GEZAMENLIJKE VERGADERING UGV/OR/SR Bijlagenummer GV 454 Onderwerp: Evaluatie bindend studieadvies (bsa) 2012-2013 Status Bespreking Voorbereidende commissie GVcie OOM-1 Behandeld in Voorbereidende GV 28 oktober 2013 Overlegvergadering GV op 4 november 2013 Afsluitende GV11 november 2013 Bevat: 454 Brief CvB d.d. 30 september 2013 met evaluatie
College van Bestuur Comeniuslaan 4 Postbus 9102 6500 HC Nijmegen Telefoon (024) 361 61 61 Fax (024) 356 46 06 691040 Aan de leden van de Gezamenlijke Vergadering Comeniuslaan 4 INTERN www.ru.nl gv 13.0066 Ons kenmerk 13U.013001 Betreft Bindend studieadvies (bsa) Uw kenmerk Doorkiesnummer 024-3616144 E-mail a.vanhout(2îmso. ru.nl Datum 3 0 SEP 2013 Geachte leden, Hierbij treft u de notitie 'Evaluatie bindend studieadvies (bsa) 2012-2013' aan. Bespreking van deze notitie vindt plaats in de Gezamenlijke Vergadering van 4 november a.s. Hoogachtend prof.dr. G.J.M. Meijer voorzitter drs. J.J.A. van de Riet secretaris bijlage: evaluatie bindend studieadvies (bsa) 2012-2013 cc: Radboud Universiteit Nijmegen J
Evaluatie bindend studieadvies (bsa) 2012-2013 1. Inleiding In het studiejaar 2011-2012 is aan de Radboud Universiteit het bindend studie advies (bsa) ingevoerd. In deze notitie informeert het College de GV over de belangrijkste kwantitatieve en kwalitatieve resultaten van het bsa 2012-2013 en vergelijkt deze met die van 2011-2012. De kwantitatieve resultaten zijn gebaseerd op gegevens uit Datawarehouse-rapporten uit Osiris; de kwalitatieve resultaten op contacten die MSO in juli en augustus heeft gehad met de faculteiten en met centrale eenheden die bij de invoering van het bsa betrokken zijn. Belangrijkste conclusies zijn dat het percentage eerstejaars studenten dat heeft voldaan aan de bsanorm iets hoger is dan in 2011-2012, dat er op instellingsniveau geen sprake is van een 'post-bsa-dip' en dat in organisatorische/logistieke zin het bsa net zoals vorig jaar probleemloos is uitgevoerd. 2. Kwantitatieve resultaten 2.1 Uitgebrachte adviezen en vroege studiestakers Het percentage positieve adviezen ligt voor het cohort 2012 iets hoger dan voor het cohort 2011, terwijl het vroege studiestakers (vóór 1 maart) juist is gedaald. Het percentage aangehouden adviezen en het percentage negatieve adviezen is ongeveer gelijk aan dat van 2011. Er zijn echter wel verschillen tussen faculteiten: bij de faculteiten Rechtsgeleerdheid, Managementwetenschappen, Sociale wetenschappen en Medische wetenschappen is het percentage positieve adviezen, soms flink, gestegen t.o.v. 2011. Bij de faculteit Letteren is het percentage positieve adviezen ongeveer gelijk gebleven en bij de faculteiten FTR en NWI is het gedaald t.o.v. 2011. De precieze gegevens per faculteit treft u aan in bijlage 1. Totaal Radboud Universiteit cohort 2011 Positief advies Twijfel/aangehouden advies Negatief advies Studiestakers Aantal Perc. Totaal 2601 72,696 104 2,996 484 13,596 393 11,096 3582 Totaal Radboud Universiteit cohort 2012 Positief advies Twijfel/aangehouden advies Negatief advies Studiestakers Aantal Perc. Totaal 2769 74,796 114 3,196 484 13,196 341 9,296 3708 Nb: bij het draaien van de rapporten uit DWH waren 15 adviezen nog niet definitief; deze zijn derhalve niet meegeteld. Vorig jaar werd al vastgesteld dat een van de effecten van de invoering van het bsa is dat het vroege studiestakers substantieel toeneemt. Voor het cohort 2012 bedraagt het percentage studiestakers 9,296 van de totale eerstejaars populatie (cohort 2011:11,096): een aanzienlijke daling. Samen met het percentage definitieve negatieve adviezen van 13,196 (cohort 2011:13,596) bedraagt het totale percentage studenten dat de studie na het eerste jaar vrijwillig of gedwongen beëindigt 22,396 (cohort 2011: 24,596). 1
