NOTULEN van de vergadering van de commissie Welzijn van de gemeente Bergen gehouden op 23 oktober 2012 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Bergen Aanwezig: Commissieleden: Voorzitter: Griffier: Portefeuillehouder: Verslag: Afwezig: Commissieleden: dhr R.L.F. Beltjens (VVD), mw L. Ceelen (VVD), dhr J. Derks (PK), dhr E.J. Dilweg (PK), mw G. van Klaarbergen-van der Zalm (CDA), dhr H.A. Mol (CDA), mw H. Nillesen-van Lammeren (CDA), dhr L.Th.A.M. Ponjee (PK), mw M.H.M. Raijmakers-van der Stap (KERN), dhr L.W. Seel (VVD) en dhr H. Theunissen (KERN) dhr R.P.M. Arts dhr W.P.G.M. Scheepens dhr F.J.R. Pekema Buro Service Overasselt, mw W.J.J. Verheijen dhr J.J.M. Steijvers (CDA), dhr J.B.M. Cornelissen (PK), dhr E.J. Dilweg (PK) 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. 2. Burgers aan het woord Hiervan wordt geen gebruik gemaakt 3. Definitieve vaststelling van de agenda De agenda wordt conform vastgesteld. 4. Verslag vergadering commissie Welzijn van 18 september 2012 Dhr Theunissen (KERN) wijst erop dat zijn naam in het verslag verkeerd geschreven is. Dhr Mol (CDA) vraagt wie straks de regie voert over de aangekondigde klankbordgroep leerlingenvervoer, omdat de klankbordgroep van de afgelopen periode niet goed van de grond is gekomen. Wethouder Pekema antwoordt dat hij niet weet bij wie de regie over de vorige klankbordgroep lag. Hij wil graag vooruit kijken en in overleg met alle betrokkenen kijken of er behoefte is aan een klankbordgroep en zo ja, wat de beste vormgeving is en bij wie de regie het beste neergelegd kan worden. Het verslag wordt met inachtneming van bovenstaande opmerking vastgesteld. 5. Actuele ontwikkelingen, toegelicht door wethouder Pekema * Inzake het onderzoek naar het accommodatiebeleid vindt er overleg plaats met diverse betrokkenen. In de tweede helft van november zal het college in een werkvergadering een discussienota 1
bespreken met de commissie. De daar gemaakte op- en aanmerkingen worden meegenomen en vervolgens zal het college met het dan ontstane product de dorpen ingaan voor nieuw overleg en tenslotte zal er eind maart 2013 een eindproduct liggen. * Een aantal contracten op het gebied van maatschappelijk werk, mantelzorg, vrijwilligerswerk etc. loopt op 31 december af. Het is een belangrijke functie in het wmo-beleid, maar er ligt ook een door de raad vastgestelde bezuinigingsopgave. Het college wil een en ander goed evalueren en volgend jaar de inhoudelijke en financiële discussie voeren. Het betekent dat met de betreffende organisaties contracten zullen worden aangegaan voor maximaal een jaar om een en ander vorm te geven, maar ook dat bij de verlenging van de contracten al zal worden geprobeerd om uit te gaan van de bezuinigingsopdracht. In 2013 kan de aanbesteding voor een nieuwe periode vanaf 2014 plaatsvinden. * Momenteel wordt gewerkt aan een herijking van het subsidiebeleid. Er is een goede inventarisatie gemaakt, er is gekeken naar de huidige manier van werken en er is onderzoek gedaan naar mogelijke nieuwe vormen van subsidiebeleid die voldoen aan de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. Er wordt een werkvergadering met de commissie gepland om de kaders van het nieuwe beleid verder vorm te geven en de uitgangspunten te formuleren. Uiteraard worden de verenigingen hierover geconsulteerd. De planning is om het subsidiebeleid in de eerste helft van 2013 definitief te hebben. De griffier licht toe dat de planning in het presidium van 25 oktober aan de orde komt. Het voorstel zal zijn om de werkvergadering op 