Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011)

Vergelijkbare documenten
Programma ERWD. Dyscalculie. ERWD-presentatie Mieke van Groenestijn, HU, Utrecht 1

Dyscalculie én meer. Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie

MBO. Protocol ERWD3 - MBO. Programma. Uitgangspunten ERWD3 ERWD. Doelgroepen in MBO. ERWD3 - MBO 5 en 7 juni Mieke van Groenestijn, HU 1

Visie en uitgangspunten

Visie en uitgangspunten

Dr. Mieke van Groenestijn 1

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen

Protocol Dyscalculie. De Stelberg

Protocol Dyscalculie

Dr. Mieke van Groenestijn 1

Rekenen in het MBO. 11 maart 2014

Rekenen in het VO. 9 december 2013

Rekenen in VO. BOOR, CVO, LMC

ERWD. Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut

Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO

Op weg naar goed rekenonderwijs in Nederland

Zwakke rekenaar in het MBO

:Monique Hoeijmakers Datum :

Haal meer uit de leerlijn StruX Rekenen; haal meer uit jezelf! StruX-bijeenkomst Maart 2016 Jiska van Hall

Protocol Ernstige Reken-Wiskunde problemen en Dyscalculie (samenvatting)

Het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie: Van plank naar praktijk. Lunteren maart 2016 Ine van de Sluis

De betekenis van het Protocol ERWD VO voor leerlingen met rekenproblemen of dyscalculie

Ernstige RekenWiskunde-proble

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Cursus Rekencoördinatoren


(protocol ernstige reken wiskundeproblemen

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom

Ernstige RekenWiskunde-probl

Ernstige RekenWiskunde-proble

Protocol Dyscalculie

Protocol Dyscalculie


Zwakke rekenaar in het MBO

Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie

Certificeren van rekendocenten

Protocol ernstige rekenhulpvragen en/ of dyscalculie

Rekendocent VO/MBO. 14 december 2016 Karen Heinsman Minor Rekendocent VO-MBO - Steunpunt 2016

Stappenplan groep 1-2

Protocol Dyscalculie. Christelijk College de Noordgouw Heerde. oktober dhr. J.M. de Vries. mw. H. Bezuijen. rector-bestuurder.

Programma. Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken

Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie

Protocol Ernstige RekenWiskunde- problemen en Dyscalculie Elde College (in het VO wordt meestal alleen gesproken over rekenen). Esumrt.

Protocol Ernstige Reken Wiskunde Problemen en dyscalculie (ERWD) Inleiding

inhoud Dyscalculie Rekenproblemen Presentatie_gebruikersdag_najaar Onderhoudsproblemen

Het protocol ERWD. Rekenproblemen voorkomen door te werken aan betekenisverlening. Cathe No<en 6 maart 2015

Programma. Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg-denken

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose

Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie

4 Checklist rekenen 4

4 Checklist rekenen 4

Presentatie ernstige rekenproblemen & Dyscalculie 22 oktober 2014; Johanna Jager & Annelie van Harten

Protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie

Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Elke rekencoach een VIP bij de implementatie het van het ERWD Protocol. 11 december Henk Logtenberg

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Portalis, locatie Groningen (Portalis Onderwijs en Arbeidstoeleiding)

Werken met een OntwikkelingsPerspectiefPlan. Brechtje Dantuma Joke den Hoedt / Jeane Tjintjelaar

KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE. Uitdaging Beweging Perspectief

Zwakke rekenaars sterk maken

PROTOCOL DYSCALCULIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding

VELDDIJK WERELDSTAPPEN ELK TALENT TELT! EEN INKIJK BIJ

Vroegtijdig signaleren en preventie van rekenwiskunde problemen.

Maatregelen naar aanleiding van het advies van de commissie Bosker

Zwakke rekenaars sterk maken. Bijeenkomst monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Atlas, locatie Assen

Protocol (Ernstige) RekenWiskunde-problemen. en dyscalculie

De lat omhoog. wetgeving kwaliteit (v)so. Marjan Zandbergen OCW

Zwakke rekenaars sterk maken

Welkom bij de workshop

Van context naar som. Henk Logtenberg. Juni 2012

Taal en Rekenen - Wat gebeurt er allemaal? Btg MEI 23 april Rianne Reichardt

Protocol dyscalculie januari 2016 DYSCALCULIE PROTOCOL

Notitie wetgeving Passend onderwijs

Protocol Ernstige rekenproblemen. Dyscalculie. Signalering, ondersteuning en begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie.

