Samenstelling: mevrouw Leona Detiège, burgemeester; de heren Leo Delwaide, Marc Van Peel, mevrouwen Chantal Pauwels, Kathy Lindekens, Ann Coolsaet, de heren Eric Antonis, Erwin Pairon, Tuur van Wallendael, Dirk Grootjans, Luc Bungeneers, schepenen; de heer Fred Nolf, stadssecretaris; de heer Freddy Vandekerckhove, adjunct-stadssecretaris. Zitting van woensdag 26 juni 2002. Iedereen aanwezig, behalve de heer Tuur van Wallendael, schepen. Informatie- en districtswerking A-Punt 6 Stedelijk wijkoverleg. Kennisname van de ontwerpen voor wijkprogramma's op basis van de voorstellenlijst met prioriteiten per wijk. Concretisering beleidsrichtlijn (Jaarnummer 7406) Het college neemt kennis van de Voorstellenlijst met prioriteiten per wijk. Dit zijn de resultaten van de bevraging van de burgers in 15 wijken. Zie intranet: http://stad.antwerpen.be/docushare/dscgi/ds.py/view/collection-4001 Op basis hiervan zijn Ontwerpen voor wijkprogramma s opgemaakt.beide documenten vindt u in bijlage. Deze documenten zijn voor de bedrijfseenheden een leidraad bij het opmaken van voorstellen voor de begroting 2003. Agendapunt, college, gewone zitting, 10/10/2001, jaarnummer 10601; Agendapunt, college, gewone zitting, 20/03/2002, jaarnummer 3299; Agendapunt, college, gewone zitting, 24/04/2002, jaarnummer 4787 Motivering Voorgeschiedenis Vanaf januari 2002 is het stedelijk wijkoverleg gestart in 15 wijken: District: Antwerpen Berchem Berendrecht-Zandvliet-Lillo Deurne Hoboken Merksem Wijk: Haringrode-Zurenborg Linkeroever Dam-Eilandje Stuivenberg Amandus-Atheneum Brederode Kiel Nieuw Kwartier Oud-Berchem Groenenhoek Polder Deurne-Noord Hoboken West Oud-Merksem Pagina 1 van 7
Wilrijk Valaar Tijdens fase 1 van het stedelijk wijkoverleg werd een inventaris gemaakt van de meningen van de bewoners. Dit gebeurde op basis van het bestaande materiaal in de wijken waar wijkwerking reeds actief was, via enquêtes in de nieuwe wijken en via plenaire vergaderingen. De bewoners werd gevraagd naar de leefbaarheid van hun wijk op vlak van: - Verkeerssituatie - Groenvoorziening - Properheid - Veiligheid - Huisvesting - Speelmogelijkheden - Gelegenheden voor ontspanning, sport en cultuur - Aanbod van voorzieningen - Buurtcontacten - Werking van stedelijke diensten. Het resultaat van de bevraging van de bewoners werd aangevuld met informatie van het beleid en de administratie. Al deze gegevens werden verwerkt tot voorstellenlijsten per wijk. De voorstellenlijst bestaat uit vier onderdelen: 1. De meest voorkomende onderwerpen. 2. De andere voorstellen van bewoners. Voorstellen waarvoor de stad niet bevoegd is. 3. Bewonersvoorstellen die niet overeenkomen met de wet. 4. Meldingen of klachten en de mate waarin deze reeds behandeld zijn. Het college van nam kennis van het eerste onderdeel van de voorstellenlijsten per wijk, namelijk de meest voorkomende onderwerpen, tijdens de zitting van 24 april 2002. Tijdens fase 2 werd gevraagd aan de bewoners om uit de voorstellenlijst hun vijf prioriteiten aan te duiden. Alle inwoners van de vijftien wijken kregen daarvoor een uitnodiging in de bus. Deze prioriteitstelling kon individueel schriftelijk gebeuren, of via e.mail en website, en op de publieke wijkvergaderingen. Het resultaat vindt u in de Voorstellenlijst met prioriteiten per wijk. Op basis hiervan zijn ontwerp wijkprogramma s opgemaakt in overleg met de bestuurscoördinatoren van de districten. Op de zitting van het managementcomité van 11 juni 2002 (jaarnummer 168) is beslist dat de bedrijfseenheden de ontwerpen van de wijkprogramma s zullen hanteren als een leidraad bij het opmaken van voorstellen voor de begroting 2003. Dit in voorbereiding van de goedkeuring van de wijkprogramma s door de bureaus van de districten en het college in de maand september. Nadat de gebudgetteerde en goedgekeurde wijkprogramma s in de loop van oktober 2002 zijn voorgesteld aan de bewoners kan de uitvoering starten. Eind 2003 volgt dan een eerste evaluatie van de resultaten van het stedelijk wijkoverleg in deze wijken. Pagina 2 van 7
