Willem van Mechelen Hoogleraar sociale geneeskunde, met als opdracht in het bijzonder de bedrijfs- en sportgeneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam Of de journalist met de auto naar het interview is gekomen, wil Willem van Mechelen (1952) weten. Het waren trein en tram, maar voor het ritje van huis naar het station is de fiets benut. De hoogleraar sociale geneeskunde knikt goedkeurend. En is voor de tocht naar de vijfde verdieping van het Vrije Universiteit-gebouw de lift genomen, of de trap? Eigenlijk zouden we de liften moeten uitschakelen. Maar ja, ik wil ook weer niet als een soort bewegingsdictator optreden, zegt hij. Als we doorgaan op de huidige weg, beweegt er in 2028 niemand meer, zo schreef hij in een column in De Telegraaf. Dat Olympisch Plan is een goed idee, maar staat haaks op de bewegingsarmoede. Die moet je allereerst bestrijden met alledaagse fysieke activiteiten. Hoe dat kan, bestudeert Van Mechelen. Voor zijn boodschap benut hij ook graag populaire podia. 137
Hoe is het vakgebied waarbinnen u werkzaam bent te omschrijven? Mijn vakgebied kun je omschrijven als het onderzoek naar de gezondheidswaarde van lichamelijke activiteit en sport, zegt Willem van Mechelen. We staan als samenleving voor de oplossing van een aantal grote maatschappelijke problemen, zoals vergrijzing, overgewicht en de forse sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daar houd ik mij mee bezig. Sport als citius altius fortius (sneller hoger sterker) vind ik vooral persoonlijk heel leuk, maar het maakt maar een klein deel uit van mijn werk als hoogleraar. Wij houden ons hier vooral bezig met de gezondheidswaarde van breedtesport en meer in het algemeen met lichamelijke activiteit. Hoe is dit gebied als onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek ontstaan en hoe heeft het zich in de afgelopen jaren ontwikkeld binnen uw universiteit? Van Mechelen wijst erop dat VU medisch centrum in de jaren negentig het extramuraal onderzoek tot speerpunt verklaarde. Er moest meer onderzoek gedaan worden naar de preventie van gezondheidsproblemen en de rol van bewegen speelde daarbij een belangrijke rol. Maar realiseer je wel dat in die tijd de samenhang tussen lichaamsbeweging en gezondheid nog algemeen als onzin werd bestempeld. Ik ben hier in 1999 vanuit het niets begonnen, met slechts één postdoc, zegt hij. Maar we hadden de tijdgeest mee en konden steeds meer onderzoekers aantrekken. Bovendien was het een stimulans dat de faculteit der Bewegingswetenschappen, waar ik zelf ben gepromoveerd, hier dichtbij, in hetzelfde pand is gehuisvest. Wat is de aard en omvang van uw aanstelling en hoe is uw onderzoeksgroep samengesteld? Van Mechelen is in 1999 benoemd tot hoogleraar sociale geneeskunde, met als opdracht in het bijzonder de bedrijfs- en sportgeneeskunde. Hij geeft leiding aan de gelijknamige afdeling aan het VU medisch centrum (VUmc), waaraan 120 medewerkers zijn verbonden. Hij is ook codirecteur van het EMGO+-Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg, waar sport, leefstijl en gezondheid een belangrijk onderzoeksthema vormen. Je zou kunnen zeggen dat EMGO+ zich bezighoudt met al het onderzoek van het VUmc buiten de muren van het ziekenhuis zelf, aldus Van Mechelen. Bij dat werk zijn zo n 350 mensen betrokken, dat zijn overigens deels dezelfden die ook bij mijn afdeling werkzaam zijn. Twaalf medewerkers van de afdeling Sociale Geneeskunde worden betaald vanuit het VUmc, voor alle anderen komt externe financiering. Grofweg veertig procent komt van commerciële opdrachtgevers, zoals ziektekostenverzekeraars. Nog eens veertig procent komt van organisaties als de Nederlandse Hartstichting of ZonMw (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorgin- 138 Sport en haar professoren - Sportwetenschap in ontwikkeling
