SUBSIDIEREGLEMENT SPORTVERENIGINGEN KAPRIJKE

Transcriptie

1 SUBSIDIEREGLEMENT SPORTVERENIGINGEN KAPRIJKE Artikel 1 Een sportvereniging is een vereniging, die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd, waarin individueel of in ploegverband activiteiten met een competitief of recreatief karakter worden beoefend en waarbij de fysieke inspanning centraal staat. Artikel 2 Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op het gemeentebudget, worden na advies van de subsidiecommissie (uit de sportraad) aan de door het college van burgemeester en schepenen erkende sportverenigingen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld. Artikel 3 De subsidies verleend volgens de kredieten ingeschreven in het budget van het lopend dienstjaar worden berekend op grond van de gegevens en de activiteiten betreffende het vorige werkingsjaar. Artikel 4 De sportvereniging, die een subsidie aanvraagt, moet door de gemeente erkend zijn en dus voldoen aan de in het erkenningsreglement omschreven erkenningsvoorwaarden. Artikel 5 De sportvereniging dient het subsidieformulier, dat jaarlijks voor 1 juni aan de sportverenigingen ter beschikking zal gesteld worden, in bij de sportdienst vóór 15 juli. Elke vereniging waarvan het subsidieformulier laattijdig door de sportdienst ontvangen wordt, zal geen aanspraak kunnen maken op de subsidie voor het betrokken werkingsjaar. Artikel 6 Voor subsidie komen enkel erkende sportverenigingen in aanmerking. Als criteria daarvoor worden in acht genomen de vestiging van de club, het bestuur, plaats waar de sport doorgaat, het aantal leden die inwoner zijn van de gemeente. De subsidiecommissie zal hierover telkens beraadslagen en verslag uitbrengen. Artikel 7 De sportverenigingen en organisaties moeten zich onderwerpen aan de controlemaatregelen van de subsidiërende overheid. Artikel 8 Elke sportvereniging is verplicht over een bankrekening te beschikken op naam van de sportvereniging.

2 Artikel 9 Sportclubs en / of organisaties waarbij de activiteiten voornamelijk verricht worden bij wijze van beroep of economische activiteit komen niet in aanmerking voor gemeentelijke subsidies. Artikel 10 Sportverenigingen welke opgehouden hebben te bestaan kunnen geen subsidies ontvangen. Artikel 11 Elke sportvereniging wordt geacht het subsidieformulier in eer en geweten te hebben ingevuld. Bij het opgeven van foutieve gegevens vervalt het recht op het ontvangen van subsidies voor het jaar waar de opgave op betrekking heeft. Artikel 12 Het subsidieformulier zal bij het indienen op de sportdienst vergezeld zijn van: Voor de kwaliteit en kwantiteitscriteria (deel 1 en 2): een ledenlijst met naam, geboortedatum, gemeente én een bewijs dat er een verzekering afgesloten is voor de leden een bewijs van de operationele kosten voor de sportverenigingen in competitie: de wedstrijdkalender met aanduiding van de wedstrijden waaraan de ploegen van de vereniging hebben deelgenomen Voor de impulssubsidie (deel 3): De volgende documenten die betrekking hebben op de in de gemeente actief zijnde jeugdwerking: Een officiële jeugdledenlijst met naam, geboortedatum en gemeente van de jeugdleden actief in de gemeente Kaprijke De sporttechnische diploma s van de in de vereniging actieve sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders Naam, gegevens en diploma van de jeugdsportcoördinator Bewijs van deelname aan vormingen en bijscholingen Bewijs van uitgaven voor het organiseren van vormingen en bijscholingen om de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider en of jeugdsportcoördinator te verhogen (huur lokaal, betaling lesgever, kost syllabus) Officie(e)l(e) contract(en) met vermelding van uurloonkost en werkregime van de gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren

3 Een verslag van de activiteiten van het vorig werkingsjaar, waaruit de aanwending van de gemeentelijke toelage blijkt. Impulssubsidies dienen te worden geïnvesteerd in de jeugdwerking op de gemeente Kaprijke waarvan men desbetreffende impulssubsidie ontvangt en overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 betreffende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid Het ontbreken van één van deze stukken heeft voor gevolg dat er géén punten kunnen behaald worden op de artikelen die hierop betrekking hebben. Artikel 13 De sportverenigingen die reeds bevoorrecht zijn door de hen gratis ter beschikking gestelde gemeentelijke sportaccommodatie en/of sportverenigingen die in eigen beheer de uitbating verzorgen van een, hen door het gemeentebestuur gratis ter beschikking gestelde drankgelegenheid, komen niet in aanmerking bij de berekening van de jaarlijkse subsidies wat betreft de kwaliteit - en kwantiteitscriteria van het subsidiereglement respectievelijk deel 1 en 2. Artikel 14 De in de begroting voorziene subsidiegelden voor de kwaliteit en kwantiteitscriteria (deel 1 en 2) zullen, voor de verdeling ervan, gedeeld worden door de som van het totaal aantal punten behaald door de rechthebbende sportverenigingen, welke de waarde in geld van één punt uitdrukt. Nadien wordt het totaal per vereniging aantal behaalde punten vermenigvuldigd met de waarde van één punt. Aldus bekomt men het totale bedrag van de aan de vereniging toe te kennen subsidie. Artikel 15 Verdeling tussen kwantiteits- en kwaliteitscriteria: 60 % van het totale subsidiebedrag (A * 60 % = X) wordt verdeeld onder de parameters vermeld onder de kwaliteitscriteria X = coëfficiënt Kwaliteit totaal puntenaantal behaald door de clubs op de kwaliteitscriteria Per club worden de behaalde punten voor bovenstaande parameters vermenigvuldigd met coëfficiënt Kwaliteit. 40 % van het totale subsidiebedrag (A * 40 % = Y euro) wordt verdeeld onder de parameters vermeld onder de kwantiteitscriteria Y totaal puntenaantal behaald door de clubs op de kwantiteitscriteria = coëfficiënt Kwantiteit

4 Per club worden de behaalde punten voor bovenstaande parameters vermenigvuldigd met coëfficiënt Kwantiteit. Artikel 16 1 De in de begroting voorziene subsidiegelden voor impulscriteria (deel 3), bedraagt maximum 35% van de voorziene subsidies conform hoofdstuk 2 artikel 5 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 betreffende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid. Het voorziene subsidiebedrag zal voor de verdeling, gedeeld worden door de som van het totaal aantal punten behaald door de rechthebbende sportverenigingen, welke de waarde in geld van één punt uitdrukt. Nadien wordt het totaal per vereniging aantal behaalde punten vermenigvuldigd met de waarde van één punt. Aldus bekomt men het totale bedrag van de aan de vereniging toe te kennen subsidie. Artikel 17 Basisvoorwaarden om te voldoen aan de impulscriteria (deel 3): 1. Algemene criteria: Om de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider inzake de begeleiding op het sporttechnische, tactische of sociaalpedagogische vlak te verhogen Om de kwaliteit van de jeugdsportcoördinator inzake de coördinatie van het jeugdsportbeleid in de sportvereniging op het sporttechnisch, beleidsmatig, sociaalpedagogisch en organisatorisch vlak te verhogen Om het aantal en de sportkwalificatie van de jeugdsportbegeleiders en de jeugdsportcoördinatoren te verhogen Om het aantal erkende sportverenigingen die werken met sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en die beschikken over een jeugdsportcoördinator te verhogen 2. Sportverenigingen die in aanmerking komen: Elke sportvereniging die een jeugdopleiding aan zijn leden aanbiedt, en die erkend is door het gemeentebestuur en aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie Sportverenigingen die geen jeugdwerking hebben op de gemeente kunnen geen aanspraak maken op de impulssubsidie Elke sportvereniging heeft minstens 5 jeugdleden die de sport binnen de sportvereniging beoefenen Elke sportvereniging kan minimum 1 jaar werking bewijzen De sportvereniging is geen club van beroepssporters of heeft geen commercieel oogmerk 3. Een jeugdopleiding is:

