Bespreken Visie Transitie AWBZ Reactie gemeente Cuijk Datum: 21 augustus 2012

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

1. Inleiding. Uden, Veghel. 1 Bernheze, Boxmeer, Boekel, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis,

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer.

Gebundelde reactie van de organisaties op de platformbijeenkomst Regionale conceptvisie transitie AWBZ

Indien u dit wenst, is ons Implementatieplan beschikbaar. Wij zijn ook gaarne bereid een mondelinge toelichting te geven.

Inhoudsopgave. Inleiding pagina 2

Noorden veldwerker. Zorg. De Noordenveldwerker Wegwijzer in welzijn, wonen en zorg. Brochure Noorderveldwerker.indd :26

Gemeente Midden-Delfland

G.A.J. Adams Inwoners en zorg M.C. Emmelkamp - van de Weijgaert

Raadsinformatiebrief

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Oktober Informatiebijeenkomst Inkoop Langdurige Zorg in Rotterdam

Voorstel/alternatieven. Inhoud aanvraag/aanleiding ambtshalve besluit. Wettelijke grondslag. Inhoud extern advies

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

De toegang tot zorg. Gerrit Overbeek

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

Bijeenkomst Wmo adviesraden. Welkom. 4 november 2013

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Uitgelicht: Adviezen participatieraad Asten Bijlage 4

DOEN WE HET IN ARNHEM

De welzijnskoers Gemeente Roermond - afdeling Welzijn 2013

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

zelf samen - gemeente

De slimste route? Vormgeven toegang

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Datum: 13 januari 2015 Kenmerk: /AW/HKT Onderwerp: Reactie op de evaluatie wijkzorg 2014

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het beleidsplan Transformatie van AWBZ naar Wmo regio Brabant Noordoost-oost.

Raadsvoorstel. Vergadering van : Agendanummer : Onderwerp : Wmo Beleidsvisie Programma : Met elkaar voor elkaar

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

COLLEGENOTA. Onderwerp: Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Aantal bijlage(n): 1. Beslispunten:

Korte schets over wat de Kanteling inhoudt, samenhang met Welzijn Nieuwe Stijl Kanteling in beleid en verordening Kanteling in de uitvoering

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

Wij zijn blij met uw betrokkenheid en inzet, de uitgebreide reactie en de gemaakte opmerkingen.

ECSD/U Lbr. 14/010

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Onderwerpen. Wat is kantelen? Waarom kantelen? Kantelen doen we samen Stip aan de horizon

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Advies aan B & W. Conceptbesluit

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

Inkoopbeleid vanuit cliëntenperspectief. basispresentatie

Raadsnotitie. 1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr. 11a

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie.

Wmo Nieuwe Stijl??? Wat betekent Rutte II voor de Wet maatschappelijke ondersteuning?

Integrale toegang Best, Oirschot en Veldhoven

*Z009319C333* documentnr.: INT/M/14/10736 zaaknr.: Z/M/14/10411

b) En wordt dit inclusieve beleid nog ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voordat de inkoopprocedure van start gaat? Zo ja, wanneer?

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Verordening maatschappelijke ondersteuning Nummer: 8c. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

Commissienotitie. Onderwerp De Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) Status Informerend

Voorlopig voorstel maatwerkvoorziening Beschermd Wonen en Opvang

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Transformatie in de gemeente Dalfsen. Dichter bij de kern

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Raadsstuk. De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt:

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

De hoogte van de eigen bijdrage zou in een aantal gevallen niet in verhouding staan tot de omvang van de geleverde zorg.

Inspraak regionale Verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015

Naam steller, Merlijn Kurvers Kenmerk. telefoon. Portefeuillehouder

Sociale w knetwerken. Land van Cu k. Notitie. Land van Cuiik Gemeente Boxmeer. Gemeente Mill & Sint Hubert. Gemeente Cuijk Gemeente Grave

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Instructie cliëntprofielen

Sociaal Domein en Toegang

Advies van de Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam over: Uitvoeringsplan gezamenlijke acties Wmo-basisvoorzieningen stadsdelen.