Dyscalculieprotocol (locatie mavo-havo-atheneum; versie januari 2015)

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

REKENEXPERT PO. Opleiding tot. Voor het lerende kind in een lerend team, met beleid!

ERWD protocol (Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen en Dyscalculie)

Zwakke rekenaars in het vo

REKENEXPERT PO. Opleiding tot. Voor het lerende kind in een lerend team, met beleid!

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Beukenrode Onderwijs

Ouderavond Ordening en Ontwikkeling

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Plan passend rekenonderwijs. Invoering ERWD-protocol. Trivium

filmpje bewindslieden (

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL

Dyscalculie protocol Rotterdamse Montessorischool

Steunpunt Zorg & Onderwijs Fryslân

* Vanaf 9 september is onze nieuwe website online :

KENMERKEN VAN EN KEUZES VOOR REKENBELEID. Martin van Reeuwijk 25 april 2013

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE CBS DE KAMELEON. : CBS De Kameleon : 's-gravenzande BRIN-nummer : 13IK Onderzoeksnummer : 95095

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 2 november 2010

Diagnostiek rekenen in de school; hoe pak je dat aan?

Servicedocument bij de Kamerbrief van 5 juli 2019: reactie ministers op Kamervragen over rekenen in het vo en mbo.

Stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen

Protocol Passend Rekenonderwijs Ernstige Rekenwiskundige-problemen en Dyscalculie Pieter Wijtenschool

zwakke rekenaars sterk maken ROC Albeda secretarieel & administratief

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. IvOO

Transcriptie:

Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011) Bijgestelde inhoudsopgave protocol ERWD n.a.v. MBO-bijeenkomst 8 sept 2011 protocol ERWD VO en MBO (ERWD2) Inleiding H1: Wat speelt in het rekenwiskunde-onderwijs in het vo en mbo 1.1 Stand van zaken 1.2 Instroom doorstroom uitstroom 1.3 Rekenenwiskunde en de relatie met andere vakken 1.4 De rol van het Referentiekader voor (taal en) rekenen 1.5 Doel en plaats van het Protocol ERWD VO en MBO H2: Visie en uitgangspunten protocol ERWD 2.1 Visie op rekenwiskunde-onderwijs 2.2 Uitgangspunten protocol ERWD VO en MBO 2.3 Rekenwiskundeproblemen en dyscalculie 2.4 Werkdefinitie 2.5 Doel van het protocol ERWD H3: Ontwikkelingsperspectief van de leerling 3.1 de leerling in vo 3.2 de leerling in mbo H4: Rekenwiskundige ontwikkeling 4.1 ontwikkeling van rekenenwiskunde: vier hoofdlijnen (zie H4 ERWD1) 4.2 Signaleringspunten H5: De leerling in VO en MBO: afstemmen op de mogelijkheden van de leerling 5.1 handelingsmodel (zie ERWD1); afstemmen op leerlingen in vo en mbo (H3) 5.2 drieslagmodel (zie ERWD1) (model voor probleemoplossend werken plus zes stappenplan); afstemmen op leerlingen in vo en mbo (H3) H6: De leraar in VO en MBO (gewenste situatie / deskundigheid van de docent) 6.1 rekenen in de vakken / in de praktijk (stage) / beroepsperspectief 6.2 rekenen als apart vak 6.3 individuele ondersteuning Dit hoofdstuk opsplitsen in A: vo en B: mbo?? H7: Rekenbeleid en zorgbeleid 7.1 vo 7.2 mbo H8: Stappenplan protocol 8.1 vo 8.2 mbo H9: Dyscalculieverklaring en faciliteiten H10: ouders als partners / netwerken /externe zorg 1