Feiten en context Eerste resultaten en praktijkervaringen na fase 1 en 2 1. Groeiende betrokkenheid van bestuur en bedrijfseenheden bij het stedelijk wijkoverleg. - De leden van het college en van de districtsbureaus hebben deelgenomen aan de eerste en tweede wijkvergaderingen - Vertegenwoordigers van de verschillende bedrijfseenheden (politie, ontwikkelingsbedrijf, burgerzaken) hebben actief meegewerkt aan de wijkvergaderingen - Vertegenwoordigers van het OCMW waren aanwezig op de eerste en tweede wijkvergadering - Er was een directe samenwerking met de jeugddienst om de voorstellen van jongeren en kinderen te integreren in de voorstellenlijst, conform de jeugdparagraaf - Andere stedelijke diensten maken toenemend gebruik van de service van het stedelijk wijkoverleg als het communicatie kanaal van het bestuur met de burgers. Zo heeft het stedelijk wijkoverleg de communicatie met bewoners georganiseerd voor Militair Hospitaal, Spoor Noord, Sint Bernardsesteenweg 2. Een kritische maar constructieve houding van de burgers die hebben meegewerkt. - Alle inwoners van de betrokken wijken kregen een folder aan huis bezorgd met de mogelijkheid om hun mening te geven. Een groeiend aantal deed dit via digitale weg: website en e-mail. In totaal hebben 3 604 burgers in de vijtien wijken meegewerkt aan de Voorstellenlijst met prioriteiten per wijk. - Er waren positieve reacties van niet-georganiseerde burgers in verband met het stedelijk wijkoverleg na de eerste en tweede wijkvergadering. Burgers appreciëren het feit dat het stadsbestuur naar hun mening vraagt. - De georganiseerde bewonersgroepen reageerden meestal kritisch afwachtend ten aanzien van het stedelijk wijkoverleg: eerst zien en dan geloven, ook in vorige jaren werden burgers uitgenodigd om hun mening te geven, maar dit resulteerde niet altijd in realisaties door het stadsbestuur. 3. De voorstellenlijst is een nuttig referentiedocument voor langere tijd voor stedelijke diensten. - De bevraging van burgers leverde interessante en kwalitatieve informatie op die nuttig kan gebruikt worden voor langere tijd door verschillende diensten. Belangrijk daarbij is een goede regie door de wijkcoördinatoren van de wijkvergadering. - Bij de bureaus van de districten is grote belangstelling om de voorstellenlijsten te gebruiken als referentiedocument voor de bepaling van de beleidsprioriteiten van de komende jaren. - Andere bedrijfseenheden maken gebruik van de voorstellenlijsten voor het opmaken van operationele plannen, bij voorbeeld door de bedrijfseenheid veiligheid bij de geografische afbakening van de plaatsen met overlast, door het stedelijk ontwikkelingsbedrijf voor het opmaken van de mobiliteitsplannen, door de verkeerspolitie voor het opmaken van het verkeersveiligheidsplan. 4. Aandachtspunten voor de toekomst Pagina 3 van 7