VOORSTEL Het Wmo beleidsplan (De Beakens fersette, ek yn de Wmo) voor De Friese Meren vaststellen.

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost Nummer: 7b. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 18 november 2014

Meerjarenvisie Gelijkwaardige en maatschappelijke participatie van mensen met een functiebeperking in Arnhem

Onderwerp: gevraagd advies beleidsregels Wmo & Jeugdhulp

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015

Bijlage 1 Snelkookpansessie gebiedsgericht financieren en organiseren

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

OPDRACHTGEVERSCHAP IN HET SOCIAAL DOMEIN STRATEGISCHE KEUZES MODELLEN VAN OPDRACHTGEVERSCHAP IR. NIELS UENK DIVOSA VOORJAARSCONGRES,

Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen

Prestatieveld WMO. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning

Sociaal domein. Beeldvormende raad Boxtel - St. Michielsgestel - Haaren. 1 februari Sociaal domein - 1 februari

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Doel. 1 Gemeenten kunnen met de voorziening beschut werken mensen in een dienstbetrekking laten werken. Het

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

De toekomst van de Wmo. De visie van Participe op zorg en welzijn in de wijk

Mezzo Advies Verordening WMO 2015

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Aan de Raad Agenda nr. 5 Vaststellen Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Someren 2014

2012 actuele begroting op

#Durftevragen en #Durftegeven

Deze tijd vraagt om creativiteit

Bespreekdocument ten behoeve van het portefeuillehouderoverleg Zorg van de Peelgemeenten van 10 oktober 2013.

Opmerking/advies van Wmo adviesraad Reactie college Overgenomen als wijziging in notitie JA/NEE

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Transcriptie:

Bespreken Visie Transitie AWBZ Reactie gemeente Cuijk Datum: 21 augustus 2012 gebaseerd op reacties vanuit Wmo-consulenten;, teamleiding ISD/welzijn; projectgroepleden Cuijk Grave Mill van de drie transities Jeugdzorg, Wet werken naar vermogen en AWBZ; management en college van B&W. Algemene reactie op de visie Dit is géén visiedocument. Het zet de meesten op een verkeerd been. Het is een uitgangspuntennotitie met een uitwerking van kaders. Zo beschouwd is het een onderdeel van het proces. In dit stadium is er veel draagvlak bereikt met instellingen. Het is een stuk dat goed te lezen is, weliswaar abstract en in grote lijnen, maar het geeft richting. Het is niet nieuw. We kennen de Wmo. Inhoudelijk De Wmo kent 9 prestatievelden. Nergens is te lezen dat er drie bij komen (extramurale begeleiding; terminale zorg; enz.). De eigen verantwoordelijkheid wordt nog te weinig benadrukt in het bestrijden, voorkomen en verminderen van belemmeringen. De regionale samenwerking met de instellingen en de gemeenten in Brabant Noordoost-oost wordt goed uitgelicht. De Kanteling is duidelijk omschreven. Uitgegaan wordt van de mogelijkheden die het sociale netwerk biedt. In de ondersteuning zullen bestaande voorzieningen een bredere functie krijgen die voor een bredere doelgroep én voor de wijk toegang moeten bieden. Zorgaanbieders worden beloond op outcome. Op dit moment is het nog de vraag hoe en óf de zorgaanbieders hier in mee willen gaan. Voorgesteld wordt concreet te benoemen dat de "transitie AWBZ" betekent dat de functie extramurale begeleiding van de AWBZ over gaat naar de WMO evenals het vervoer naar dagbesteding, kortdurend verblijf en inloopfunctie GGZ. Benoemd moet worden voor welke producten wij verantwoordelijk worden en welke doelgroepen het betreft. Het advies is de visie daarop toe te spitsen en concreet te maken met cijfers. Opgemerkt wordt dat de transitie AWBZ gigantisch groot wordt gemaakt, omdat er geen cijfers worden gegeven, waardoor de ware proporties niet in te schatten zijn. Cijfers kunnen relativeren. M.a.w. maak het wat kleiner, probeer het beheersbaarder te maken. De visie kan worden teruggebracht tot een half A4-tje. De visie is erg ambitieus. Om de visie te kunnen realiseren zou in het beleidsplan een goed stappenplan moeten worden opgenomen. Het is een groeiproces, maar er is behoefte aan afbakening: hoe lang mogen de gemeenten erover doen om de visie realiteit te laten worden. Consequent gebruik van termen en voorkomen van dubbelingen is wenselijk. Er is behoefte de omvang van de transitie in te kunnen schatten. Een interpretatie van de cijfers, zoals die nu door de zorgkantoren worden gebruikt, wordt gemist. Er zijn cijfers. Met het uitgangspunt we richten de directe leefomgeving zodanig in dat deze bijdraagt aan de zelfredzaamheid van bewoners en uitnodigt tot participatie kunnen gemeenten problemen ondervinden, als het gaat om het compensatiebeginsel in de Wmo. Het is wenselijk dit uitgangspunt anders te formuleren, bijvoorbeeld dat deze de zelfredzaamheid van bewoners bevordert. Specifiek over de getallen onderaan pag. 5: de percentages roepen onduidelijkheid en verkeerde verwachtingen op. Immers het percentage zou omgerekend gaan om zo n 3 %. Aanbevolen wordt deze percentages te schrappen. Geen categoraal beleid/geen doelgroepenbeleid: De colleges van Cuijk, Grave en Mill hebben een kanttekening gemaakt over het nietcategoraalbeleid op Blz. 4 van Hoofdstuk 2: Het is belangrijk dat deze opmerking wordt meegenomen: In eerste instantie wordt er geen onderscheid gemaakt naar doelgroepen. 1