Toelichting per hoofdstuk. Vragen aan de deelnemers zijn: Herken je de typering? Kun je je vinden in deze opbouw? Mis je nog dingen? Heb je concrete suggesties bij bepaalde hoofdstukken / onderwerpen? H1: Wat speelt in het rekenwiskunde-onderwijs in het vo en mbo In dit eerste hoofdstuk schetsen we kort welke kwesties op het terrein van het rekenonderwijs in vo en mbo nu al aan de orde zijn. Globaal zijn de volgende 'kwesties' te onderscheiden: a. De doorstroming van leerlingen van po naar vo en van met name vmbo naar mbo. De didactiek van het po is veelal niet bekend in het vo. Er is evenmin een traditie van gericht en jaarlijks terugkerend rekenonderwijs in vo en mbo, waardoor onderlinge afstemming nog niet een gewoonte is. b. De verticale afstemming (i.v.m. doorstroming van leerlingen) en de horizontale afstemming (binnen een school(type)) tussen leraren. Dat geldt zowel voor 'rekenenwiskunde in de vakken' als voor rekenen-wiskunde als vak. Daarbij spelen kwestie van eigenaarschap en verantwoordelijkheid een rol, naast opvattingen over wat een passende manier is om leerlingen te leren rekenen. c. De invoering van de Referentieniveaus voor (taal en) rekenen brengt in de praktijk van het rekenonderwijs de nodige verandering, met name in vo en mbo. De invoering van rekentoetsen speelt daarin een rol, maar ook de behoefte de afstemming tussen schooltypen transparanter te maken. d. Het streven naar passend onderwijs, waardoor de leerlingen onderwijs krijgen waaraan zij gezien hun mogelijkheden en beperkingen behoefte hebben heeft ook invloed op het omgaan met (ernstige) rekenwiskundeproblemen. Vanuit de signalering of de vaststelling van (ernstige) rekenwiskundeproblemen is er vanuit een recente traditie behoefte die problemen te labelen als dyscalculie. Op grond van dit protocol is op de scholen mogelijk een andere benadering van deze problematiek gewenst. H2: Visie en uitgangspunten De visie en uitgangspunten zoals die geformuleerd zijn in het protocol ERWD1 vormen ook de basis van ERWD2. In dit hoofdstuk beschrijven wij deze opnieuw, maar wel afgestemd op de doelgroep VO en MBO. De visie Onderwijs is een samenspel tussen leerling, leerstof en leraar. Iedere leerling heeft recht op onderwijs dat goed afgestemd is op zijn of haar mogelijkheden. In het vo en mbo begint de afstemming door het kiezen van leerroutes. Daarbinnen wordt het onderwijs optimaal afgestemd op de (individuele) leerling. Problemen bij het leren zijn normaal. Bij de ene leerling verloopt het leren makkelijker dan bij de andere leerling. Naarmate problemen groter worden zal het onderwijs steeds nauwkeuriger moeten worden afgestemd op de mogelijkheden van de leerling. 2

Afstemmen van het rekenonderwijs op de leerling begint bij goed onderwijs. De leraar is de professional. Hij heeft kennis van de ontwikkeling van leerlingen in het algemeen en, in het kader van dit protocol, specifiek van de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen. De leraar VO of MBO werkt in een team van professionals. Alle leraren zijn vakdocenten en hebben hun eigen specifieke deskundigheid. Binnen hun eigen vakgebied hebben zij meer of minder te maken met rekenen. Toch hebben leerlingen voor elk vak specifieke rekenwiskundige kennis en vaardigheden nodig. Leraren hebben dan ook gezamenlijk de zorg voor de optimale ontwikkeling van elke individuele leerling van de school. Vanaf het moment dat de leerling aan zijn onderwijsloopbaan begint, heeft de school de taak om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de ontwikkeling en de mogelijkheden van die leerling. Daar waar problemen ontstaan zal de school zich extra inspannen om het onderwijs optimaal af te stemmen. Dit doet een groot beroep op de professionaliteit van de leraar en van teams van leraren. De uitgangspunten ERWD betreffen: 1. Functionele gecijferdheid. 2. Ontwikkeling van rekenwiskundige concepten als fundament. 3. Iedere leerling is anders. 4. Afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling. 5. Onderscheid tussen ernstige rekenwiskunde-problemen en dyscalculie. 6. Signalering en onderkenning van rekenwiskunde-problemen. 7. Diagnosticerend onderwijzen en handelingsgerichte diagnostiek. 8. Resultaatgerichte begeleiding. Werkdefinitie: De werkdefinitie van ERWD is als volgt. Ernstige rekenwiskunde-problemen kunnen ontstaan wanneer het gedurende langere tijd niet lukt om de juiste afstemming te realiseren van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling. Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn. De rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. Het doel van het protocol is: (aansluitend op ERWD1) afstemmen van rekenwiskunde-onderwijs aan alle leerlingen; het bieden van handreikingen voor de begeleiding van leerlingen met rekenwiskundeproblemen; het verhogen van de kwaliteit van de begeleiding van leerlingen met (ernstige) rekenwiskundeproblemen of dyscalculie; alle leerlingen te brengen tot een passend, acceptabel niveau van functionele gecijferdheid. Het bevorderen van de deskundigheid op gebied van rekendidactiek van alle betrokkenen in vo en mbo. 3

