Vaststelling van een subsidiereglement impulssubsidie 2009-2013 voor meer en hoger sportgekwalificeerde en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen. a) Zoals voorzien in het sportbeleidsplan (doelstelling 12.5.6 ) spelen we in op de mogelijkheid die Vlaamse Gemeenschap biedt om impulssubsidies te bekomen voor de periode 2009 tot en met 2013. b) Als we niet inspelen op deze kans verliezen we ons recht op de overgangssubsidies van de Vlaamse Gemeenschap c) Het thema voor het impulsbeleid van 2009 tot en met 2013 is de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. De beleidsdoelstelling van de Vlaamse Regering met die impulssubsidie is het verkrijgen van meer en hoger sportgekwalificeerde en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen. Een degelijke én sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider, die met kennis van zaken op een pedagogisch, medisch en ethisch verantwoorde manier de kinderen en jongeren kan vormen en opleiden in de sport, kan laten doorgroeien naar goede resultaten, hen enthousiast kan maken en plezier kan laten beleven aan sport, is immers cruciaal. Het decreet voorziet vanaf 2009 een subsidie van 0,8 euro per inwoner. Deze impulssubsidie is enkel voor Vlaamse gemeenten die genieten van een beleidssubsidie op basis van het Sport voor Allen-decreet. Hiervan moet een specifiek hoofdstuk aan het sportbeleidsplan worden toegevoegd. De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet inzonderheid artikel 42 en artikel 43, betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad en artikel 199 en artikel 200, betreffende de betrokkenheid en de inspraak van de burgers, doelgroepen en adviesraden; Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact; Gelet op de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen moet het subsidiereglement het doel van de subsidie en de wijze waarop het gebruik ervan gerechtvaardigd wordt beschrijven; Gelet op het decreet van 09 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid (B.S. 04.05.07) bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie; Gelet op het uitvoeringsbesluit inzake algemene bepalingen en bepalingen tot het verkrijgen van de beleidssubsidie goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 19 juli 2007 (B.S. 13.09.07) en het uitvoeringsbesluit inzake de bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 19 september 2008 ; Gelet op het raadsbesluit van 20 december 2007, houdende goedkeuring van het Sportbeleidsplan Oostkamp 2008-2013; Overwegende dat tengevolge van het uitvoeringsbesluit van 19 september 2008;artikel 5, 3, de subsidies aan sportverenigingen enkel verdeeld kunnen worden op basis van een subsidiereglement met 100% kwaliteitscriteria en dat eigen initiatieven van de gemeente slechts een minderheid van de impulssubsidie mogen benutten; 2008.doc 14/01/2014 09:08 Pagina 1 van 5
Gelet op zijn besluit van 21 juni 2007 houdende de erkenning van de Sportraad als overlegen inspraakorgaan in het gemeentelijk sportbeleid. Overwegende het advies van de Raad van bestuur van de Sportraad van 18 november 2008; Overwegende dat het voorgelegde reglement het resultaat is van een ruim inspraakproces via een werkgroep van de Spotraad; Gelet op het feit dat de gepaste kredieten in het budget zijn ingeschreven op de artikels 764/332-02 en 764/123-48 (subartikels); Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 1 december 2008; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Subsidiereglement impulssubsidie 2009-2013 voor meer en hoger sportgekwalificeerde en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen. Algemeen kader: Decreet 9 maart 2007, houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid; inzonderheid artikel 2, 11, artikel 6, 16, 18 en 38. Zoals voorzien in het sportbeleidsplan (doelstelling 12.5.6 ) spelen we in op de mogelijkheid die Vlaamse Gemeenschap biedt om impulssubsidies te bekomen voor de periode 2009 tot en met 2013. Doelstelling: de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie*, door meer en hoger sportgekwalificeerde en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen. (* = aansluiting bij een erkende Vlaamse sportfederatie is pas verplicht vanaf 1/1/2010) Artikel 1 algemene en procedure bepalingen 1.1 Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten voor impulssubsidies worden subsidies uitgekeerd aan door de gemeente, overeenkomstig het erkenningreglement, erkende sportverenigingen; die voldoen aan de in artikel 2 vermelde subsidievoorwaarden. Dit krediet kan jaarlijks verhoogd worden met het eventuele overschot van de kredieten voorzien (in de gewone uitgaven 764/123-48) voor de uitvoering van de eigen maatregelen van de gemeente ter realisatie van de doelstellingen van de impulssubsidie; 1.2 Als referteperiode voor het werkingsjaar geldt de periode van 1 januari tot en met 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar van de uitbetaling. 1.3 De clubsecretaris van de erkende sportverenigingen ontvangt jaarlijks tussen 15 en 30 december de subsidieaanvraagdocumenten. Voor de impulssubsidie te betalen in 2009 wordt deze periode met maximum 3 maanden verlengd, afhankelijk van de datum van aanvaarding van de minister. 1.4 De subsidiëring wordt bepaald op basis van de in het aanvraagdossier opgenomen gegevens van de erkende sportvereniging m.b.t. het vermelde werkingsjaar. 1.5 De aanvrager dient, mogelijke bijkomende informatie over de ingestuurde gegevens opgevraagd door de gemeentelijke sportdienst, deze binnen de 14 dagen na de vraag te verstrekken. 1.6 Het gemeentebestuur behoudt zich het recht de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren. 2008.doc 14/01/2014 09:08 Pagina 2 van 5