Maar, er zullen wel keuzes gemaakt moeten worden hoe en voor wie de beschikbare middelen ingezet worden. Dat betekent niet op voorhand benoemen van doelgroep, maar er zal wel gekozen moeten worden wat voor inzet voor de verschillende te onderscheiden groepen wordt geleverd. Daarnaast kan het zo zijn dat de situatie ervoor zorgt dat er op bepaalde groepen ingezet zal worden (bijv. jongeren of juist 45-plussers) omdat dit van belang is voor een goed functionerende arbeidsmarkt op korte en middellange termijn. De visie van de gemeenten in het LvC wordt gemist. Deze zou kunnen luiden: de gemeente wil door middel van een actieve gedrags- en cultuur beïnvloeding participeren in de integrale hulpverlening gebaseerd op het vraaggericht verzoek van de aanvrager zodat de meest gewenste ssituatie namelijk het optimaal deelnemen aan maatschappelijk verkeer wordt gerealiseerd. De ideale situatie is een term die niets zegt. Het is wellicht beter te spreken over de meest gewenste situatie. Er wordt hier gesproken over de doelen die de organisaties moeten halen. Dat is meer een output verhaal dan outcome. Outcome heeft te maken met de maatschappelijke effecten wat zichtbaar moet zijn als wij onze doelen hebben gehaald. Bladz. 5 onder nulde lijn: wel moskee noemen en geen kerken roept vragen op: vreemde invulling. Onder de regionale uitgangspunten wordt een aantal zaken opgesomd. Volgens ons worden hier uitgangspunten van het rijk opgesomd en niet de regionale. Reactie op het onderdeel van de kanteling Er is behoefte letterlijk in de tekst op te nemen dat gemeenten sterk inzetten op de capaciteit van de aanvrager om uit oogpunt van de kosten zelf maatregelen te nemen. Hierbij zullen de gemeenten moeten onderzoeken waar de grenzen van de wet liggen. Benadrukken dat de 0 de lijn voor iedereen toegankelijk is. De visie straalt erg veel kanteling uit. In de verdere uitwerking dient aandacht te zijn voor het kantelingsproces. Zowel binnen de eigen organisatie als bij andere organisaties is het belangrijk dat iedereen hetzelfde over de kanteling denkt en hier op dezelfde wijze in handelt. De ervaring leert dat dit nu in de praktijk nog niet zo is. Duidelijke afspraken maken met organisaties is hierbij van belang. Om de kanteling goed door te kunnen voeren is het belangrijk dat er voldoende voorliggende en collectieve voorzieningen zijn en dat deze breed kenbaar zijn bij mensen, maar ook op de sociale kaart. Goede voorlichting hierover is erg belangrijk. Er dient ook aandacht te zijn voor de cliënt die (nog) geen hulpvraag stelt. Het gaat hier bijvoorbeeld om zorgmijders. In het beleidsplan dient die situatie beter uitgewerkt te worden. Wie signaleert problemen en hoe en door wie worden deze signalen verder opgepakt? Reactie op het onderdeel van de toegang Het is herhaling van de Wmo. Hoofdstuk 3, toegang, voegt weinig toe. Inhoudelijk Afspraken maken met organisaties over de toegang is erg belangrijk. Toegang kan alleen in lijn met de visie worden geregeld als alle betrokken organisaties op één lijn zitten. Het is ambitieus te denken dat deze organisaties allemaal op één lijn zullen komen. Een voorwaarde voor het slagen van de visie is dat alle betrokken organisaties zijn gekanteld. De samenwerking met andere organisaties op uitvoerend vlak op dit moment soms nog moeizaam. Het komt bijvoorbeeld voor dat er door andere organisaties verkeerde verwachtingen worden gewekt naar de klant over de rol van de gemeente. Het delen van informatie en het maken van afspraken over de rol van betrokken professionals (en de rol van de gemeente) is daarbij van belang. Ook is het belangrijk afspraken te maken over hoe alle organisaties doorverwijzen. 2