11 december te houden. * De eindrapportage van K+V over de toekomst van de WAA is onlangs opgeleverd. Het bestuur zal deze bespreken en kijken naar de daadwerkelijke invulling van herstructurering WSW en WAA. Het hiervoor ontwikkelde tijdpad loopt tot januari 2013 en is bedoeld voor de verdere uitwerking van de conclusies. Het traject staat onder leiding van de heer Langedijk als externe procesbegeleider. * Er loopt momenteel een GGD-enquête met betrekking tot gezondheidsonderzoek, waarvoor een aselecte steekproef van 2500 inwoners is benaderd om een reeks vragen te beantwoorden. De enquête is anoniem; het voorblad wordt meteen na ontvangst gescheiden van de rest van het enquêteformulier, zodat wel geregistreerd wordt wie heeft ingeleverd en wie niet, maar niet bekend is wie welke antwoorden heeft gegeven. 6. Presentatie door de jongerenwerker Vic van Dijk VRAGEN EN OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE PRESENTATIE: Mw Van Klaarbergen (CDA) vraagt een toelichting op de overlastdaling en de 80 overlastmeldingen. Dhr Van Dijk antwoordt dat de 80 overlastmeldingen meldingen zijn die daadwerkelijk op het politiebureau zijn binnengekomen. De meldingen bij de gemeente moeten erbij opgeteld worden evenals de meldingen die hijzelf rechtstreeks heeft ontvangen. De 80 overlastmeldingen is de 44% die er nog over is van het totaal aantal meldingen (100%) waar men voorheen mee te maken had. Mw Van Klaarbergen (CDA) is tevreden met het resultaat tot nu toe en het advies van de politie om de huidige vorm voort te zetten. Zij meent dat de politie zelf ook een jongeren- of jeugdwerker heeft en vraagt wat zijn rol is en hoe hij samenwerkt met de jongerenwerker. Dhr Van Dijk antwoordt dat hij geen verlengstuk van de politie is. De jeugdfunctionaris binnen het politiekorps benadert jongeren die met criminele activiteiten bezig zijn. Het is iets wat hijzelf wel monitort maar waar hij geen invloed op heeft en waar hij geen verantwoordelijkheid voor kan en moet nemen. De politiebeambte kan daarin wel adequaat werken en beoordelen in overleg met hem of het politieel behandeld moet worden of vanuit de sociale sector benaderd moet worden. Mw Van Klaarbergen (CDA) denkt dat het een lastige situatie is, vooral als de jongerenwerker zo intensief bezig is met een complexere groep en de politie er ook mee bezig is geweest in het verleden. Dhr Van Dijk bevestigt dit. Jongerenwerkers zitten binnen de leefomgeving van de jongere en hebben daarnaast nauwe samenwerkingscontacten met de politie. De jongeren zijn ervan op de hoogte maar hebben niet altijd een duidelijk beeld hoever het gaat. Mw Van Klaarbergen (CDA) geeft een advies voor het jongerenplatform om de gemeente te verzoeken een artikel te mogen schrijven op de gemeentepagina van de Maas- en Niersbode. Dhr Van Dijk antwoordt dat hij daarmee bezig is. Omdat dit niet toereikend was, wordt er nu gekeken naar andere mogelijkheden zoals social media, het plaatsen van posters en het verspreiden van flyers. 2
Mw Nillesen (CDA) vraagt of de jongerenwerker in ieder dorp een locatie heeft waar jongeren naar toe kunnen komen. Dhr Van Dijk antwoordt dat hij sinds anderhalf jaar zijn kantoor op het CJG waar hij ook jongeren ontvangt. Hij is vooral plaatsgericht aan het werken op plekken waar jongeren zich bevinden, dus voornamelijk op straat, maar sinds een aantal maanden is hij ook actief bij het verenigingsleven. Mw Nillesen (CDA) vraagt of de jongerenwerker de vereniging m.b.t. vechtsport apart heeft opgericht en zo ja, hoe dit zich verhoudt tot de andere