekt bedrijven aan als zij zich niet aan de normen houden en treedt zo nodig handhavend op. Tweede termijn De heer POTJER vindt het jammer dat andere fracties niet de daad bij hun woord willen voegen. Hij herhaalt zijn vragen aan gedeputeerde die nog niet zijn beantwoord. Kunnen de pieken in de geluidsbelasting worden toegevoegd aan de vragen waarover voorafgaand aan de technische sessie informatie wordt gegeven? Zuid-Holland veroorzaakt veel luchtvervuiling waar mensen buiten de provincie last van hebben. Daarom is het belangrijk dat de provincie bronmaatregelen treft. GroenLinks neemt na de technische sessie het besluit om al dan niet een motie in te dienen. Is gedeputeerde bereid om de GGD-richtlijn tijdig bij de Visie Ruimte en Mobiliteit mee te nemen? Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat niet hij, maar de commissieleden de GGD-richtlijn kunnen meenemen bij (bespreking van) de Visie Ruimte en Mobiliteit. De heer POTJER vraagt of de technische sessie zo wordt gepland dat er voldoende tijd is om de resultaten daarvan mee te nemen naar de visiebespreking. Mevrouw VAN AELST is het niet eens met de conclusie van de heer Potjer dat andere fracties niet de daad bij hun woord voegen. De heer POTJER vraagt welke concrete acties mevrouw Van Aelst voorstelt. Mevrouw VAN AELST antwoordt dat de SP in eerste termijn onder andere drie actiepunten heeft genoemd. De heer BREITBARTH is het evenmin eens met de conclusie van de heer Potjer dat andere fracties niet de daad bij hun woord voegen. Ook D66 heeft in haar eerste termijn concrete acties voorgesteld. De landelijke discussie waarover hij in eerste termijn sprak, is niet bedoeld als een discussie die alleen op landelijk niveau wordt gevoerd, maar als een discussie die op en tussen alle overheidslagen wordt gevoerd. De heer PAYMANS merkt op dat men zich op glad ijs begeeft als de indruk wordt gewekt dat de provinciale ambitie hoger moet liggen dan volgens de wettelijke normen is vereist, omdat daarmee de piketpaaltjes van waar je moet zijn worden Pagina 12/15

verlaten. Hantering van de best available means is weliswaar nastrevenswaardig, maar moet dan (om dezelfde reden) wel eerst worden uitgewerkt. De achtergronddepositie ligt tussen 70% en 75%. De heer BREITBARTH merkt op dat volgens D66 gezondheidseffecten een discussie over strengere normen in Zuid-Holland rechtvaardigen. De heer PAYMANS antwoordt dat hij alleen maar kan toetsen of GS de eisen die aan het beleid zijn gesteld goed hebben ingevuld. Het is die toets die vandaag op de agenda staat. Aanvullende wensen staan nu niet op de agenda. De technische sessie is een verdere stap in de voortgangsrapportage op dit onderwerp. De heer LOOSE merkt op dat de provincie het goed doet, maar dat het nooit goed genoeg is. Daarom betreurt hij de opmerking van de heer Paymans. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat hij de vragen van GroenLinks over vervoermanagement voor de provinciale organisatie en over de Gouwe Knoop schriftelijk zal beantwoorden. De heer POTJER deelt mee dat GroenLinks een motie overweegt. Het is dus belangrijk dat het onderwerp in PS aan de orde komt. De VOORZITTER concludeert dat het vanmiddag een levendige gedachtewisseling was. Het kwam in de buurt van een debat. De heer Breitbarth heeft allen uitgenodigd om na te denken over verdere stappen. Het voorstel voor een technische sessie is breed aangenomen. De commissieleden wordt gevraagd om hun vragen voor de sessie zoveel mogelijk vooraf aan te leveren. De gedeputeerde heeft toegezegd om schriftelijk te reageren op vragen over wat de provinciale organisatie zelf doet aan verkeersmanagement en over wat er is veranderd in de berekening waardoor de Gouwe Knoop er niet meer in staat als knelpunt. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt naar aanleiding van een vraag van de heer Potjer dat hij zijn ambtenaren die de technische sessie gaan organiseren vraagt om zich voor te bereiden op vragen over laagfrequent geluid. In de sessie kunnen ook vragen worden gesteld over het monitoren van piekgeluiden. 2b. Lange Termijn Agenda De VOORZITTER deelt mee dat: - het inpassingsplan voor Bochtafsnijding Delftse Schie op 3 september wordt besproken (in plaats van op 24 september) - de eventuele hoorzitting voor dit inpassingsplan wordt gehouden in juni - binnenkort een griffienotitie volgt waarin wordt gevraagd of de commissie hoorzittingen wenst over Bochtafsnijding Delftse Schie en over de RijnlandRoute - via e-mail een nieuw voorstel is gedaan voor bespreking van de Visie Ruimte en Mobiliteit. Voorstel is om hierover op 4 juni ochtend en avond Pagina 13/15