Er moet op dit vlak nog veel worden gedaan om de visie na te kunnen streven. Het is belangrijk dat de gemeente regie neemt op het moment dat de cliënt met meerdere professionals/voorzieningen te maken krijgt. In de concrete uitwerking wordt graag gezien hoe de gemeenten deze rol oppakken. De professional (waaronder het Wmo-loket) krijgt een andere rol. Dit vraagt meer generalistische professionals. Dit is een aandachtspunt in het toekomstige aannamebeleid van professionals (ook voor andere organisaties), en kent tegelijkertijd ook een risico. In hoeverre kan deze rol gerealiseerd worden? Er zijn grenzen aan de reikwijdte van generalistisch handelen; een professional kan niet alles signaleren. En hoe meer iemand generalist is, hoe minder diegene specialistische kennis en inzicht heeft om signalen op te pikken. Hoe denken de gemeenten dit te realiseren? Dit is een aandachtspunt in de verdere uitwerking. De visie maakt geen onderscheid in doelgroepen. Dit neemt niet weg dat in de benadering van mensen verschil tussen doelgroepen wenselijk is. Van ouderen zal iets anders kunnen worden verwacht dan van andere klanten. Ook wordt er speciale aandacht voor psychische beperkingen gevraagd. Voor psychische beperkingen is andere kennis, vaardigheid en aanpak vereist. De toegang, ondersteuning en begeleiding voor mensen met een psychische beperking zal beter uitgewerkt moeten worden in het beleidsplan. Gemeente Cuijk vraagt aandacht in de verdere uitwerking van de visie voor scholing van alle organisaties die aan vraagverheldering doen (ook m.b.t. uniforme aanpak). Ook wordt aandacht gevraagd voor nazorg. Wat gebeurt er na het moment dat iemand is doorverwezen? De sociale kaart is erg belangrijk bij het onderdeel toegang. Hiervoor wordt aandacht gevraagd in de verdere uitwerking. Professionals moeten op de hoogte zijn van de sociale kaart binnen hun gemeente en in de regio. Niet het gezin dient centraal te staan bij de vraagverheldering, maar de samenlevingsvorm. Bij de vraagverheldering is het vooral belangrijk dat er korte lijnen zijn tussen organisaties, zodat benodigde informatie snel op de juiste plaats komt en doorverwijzingen snel gerealiseerd zijn. Dit is belangrijker nog dan het uniformeren van de vraagverheldering. Reactie op het onderdeel ondersteuning (de uitwerking voor de taken) Eenduidigheid wordt gemist. Er is onvoldoende beeld van de soort van voorzieningen. Waar hebben we het over. Te hoog abstractieniveau. Dat kortdurendverblijf tijdelijk is is een overbodige opmerking. De inloopfunctie als algemene voorziening in de wijk, is niet duidelijk gesteld. De tekst wordt anders bedoeld dan het er staat. De wijk moet gedefinieerd worden als een volume van zo n 10.000 mensen. Bemensing door welzijnsprofessionals: wordt onbetaalbaar geacht. De nuancering in par. 4.5 is weer te summier. De gemeente Cuijk heeft in de uitvoering behoefte aan voorliggende voorzieningen. Deze worden met de transitie AWBZ nog belangrijker. Ook dient er gekeken te worden naar een dekkend aanbod van collectieve voorzieningen (afhankelijk van de behoefte die er is). De Wmo is in tegenstelling tot de AWBZ niet claimgericht. Het is belangrijk dit te benadrukken. De gemeente ziet het belang in van integraal werken, maar realiseert zich ook dat dit momenteel nog onvoldoende is doorgevoerd. Aanbevolen wordt het integraal werken als onderwerp terug te laten komen in het beleidsplan. Een uitwerking van concrete voorbeelden waarop integraal dient te worden gewerkt is wenselijk. Voorbeeld: een ergotherapeut standaard betrekken bij de bouw van openbare gebouwen met als doel nieuwe gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Geef ook aan welke partijen er nodig zijn om de aangepaste omgeving te realiseren (één van de eerste uitgangspunten), of geef 3

