M201114 MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs MKB-ondernemers over ondernemen in het reguliere onderwijs drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, november 2011
MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs Ruim twee derde van de MKB-ondernemers vindt dat ondernemend gedrag en ondernemerschap bij jongeren via het onderwijs bevorderd moeten worden. Ze verwachten dat jongeren door het ondernemerschapsonderwijs ook daadwerkelijk ondernemender worden en dat er op termijn meer ondernemers zijn. Slechts een klein deel van de MKB-ondernemers is op dit moment al betrokken bij het ondernemerschapsonderwijs. Dit gebeurt voornamelijk via het aanbieden van stages aan leerlingen. Nog eens een kwart wil graag een rol gaan spelen in de toekomst vooral via het verzorgen van gastlessen op scholen. Het MBO is volgens MKB-ondernemers het meest geschikte onderwijsniveau voor het aanbieden van ondernemerschapsonderwijs,terwijl het primaire onderwijs hiervoor juist geen geschikt onderwijsniveau is. De helft van de ondernemers in het MKB heeft in de eigen reguliere opleiding vakken gevolgd op het gebied van ondernemerschap. Voor de helft daarvan heeft dat er deels voor gezorgd dat ze ondernemer zijn geworden. De belangrijkste redenen om ondernemer te worden, zijn de uitdaging en de wens om eigen baas te zijn. 1 Inleiding De afgelopen jaren krijgt ondernemerschapsonderwijs steeds meer aandacht vanuit de overheid. In samenwerking met organisaties uit het onderwijs en het bedrijfsleven stimuleren de Ministeries van EL&I, OCW en LNV sinds 2000 ondernemerschap in het onderwijs. Steeds meer scholen van basisschool tot en met universiteit besteden inmiddels aandacht aan ondernemen. De aandacht vanuit de overheid voor het ondernemerschapsonderwijs komt tot uiting in een aantal (subsidie)regelingen zoals het Actieprogramma onderwijs en ondernemerschap. 1 Evaluaties van het ondernemerschapsonderwijs hebben aangetoond dat er een verschuiving in de richting van ondernemerschap zichtbaar is in het lesprogramma van onderwijsinstellingen: scholen besteden meer aandacht aan ondernemen en hebben het verankerd in hun lesprogramma of zijn daarmee bezig. 2 Bovendien blijkt dat leerlingen ondernemerschap in het lesprogramma in toenemende mate leuk vinden. 3 1 Voor meer ondernemerschapsprojecten in het onderwijs, zie www.onderwijsonderneemt.nl. 2 Zie Onderwijs en ondernemerschap Eenmeting 2010, EIM, 2010. 3 Zie Tussentijdse evaluatie 28 projecten ondernemerschap en onderwijs, EIM, 2010. 2
Voorbeeld ondernemerschapsonderwijs Een van de projecten in het kader van het ondernemerschapsonderwijs is het project 'Match' van het ROC Tilburg. Match is een projectbureau waaraan bedrijven en instellingen opdrachten leveren die leerlingen van het ROC kunnen uitvoeren. Behalve het bemannen van het projectbureau zitten leerlingen vooral in de uitvoering van projecten. Het gaat om opdrachten die uiteenlopen van het organiseren van sportgala's tot het ontwerpen van enquêtes voor bedrijven. Wat tot nu toe onderbelicht is gebleven, is het oordeel over ondernemerschapsonderwijs vanuit het bedrijfsleven in Nederland in het algemeen en het MKB in het bijzonder. Dit rapport richt zich daarom op de vraag hoe MKB-ondernemers aankijken tegen de opkomst van het ondernemerschapsonderwijs. Met het begrip ondernemerschapsonderwijs bedoelen we in deze context de aandacht voor ondernemen in het reguliere onderwijs. 1 Dit type ondernemerschapsonderwijs is op te splitsen in enerzijds stimulering van ondernemend gedrag en anderzijds bevordering van ondernemerschap. MKB Beleidspanel De data in deze rapportage zijn ontleend aan het MKB Beleidspanel van EIM. Het MKB Beleidspanel is begin 1999 van start gegaan. Het doel van het MKB Beleidspanel is drieledig: 1 het meten van ontwikkelingen in de tijd ten aanzien van het gedrag; 2 het meten van de meningen en prestaties van MKB-ondernemingen; 3 het verzamelen van kennis over het MKB in al zijn facetten. Jaarlijks worden er drie metingen verricht. Ruim 2.000 MKB-ondernemers hebben hun mening gegeven over ondernemerschapsonderwijs. 1 In het vervolg verwijst het begrip ondernemerschapsonderwijs naar deze definitie en dus niet naar de afzonderlijke beroepsopleidingen, gericht op ondernemerschap. 3