verenigingen. Dhr Van Dijk antwoordt dat het een signaal is dat het jongerenwerk heeft vertaald naar een sporttraject tijdens het sportonderzoek. Jongeren bleken de meeste affiniteit te hebben met verdedigings- en vechtsport. Vervolgens is hij benaderd door de dorpsraad in Siebengewald die er een geschikte kandidaat voor hadden. Helaas is dit iets te fanatiek opgepakt en is de budovereniging gepasseerd. Uiteindelijk is er wel contact mee gezocht en nu is het zaak om een goede koppeling te maken en elkaar erin te ondersteunen. Mw Nillesen (CDA) vraagt of er in de samenwerking met GGZ en Elzendaalcollege niet teveel overlap is. Dhr Van Dijk antwoordt dat het voor het jongerenwerk zeer belangrijk is om te kennen en gekend te worden. Jongeren leren de jongerenwerkers al in groep 8 en op de middelbare school kennen, ze weten voor wat voor zaken zij bij hen terecht kunnen en wie de samenwerkingspartners zijn. Als ze hulp nodig hebben, weten ze dat zij bij het jongerenwerk terecht kunnen en durven de stap te nemen. Dhr Derks (PK) vraagt wanneer positief resultaat verwacht wordt van de onderdelen waarvan de heer Van Dijk heeft gezegd dat zij nog verbeterd of aangescherpt kunnen worden. Dhr Van Dijk verwacht dat de positieve effecten binnen een half jaar zichtbaar zullen zijn. Dhr Ponjee (PK) dankt de heer Van Dijk voor de goede presentatie. Hij is onder de indruk van de cijfers. Hij vraagt hoe het idee van de evaluatie is ontstaan en met wie deze is gehouden. Dhr Van Dijk antwoordt dat de cijfers voortvloeien uit het evaluatieverslag van een medewerker die onderzoek heeft gedaan binnen het netwerk onder de jongeren en binnen de gemeente hoe zij de samenwerking met Jeugd-Punt hebben ervaren. Dhr Ponjee (PK) vraagt wat de basis voor het succes van Jeugd-Punt is. Dhr Van Dijk antwoordt dat de jongerenwerkers doordat zij goed functioneren op verschillende niveaus, een gemakkelijkere vertaalslag kunnen maken van signalen zowel uit de straatcultuur als uit het netwerk. Ze kunnen daardoor de juiste basis leggen om de zorgstructuur erop aan te passen. Dhr Ponjee (PK) vraagt of de jongeren hen volledig vertrouwen. Dhr Van Dijk antwoordt dat er altijd uitzonderingen zijn maar de jongeren nemen de jongerenwerkers serieus en nemen hen in vertrouwen. Dhr Theunissen (KERN) vraagt wat de knelpunten precies zijn en waar de ijkpunten liggen. Dhr Van Dijk antwoordt dat dit wellicht duidelijker kenbaar gemaakt had moeten worden in het verslag. Jeugd- Punt is nu bezig met de samenwerking met het verenigingsleven met het doel om er actief resultaat te zien binnen een half jaar. Dit zal het eerste ijkpunt zijn. Dhr Theunissen (KERN) vraagt een toelichting op het verschil tussen geplande en geleverde uren (pagina 18, verslag). Dhr Van Dijk antwoordt dat de uren voor een heel jaar gepland zijn. Mw Raijmakers (KERN) ziet in het urenverslag en de rapportage van januari tot juni geen nieuwe dingen in vergelijking met de vorige rapporten, ziet steeds dezelfde beoogde resultaten en ziet nergens terug wat gecontroleerd is en of de jongerenwerkers daadwerkelijk geweest zijn. Dit, terwijl zij nog steeds hoort dat er niemand langs komt. Het lijkt haar dat de rapportage niet klopt met de werkelijkheid in de gemeente. Dhr Van Dijk antwoordt dat zowel het netwerk als de jongerengroepen daar een referentie kunnen zijn. Het signaal dat mevrouw Raijmakers krijgt, is vreemd, omdat de laatste maanden de betreffende groep in Afferden actief is benaderd. Wat de rapporten betreft, Jeugd-Punt levert producten aan en de gemeente besluit welke producten zij inkoopt. Als dit jaarlijks dezelfde producten zijn, zal de rapportage jaarlijks redelijk hetzelfde zijn, afgezien van de uren, budgetten en evaluatie. Mw Raijmakers (KERN) merkt op dat, als er in Aijen geen overlastgevende jeugd is en de werkzaamheden worden verlegd, dit in de rapportage duidelijk moet worden. Dhr Van Dijk antwoordt dat dit is gebeurd. In het begin was hij wekelijks in Aijen en vervolgens is er naartoe gewerkt om dit te verleg- 3