hierbij concrete voorbeelden. Er is behoefte aan een helder uitvoeringsplan m.b.t. de transitie. Ook in het onderdeel ondersteuning is er sprake van een groeiproces. Onduidelijk in het stuk is of ingezet wordt op zelf kosten hebben waar eigen middelen zijn. Er mag geen inkomensbeleid gevoerd worden, maar het compensatiebeginsel is niet van toepassing daar waar eigen middelen kunnen worden ingezet. Benoemen. Blz. 6: Wederkerigheid, vraagt er om om verder uitgewerkt te worden. De term is vaag. Men weet niet precies wat bedoeld wordt. Begripsomschrijving maken. Hoofdstuk 3 blz. 9 en 10: monitoren. Het gaat hier om de Eén gezin één plan methodiek (niet de methode, dat is iets anders), Er staat dat het nu al gebeurt, maar het gebeurt nu niet. In de visie is de ondersteuning van vrijwilligers en de 0 e lijn nog onvoldoende uitgewerkt. Gevraagd wordt deze ondersteuning in het beleidsplan concreet te maken. Wens is de integraliteit met de drie transities duidelijk te maken. Reactie op het onderdeel opdrachtgeverschap Hoofdstuk 5: de cultuurverandering is ook niets nieuws. Perverse prikkels: dit is nooit onze intentie, dus niet noemen in een notitie. Moeten we een specifieke visie hebben op PGB s? Het PGB is bedoeld om flexibel te kunnen inhuren. Let op het taalgebruik: perverse prikkels en onduidelijke alinea s. Het belang wordt ingezien van het sturen op maatschappelijke doelen. Het is echter nog onvoldoende duidelijk op welke manier de gemeenten dit precies willen uitwerken. Dit dient in het beleidsplan helder te worden. Daarnaast dient in ogenschouw te worden genomen dat maatschappelijke doelen niet altijd te plannen zijn (zijn van meer factoren afhankelijk). De keuze voor maatwerk binnen de kaders wordt als een logische keuze gezien. Er wordt aandacht gevraagd voor samenhang en kwaliteit in het contracteren van dienstverlening. Prijs dient hierin niet de prioriteit te hebben. De tekst de organisatie belonen voor het aantal burgers dat het probleem zelf oplost, kan geen uitgangspunt zijn. Organisaties mogen niet worden afgerekend in de mate waarin een burger wel of niet gekanteld is. Dit heeft een organisatie niet altijd zelf in de hand. Er bestaat een risico dat de professional de situatie van de klant invult naar zijn eigen aanbod/organisatie. Het is belangrijk dat organisaties buiten hun eigen bedrijfsvoering kunnen kijken, en kijken in het belang van de klant. De gemeente Cuijk is voorstander van behoud van het PGB. De gemeente ziet dan ook graag in het beleidsplan het PGB als mogelijkheid verder uitgewerkt terugkomen. Onduidelijk is hoe de gemeenten omgaan met de eigen bijdrage. Maak dit helder in het beleidsplan. De gemeente Cuijk is voorstander van regionale samenwerking. In alle lagen van de organisatie wordt deze samenwerking als een meerwaarde gezien. Genoeg cliënten hebben om de hulpvraag met voorzieningen per gemeente ingevuld te krijgen is één, dan moet iedere gemeente die voorzieningen ook kunnen aanbieden, dat is twee en dat is maar de vraag. Er komt niet genoeg tot uitdrukking waarom wij willen samenwerken. Gemeenten dienen een coördinerende rol op zich te nemen om kruisbestuiving tussen organisaties mogelijk te maken. De gemeenten moeten consequenties durven te verbinden aan organisaties die afspraken niet nakomen. De handmatige visualisaties en schetsen worden in het document niet gewaardeerd. 4