2.2 BSA-norm en behaald ec voor vwo-instroom In deze paragraaf wordt specifiek gekeken naar de prestaties van eerstejaars studenten met een vwo- vooropleiding. In onderstaande grafiek wordt het percentage studenten weergegeven dat de bsa-norm (afhankelijk van de faculteit en/of opleiding 39, 40 of 42 ec) al of niet heeft behaald. Feitelijk is het bsa voor het eerst van toepassing op het cohort 2011; de gegevens zijn berekend alsof deze bsa-norm al vanaf het cohort 2006 gold. BSA norm RU totaal eerstejaars instelling, VWO vooropleiding, exclusief studiestakers m niet gehaald u wel gehaald iooy 0 90X 80 o A 70 o Á I I I ĩ 6oy 0 50 o Á 40 0 /» 3096 2096 I I 1096 096 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Het percentage studenten met een vwo-vooropleiding dat voldoet aan de bsa-norm is in 2012 hoger dan in 2011 en ook hoger dan in alle voorgaande jaren. Voorts kan worden gemeld dat eerstejaars studenten met een vwo-vooropleiding in het eerste jaar beter presteren dan studenten met een andere vooropleiding. Uit de grafiek blijkt ook dat al vanaf 2006 een daling zichtbaar is van het percentage dat NIET voldoet aan de bsa-norm. Wellicht hebben diverse maatregelen, zoals de onderwijsintensivering en de dreiging van de langstudeerdersboete hierbij eveneens een rol gespeeld. Uit eerder onderzoek van MSO is gebleken dat de studievoortgang van studenten in het eerste jaar in hoge mate voorspellend is voor de studievoortgang in de overige bachelorjaren. Daarom is het van groot belang dat faculteiten/opleidingen de studievoortgang van studenten die in het eerste jaar nét voldaan hebben aan de bsa-norm extra goed monitoren. In de volgende paragraaf worden de studieprestaties van het cohort 2011 in het tweede jaar nader bekeken. 2.3 Post-BSA prestaties cohort 2011-2012 Met behulp van het studiepunten, behaald in het studiejaar 2012-2013 door studenten die na het eerste jaar (2011-2012) een positief bindend studieadvies ontvingen, kan worden nagegaan of er sprake is van een zogenaamde post-bsa dip. Hiervoor hebben we gekeken naar het gemiddeld studiepunten dat deze groep studenten heeft behaald in het tweede studiejaar en of ze hiermee aan dezelfde bsa-norm zouden voldoen. 2
Van de 2601 studenten die vorig jaar een positief bindend studieadvies kregen hebben 2552 zich er opnieuw ingescheven voor het tweede jaar van dezelfde opleiding. Van deze groep herinschrijvers heeft 7596 (1925 studenten) 40 of meer studiepunten behaald en is 2596 (635 studenten) er niet in geslaagd om weer aan de bsa norm te voldoen, (hierbij wordt uitgegaan van een bsa norm van 40 ec, hoewel dat niet vooralle faculteiten/opleidingen het geval is). Kijken we naar het gemiddeld behaalde ec, dan blijkt dat de studenten met een positief bsa gemiddeld 55,5 ec in het eerste jaar behaalden; in het tweede studiejaar behaalden dezelfde studenten (minus de 50 die zich niet hebben heringeschreven) gemiddeld iets minder studiepunten, namelijk 52,7 ec. Er zijn echter grote verschillen tussen faculteiten en opleidingen. Bij de faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen en de faculteiten Letteren en Medische Wetenschappen behalen studenten in het tweedejaar beduidend minder studiepunten dan in het eerste jaar; bij de faculteiten Rechtsgeleerdheid en NWI iets minder, bij FSW blijft het min of meer gelijk en bij Managementwetenschappen behalen ze meer studiepunten. 2.4 Voorspellende waarde voorlopig studieadvies Net zoals vorig jaar laten de facultaire rapportages over het bsa die met behulp van Osiris kunnen worden opgesteld duidelijk zien dat de voorlopige adviezen van februari in een behoorlijke mate voorspellend zijn voor de definitieve adviezen in juli en/of augustus. Op instellingsniveau geldt grofweg dat:» Voorlopige positieve adviezen in bijna alle gevallen ook leiden tot een definitief positief advies;» De meeste voorlopige adviezen 'twijfel' leiden tot een definitief positief advies; Van de voorlopige negatieve adviezen, weliswaar afhankelijk van de faculteit, krijgt toch ook nog een substantieel deel, een definitief positief advies. Dat zou erop kunnen duiden dat een 'voorlopig negatief advies' sommige studenten ertoe aanspoort om in het tweede semester een andere studiehouding aan de dag te leggen. 3. Kwalitatieve resultaten Hieronder komen achtereenvolgens aan de orde: de planning, Osiris en de hoorzittingen van de commissie studieadvies eerste jaar. 3.1 Planning Op alle faculteiten is het vaststellen van de definitieve adviezen en het versturen van de door Osiris geproduceerde standaardbrieven conform de planning en zonder noemenswaardige problemen verlopen. Dit mede dankzij de strakke draaiboeken die hiervoor op alle faculteiten bij de invoering van het bsa zijn opgesteld. Bij vijf van de zeven faculteiten (FdL, FdM, FMW, FSW en FFTR) heeft het vaststellen van de definitieve adviezen en het versturen van de brieven naar de studenten in juli plaatsgevonden. Bij twee faculteiten (FNWI en FdR) in het tweede deel van augustus. Reden daarvoor is dat beide faculteiten in hun jaarplanning in augustus nog enkele hertentamens voor eerstejaars hebben geprogrammeerd. Een goede uitvoering van het bsa in juli of augustus conform het draaiboek valt of staat met het naleven door docenten van de noodzakelijk krappe correctietermijnen voor de laatste tentamens en hertentamens. Net als vorig jaar, hebben zich daarbij op geen enkele faculteit problemen voorgedaan. 