gen naar eens in de 2 of 3 weken, afhankelijk van het feit of er activiteiten zijn of niet. Het is een verbeterpunt om dit ook zijn weerslag te laten vinden in de rapportage. Mw Raijmakers (KERN) ziet dat alle activiteiten in Nieuw Bergen en in Well plaatsvinden en vraagt of er geen verdeelsleutel wordt gehanteerd zodat alle kernen een gedeelte van de activiteiten krijgen. Ook vraagt zij waarom tieners zelf een feest mogen organiseren, alsof er geen lering getrokken wordt uit de les van Haren. Dhr Van Dijk antwoordt dat initiatieven pas door de jongerenwerker worden ondersteund, als er een hulpvraag van de jeugd uit voortkomt. De jongerenwerker is niet de persoon die de initiatieven aandraagt; de jongeren moeten er zelf mee komen. Het is een vorm van participeren. In Haren was er geen jongerenwerker die leiding gaf, zoals hijzelf wel doet. Bij het organiseren van het feest worden de tieners bewust gemaakt van risicofactoren. Veiligheidsregels zijn een must. Dhr Beltjens (VVD) vraagt wat het activeren van bepaalde groepen inhoudt. Dhr Van Dijk antwoordt dat het activeren staat voor een gedragsverandering die jongeren doormaken, of het ondernemen van een initiatief voor participatie in een buurt of in de eigen kern of binnen hun leeftijdsgenoten. Mw Ceelen (VVD) vraagt wie de cijfers en uren uit het rapport controleert. Dhr Van Dijk meent dat er geen daadwerkelijke controle plaatsvindt, afgezien van de evaluatie die Jeugd-Punt de gemeente structureel doet toekomen. Afgezien van de resultaten die hij kan laten zien, heeft hij geen referentiekader dat hij kan aanreiken. Mw Ceelen (VVD) vraagt hoe de jongerenwerker de sleutelcontacten benadert en hoe hij bepaalt of iemand er geschikt voor is. Dhr Van Dijk antwoordt dat sommige personen hem benaderen en andere personen van wie hij het gevoel heeft dat zij positief kunnen werken binnen het werk dat hij doet, benadert hij zelf. Mw Ceelen (VVD) vraagt of de commissieleden mogen weten wie de sleutelfiguren zijn. Dhr Van Dijk antwoordt dat dit zijn werk, integriteit en vertrouwensband met de sleutelfiguren en de jongeren niet ten goede zou komen. Dhr Seel (VVD) dankt de heer Van Dijk voor het duidelijke verslag. 7. Presentatie combinatiefunctionaris gemeente Bergen door Anita Bergmans VRAGEN EN OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE PRESENTATIE Dhr Ponjee (PK) vraagt waarom er zoveel kinderen met overgewicht zijn in de gemeente Bergen. Mw Bergmans antwoordt dat zij er op dit moment geen reden voor heeft. Het is de bedoeling om een nulmeting te doen om te kijken hoeveel kinderen lid zijn van een sportvereniging en welke kinderen overgewicht hebben. Mw Van Klaarbergen (CDA) geeft aan dat kinderen vanaf het moment dat zij naar de middelbare school gaan, met de bus ver moeten reizen en lange dagen maken waardoor intensief sporten vaak alleen in het weekend mogelijk is. Dhr Mol (CDA) vraagt of de buitenschoolse activiteiten bij de school of bij de vereniging zullen plaatsvinden. Mw Bergmans antwoordt dat er verschillende opties zijn. Het kan bij de school, tijdens de