Bespreken Visie Transitie AWBZ Reactie participatieraad welzijnsbeleid gemeente: Cuijk Datum: 15 augustus 2012 Algemene reactie op de visie In de ideale omstandigheden wordt alles waar het om moet gaan benoemd en goed beschreven. Visie is helder. Het vraagt een andere manier van werken, een cultuurverandering. Dit is tegelijk een zorgpunt. Afgevraagd wordt of de bereidheid er is. Waar is het belang van de burger? De cliënt centraal! Dit credo wordt gemist in de visie. De reacties moeten richting politiek. De AWBZ transitie is nu nog controversieel. Mogelijk vindt de doorgang pas plaats in 2015. De PRW (participatieraad welzijn Cuijk) hecht belang aan de samenwerking van Cuijk, Grave en Mill en zal de reacties op de visie AWBZ begeleiding regionaal bespreken in het regionale overleg burgerparticipatieraden Land van Cuijk. Reactie op het onderdeel van de kanteling Zoals beschreven op blz. 3 lijkt het organiseren van de ondersteuning simpel, maar de praktijk is weerbarstig. Positief opbouwend bedoeld is de zorg of het te realiseren valt. Reactie op het onderdeel van de toegang Geen. Reactie op het onderdeel ondersteuning (de uitwerking voor de taken) De zelfredzaamheid en de eigen initiatieven zijn een zorg. Gemeenten gaan over twee jaar weer hun eigen gang waardoor de uitgangspunten mogelijk verslappen. Lokale accenten zullen blijven. Persoonlijke zorg en aandacht, daar gaat het de burgers om. De mantelzorger is een zorgpunt. Reactie op het onderdeel opdrachtgeverschap Het is uiteindelijk een product van de instelling. Let op winstoogmerk!

