Ons kenmerk Uw kenmerk Datum UR/JB/ maart 2012

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Ons kenmerk Uw kenmerk Datum UR/JB/ maart 2012"

Ivo Mark Verbeke
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Aan het Presidium van de Universiteitsraad UNIVERSITEITSRAAD Commissie onderwijs, onderzoek en studentenzaken Bezoekadres Burg. Oudlaan 50 Postadres Postbus DR Rotterdam Doorkiesnr Fax Internet Ons kenmerk Uw kenmerk Datum UR/JB/ maart 2012 Onderwerp Nominaal is Normaal De commissie onderwijs, onderzoek en studentenzaken heeft de brief van het College van Bestuur d.d. 6 maart, waarin het College beschrijft dat zij graag het advies van de Universiteitsraad wil ten aanzien van de invoering van Nominaal is Normaal, besproken in haar vergadering d.d. 13 maart De commissie Financiën, heeft d.d. 13 maart de scenario s ten aanzien van Nominaal is Normaal voor de begroting van de Erasmus besproken. De commissies OOS en FIN adviseren de Universiteitsraad negatief ten aanzien van het voornemen Nominaal is Normaal in te voeren, gezien het voornemen geen waarborgen kent voor een kwaliteitsverbetering, de vergaande mate van compensatie kan leiden tot een degradatie van het diploma, de invloed op het rendement niet overwegende positief is en de financiële gevolgen, in negatieve zin, bij een Universiteitsbrede invoering fors zijn. De voorzitter van de commissie De voorzitter van de commissie onderwijs, onderzoek en studentenzaken, financiële zaken, Mw. F. Houthoff dr. M.B.J. Schauten

2 Argumentatie bij Advies Commissie FIN en Commissie OOS d.d. 20 maart 2012 COMMISSIE FIN Tijdens een werksessie op 13 maart 2012 heeft de commissie FIN met mevrouw drs. Taia Boneco enkele N=N scenario s doorgenomen. Mevrouw Taia Boneco heeft hiervoor een versimpeld model opgesteld. Per scenario is met behulp van dit model berekend wat het effect is op de inkomsten van de EUR. Een selectie van de besproken scenario s: Scenario 1: de BA1 instroom daalt met 10% terwijl het BA rendement van 49% 1 gelijk blijft. Het gevolg hiervan is dat de rijksbijdrage jaarlijks met 5,5 mln euro daalt en de collegegelden met 2,5 mln. Totale daling inkomsten scenario 1 bedraagt dus 8 mln op jaarbasis. (NB Het rendement zou moeten stijgen tot 70% om onder dit scenario break-even te draaien.) Scenario 2: de BA1 instroom daalt met 20% terwijl het BA rendement van 49% gelijk blijft. Het gevolg hiervan is dat de rijksbijdrage jaarlijks met 11 mln euro daalt en de collegegelden met 5 mln. Totale daling inkomsten scenario 2 bedraagt dus 16 mln op jaarbasis. Scenario 3: de BA1 instroom daalt met 20% en het BA rendement stijgt van 49% tot 60%. Het gevolg hiervan is dat de rijksbijdrage jaarlijks met 7,8 mln euro daalt en de collegegelden met 4,7 mln. Totale daling inkomsten scenario 3 bedraagt dus 12,5 mln op jaarbasis. Scenario 4: stel geen langstudeerders meer in de BA fase Het gevolg is een stijging van de rijksbijdrage maar een daling van de collegegelden. Per saldo pakt dit negatief uit: minus 1,5 mln. Als N=N ineens - als een big bang - universiteitsbreed wordt ingevoerd, zijn de mogelijke financiële gevolgen in negatieve zin fors. Vooralsnog beoordelen wij een invoering ineens als onwenselijk. 1 49% (70% x 70%) van de VWO instroom behaalt een Bsc diploma (70% behaalt het eerste jaar en vervolgt de opleiding, hiervan haalt uiteindelijk 70% een diploma). Onder elk scenario blijft het Master rendement gelijk (90%).