- Wijkvergaderingen kunnen nog meer benut worden om de initiatieven en inspanningen van het stadsbestuur voor te stellen en de relatie met de burgers te verbeteren. - Methodieken uitbreiden zodat meer burgers bereikt worden: - specifieke bevolkingscategorieën zoals senioren, migranten, jongeren en middenstanders apart benaderen; - het verder uitbreiden en optimaliseren van de digitale kanalen; - de georganiseerde bewonersgroepen actief betrekken, zonder hen een bevoorrechte positie te geven. Alle burgers hebben wel een uitnodiging om mee te doen in de bus gekregen, 92 000 folders werden huis aan huis bezorgd in de vijftien wijken. Dat is echter nog geen garantie dat burgers deelnemen aan het overleg. De wijkvergaderingen zijn niet het enige middel. - De onderlinge afstemming tussen de stedelijke diensten die in contact komen met bewoners, versterken (voornamelijk met burgerzaken, het stedelijk ontwikkelingsbedrijf en veiligheid/politie). - De tijdsplanning voor het opmaken van de wijkprogramma s moet worden aangepast. De bedrijfseenheden en kabinetten moeten meer tijd hebben om hun beleidsplannen in te brengen en te toetsen aan de voorstellen van de bewoners. 5. Besluit - Het stedelijk wijkoverleg is goed gestart en wordt door alle betrokkenen bestuur, administratie en burgers beschouwd als een nuttig instrument. - Het opbouwen van een permanente en constructieve relatie tussen burgers en bestuur is een lange termijn proces dat vanuit de ervaringen in de praktijk moet bijgestuurd worden. - Via het stedelijk wijkoverleg krijgen de bewoners meer inzicht in de besluitvorming en stedelijk werking. Verder verloop van het traject stedelijk wijkoverleg Indicatieve planning voor de uitvoering van de fase 3 van het stedelijk wijkoverleg: Timing fase 3 augustus - september 2002 augustus september 2002 september-oktober 2002 oktober 2002 Taak Budgetteren wijkprogramma s en aanduiden dossiereigenaars Samenstellen programmateams voor uitvoering wijkprogramma Goedkeuren definitieve wijkprogramma s Bekendmaken van goedgekeurde wijkprogramma s Vanaf oktober 2002 start fase 4, namelijk de uitvoering van de wijkprogramma s. Dit betekent dat per district een programmateam wordt opgestart. Dit programmateam bestaat uit alle relevante diensten die betrokken zijn bij de projecten van het wijkprogramma. Het programmateam maakt een actieplan op voor de uitvoering van het wijkprogramma. Binnen de uitvoering van het wijkprogramma kent elk project haar eigen timing, communicatie en uitvoering. Op regelmatige tijdstippen zal het beleid op de hoogte gebracht worden van de voortgang van de wijkprogramma s. Pagina 4 van 7
Fase 5 is de evaluatiefase. Na verloop van twee jaar zullen de wijkprogramma s en het stedelijk wijkoverleg geëvalueerd worden. Vanuit deze evaluatie zal een koppeling gemaakt worden met de volgende wijkprogramma s. Het is de bedoeling om vanaf oktober 2002 het stedelijk wijkoverleg uit te breiden naar andere wijken. Argumentatie Het college dient kennis te nemen van de Voorstellenlijsten met prioriteiten per wijk en van de Ontwerpen voor wijkprogramma s die op basis daarvan zijn opgemaakt. Deze beide documenten dienen gezamenlijk te worden gelezen. De voorstellenlijsten zijn het resultaat van de bevraging van de inwoners van de vijtien wijken. Het is op basis daarvan dat de ontwerpen voor wijkprogramma s zijn opgemaakt in overleg met de districten. Het ontwerp voor het wijkprogramma bestaat uit vijf onderdelen: - Deel 1. Overzicht van de verschillende deelprojecten van het wijkprogramma, met een onderscheid tussen de bevoegdheden: stad, district, andere. - Deel 2. Een aantal onmiddellijk op te volgen voorstellen van burgers, met de verwijzing naar de fiche in de voorstellenlijst. - Deel 