Samenvattende nota m.b.t. Regionale conceptvisie Transitie AWBZ Inleiding In de regio Brabant Noordoost-oost bereiden we ons gezamenlijk voor op de Transitie AWBZ. Door de val van kabinet Rutte I is de decentralisatie begeleiding op 5 juni 2012 controversieel verklaard. Dit houdt in dat de Tweede Kamer de wet tot de verkiezingen van 12 september 2012 niet in behandeling neemt. Een volgend kabinet bepaalt of, wanneer en op welke manier de transitie verder gaat. In het college van 26 juni 2012 is besloten om de voorbereidingen voor de Transitie AWBZ echter wel voort te zetten. In het zogenaamde spoor 2 zorgen we er voor dat de nieuwe Wmo taken op een ambitieuze manier kunnen worden ingevoerd. In samenwerking met uitvoerende organisaties hebben de 12 gemeenten in spoor 2 een regionale visie voor de Transitie AWBZ opgesteld. De visie is een omschrijving van de ideale situatie. De onderwerpen die in deze visie worden behandeld, zijn breder dan de Transitie AWBZ. Het betreft ook onderdelen waar we als gemeente nu al verantwoordelijk voor zijn. Mocht de Transitie AWBZ onder het nieuwe kabinet niet doorgaan, dan zijn onderdelen uit deze visie wel te gebruiken voor de ontwikkeling van de Wmo binnen de gemeente. De visie wordt opiniërend besproken met de betrokken partijen bij de Transitie AWBZ. Door de visie breed te bespreken, kunnen we een goed beeld vormen of de visie inderdaad voldoende basis biedt voor verdere ontwikkeling van het beleid. De reacties op de visie worden verzameld en verwerkt in het concrete beleidsplan. De visie wordt dus niet afzonderlijk vastgesteld maar wordt onderdeel van het beleidsplan. Het beleidsplan wordt begin 2013 wel vastgesteld. Om een beleidsplan te ontwikkelen dat aansluit bij de wensen, is het van belang dat er een richtinggevende uitspraak ligt over de visie transitie AWBZ. Enkele onderdelen uit de visie zijn hieronder specifiek benoemd. Uitgelicht: vijf specifieke onderdelen van de visie 1. De visie op de kanteling, zoals vastgelegd in het Regionaal Wmo-beleidsplan 2012-2015 Kantelen in het Land van Cuijk. Iedereen doet mee is vertaald in de uitgangspunten van de Visie Transitie AWBZ; met de regionale uitgangspunten kan verdere invulling worden gegeven aan beleid en uitvoering. De visie is een omschrijving van de ideale situatie. In de ideale situatie staan de mogelijkheden van de burger en zijn sociale netwerk centraal (de Kanteling). Hierbij horen termen als: eigen verantwoordelijkheid nemen, oplossingsgericht handelen, burger centraal, vraaggericht, collectief aanbod en versterking sociale context, inclusief beleid. De kanteling is het doel dat we op termijn willen behalen. In de ideale situatie zijn we ook realistisch. Niet voor iedereen is een hele kanteling mogelijk. Individuele/maatwerk oplossingen blijven nodig. We richten ons in eerste instantie op die groep waar we mogelijkheden zien om (een deel van de) begeleiding te bieden vanuit de informele netwerken en algemene voorzieningen. Dit traject is een leer- en veranderproces waar we als professionals en als inwoners aan moeten wennen. Het is mogelijk dat de veranderingen aan het begin van het proces reactie oproepen bij betrokkenen, omdat zij moeten wennen aan de nieuwe situatie. De uitgangspunten zijn in de regionale visie per hoofdstuk/paragraaf kort samengevat. 2. Vertrouwen in elkaar is een belangrijke voorwaarde om de toegang te regelen zoals omschreven in de visie; als gemeente geven wij dit vertrouwen en delen wij de verantwoordelijkheid voor het vinden van de meest passende ondersteuning met uitvoerende organisaties. De regionale visie gaat er vanuit dat vraagverheldering op een uniforme manier door meerdere partijen wordt uitgevoerd. Bij de vraagverheldering staat de burger centraal en wordt bij oplossingen gekeken naar alle leefgebieden en wordt het sociale netwerk betrokken.