gymles in de gymzaal maar er kan ook gekeken worden naar mogelijkheden in de buurt, een trapveldje, speelplein of speelzaal. Er zullen ook verenigingen zijn die graag een activiteit op de vereniging zelf willen organiseren. Mw Van Klaarbergen (CDA) vraagt wat de toegevoegde waarde is van de combinatiefunctionaris ten opzichte van de docent met sportcertificaat die iedere basisschool verplicht moet hebben. Mw Bergmans antwoordt dat een aantal leerkrachten niet gewend is te werken met een methode, het moeilijk vindt om te differentiëren en om met meerdere vakken te werken en vaak een verouderde manier van lesgeven heeft waarin zij met 30 kinderen tegelijk dezelfde sportactiviteit doen. Zij heeft hierin absoluut een meerwaarde. Mw Van Klaarbergen (CDA) heeft waardering voor het werk dat mevrouw Bergmans gaat doen maar het hoort ook onderdeel te zijn van het schoolsysteem. Zij ziet dan ook graag dat mevrouw Bergmans dit signaal teruglegt en commissie en raad informeert hoe het loopt en wat ermee gebeurt. 4
Mw Ceelen (VVD) vraagt welke school als eerste begeleid gaat worden. Mw Bergmans antwoordt dat het gaat om t Kendelke. Dhr Beltjens (VVD) vraagt of de combinatiefunctionaris ook zelf voorlichting geeft aan groepen 8 bij de overgang naar middelbare scholen. Mw Bergmans antwoordt dat zij fysiek aanwezig is in gymzalen, de groepsleerkrachten coacht, voorbeeldlessen geeft en samen gaat kijken welke methode het beste past bij de betreffende school. Wat de overgang naar het middelbaar onderwijs betreft, is zij volledig op de hoogte van wat er in de brugklassen op bewegingsonderwijs wordt gedaan. Zij gaat er dan ook voor zorgen dat groep 8 op het juiste niveau komt om aansluiting te kunnen krijgen. Mw Van Klaarbergen (CDA) weet dat de financiering van de combinatiefunctionaris plaatsvindt op basis van de stimuleringsregeling van rijkswege en vraagt hoe het financieel in de gemeentelijke begroting wordt opgenomen. Wethouder Pekema antwoordt dat het bedrag dat de raad bij de vorige begroting beschikbaar heeft gesteld, nu wordt uitgegeven. Daarnaast stelt het college de raad voor om wederom een bedrag ter beschikking te stellen. De rijksbijdrage is beschikbaar gesteld via de algemene uitkering in het gemeentefonds. 8. Plan van aanpak seniorenbeleid Dhr Seel (VVD) geeft aan dat de VVD achter het plan van aanpak staat. Het is een goed plan dat is opgesteld in samenwerking met de Seniorenraad. De fractie is benieuwd naar de verdere uitwerking. Mw Raijmakers (KERN) zegt erg blij te zijn met het plan van aanpak. Wat KERN betreft kan het niet snel genoeg vorm krijgen. De fractie hoopt dat er goed gekeken gaat worden naar omliggende gemeenten die een goed ouderenbeleid hebben. Dhr Ponjee (PK) merkt op dat het nogal wat gekost heeft om uiteindelijk het stuk voor te hebben liggen. De PK als initiatiefnemer is erg gelukkig dat ook de wethouder het nut en de noodzaak inziet van beleid voor een groep mensen die steeds groter wordt. Op de KBO-bijeenkomst in Bergen kwamen de volgende punten naar voren: 1. Er is behoefte aan een sociale kaart van de gemeente en de vraag is of het college hier al iets aan gedaan heeft en zo ja, wanneer deze gereed is. 2. Het is belangrijk om alle belanghebbenden tijdig bij elkaar te brengen om te kijken waar raakvlakken liggen en om zaken goed op elkaar af te stemmen zodat men elkaar kan versterken. 3. De eerste twee stappen zullen nog in 2012 worden gerealiseerd en de vraag is of er daarna weer een bijeenkomst met de seniorenverenigingen is om een vervolggesprek hierover te hebben. 