3. Bijkomende informatie over de verschillende deelprojecten. - Deel 4. Bijkomende informatie over onmiddellijk op te volgen voorstellen van burgers - Deel 5. Jeugdparagraaf, advies van de jeugdraad Op die manier is het college op de hoogte van wat de bewoners belangrijk vinden voor hun wijk. Het is belangrijk dat een aantal voorstellen gevaloriseerd worden in de gebudgetteerde wijkprogramma s die door het college zullen worden goedgekeurd. Op de zitting van het managementcomité van 11 juni 2002 (jaarnummer 168) is beslist dat de bedrijfseenheden de deelprojecten in de ontwerpen van de wijkprogramma s zullen hanteren als een leidraad voor het opmaken van voorstellen voor de begroting 2003. De medewerkers van het stedelijk wijkoverleg dienen in uitvoering van deze beslissing werkafspraken te maken met de betrokken bedrijfseenheden. Dit in voorbereiding van de goedkeuring van de gebudgetteerde wijkprogramma s door college en bureaus in de loop van september. Het stedelijk wijkoverleg mag niet beperkt blijven tot het gesprek met burgers. Het bestuur moet een duidelijk antwoord geven op de geïnventariseerde en prioritaire voorstellen van de inwoners van de 15 wijken: wat zal de stad Antwerpen en de respectieve districten uitvoeren en niet uitvoeren in die wijken gedurende de komende jaren. De wijkprogramma s moeten leiden tot concrete realisaties die de leefbaarheid van de wijk verbeteren. Pagina 5 van 7
Besluit Artikel 1 Het college neemt kennis van de Voorstellenlijsten met prioriteiten per wijk van het stedelijk wijkoverleg 2002 van de vijftien wijken (zie bijlagen) en van de ontwerpen voor wijkprogramma s die op basis daarvan zijn opgemaakt. Artikel 2 Het college geeft opdracht aan alle bedrijfseenheden om de Voorstellenlijsten met prioriteiten per wijk te gebruiken als referentiedocument voor beleidsvoorbereiding; en om de ontwerpen van de wijkprogramma s mede te gebruiken voor de uitvoering van de werkzaamheden. Artikel 3 Het college geeft opdracht aan het management comité, de bestuursdirecteurs van de bedrijfseenheden en de bestuurscoördinatoren van de districten om de ontwerpen van de wijkprogramma s mede als een leidraad te gebruiken voor het opmaken van voorstellen voor de begroting 2003. Artikel 4 Het college geeft opdracht aan het managementcomité om de aanslepende problemen, genoemd Onmiddellijk op te volgen voorstellen van burgers in de ontwerpen van de wijkprogramma s door de verantwoordelijke bedrijfseenheden te laten onderzoeken. Het managementcomité geeft opdracht aan het klantenmanagement om deze operatie te coördineren. Van de verantwoordelijke bedrijfseenheden wordt ten laatste op 13 september 2002 een antwoord op deze voorstellen verwacht, zodat deze informatie samen met de definitieve goedkeuring van de wijkprogramma s in oktober 2002 kan gecommuniceerd worden met de inwoners van de betrokken wijken. Artikel 5 Het Marshallplan van de bewoners van Antwerpen Noord werd geïntegreerd in de voorstellenlijst van de wijken Stuivenberg en Amandus-atheneum. Door het stedelijk wijkoverleg zal een dossiereigenaar worden aangeduid voor de opvolging ervan. Artikel 6 Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen. Kopiëen: 46 exemplaren Aan: Aantal: Actie: alle kabinetten 13 voor kennisname bestuurscoördinatoren-district 9 voor kennisname voorzitters districtsraden 9 voor kennisname BZ/SD 1 voor kennisname Pagina 6 van 7
BZ/DSO/W 1 voor kennisname ID/SD 1 voor dossier ID/IA 1 voor gevolg ID/SWO 1 voor gevolg alle bestuursdirecteurs 10 voor gevolg Pagina 7 van 7