In het plan van aanpak wordt een ondersteuningsarrangement opgesteld en wanneer nodig een regisseur aangewezen. Wanneer we de toegang tot professionele ondersteuning op meerdere plekken organiseren, dan is de kans groter dat we meer mensen bereiken en kunnen we deskundigheid van instellingen beter inzetten. Dit vraagt vertrouwen in elkaar. Voor de gemeente betekent het dat we de verantwoordelijkheid voor het vinden van de meest passende ondersteuning, delen met uitvoerende organisaties. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3 van de regionale visie. 3. Het ontwikkelen van andere manieren van contracteren/financieren (onder andere sturen op maatschappelijke doelen) is een traject waarin we samen met de instellingen moeten groeien. De gewenste omslag kan alleen bereikt worden als we ondersteuning op een andere manier organiseren. Dit vraagt iets van inwoners, professionals en de gemeente zelf. De huidige vorm van contractering/financiering is niet altijd de meest passende vorm om deze omslag te bereiken. Het proces van de transitie AWBZ willen we daarom gebruiken om te zoeken naar andere vormen, waarbij we als opdrachtgever sturen op maatschappelijke doelen. Dit brengt een apart ontwikkeltraject met zich mee, waarin we als gemeenten samen met instellingen deze nieuwe manieren moeten ontdekken. Zie ook paragraaf 5.1 van de regionale visie. 4. We onderzoeken andere vormen voordat we een besluit nemen over het al dan niet in stand houden van het PGB. Er zitten verschillende voor- en nadelen aan het huidige persoonsgebonden budget (PGB). De komende tijd willen we benutten om andere vormen van een PGB verder te onderzoeken. Dit vraagt wel dat op voorhand geen uitspraak wordt gedaan over het mogelijk in stand houden van het PGB. Immers niet de vorm moet bepalend zijn, maar het doel, namelijk meer eigen regie voor de cliënt. Zie ook paragraaf 5.2 van de regionale visie. 5. Samenwerking met de gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost is in het belang van de Cuijkse inwoners die nu of in de toekomst aangewezen zijn op ondersteuning/begeleiding. Om goed regionaal te kunnen samenwerken is het van belang om hetzelfde beleid vast te stellen en een uniforme werkwijze te gebruiken. Deze regionale samenwerking vraagt van de verschillende gemeenten dat zij elkaar in gezamenlijk beleid en uitvoering proberen te vinden en niet enkel hun eigen belang nastreven. Meer over de regionale samenwerking vindt u in paragraaf 5. Abstractieniveau van de visie De visie is niet concreet: randvoorwaarden zoals financiële-, juridische-, inkooptechnische consequenties en toegang tot begeleiding zijn niet uitgewerkt. Om nieuwe, creatieve ideeën een kans te kunnen geven, is het noodzakelijk het bestaande even los te laten, boven de eigen organisatie uit te stijgen en de kaders en randvoorwaarden even te parkeren. Dit is ook de opdracht die de betrokken welzijnsorganisaties en zorgaanbieders hebben gekregen toen zij actief met de gemeenten de ideale situatie uitwerkten. De visie geeft geen concreet antwoord op de vraag wat de genoemde uitgangspunten voor invloed hebben op een individuele cliënt, maar wel handvatten voor verdere beleidsuitgangspunten. Het is nog niet duidelijk of en op welke manier de transitie AWBZ doorgaat. De val van het kabinet heeft ertoe geleid dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel rondom de decentralisatie begeleiding op 5 juni 2012 controversieel heeft verklaard. Dit houdt in dat de Tweede Kamer de wet tot aan de verkiezingen van 12 september 2012 niet in behandeling neemt. Een volgend kabinet bepaalt of en op welke manier de transitie AWBZ verder gaat. Gemeenten krijgen in 2013 geen verantwoordelijkheid voor de begeleiding in het kader van de Wmo. De kans is echter groot dat een volgend Kabinet de transitie AWBZ voortzet. De visie is geschreven alsof de transitie AWBZ gewoon doorgaat.