gezamenlijk te vergaderen (in plaats van op 18 juni). De gewone Verkeer en Milieu-commissievergadering is in dat voorstel in de middag. - gedeputeerde Weber op 15 mei 2013 heeft toegezegd dat de commissie schriftelijke informatie ontvangt over de overdracht van het wegbeheer waterschappen. De heer LOOSE doet het voorstel om de gewone commissie V en M op 4 juni in de ochtend te houden. Dan is er in de middag en avond tijd voor de Visie Ruimte en Mobiliteit. De VOORZITTER merkt op dat de vergadertijd in de ochtend beperkt is. De heer LOOSE merkt op dat omgang met verkeersprognoses ontbreekt op de LTA. De VOORZITTER antwoordt dat dit punt wordt toegevoegd aan de LTA. De COMMISSIE stelt de gewijzigde LTA vast. 2c. Rondvraag De heer STOOP wilde een vraag stellen over de werkzaamheden aan de N215, maar de gedeputeerde is er vandaag niet bij. Hij stelt voor om gedeputeerde te vragen om zijn vragen schriftelijk te beantwoorden en hem in de volgende commissie gelegenheid te geven om haar eventuele aanvullende vragen te stellen. De VOORZITTER gaat akkoord met dit voorstel. 3. Stukken ter kennisname 3a. Stukken in het kader van de actieve informatieplicht van GS Er zijn geen opmerkingen. 3b. Van derden ontvangen informatie Er zijn geen opmerkingen. 4. Verslag vorige vergadering 4a. Conceptverslag van de vergadering van 5 februari 2014 Het verslag wordt zonder wijzigingen vastgesteld. 5. Besluitenlijst vorige vergadering 5a. Conceptbesluitenlijst van de vergadering van 5 februari 2014 De VOORZITTER deelt mee dat gedeputeerde De Bondt heeft verzocht om de toezegging bij agendapunt 2b (voorkeursvarianten eindrapportage quickscan N207 Zuid) te splitsen in twee toezeggingen. Het effect daarvan zou zijn dat de toezegging als volgt komt te luiden: Pagina 14/15

1. de verkeerssituatie wordt in kaart gebracht voor verschillende groeiscenario s 2. inzichtelijk wordt gemaakt wat de effecten zijn van verkeersmanagement ten opzichte van de referentiesituatie. De heer STOOP stelt voor om de besluitenlijst in de volgende commissievergadering vast te stellen. De heer POTJER merkt op dat gedeputeerde niet betwist dat de toezegging zoals geformuleerd in de conceptbesluitenlijst inderdaad is gedaan. Daarom stelt hij voor om deze besluitenlijst ongewijzigd vast te stellen en gedeputeerde volgende vergadering in de gelegenheid te stellen aan te geven wat zij wil wijzigen aan de gedane toezegging. Het voorstel van de heer Stoop wordt aangenomen. Het voorstel van de heer Potjer wordt op pragmatische gronden niet aangenomen. 6. Sluiting De VOORZITTER sluit de vergadering om 12.05 uur. Pagina 15/15