H3: Ontwikkelingsperspectief van de leerling In dit hoofdstuk beschrijven we het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen in de verschillende doelgroepen. In het wetsvoorstel Passend Onderwijs is de plicht opgenomen voor scholen om te gaan werken met een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen waarbij afgeweken moet worden van het reguliere aanbod. Nadat de leerling tot de school is toegelaten, stellen scholen in overleg met de ouders een ontwikkelingsperspectief op. Hierin wordt, zo nodig met behulp van het centrum voor jeugd en gezin, ook benoemd wat nodig is aan zorg en/of opvoed- en groeiondersteuning. In het voortgezet speciaal onderwijs staat hier ook bij hoe de voorbereiding op de arbeidsmarkt plaatsvindt. Er is regelmatig overleg over de vorderingen en de geboden begeleiding. Daardoor kunnen ouders een actieve rol spelen in het onderwijs van hun kind. (Kamerbrief over passend onderwijs van de minister van onderwijs, 31-1-2011) Het ontwikkelingsperspectief moet in ieder geval richting geven aan het handelen van de school en de ouders. Daarbij wordt gekeken naar: het verleden: hoe is de ontwikkeling van de leerling verlopen? het heden: wat heeft de leerling geleerd, wat kost moeite en waar zien we sterke kanten? de toekomst: welke resultaten kan de leerling bereiken, waar willen we naar toe (het perspectief)? Voor het realiseren van goed rekenonderwijs in vo en mbo is een goede afstemming van het onderwijs op het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoefte van de leerling van groot belang. Het ontwikkelingsperspectief van een leerling brengt de school in beeld, op basis van alle relevante gegevens waarover ze beschikt, wat ze met de leerling wil bereiken. De school maakt daarmee inzichtelijk aan betrokkenen (ouders, leerling en inspectie) welke doelen ze op lange, middellange en korte termijn nastreeft. Het ontwikkelingsperspectief is niet alleen bedoeld om de ontwikkeling van een leerling te volgen (waar komt de leerling uit?), máár vooral bedoeld om het onderwijsaanbod voor een leerling zodanig te plannen dat een leerling zich optimaal ontwikkelt. (uit: werken vanuit een ontwikkelingsperspectief in het speciaal basisonderwijs, Arjan Clijsen e.a. april 2009) Het ontwikkelingsperspectief dient als basis voor een plan, waarin beschreven staat op welke wijze toegewerkt wordt naar een voor die leerling passend door- of uitstroomprofiel (behalen diploma, uitstroom naar arbeid of arbeidsmatige dagbesteding), en de maximale benutting van zijn of haar mogelijkheden. De ontwikkeling van de leerling wordt gedurende de hele schoolperiode gevolgd. Regelmatig, maar minstens één maal per jaar, wordt het ontwikkelingsperspectief en het daaruit volgend individueel plan geëvalueerd en geactualiseerd. (uit: Notitie OCW wetgeving passend onderwijs, juni 2009) Het ontwikkelingsperspectief kent drie uitstroomprofielen: 1. Een diploma halen en of doorstromen naar vervolgonderwijs waar in ieder geval een startkwalificatie wordt gehaald (MBO, niveau 2 diploma). Alle leerlingen die daartoe in staat zijn behalen een regulier diploma (voortgezet onderwijs of mbo) Het behalen van de reguliere diploma s gebeurt onder verantwoordelijkheid van de voortgezet onderwijs- en mbo-instellingen. 4

