Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015

Transcriptie

1 Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities 19 februari 2015

2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Basisgegevens hbo-bacheloropleidingen Voltijd hbo-ba Deeltijd en duaal hbo-ba 5 3 Basisgegevens hbo-masteropleidingen Voltijd hbo-ma Deeltijd en duaal hbo-ma 7 4 Basisgegevens wo-opleidingen Bachelor wo Master wo 10 pagina 2 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

3 1 Inleiding De NVAO vraagt opleidingen bij hun kritische reflectie gegevens te leveren over een aantal indicatoren zoals uitval, rendement, docentkwaliteit, student-docentratio en contacttijd. Na overleg met de koepelorganisaties heeft de NVAO de onderstaande definities vastgesteld. De indicatoren en definities worden gebruikt bij het opstellen van de kritische reflectie. De definities zijn tot stand gekomen door zoveel mogelijk aan te sluiten bij reeds bestaande sets indicatoren en definities in het hoger onderwijs. Om deze reden wijken de definities voor hbo en wo in bewoording soms enigszins af, hoewel in feite naar dezelfde gegevens wordt gevraagd. De definities kunnen voor verschillende opleidingen van verschillende betekenis zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld opleidingen die (bijna) volledig als afstandsonderwijs worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld een aantal commerciële opleidingen en opleidingen van de Open Universiteit, een geheel ander aantal contacturen laten zien dan reguliere opleidingen. Mocht een instelling daarom van mening zijn dat toepassing van de definities een vertekend beeld van de opleiding oplevert, dan staat het haar uiteraard vrij een toelichting bij de gevraagde basisgegevens te verschaffen en daarbij haar eigen cijfers te leveren. pagina 3 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

4 2 Basisgegevens hbo-bacheloropleidingen 2.1 Voltijd hbo-ba Uitval uit het eerste jaar Uitval uit de bachelor Rendement Contacturen Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten. Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur zonder het diploma te hebben behaald alsnog uitvalt uit de opleiding, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel docenten (OP) met een master en het aandeel docenten met een PhD in het totaal aantal docenten (OP). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven voltijd studenten en het totaal aantal fte s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. worden bij deze indicator niet als docent meegeteld. Het betreft hier het aantal fte s aan onderwijzend personeel, dat is examens, en ook studieloopbaanbegeleiding, voor zover de onderwijsactiviteiten. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd. pagina 4 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

5 2.2 Deeltijd en duaal hbo-ba Uitval uit het eerste jaar Uitval uit de bachelor Rendement Het aandeel van het totaal aantal deeltijd dan wel duale bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten. Het aandeel van de deeltijd dan wel duale bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur alsnog zonder diploma uitvalt uit de opleiding, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel van de deeltijd dan wel duale bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel docenten (OP) met een master en het aandeel docenten met een PhD in het totaal aantal docenten (OP). worden bij deze indicator niet als docent meegeteld. Contacturen De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het betreft hier het aantal fte s aan onderwijzend personeel, dat is examens, en ook studieloopbaanbegeleiding, voor zover de onderwijsactiviteiten. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd. pagina 5 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

6 3 Basisgegevens hbo-masteropleidingen 3.1 Voltijd hbo-ma Rendement Het aandeel van het totaal aantal voltijd masterstudenten dat het masterdiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Contacturen Het aandeel docenten (OP) met een master en het aandeel docenten met een PhD in het totaal aantal docenten (OP). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven voltijd studenten en het totaal aantal fte s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. worden bij deze indicator niet als docent meegeteld. Het betreft hier het aantal fte s aan onderwijzend personeel, dat is examens, en ook studieloopbaanbegeleiding, voor zover de onderwijsactiviteiten. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd. pagina 6 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

7 3.2 Deeltijd en duaal hbo-ma Rendement Het aandeel van het totaal aantal deeltijd dan wel duale masterstudenten dat het masterdiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Contacturen Het aandeel docenten (OP) met een master en het aandeel docenten met een PhD in het totaal aantal docenten (OP). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. worden bij deze indicator niet als docent meegeteld. Het betreft hier het aantal fte s aan onderwijzend personeel, dat is examens en ook studieloopbaanbegeleiding voor zover de onderwijsactiviteiten. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd. pagina 7 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

8 4 Basisgegevens wo-opleidingen 4.1 Bachelor wo Uitval na 1, 2 en 3 jaar Het percentage studenten van een cohort dat na respectievelijk 1, 2 of 3 jaar geen bachelorexamen heeft behaald en niet meer is ingeschreven voor dezelfde (of equivalente) opleiding binnen de instelling, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten. De uitval wordt berekend over studenten met een vwovooropleiding die in één opleiding ingeschreven staan (het zogenaamde KUO-standaardcohort). Bachelorrendement binnen opleiding van herinschrijvers na 1 jaar (vwo instroom) Bachelorrendement binnen opleiding van herinschrijvers na 1 jaar (totale instroom) Het cumulatief percentage studenten van een cohort, ingestroomd in een bacheloropleiding - en na het eerste jaar opnieuw ingeschreven voor dezelfde opleiding binnen de instelling - dat respectievelijk 3, 4, 5, 6 of meer jaar na eerste inschrijving het bachelorexamen binnen dezelfde opleiding aan deze instelling heeft behaald, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het cumulatief percentage studenten van een cohort, ingestroomd in een bacheloropleiding - en na het eerste jaar opnieuw ingeschreven voor dezelfde opleiding binnen de instelling- dat respectievelijk 3, 4, 5, 6 of meer jaar na eerste inschrijving het bachelorexamen binnen dezelfde opleiding aan deze instelling heeft behaald, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel docenten (WP) met een master, het aandeel docenten (WP) met een PhD, en het aandeel docenten (WP) met een basiskwalificatie onderwijs in het totaal aantal docenten (WP). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het rendement wordt berekend over studenten met een vwovooropleiding die in één opleiding ingeschreven staan (het zogenaamde KUO-standaardcohort). Het rendement wordt berekend over de totale instroom (alle vooropleidingen, maar nog wel steeds inschrijving bij één opleiding). worden bij deze indicator niet als docent meegeteld. Het aantal docenten met een basiskwalificatie onderwijs (BKO) wordt geteld zoals geregistreerd in WOPI, conform de voor een BKO geldende procedurele vereisten zoals die tussen de universiteiten zijn afgesproken. Het betreft hier het aantal fte s aan onderwijzend personeel, dat is pagina 8 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

9 Contacturen examens en ook studieloopbaanbegeleiding voor zover de onderwijsactiviteiten. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd. pagina 9 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015

10 4.2 Master wo Rendement Het percentage van het totaal aantal masterstudenten dat het masterdiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Contacturen Het aandeel docenten (WP) met een master, het aandeel docenten (WP) met een PhD, en het aandeel docenten (WP) met een basiskwalificatie onderwijs in het totaal aantal docenten (WP). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. worden bij deze indicator niet als docent meegeteld. Het aantal docenten met een basiskwalificatie onderwijs (BKO) wordt geteld zoals geregistreerd in WOPI, conform de voor een BKO geldende procedurele vereisten zoals die tussen de universiteiten zijn afgesproken. Het betreft hier het aantal fte s aan onderwijzend personeel, dat is examens en ook studieloopbaanbegeleiding voor zover de onderwijsactiviteiten. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd. pagina 10 NVAO Basisgegevens opleidingsbeoordelingen: Indicatoren en definities 19 februari 2015