1.7 De erkende sportverenigingen die subsidie ontvangen dienen indien de gemeente hierom verzoekt en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 verantwoording af te leggen omtrent de besteding van de ontvangen subsidies., Deze wet stelt dat de sportvereniging de subsidie moet gebruiken voor het doel waarvoor de subsidie is toegekend, namelijk de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie*, door meer en hoger sportgekwalificeerde en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen, rekeninghoudende met de voorwaarden en de criteria van dit reglement. Voor de subsidies tussen 1.239,47 euro en 24.789,35 euro worden de verenigingen en organisaties vrijgesteld van de overige verplichtingen van de Wet van 14 november 1983 (artikel 9). 1.8 De uitbetaling van de impulssubsidies gebeurt in principe voor het einde van december door overschrijving op de rekening van de aanvragende vereniging. 1.9 Definities: de impulssubsidie: de subsidie, vermeld in artikel 2, 11, van het decreet van 09 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid (B.S. 04.05.07); jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met achttien jaar; de jeugdsportbegeleider: een sporttechnische begeleider voor jeugdsport die actief is in een erkende sportvereniging; de jeugdsportcoördinator: een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak; de erkende sportvereniging: een sportvereniging als vermeld in artikel 2, 3, van het decreet, die aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie en die erkend is door het gemeentebestuur; Artikel 2 - subsidievoorwaarden 2.1 de vereniging moet door de gemeente erkend zijn als sportvereniging en zodoende voldoen aan de in het erkenningreglement omschreven erkenningvoorwaarden 2.2 Enkel de erkende sportverenigingen die voor 15 februari (voor de impulssubsidie te betalen in 2009 voor 21april), aansluitend op het werkingsjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, hun aanvraagdossier ingediend hebben op de gemeentelijke sportdienst komen in aanmerking voor verdere behandeling van het dossier. 2.3 de vereniging moet beschikken over een oprichtingsdocument (statuten, huishoudelijk reglement, ) 2.4 de vereniging heeft tijdens de referteperiode gedurende minstens 6 maanden wekelijks een sportwerking in de gemeente Oostkamp 2.5 behalve indien de vereniging kan aantonen dat er geen, onvoldoende of niet aangepaste accommodatie aanwezig is), moet zij minstens de helft van de sportieve activiteiten op het grondgebied van de gemeente Oostkamp ontplooien (de volledige parochie Steenbrugge wordt als grondgebied Oostkamp beschouwd) 2.6 minimum 25% van de leden van de sportvereniging hebben hun hoofdverblijf in de gemeente Oostkamp 2.7 de vereniging moet minstens 1 jaar werking kunnen aantonen (eventuele uitzondering voor clubs die starten met jeugdwerking wordt beslist door het College van Burgemeester en Schepenen. ) 2.8 de vereniging streeft geen commerciële doeleinden na. 2.9 De vereniging moet aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie* (pas verplicht vanaf 1/1/2010) Artikel 3 aard en berekening van de subsidie Van het gedeelte van de impulssubsidie dat bestemd is voor subsidie aan sportverenigingen wordt een bedrag van maximum 45% voorafgenomen dat bestemd is voor: terugbetaling van de gemaakte loonkosten (betaald via VLABUS of andere voor Bloso aanvaardbare werkwijzen) voor gekwalificeerde vervangers voor de jeugsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren die wegens het volgen van opleidingen en bijscholingen een groot deel van hun taken binnen de jeugdsportclub niet kunnen uitvoeren. terugbetaling van door de clubs gemaakte organisatiekosten ( lesgever, huur accommodatie, ) voor opleidingen en bijscholingen voor de jeugsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren binnen de club zelf. 2008.doc 14/01/2014 09:08 Pagina 3 van 5