3.2 Osiris Net zoals vorig jaar heeft Osiris, zowel bij het geautomatiseerd vaststellen van de voorlopige adviezen in februari als de definitieve adviezen in juli/augustus als bij het produceren van de diverse brieven voor studenten, goed gefunctioneerd. Faculteiten maken ook steeds meer gebruik van de 3
mogelijkheden die het Datawarehouse biedt om per opleiding en voor de hele faculteit informatieve bsa-rapporten te laten maken. Een definitief negatief bsa betekent dat een student zich gedurende drie jaar niet kan herinschrijven voor dezelfde RU-opleiding. Dat betekent ook dat de facultaire beheerders van Osiris zorgvuldig alle uitgebrachte eindadviezen in Osiris op 'definitief moeten zetten om ervoor te zorgen dat de medewerkers van de Centrale Studentenadministratie (CSA) een student wel of niet kunnen herinschrijven. De daarvoor noodzakelijke afstemming tussen faculteiten en CSA was opnieuw goed goed waardoor de herinschrijving van studenten bij de CSA probleemloos is verlopen. 3.3 Hoorzittingen van de Commissie Studieadvies Eerste Jaar Op elke faculteit brengt de Commissies Studieadvies Eerste Jaar (CSEJ) namens de decaan het voorlopige en definitieve studieadvies uit aan eerstejaars. Een belangrijke taak van deze commissie is om in augustus tijdens een hoorzitting studenten te 'horen' die het oneens zijn met het 'voornemen tot een negatief advies' dat zij eerder per brief hebben ontvangen. Studenten kunnen dan tijdens zo'n hoorzitting pleiten voor een alsnog 'aanhouden' van het advies omdat ze van mening zijn dat niet of onvoldoende rekening is gehouden met voor hen geldende bijzondere omstandigheden. Het studenten dat zich aangemeld heeft voor een hoorzitting is dit jaar (71) beduidend hoger dan vorig jaar (49). De toename heeft deels te maken met het feit dat het bij een aanmeldingen studenten betrof die vorig jaar al waren 'aangehouden' en dit jaar om allerlei redenen niet konden voldoen aan het 'minimaal de P halen'. Een andere verklaring is mogelijk de grotere bekendheid onder studenten van de mogelijkheid om door de commissie gehoord te worden. De 71 meldingen voor een hoorzitting zijn als volgt over de faculteiten verdeeld (tussen haakjes de len van vorig jaar): FdL 4 (8) ; FTTR 2 (2), FMW 14 (12), FdM 14 (5), FSW 11 (8), FNWI12 (7) en FdR 14 (7). Van die 71 is na afloop van de hoorzittingen in 39 'gevallen' door de commissie besloten om het advies alsnog 'aan te houden'. In 32 'gevallen' was het oordeel van deze commissie een 'definitief negatief bsa'. Deze 32 studenten kunnen hiertegen gedurende zes weken (tot medio oktober) in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens (CBE). Op het moment van schrijven van deze notitie hebben zich 3 studenten bij de secretaris van het CBE aangemeld voor zo'n beroepszaak. Bijlage 1: Eindadviezen studiejaar 2012-2013 per faculteit en totaal voor RU en vergelijking met 2011-2012 Ą
* Bijlage lb: uitgebrachte bindend studie adviezen 2011 en 2012 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen 53 79,196 4 7 10,496 3 4,596 67 37 68,5 0 7o 7 13,096 10 18,596 0 0,096 54 Faculteit der Letteren 400 73,996 12 2,296 76 14,096 53 9,896 541 410 73,096 13 2,3 ũ 7o 84 14,996 55 9,896 562 Faculteit der Managementwetenschappen 411 64,2^0 18 2,8 0 7o 105 16,496 106 16,696 640 431 69,296 22 3,596 94 15,196 76 12,2 0 7o 623 Faculteit der Rechtsgeleerdheid 247 62,196 19 4,896 91 22,996 41 10,396 398 290 68,996 10 2,4 ũ 7o 83 19,796 38 9,oy 0 421 Faculteit der Sociale Wetenschappen
682 71,696 32 3,496 113 11,996 125 13,196 952 774 75,196 36 3,596 116 11,396 105 10,2 o Á 1031 Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica 368 75,396 12 2,596 63 12,996 46 9,496 489 373 71,596 16 3,IX 75 14,496 58 11,196 522 Faculteit der Medische Wetenschappen 440 88,996 7 1,496 29 5,996 19 3,896 495 454 91,796 10 2,096 22 4,496 9 1,896 495 Totaal Radboud Universiteit 2601 72,696 104 2,996 484 13,596 393 11,094 3582 2769 74,796 114 3,196 484 13,196 341 9,296 3708 bron DWH/Osiris/MSO/AM