Naam: Eric Vink Plaats: Maarssen Presentaties (via ICT) organiseren en hanteren Docenten informeren over de beschikbare infrastructuur en de weg wijzen naar de juiste informatiebronnen Op eigen niveau snel en gericht informatie voor de eigen lesactiviteiten zoeken, vinden en integreren. Hypertext documenten maken ter ondersteuning van het onderwijs. Internetpagina's en educatief lesmateriaal ontwerpen Ondersteunen specialistisch ict-gebruik (rekenbladen, gegevensbestanden, registratie leerlingvorderingen, toetsprogrammatuur) Ict opnemen in de planning van de lessen Lesmaterialen omzetten naar een in de geselecteerde programmatuur bruikbare vorm, al of niet met behulp van hulpprogrammatuur. Computertoepassingen inzetten bij het verwerven en verwerken van gegevens Ondersteunen elementair ict-gebruik (tekstverwerken, tekenen, educatieve programma's)
Gebruik maken van de mogelijkheden van ICT voor revisie en correctie, zoals: conceptversies, onderling reviseren, verwerken van commentaar. De leerling begeleiden bij het bedienen van de computer en bij het beheer van mappen en bestanden (herkennen van fouten, beoordelen, adviseren) Computertoepassingen inzetten bij het oefenen van leerstof Een vakbekwaam oordeel kunnen geven over het gebruik van computers en de inzet binnen de lessen Geschikte programma's zoeken bij een bepaalde didactische aanpak en een bepaalde methode voor de verschillende vakken Geschikte technologiebronnen lokaliseren, evalueren en selecteren voor de inhoudelijke aspecten van het onderwijs en voor de leerlingen Oefen- en verwerkingsprogramma's hanteren in het onderwijs. Programma's die registratie en sturingsmogelijkheden hebben volledig benutten Docenten begeleiden bij het gebruik van de programmatuur. Omgaan met ethische vragen rondom computergebruik (copyright, privacy, veiligheid, problemen als pornografie e.a. pedagogisch kunnen oplossen)
Geselecteerde programma's presenteren en docenten argumenten voor een juiste keuze aandragen Gebruik maken van de mogelijkheden van ICT voor samenwerking, zoals samen achter een beeldscherm of via een netwerk / Internet. Ondersteunen van vernieuwend ict-gebruik (Internet, e-mail, raadplegen gegevensbestanden, video-conferencing). Geselecteerde programma's installeren naar de wensen van de docent. De brug slaan tussen de wensen van de docenten en het bestaande aanbod van de educatieve uitgeverijen en de mogelijkheden die de bestaande infrastructuur biedt Docenten begeleiden bij het maken en het plaatsten van geschikte ondersteunende materialen De juiste hulp bieden bij het onderwijsproces zelf, zowel wat betreft de ondersteuning van de docent als van de leerlingen. Leerlingen begeleiden bij het werken met de computer en computertoepassingen ICT inzetten voor student gericht leren (adaptief leren) Vorderingen inschatten van leerlingen in de vakken bij werken met icttoepassingen
Leerlingen begeleiden bij het gebruik van de programmatuur en verschillende vormen van zelfwerkzaamheid. ICT inzetten om de motivatie van de leerlingen te verhogen Zorgdragen dat de inzet van ict betekenisvol is voor de leerlingen in relatie tot de leertaken die zijn moeten uitvoeren. ICT integreren in de leeractiviteiten van kinderen. Daarbij kan het gebruik aanvullend dan wel vervangend zijn binnen een methode. Hiervoor is overzicht over de leerstof noodzakelijk. ICT inzetten om leerlingen in eigen tempo te laten werken Leerlingen (vakkundige) feedback geven bij het werken op de computer De keuze van software afstemmen op de behoeften van individuele leerlingen. Zorgdragen dat leerlingen een positieve attitude ontwikkelen ten aanzien van ict. Computertoepassingen gebruiken voor probleemoplossend leren. Leerlingen ondersteunen bij het exploreren van Internet Educatieve sites, Digilessen en internetprojecten op bruikbaarheid en inpasbaarheid inschatten.
Educatieve software evalueren. Daarbij uitgaande van een duidelijk onderwijskundig en leerpsychologisch kader. Software beoordelen op bruikbaarheid voor de lessen Educatieve software beoordelen op bruikbaarheid in relatie tot de (beginsituatie van de) doelgroep. Software beoordelen op bruikbaarheid in relatie tot de differentiatiemogelijkheden Bij educatieve programma's een beoordelings- evaluatieformulier te gebruiken Educatieve software beoordelen op bruikbaarheid in relatie tot de gestelde leerdoelen / gehanteerde methode. Webpagina's beoordelen op betrouwbaarheid en objectiviteit. Websites beoordelen op geschiktheid voor het onderwijs Webpagina's beoordelen op bruikbaarheid qua gebruikte techniek (plug ins e.d.).
Webpagina's beoordelen op bruikbaarheid in relatie tot de (beginsituatie van de) doelgroep. Webpagina's beoordelen op bruikbaarheid in relatie tot de gestelde leerdoelen / gehanteerde methode. In een softwarepakket instellingen maken per (sub)groep of per leerling en resultaten op vragen en beoordelen. De tijd dat leerlingen gebruik kunnen maken van ICT optimaliseren, bijvoorbeeld door het maken van een rooster of roulatieschema. Schoolbeleid voor gebruik van ICT vertalen naar afspraken in de les. Software op de computer installeren Gebruikersgroepen aanmaken voor de leerlingen en docenten Gegevens opvragen van de oprichter cq beheerder en deelnemers van een digitale leeromgeving Een eigen pagina binnen de elektronische leeromgeving samenstellen
Eigen persoonlijke gegevens wijzigen, zoals e-mail-adres of wachtwoord Gebruik maken van een discussieforum en mailing lists voor communicatie met bepaalde deelnemers of alle deelnemers De beschrijving van het doel van de digitale leeromgeving opvragen