Enkel VTS opleidingen of door VTS erkende opleidingen (aanvaard door de Vlaamse Gemeenschap) inzake de verhoging van de kwaliteit van de jeugdsport-begeleiders en jeugdsportcoördinatoren komen hiervoor in aanmerking. De verdeling van het bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers en a rato van de effectief ingediende en aanvaardbare kosten (facturen en betalingsbewijzen). Catering en materiaalkosten komen niet in aanmerking. Indien nodig worden procentuele verdeelsleutels toegepast. Organisatie door verschillende Oostkampse verenigingen samen is mogelijk (voor de uitbetaling van de subsidie is een schriftelijke overeenkomst tussen de clubs nodig, anders gaat de subsidie naar de gefactureerde, aanvragende vereniging). De overige 55%(eventueel aangevuld met de niet benutte kredieten van de bovenvermelde 45 % en met het eventuele overschot van de kredieten voorzien (in de gewone uitgaven 764/123-48) voor de uitvoering van de eigen maatregelen van de gemeente ter realisatie van de doelstellingen van de impulssubsidie) van de impulssubsidie die bestemd is voor subsidie aan sportverenigingen wordt verdeeld op basis van de kwaliteitscriteria, volgens het puntensysteem voorzien in artikel 4. Artikel 4: kwaliteitscriteria impulssubsidie De berekening van het aantal punten gebeurt op basis van onderstaande kwaliteitscriteria. Voor inhoudelijke discussie en waar nodig interpretatie van de ingediende bewijzen overlegt de dienst sport steeds met de werkgroep toelagen ; samengeteld door de raad van bestuur van de sportraad. Deze werkgroep wordt ook gevraagd om de dossiers en de berekening te controleren. Kwaliteitscriteria 4.1: Kwaliteit van de jeugdsportbegeleider zelf ptn D 4.1 KC 4.1.1 PM 4.1.1 EV 4.1.1 De vereniging beschikt over een kwaliteitsvolle De vereniging werkt met gediplomeerde het valoriseren van het diplomaniveau van de actieve Puntenwaarde van de diploma s in bijlage. Toevoegen van nieuwe diploma s als bijlage (diploma s die reeds werden ingediend in de vorige jaren worden door de dienst sport bijgehouden en meegerekend). De trainers beschikken over een kwaliteitsvol sporttechnisch diploma van de VTS (of door VTS erkend diploma) dat ten laatste behaald is tijdens het betrokken subsidiejaar. Aanvragen voor erkenning van kadervormingen die niet ressorteren onder bovengenoemde (en die niet voorkomen in de lijst in bijlage) worden door de sportdienst voor advies voorgelegd aan de werkgroep toelagen; samengesteld uit leden van de raad van bestuur van de gemeentelijke sportraad. De kadervorming moet een effectieve en praktische meerwaarde bieden voor de indiener binnen de clubopdracht. Met uitzondering van de algemene sporttechnische diploma s opgenomen in de lijst in bijlage worden enkel diploma s met een specialisatie in de sporttak eigen aan de sportvereniging in aanmerking genomen. Per trainer wordt slechts één diploma in aanmerking genomen. Cumulatie van diploma s is niet mogelijk. Volgens waarde diplom a KC 4.1.2 De volgen regelmatig sporttechnische bijscholing en/of opleiding PM 4.1.2 Tijdens het betrokken subsidiejaar een relevante sporttechnische bijscholing in de betrokken sporttak gevolgd hebben. Punten voor dergelijke opleiding en/of bijscholing: Per deelnemer 1 punt per uur. EV 4.1.2 Bewijs van voltooien van de opleiding of bijscholing tijdens de referteperiode in bijlage (met vermelding aantal uren) 1/u 2008.doc 14/01/2014 09:08 Pagina 4 van 5
Kwaliteitscriteria 4.2: Kwaliteit van de jeugdsportcoördinator zelf ptn D 4.2 KC 4.2.1 PM 4.2.1 EV 4.2.1 De vereniging beschikt over een kwaliteitsvolle jeugdsportcoördinator De vereniging werkt met gediplomeerde jeugdsportcoördinatoren Aanwezigheid van een gediplomeerde, actieve jeugdsportcoördinator; verbonden aan de vereniging De werking van de jeugdsportcoördinator(en) moet als volgt aangeduid worden: Deze persoon moet met naam, taak en contactgegevens expliciet vermeld worden in de informatiebrochure/ website van de vereniging Hij/ zij moet minstens de coördinatie van meerdere jeugdploegen voor zijn/ haar rekening nemen Hij/ zij is de eerste contactpersoon voor ouders, trainers, spelers, Hij/ zij schrijft een jeugdplan dat controleerbaar is Hij/ zij is coördinator bij een club met minstens 30 jeugdleden (jeugdleden = leden tot en met 18 jaar) Hij/zij is lid van het (jeugd)bestuur van de vereniging 20 per JSC PM 4.2.2 Het valoriseren van het sporttechnisch diplomaniveau van de actieve jeugdsportcoördinator EV 4.2.2 De jeugdsportcoördinator mag zijn sporttechnisch diploma opgeven bij de (met vermelding JSC). Verdere evaluatie hieromtrent: zie. KC 3.2 De jeugdsportcoördinatoren volgen regelmatig specifieke opleiding, bijscholing, erkende overlegmomenten (van de gemeente en/of IGOS) PM 3.2 Tijdens het betrokken subsidiejaar relevante specifieke opleiding, bijscholing, erkende overlegmomenten gevolgd hebben. Punten voor dergelijke opleiding, bijscholing, erkende overlegmomenten: Per deelnemer 1 punt per uur. EV 3.2 Bewijs van voltooien van de opleiding, bijscholing tijdens de referteperiode in bijlage (met vermelding aantal uren) Aanwezigheidslijst (met vermelding aantal uren) van de erkende overlegmomenten Volgens waarde diplom a 1/u Artikel 5: Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2009. De Secretaris, (get.) J. Compernol De Secretaris, Gedaan in zitting als hierboven, Namens de Gemeenteraad, Voor eensluidend uittreksel, De Voorzitter, (get.) L. Vanparys De Burgemeester, J. COMPERNOL L. VANPARYS 2008.doc 14/01/2014 09:08 Pagina 5 van 5