2 Stimuleren van ondernemen in het onderwijs Ruim twee derde van de MKB-ondernemers vindt dat ondernemend gedrag en ondernemerschap bij jongeren via het onderwijs bevorderd moeten worden (tabel 1). De meerderheid is van mening dat jongeren door het volgen van ondernemerschapsvakken in het onderwijs uiteindelijk ondernemender worden en dat er in de toekomst meer ondernemers zullen zijn. Een krappe meerderheid denkt dat dit zal leiden tot meer concurrentie in het MKB. Tabel 1 Oordeel MKB over ondernemerschapsonderwijs (% dat ja zegt) Mening over Stelling Totaal MKB Bevordering ondernemen onder jongeren Effecten ondernemerschapsonderwijs 'Ondernemend gedrag moet worden bevorderd via het onderwijs' 'Ondernemerschap moet worden bevorderd via het onderwijs' 'Ik zie andere mogelijkheden om ondernemerschap bij jongeren te stimuleren' 'Jongeren worden door het volgen van ondernemerschapsvakken in het onderwijs daadwerkelijk ondernemender' 'Door ondernemerschapsvakken in het onderwijs zijn er in de toekomst meer ondernemers' 'Door ondernemerschapsvakken in het onderwijs ontstaat er uiteindelijk meer concurrentie in het MKB' 73% 69% 46% 61% 58% 52% Bijna de helft van de MKB-ondernemers ziet ook nog mogelijkheden om ondernemend gedrag of ondernemerschap via andere kanalen te bevorderen. Zij zien daarbij een rol weggelegd voor overheid, bedrijven en banken. De overheid moet het initiatief nemen bij de bevordering van ondernemerschap bij jongeren. Ten eerste door ondernemerschap in de media onder de aandacht van jongeren te brengen. Zij kan ook actiever bijdragen om het voor jongeren aantrekkelijker te maken om te starten als ondernemer. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan versoepeling van regelgeving en fiscale voordelen voor starters. Bedrijven zelf moeten het initiatief nemen om jongeren te stimuleren als ondernemer te starten. Zowel jongeren die bij hen in loondienst zijn als jongeren, die nog op school zitten, kunnen daarbij worden betrokken. Voor de eerste groep kan dat bijvoorbeeld inhouden het aanbieden van cursussen en bedrijfsopleidingen (in deeltijd of in de vorm van avondcursussen), voor de tweede groep het organiseren van bedrijvendagen, het aanbieden van stages of het verzorgen van lessen/gastcolleges op scholen. 4
Banken kunnen maatregelen treffen om ondernemerschap bij jongeren te bevorderen. In de huidige economische tijd is het vaak lastig voor startende ondernemers om de benodigde financiering (startkapitaal) bij banken te verkrijgen. Banken kunnen het initiatief nemen om de criteria voor het verkrijgen van financiering te versoepelen. Onderwijsniveau MKB-ondernemers zijn uitgesproken over op welk onderwijsniveau ondernemend gedrag of ondernemerschap kan worden gestimuleerd en op welk onderwijsniveau niet (figuur 1). Het overgrote deel van het MKB is van mening dat het MBO het meest geschikt is voor het bevorderen van ondernemend gedrag en ondernemerschap. Ondernemers vinden daarnaast ook het voortgezet en het hoger onderwijs een goed kanaal voor het aanbieden van ondernemerschapsonderwijs. Vooral ondernemers in het middenbedrijf zien het hoger onderwijs als geschikt onderwijsniveau. Het primaire onderwijs wordt veel minder geschikt geacht. Figuur 1 Onderwijsniveau voor ondernemerschapsonderwijs Geschikt onderwijsniveau voor ondernemerschapsonderwijs PO 13% 17% 17% 70% Onderwijsniveau VO MBO 63% 71% 93% 93% MKB Middenbedrijf Kleinbedrijf 93% HO 73% 71% 84% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Aandeel MKB 5