4. Een tegenvaller is dat de kredietstelling pas zal worden vernoemd in de Kadernota 2014, waardoor er een jaar verloren gaat. De PK wil graag horen hoe andere partijen hierover denken. Mw Nillesen (CDA) zegt dat ook het CDA verheugd is over het plan van aanpak seniorenbeleid maar enkele vragen en opmerkingen heeft. Zo staat er bij de doelstelling dat getracht wordt inzicht te krijgen in de behoefte van de doelgroep senioren maar het CDA stelt voor om dit breder te formuleren en inzicht te krijgen in zowel de behoefte van nu als de behoefte van de toekomst. Er komt immers het een en ander op de gemeente af maar het is nog niet precies duidelijk wat dit zal zijn. Het CDA is het eens met de PK dat de sociale kaart in beeld gebracht moet worden. Verder wordt er gesproken over een onderzoek dat zich zal richten op de behoefte waarbij het goed is als ook gekeken wordt welke rol de diverse betrokken organisaties hierin kunnen spelen. Daarnaast vindt het CDA erg belangrijk dat de kaders goed geformuleerd worden. Zij vraagt of de financiering voor de eerste en tweede fase al rond is. Het CDA vindt het ouderenbeleid erg belangrijk en wil het goed monitoren. Voor 2014 is een bedrag vastgesteld voor de kadernota maar het CDA wil graag al in januari een schriftelijke rapportage op basis waarvan geconstateerd kan worden of het bedrag al dan niet toereikend is. Wethouder Pekema antwoordt dat PK en CDA in het verleden hebben aangegeven te willen komen tot een seniorenbeleid. Als portefeuillehouder heeft hij er niet onwillig tegenover gestaan maar hij heeft de raad er wel op gewezen dat de gemeente al een inclusief ouderenbeleid heeft. Om tegemoet te komen aan de wens van de meerderheid van de raad ligt nu het plan van aanpak voor. De doelstelling om inzicht te krijgen in de behoefte van de doelgroep senioren betekent feitelijk dat er inzicht nodig is in de toekomstige behoefte waarbij de behoefte van vandaag wordt meegenomen; beleid ontwikkelt men immers voor de toekomst. De aanvulling van het CDA wordt meegenomen. 5
Het inventariseren van gegevens in het sociale domein wordt meegenomen in de uitvoering van het decentralisatietraject dat momenteel loopt. De signalen die tijdens de bijeenkomst in week 42 zijn afgegeven, worden uiteraard meegenomen waar dit nuttig en noodzakelijk is in het onderzoek. De begroting 2013 is inmiddels door het college vastgesteld en aan de raad gepresenteerd. Vervolgens verschijnt dan in juni 2013 de Kadernota 2014 waarin een aantal zaken is opgenomen die op dat moment in gang zijn gezet maar nog verwerkt moet worden in het geheel. Het betekent geen vertraging in het traject; er wordt op dat moment formeel gerapporteerd wat het financieel betekent en waar het boekhoudkundig wordt ondergebracht. In het plan van aanpak staat dat er gesproken wordt met een aantal partijen waaronder KBO, seniorenraad, Destion, zorgaanbieders, WMO-WWB-raad etc. Als daaruit de wens naar voren komt om nog een keer terug te koppelen, gaat het college er vanzelfsprekend in mee, want de aanpak dient uiteindelijk breed gedragen te worden. In de eerste commissievergadering Welzijn in 2013 zal hij de commissie op de hoogte brengen van de stand van zaken. 