2. Uitstroom naar arbeid, zonder diploma, leerlingen die niet in staat zijn een regulier diploma te halen, maar wel duurzaam op de arbeidsmarkt kunnen participeren, worden hiertoe door middel van o.a. praktijklessen en stages zo goed mogelijk voorbereid. De leerlingen ontvangen een landelijk en (voor de arbeidsmarkt) herkenbaar getuigschrift waarin bereikte competenties, kennis en vaardigheden op terreinen als Nederlandse taal, rekenen/wiskunde en sociale vaardigheden zijn opgenomen. Kerndoelen en referentieniveaus vormen hiervoor de basis. Voor leerlingen waarvoor dit mogelijk is wordt dit aangevuld met een branchecertificaat waarmee ze beter toegang hebben tot de arbeidsmarkt. 3. Uitstroom naar (arbeidsmatige) dagbesteding, leerlingen die niet in staat zijn duurzaam op de arbeidsmarkt te participeren stromen door naar arbeidsmatige dagbesteding. Ook zij ontvangen een landelijk herkenbaar getuigschrift waarin ontwikkelde competenties en vaardigheden zijn vastgelegd. (naar: notitie OCW wetgeving passend onderwijs, juni 2009) Voor elke doelgroep geven we een korte karakterisering van onderwijstype, kenmerken van de leerling en de onderwijsbehoeften en ontwikkelingsperspectief van de leerling binnen dat onderwijstype. H4: Rekenwiskundige ontwikkeling In hoofdstuk 3 beschrijven we de rekenwiskundige ontwikkeling aan de hand van vier hoofdlijnen, zoals beschreven in ERWD1, maar nu in het verlengde van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en afgestemd op de doelgroepen in vo en mbo. De vier hoofdlijnen zijn: 1. begripsvorming (conceptontwikkeling en het verlenen van betekenis aan (nieuwe) kennis en vaardigheden, gebruik van rekentaal); 2. ontwikkelen van oplossingsprocedures; 3. vlot leren rekenen (oefenen, automatiseren en memoriseren); 4. flexibel toepassen van kennis en vaardigheden. Signaleringspunten zijn: (zie ERWD1) Bij begripsvorming: S1: betekenis verlenen / gebruik van rekentaal S2: gebrekkige conceptvorming 5

Bij ontwikkeling van oplossingsprocedures: S3: verwerven van basisbewerkingen S4: leren van de tafels S5: uitvoeren van complexere bewerkingen S6: verwerven van algoritmes Bij het vlot leren rekenen: S7: onbegrepen procedures en losse feitenkennis kunnen leiden tot fragmentarische kennis en vaardigheden S8: automatiseren en memoriseren (tafels, algoritmes, rekenen met breuken, procenten, metriek stelsel) S9: niet goed georganiseerd opslaan van informatie Bij het flexibel toepassen: S10: fragmentarische oplossingsprocedures en tekorten in het strategisch denken en handelen belemmeren het flexibel toepassen. H5: De leerling: Afstemmen op de mogelijkheden van de leerling. Effectief onderwijs: aansluiten bij de mogelijkheden van de leerling 5.1 handelingsmodel (zie ERWD1) 5.2 drieslagmodel (zie ERWD1) In hoofdstuk 5 beschrijven het handelingsmodel en het drieslagmodel als basis voor goed rekenwiskunde-onderwijs en als observatiemodellen voor het kunnen analyseren van denkprocessen en rekenwiskunde-problemen van leerlingen in vo en mbo. handelingsmodel 6

drieslagmodel H6: De leraar in VO en MBO (gewenste situatie / deskundigheid van de docent) 6.1 rekenen in de vakken / in de praktijk (stage) / beroepsperspectief 6.2 rekenen als apart vak 6.3 individuele ondersteuning Dit hoofdstuk opsplitsen in A: vo en B: mbo In dit hoofdstuk bieden we handvatten voor het vormgeven van rw-onderwijs in vo en mbo, bekeken vanuit de zorg: hoe ga je om met rw-problemen? Doel van dit hoofdstuk is aansluiten bij de ontwikkeling en mogelijkheden van leerlingen. Deskundigheid van de praktijkdocent, de rekendocent en van de ondersteuner. Wie doet wat, wanneer, hoe, hoe intensief? Rol van vakdocenten, rekenexperts en zorgteam; interne en externe deskundigen H7: Rekenbeleid en zorgbeleid 7.1 vo 7.2 mbo H8: Stappenplan protocol 8.1 vo 8.2 mbo Dit hoofdstuk biedteen stappenplan voor begeleiding van (individuele) leerlingen met en zonder dyscalculieverklaring. H9: Dyscalculieverklaring en faciliteiten In dit hoofdstuk beschrijven we voorwaarden voor het verkrijgen van faciliteiten bij onderwijs, toetsing en examens. H10: ouders als partners / netwerken /externe zorg In hoeverre en op welke wijze kunnen ouders in vo en mbo betrokken worden bij het onderwijs aan hun kinderen? Samenwerking met andere instellingen. 7