3 COMMISSIE OOS De commissie OOS adviseert negatief ten aanzien van de universiteitsbrede invoering van Nominaal is Normaal omdat: - Het projectplan Nominaal is Normaal waarborgen en initiatieven behoort te kennen, die verbetering van de onderwijskwaliteit beogen. Nominaal is Normaal beoogt een kwaliteitsverbetering, echter tijdens de commissievergadering d.d. 12 maart kwam naar voren dat kwaliteitsverbetering hier opgevat dient te worden als rendementsverhoging. De ingrijpende wijzigingen in onderwijsbeleid waarin het plan voorziet dient een even ingrijpende verbetering van onderwijskwaliteit mee te brengen. Zonder gelijktijdige invoering van werkelijk kleinschalig onderwijs en zonder onderwijsverbeteringen in het algemeen, ziet de commissie de universiteitsbrede invoer van Nominaal is Normaal als onwenselijk. Indien de lat voor studenten wordt verhoogd, dient de Universiteit zich in te spannen om de student door middel van kwalitatief hoogstaand onderwijs te helpen deze vereisten te behalen. Het feit dat op veel faculteiten nog altijd sprake is van massaal onderwijs, waarin weinig aandacht aan de individuele student wordt gegeven, is voor de raad een argument om de BSA-norm van 60 ECTS niet op deze faculteiten door te voeren. Het is van belang om op te merken dat het onderwijs dat binnen de pilot bij FSW wordt gegeven, qua persoonlijke aandacht en kleinschaligheid, onvergelijkbaar is met het onderwijs dat op sommige andere faculteiten wordt aangeboden. Pas als de onderwijskwaliteit in deze zin op orde is, valt invoering van de BSA-norm van 60 ECTS te rechtvaardigen. - De invloed op het rendement ook bij Faculteiten die niet werken met PGO intensief dient te worden bestudeerd alvorens tot verdere invoering van een BSA van 60 ECTS wordt overgegaan. De commissie acht het, net als de rector in zijn beantwoording aan de commissie OOS, van groot belang, dat het aantal studenten dat op grond van het BSA afvalt niet zal toenemen. Dit betekent dat het aantal studenten dat nu na 2 jaar een positief advies behaalt, minimaal gelijk dient te zijn aan het aantal studenten dat in de toekomst na één jaar een positief advies zal behalen.

4 Op grond van de resultaten, weergegeven in het document Resultaten van 5 jaar BSA, moet worden geconcludeerd dat een groot aantal studenten (83% gemiddeld EUR breed) nu na twee jaar het BSA haalt. Uit de resultaten van de pilot bij FSW blijkt dat indien bij Bestuurskunde maar liefst de gehele nominale groep en de helft van deze kansrijke personen het moet halen om een zelfde rendement als nu te halen. Bij psychologie moet het gehele nominale groepje en maar liefst drie kwart van de 'kansrijke personen' het halen om een zelfde rendement te halen. Kortom, het positieve effect op de rendement blijkt ons inziens niet uit de cijfers van de tweede rapportage. Voordat verder wordt gegaan met de invoering van dit systeem, dient duidelijk te zijn of het BSA-rendement door dit plan überhaupt zal gaan stijgen. Dat valt op basis van de tweede rapportage ons inziens niet aan te nemen. - De Faculteiten niet volledig vrij behoren te worden gelaten in de nadere invulling van de veranderingen die door Nominaal is Normaal worden voorgesteld. Een koppeling van 60 ECTS aan het aantal cijferpunten, dat gemiddeld minimaal een zes inhoudt, zoals bij de opleiding Bestuurskunde, komt ons als ongewenst over. Dit omdat het hierdoor mogelijk is dat een student 60 ECTS behaalt, terwijl hij/zij voor de meerderheid van de vakken een onvoldoende heeft behaald. De commissie maakt zich zorgen over de gevolgen die dit kan hebben voor de eindkwalificaties en de waarde van het diploma dat behaald is aan de Universiteit. Een minimumeis ten opzichte van compensatoir toetsen, lijkt de commissie daarom noodzakelijk. Hetzelfde geldt ten aanzien van de herkansingsmogelijkheden. Als de Universiteit een bepaalde kwaliteit van diploma s wil garanderen enerzijds en anderzijds studenten door middel van een combinatie van compensatoir toetsen en herkansingen de mogelijkheid wil bieden het gehele eerste jaar in een keer te behalen, zullen hier centraal minimumrichtlijnen voor opgesteld moeten worden. Dit opdat de eisen die aan de student gesteld worden reëel zijn enerzijds en geen afbreuk doen aan de waarde van het diploma anderzijds. De angst van de commissie voor devaluatie van het diploma wordt onder meer geschraagd door de conclusie uit de tweede rapportage dat studenten

5 nauwelijks meer tijd zijn gaan besteden aan hun studie. Een eventuele rendementsstijging zo die al zal plaatsvinden zal hiermee vooral uit compensatie (verlaging van de norm) komen in plaats van uit het feit dat studenten harder zijn gaan studeren. In deze zin lijkt het project meer op Minimaal is Normaal dan Nominaal is Normaal. Dit terwijl het originele doel van Nominaal is Normaal nu juist was om de student harder te laten studeren. Deze doelstelling zal, gezien de tweede rapportage, zeer waarschijnlijk niet worden behaald.

Vergelijkbare documenten

Nominaal is normaal bij FSW

Nominaal is normaal bij FSW Effect op studiekeuze, instroom, rendement/ studieresultaten en zelfstudietijd Prof. dr. H.T. van der Molen, Decaan Faculteit Sociale Wetenschappen Dr. G.J.A. Baars (Risbo)