2028 Misschien beweegt in 2028 niemand meer en kijken we alleen nog maar naar sport. Op deze manier is er weinig kans op 2028 Nederland topsportland. Want voor topsport moet je fit zijn. En om fit te zijn moet je trainen. Veel en hard. Iedereen aan het sporten dus. Maar, voor nietbewegers is trainen en sporten ter bestrijding van bewegingsarmoede te hoog gegrepen. Veel te zwaar. Bovendien, wat moet je als uitgezakte nietbeweger tussen die enkele overgebleven fitheidsfanaat? Je schaamt je rot. Beter is het te beginnen met alledaagse activiteiten. Uit: De Kwestie, rubriek in De Telegraaf. novatie, red.). Het overige zijn de incidentele opdrachten. We zijn als het ware één groot acquisitiebureau waar ik samen met een aantal van mijn senioren aan de knoppen draai. Van Mechelen is ontevreden over de verdeling van de onderzoeksbudgetten in Nederland. Er is veel te weinig geld en het wordt uitgesmeerd over veel te veel groepen. Je zou een veel groter deel moeten besteden aan mensen met een bewezen track record ten behoeve van het opbouwen en onderhouden van een onderzoeksinfrastructuur, maar daar is durf voor nodig en daaraan is in Nederland een pijnlijk gemis. Op welke wijze en met welke motivatie bent u als wetenschapper zelf op dit terrein terechtgekomen? Van Mechelen vertelt dat hij tijdens zijn opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) al het idee had dat de gezondheidszorg wat te halen had bij het bewegingsonderwijs en de sport. Al was die interesse toen vooral mechanistisch: wat gebeurt er precies in het lichaam tijdens inspanning? In de jaren tachtig deed hij onderzoek naar de shuttle run (de bekende piepjestest ) en hij promoveerde op een onderzoek naar blessures bij beginnende hardlopers. Na mijn studie geneeskunde heb ik als uitvoerend bedrijfsarts gewerkt en parttime ook als sportarts, maar daar was in die jaren nog geen droog brood mee te verdienen. Het bracht me echter wel op het terrein van de sociale geneeskunde. Welke is uw eigen betrokkenheid bij de sport? Van Mechelen speelde honkbal op hoofdklasseniveau en als hij in de VS is, mag hij graag een mooie wedstrijd in het Amerikaanse professionele baseball bezoeken. Eens per week staat hij tegenwoordig, samen met zijn vrouw, op de golfbaan. Verder doe ik aan hardlopen, squash, tennis en fietsen, maar daar zit geen enkel patroon in. 139
Wat betreft de stand van zaken van het onderzoek binnen uw vakgebied, wat zijn in Nederland en elders de belangrijkste vragen en thema s die aan de orde zijn? Zowel in Nederland als internationaal staan de thema s die hij eerder noemde vergrijzing, obesitas, bewegingsarmoede momenteel in het centrum van de aandacht. Alom klinkt de vraag naar effectieve beweegprogramma s, waarbij het niet meer alleen gaat om de gezondheid van de individuele burger, maar ook om de kosten-batenanalyse: wat zijn economisch gezien de kosten van de huidige maatschappelijke gezondheidsproblemen?; welke investeringen zijn nodig om daar iets aan te doen?; en wat zijn vervolgens de kosten van bijkomende verschijnselen als blessures en ziekteverzuim? Met welke onderzoeksvragen bent u zelf momenteel vooral bezig en op welke wijze vindt onderzoek plaats? Een van de onderwerpen waarover Van Mechelen e.a. onlangs publiceerden, was een onderzoek naar de effectiviteit van een beweegprogramma voor jongeren, waarbij gebruik werd gemaakt van een apparaatje (de PAM Coach) om de lichamelijke activiteit te meten en te stimuleren. 140 Sport en haar professoren - Sportwetenschap in ontwikkeling
Sport en Kennis Deze preview is een gedeelte uit het boek: Sport en haar professoren Sportwetenschap in ontwikkeling Meer informatie Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl