Studierendement en -uitval

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Studierendement en -uitval"

Franciscus Aerts
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Studierendement en -uitval Afgelopen maanden zijn (t.b.v. het TUD-jaarverslag 2011) rapportages over rendement en studieuitval gedraaid. Daaruit zijn de volgende conclusies te trekken. Studierendement per faculteit Het percentage studenten dat na vier jaar het bachelordiploma heeft behaald is stijgende: van van het cohort 2002, naar 27% in 2006, en naar een opmerkelijke 4 in 2007 Dit laatste is o.a. het effect van de invoering van de harde knip. Deze regel (die geldt voor diegenen die in 2006 of later met hun opleiding zijn gestart) houdt in dat een student pas wordt toegelaten tot de masteropleiding als de bachelor is afgerond. Dit zijn TUD-cijfers, er zijn wel facultaire verschillen: o voor het cohort 2007 zijn koplopers de faculteiten (58%), EWI (48%) en (47%) o Rond het TUD-gemiddelde van 4 zitten de faculteiten CiTG (4), (38%) en TNW (34%) o (Ruim) onder dat gemiddelde zitten de faculteiten 3mE (29%) en TBM (26%) Voor alle faculteiten geldt echter dat er sprake is van duidelijke vooruitgang op dit gebied (de 36% van TBM in 2002 is een moeilijk te verklaren dissonant) Het betreft hier cijfers voor de groep eerstejaars propedeusestudenten VWOaansluiters die zich voor het tweede jaar herinschrijven aan de TU Delft Zie tabel 1 en grafiek 1. Rendement per opleiding Voor faculteiten met maar een opleiding (,, en TBM) zijn er (uiteraard) geen verschillen met de faculteitscijfers Er zijn wel verschillen tussen de opleidingen: o Voor het cohort 2007 zijn de volgende opleidingen koploper: (59%) EE (Electrical Engineering, 5) TI (Technische Informatica, 49%) (47%) o Rond het TUD-gemiddelde van 4 zitten de opleidingen: CT (Civiele Techniek, 43%) (39%) TW (Technische Wiskunde, 38%) TN (Technische Natuurkunde 37%) LST (Life Science and Technology, 36%) o (Ruim) onder dat gemiddelde zitten de opleidingen: WB (Werktuigbouwkunde, 31%) MST (Molecular Science and Technology, 29%) TB (Technische Bestuurskunde, 28%) MT (Maritieme Techniek (21%) TA (Technische Aardwetenschappen, 14%) 1

2 Voor de meeste opleidingen geldt echter dat er sprake is van duidelijke vooruitgang op dit gebied (de 36% van TB in 2002 is een moeilijk te verklaren dissonant). Zie tabel 2 en grafiek 2. Op het gebied van uitval zijn de volgende conclusies te trekken: Uitval per faculteit Sinds het startjaar van de Bachelor-Master-structuur in 2002 is de uitval van herinschrijvende studenten TU-breed in de Bachelorfase in het tweede en derde studiejaar duidelijk gedaald, van 12% in 2002 naar 8% in 2007 Dit zijn TUD-cijfers, er zijn facultaire verschillen: o Voor het cohort 2007 is koploper de faculteit (7%) o Rond het TUD-gemiddelde van 8% zitten de faculteiten CiTG (9%), (9%) en EWI (), o Boven dat gemiddelde zitten de faculteiten (11%), TNW (11%), 3mE (12%) en TBM (14%) Voor de meeste faculteiten geldt dat er sprake is van duidelijke vooruitgang op dit gebied. Dissonanten op dat gebied zijn CiTG, TBM en TNW. De teruglopende uitval in het tweede en derde jaar is een uitstekende zaak. Dit vanwege het beleid van zowel de TU Delft als van VSNU en ministerie van OCW, om het eerste jaar van de studie drie functies te laten hebben: o een oriënterende (de student maakt kennis met een universitaire studie); o een verwijzende (is de gekozen richting wel de juiste, en zo nee, welke dan wel); o een selecterende (is de student geschikt voor het wetenschappelijk onderwijs). Logisch gevolg daarvan is dan een relatief hoge uitval in het eerste jaar van de studie, en een lage uitval in de jaren daarna Zie tabel 3 en grafiek 3. Uitval per opleiding Er zijn behoorlijke verschillen per opleiding: o Voor het cohort 2007 is de koploper de opleidingen LST (slechts 5% uitval) o Rond het TUD-gemiddelde van 8% zitten de opleidingen, en TN (7%), CT en TW (8%), TA en TI (9%), en (9%) o Boven dat gemiddelde zitten de opleidingen WB (), TB (12%), EE (15%), MST (18%) en MT (21%) Er zijn geen eenduidige conclusies te trekken v.w.b. uitval op opleidingsniveau. Bij een aantal opleidingen neemt de uitval af, bij anderen juist toe. Zie tabel 4 en grafiek 4. Ted Barendse, 19 maart 2012 OS/IMOS 2

3 Bijlagen: Tabellen en grafieken Tabel 1: Aandeel studenten met Bachelor-diploma in 4 jaar, per faculteit Studentgroep: herinschrijvers van eerstejaars propedeusestudenten VWO-aansluiters (1 e -jaars instelling) Cohort TUD 3mE CiTG EWI TBM TNW % 16% 29% 27% 9% 24% 36% 23% % 19% 15% 31% 33% 26% 32% 7% 25% % 19% 16% 23% 39% 4 29% 5% 27% % 18% 19% 35% 36% 42% 32% 11% 29% % 21% 22% 33% 32% 38% 28% 25% 31% % 47% 4 48% 58% 38% 26% 34% Grafiek 1: Aandeel studenten met bachelordiploma in 4 jaar, per faculteit mE CiTG EWI TBM TNW TUD 3

4 Tabel 2: Aandeel studenten met Bachelordiploma in 4 jaar, per opleiding Studentgroep: herinschrijvers van eerstejaars propedeusestudenten VWO-aansluiters (1 e -jaars opleiding) Faculteit 3mE CiTG EWI TBM TNW Opleiding MT WB CT GE TA EE TI TW TB LST MST STBT TN % 23% 32% 25% 26% 4 9% 24% 36% 4 19% % 15% 36% 6% 32% 37% 22% 26% 32% 8% 71% 18% 14% % 25% 4 34% 46% 4 29% 5% 48% 13% 21% % 19% 37% 26% 44% 39% 42% 32% 11% 21% 37% % 21% 22% 34% 29% 42% 26% 29% 38% 28% 25% 44% 26% 29% % 31% 47% 43% 14% 5 49% 38% 59% 39% 28% 36% 29% 37% Grafiek 2: Aandeel studenten met Ba diploma in 4 jaar, per opleiding MT WB CT TA EE TI TW TB LST MST STBT TN 4

5 Tabel 3: Percentage uitval na drie jaar, per faculteit Studentgroep: herinschrijvers van eerstejaars propedeusestudenten VWO-aansluiters (1 e -jaars instelling) Cohort TUD 3mE CiTG EWI TBM TNW % 8% 13% 17% 24% 5% 5% % 14% 9% 14% 11% 14% 13% 5% % 14% 13% 18% 8% 11% 16% 11% 8% % 9% 12% 11% 14% 15% 12% % 9% 11% 6% 9% 7% % 12% 7% 9% 9% 11% 14% 11% 3 Grafiek 3: Percentage uitval na 3 jaar, per faculteit 25% 15% 5% mE CiTG EWI TBM TNW TUD 5

6 Tabel 4: Percentage uitval na drie jaar, per opleiding Studentgroep: herinschrijvers van eerstejaars propedeusestudenten VWO-aansluiters (1 e -jaars opleiding) Faculteit 3mE CiTG EWI TBM TNW Opleiding MT WB CT GE TA EE TI TW TB LST MST STBT TN % 22% 6% 13% 13% 17% 24% 5% 7% 7% 6% % 8% 16% 6% 15% 17% 15% 12% 29% 4% % 16% 12% 15% 5 11% 8% 16% 11% 14% 2% % 11% 9% 9% 9% 9% 7% 38% 9% 14% 15% 8% 48% 14% % 9% 9% 12% 8% 7% 9% 6% 4% 8% 15% % 7% 8% 9% 15% 9% 8% 7% 12% 5% 18% 7% Grafiek 4: % uitval na drie jaar, per opleiding MT WB CT TA EE TI TW TB LST MST STBT TN NB: De soms extreem grote uitvalpieken van opleidingen zijn verklaarbaar: Cohort 2004 van TA betrof 6 studenten, waarvan er na 3 jaar 3 waren gestopt De hoge uitval van (uitfaserende) opleiding STBT zijn ingestroomd in de (gedeelde) opleiding MST Cohort 2005 van TW betrof 8 studenten, waarvan er na 3 jaar 3 waren gestopt 6

Vergelijkbare documenten

Aanmelden externe studenten voor een minor van de TU Delft

Aanmelden externe studenten voor een minor van de TU Delft Als je een minor aan de TU Delft wilt volgen, moet je de volgende stappen ondernemen: 1. Regel een tweede inschrijving bij de TU Delft via Studielink. - Kies bij Kies een studie de minor-opleiding die