9. Voorstel tot vaststelling visiedocument Decentralisatie Jeugdzorg Mw Nillesen (CDA) verklaart dat het CDA aandacht voor de jeugd erg belangrijk vindt. Zij vraagt of de verwachting is dat het genoemde indicatieve bedrag van 2.630.271,- (bijlage 1, pagina 15) toereikend zal zijn. Mw Ceelen (VVD) zegt dat de VVD de uitgebreide visie heel goed vindt en met name de samenwerking tussen de verschillende gemeenten toejuicht, die hopelijk ook in de uitvoerende fase wordt gecontinueerd. Wethouder Pekema antwoordt dat nog niet kan worden gezegd of het indicatieve bedrag toereikend zal zijn of niet, maar het wordt in de gaten gehouden. Het is de bedoeling om de decentralisatie Jeugdzorg in samenwerking met de andere gemeenten op een goede manier vorm te geven. Het stuk is een hamerstuk voor de raad. 10. Voorstel tot vaststelling van de basistarieven volgens de Wet basistarieven Hulp bij het huishouden Mw Nillesen (CDA) vraagt of de WMO/WWB-raad heeft gereageerd op de vaststelling basistarieven Hulp bij het huishouden. Dhr Ponjee (PK) vraagt of de vastgestelde bedragen een landelijke norm is, of het voldoende is en of er nog rek in zit. Wethouder Pekema antwoordt dat de hulp bij het huishouden bij het laatste overleg met de WMO/WWB-raad aan de orde is geweest maar dat er geen berichten zijn gekomen dat de WMO/WWB-raad het niet eens zou zijn met de basistarieven. Het gaat om vastgestelde bedragen waaraan de gemeente moet voldoen bij het afsluiten van contracten. Het stuk is een hamerstuk voor de raad. 11. Rondvraag Dhr Theunissen (KERN) dankt het college voor de verlichting die bij Den Asseldonk is geplaatst, ook al zijn er nog wel signalen dat alleen de eerste rij wordt verlicht. Hij vraagt wanneer de definitieve verlichting wordt geplaatst. Hij heeft ook signalen gekregen dat de kerstverlichting bij Pico Bello in Well de spuigaten uitloopt. De voorzitter zegt toe dat de vragen respectievelijk in de commissie Grondgebiedzaken en ABZ gesteld moeten worden. 6
Mw Raijmakers (KERN) vraagt naar de stand van zaken van het accommodatiebeleid. Wethouder Pekema verwijst naar de eerste mededeling onder agendapunt 5. Mw Ceelen (VVD) vraagt hoe het met het Centrum voor Jeugd en Gezin in de gemeente Bergen gesteld is en of het college de signalen in de media herkent. Wethouder Pekema antwoordt dat CJG goed loopt. Het feit dat het CJG gevestigd is in het gebouw van de brede school, is het drempelverlagend. Van het begin af aan is geprobeerd om ouders ook op andere manieren (telefonisch, website) te bereiken en de coördinator van het CJG heeft een actieve, outreachende rol. Dhr Seel (VVD) vraagt of de gemeente heeft gereageerd op het krantenartikel waarin de gemeente Mook&Middelaar verwijt dat de gemeenten Bergen en Gennep een intentieverklaring hebben met de gemeente Venlo op het gebied van Sociale Zaken. Hij vraagt ook naar de stand van zaken van de samenwerking met Mook&Middelaar. Wethouder Pekema antwoordt dat het college niet de gewoonte heeft te reageren op krantenartikelen. Wat er is gebeurd, is dat er is gekeken naar mogelijkheden om met een aantal gemeenten tot samenwerking te komen rond een back office sociale zaken. Venlo is samen met Venray al die weg ingeslagen en Bergen heeft gekeken of Bergen, Gennep en Mook&Middelaar erbij zouden kunnen aansluiten. Dat heeft ambtelijk geleid tot een intentieverklaring waarin Venlo, Bergen, Gennep en Mook&Middelaar aangeven dit gezamenlijk te willen doen. De ambtenaar van Mook&Middelaar is regelmatig bij het overleg aanwezig geweest maar het college van Mook&Middelaar heeft op het laatste moment besloten om niet mee te doen. De drie andere gemeenten hebben daarop besloten om de intentieverklaring met zijn drieën aan te gaan. 12. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21.20 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Welzijn gehouden op 27 november 2012. de secretaris, de voorzitter, 7