3 Rol van de ondernemer in het onderwijs Ofschoon MKB-ondernemers vinden dat ondernemen via het onderwijs moet worden bevorderd, speelt slechts een beperkt deel van hen (12%) zelf een rol in het ondernemerschapsonderwijs (figuur 2). Het middenbedrijf is meer betrokken dan het kleinbedrijf: 20% tegenover 11%. Die rol bestaat in de meeste gevallen uit het aanbieden van stages aan leerlingen: 80% van de betrokken ondernemers biedt deze aan. Ongeveer een op de drie bedrijven vult die rol in door het verzorgen van gastcolleges op scholen en/of een bezoek van leerlingen aan het bedrijf. Andere rolinvullingen zijn: coaching en begeleiding van studenten (onder andere scriptiebegeleiding en begeleiding van studenten die een eigen bedrijf starten), advies en beoordeling (via klankbordgroepen of ondernemerspanels) en voorlichting van docenten (in plaats van direct naar individuele studenten). Figuur 2 Huidige en toekomstige rol MKB in ondernemerschapsonderwijs Rol MKB in het ondernemerschapsonderwijs MKB 12% 28% 60% Ik speel al een rol Middenbedrijf 20% 35% 45% Ik wil een rol gaan spelen Ik wil geen rol gaan spelen Kleinbedrijf 11% 27% 62% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Aandeel MKB Een kwart van de MKB-ondernemers spreekt de wens uit in de toekomst een rol te gaan spelen in het ondernemerschapsonderwijs. Ook voor deze groep geldt dat het vooral middelgrote bedrijven zijn die deze ambitie hebben (35% tegenover 27% in het kleinbedrijf). Een reden voor het relatief hoge belang dat het middenbedrijf ten opzichte van het kleinbedrijf hecht aan betrokkenheid bij ondernemen in het reguliere onderwijs, kan de grotere (financiële) ruimte zijn om te investeren in activiteiten buiten de kernactiviteiten. Een andere reden kan zijn dat het middenbedrijf meer dan het kleinbedrijf belang heeft bij het aantrekken van geschikte arbeidskrachten. Via een rol in het ondernemerschapsonderwijs kan niet alleen het bedrijf zelf maar ook de sector als geheel worden gepromoot. Meer dan twee derde deel van de MKB-ondernemers die voor zichzelf in de toekomst een rol in het ondernemerschapsonderwijs weggelegd zien, wil dat gaan doen via het verzorgen van gastcolleges op scholen (tabel 2). 6
Ook het aanbieden van stages aan leerlingen en het mogelijk maken van bedrijfsbezoeken worden door meer dan de helft van de bedrijven genoemd. Andere rolinvullingen zijn: het aanbieden van afstudeeropdrachten en projecten voor leerlingen binnen het bedrijf, advies en begeleiding van studenten, coaching en beoordeling, het verzorgen van opleidingen binnen het bedrijf en het optreden als leerbedrijf. Tabel 2 Toekomstige rolinvulling ondernemerschapsonderwijs Rolinvulling Kleinbedrijf Middenbedrijf Totaal MKB Verzorgen van gastcolleges 69% 74% 70% Aanbieden van stages aan leerlingen 58% 88% 62% Bedrijfsbezoeken door leerlingen 49% 77% 52% Anders 28% 35% 29% Het grootste deel van de MKB-ondernemers heeft niet de ambitie betrokken te raken bij het ondernemerschapsonderwijs: 60% wil geen rol spelen in de toekomst. Dit geldt vooral voor het kleinbedrijf en in veel mindere mate voor het middenbedrijf. 7
4 Eigen ervaringen met ondernemerschapsonderwijs Net iets minder dan de helft van de MKB-ondernemers heeft in de eigen opleiding vakken gevolgd op het gebied van ondernemerschap. MKB-ondernemers in het middenbedrijf hebben vaker ondernemerschapsvakken gevolgd dan ondernemers in het kleinbedrijf. Van de MKB-ondernemers die aangeven dat ze vroeger in hun opleiding vakken, gericht op ondernemerschap hebben gevolgd, zegt bijna de helft dat deze vakken er daadwerkelijk toe hebben bijgedragen dat zij ondernemer zijn geworden. Er is daarbij nauwelijks verschil tussen klein- en middenbedrijf. Overigens zijn de belangrijkste redenen om MKB-ondernemer te worden de uitdaging en de wens om eigen baas te zijn. Figuur 3 geeft een overzicht van redenen om ondernemer te worden. Figuur 3 Redenen om ondernemer te worden Redenen voor ondernemerschap Uitdaging 48% 72% 70% Wens om eigen baas te zijn Ondernemerschapsvakken in de opleiding 37% Erin gegroeid via familie/vrienden 29% Ontevredenheid over baan in loondienst 10% 10% 20% Ontdekking van gat in de markt Werkloosheid/geen baan kunnen vinden 2% 5% Uit nood geboren/door privéomstandigheden Dreigende werkloosheid 0% 20% 40% 60% 80% 100% Enthousiast geworden door voorlichtingsbijeenkomsten over het starten van een eigen bedrijf 8