5 Het ontwikkelen van een kwalitatief begeleid sportaanbod binnen de sportvereniging voor kinderen en jongeren die tot de jeugdreeksen behoren met het oog op het verfijnen van de sporttechnische en sporttactische eigenschappen. 4. Een jeugdsportbegeleider is: Een sporttechnisch begeleider voor jeugdsport die actief is in een erkende sportvereniging. 5. Een jeugdsportcoördinator is: Een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorisch vlak. Artikel 18 Dit subsidiereglement is van toepassing vanaf de uitbetaling van de subsidies in 2014 voor het werkjaar Voor de berekening van de subsidie worden volgende criteria in acht genomen: KWALITEITSCRITERIA (deel 1) A. Voor de trainers die jeugdreeksen begeleiden tijdens de training: Gekwalificeerde trainers: komen in aanmerking: enkel gekwalificeerde trainers, die minimum 30 uur training in het voorbije seizoen hebben gegeven. Verdienen 25 punten: Regent/bachelor LO met VTS-trainer A in de betrokken sporttak (of geassimileerd) Licentiaat/master LO met VTS-trainer B in de betrokken sporttak (of geassimileerd) VTS-toptrainer in de betrokken sporttak. Verdienen 20 punten: VTS-trainer A in de betrokken sporttak (of geassimileerd) Regent/bachelor LO met VTS-trainer B (of geassimileerd) Licentiaat/master LO Verdienen 15 punten: VTS-trainer B in de betrokken sporttak (of geassimileerd) Regent/bachelor LO Verdienen 10 punten: VTS-initiator in de betrokken sporttak (of geassimileerd) Student LO geslaagd in het 2 e jaar regent/bachelor Bewegingsanimator B. Kosten met betrekking tot vormingen en opleiding van de eigen trainers: - minder of gelijk aan 500 euro/jaar 10 punten - meer dan 500 euro/jaar 20 punten

6 C. Bijzondere activiteiten: sportverenigingen die een extra inspanning leveren op het gebied van sport, kunnen extra punten verdienen mits het jaarlijks voorleggen van bewijsstukken i.v.m.: - eigen organisaties voor de promotie van de sport bij de jeugd (ook toegankelijk voor niet-leden), per organisatie, per dag: 10 punten* - deelname en/of medewerking aan sportpromotie-acties georganiseerd door de gemeente en/of gemeentelijke sportdienst - sportraad: ter bevordering van de jeugdsport/per organisatie 10 punten* ter bevordering van de seniorsport/per organisatie 5 punten* - organisatie van tornooien jeugdtornooien op de gemeente/per tornooi 10 punten* seniortornooien op de gemeente/per tornooi 5 punten* - deelname aan tornooien op de gemeente/per tornooi 10 punten* - stages buiten de gemeente/per stage/per dag 5 punten* *met een maximum van 40 punten Opmerking : Het is de subsidie commissie die beslist of deze activiteiten, tornooien, stages, of andere organisaties aanvaardbaar zijn en al dan niet voor punten in aanmerking komen. D. Sportverenigingen die werken aan de promotie en een doelgerichte communicatie voeren voor hun sport en daarvoor bepaalde media hanteren, kunnen hiervoor volgende punten verdienen: eigen goed onderhouden, geactualiseerde website 5 punten elektronische nieuwsbrieven 5 punten sociale media 5 punten E. Driehoek School Sportdienst Club: De sportdienst probeert de schoolgaande jeugd de weg te helpen vinden naar de sportclub door deze laatste te betrekken in het sportaanbod voor de scholen van Kaprijke: schoolsportdagen, programma Sportieve School, sportinitiaties, naschoolse sport. 2 punt per uur medewerking van de club met een maximum van 20 punten. F. Club met visie: Sportverenigingen die een sportbeleidsplan opstellen volgens de normen van de erkende federaties of indien niet voorhanden via sjablonen aangereikt door de gemeentelijke sportraad (BLOSO) krijgen daarvoor 10 punten. G. Bijwonen algemene vergadering sportraad. Een club die op een vergadering van de gemeentelijke sportraad vertegenwoordigd is, krijgt per bijgewoonde algemene vergadering 7 punten. Een club die op een werkgroep vergadering vertegenwoordigd is, krijgt per bijgewoonde werkgroep vergadering 3 punten.

7 KWANTITEITSCRITERIA (deel 2) H. Voor het aantal leden welke regelmatig actief deelnemen aan de clubactiviteiten en verzekerd zijn, wordt de volgende valorisatie toegestaan: - 2 punten per aangesloten jeugdreeks - 0,5 punten per aangesloten volwassene I. Voor de wekelijkse trainingen of uren sportbeoefening onder toezicht van een trainer beschreven onder punt A van de kwaliteitscriteria: per uur in de week 4 punten J. Operationele kosten: Kosten t.a.v. de betreffende sportfederatie, scheidsrechterkosten, huur sportinfrastructuur, verzekeringskosten: - minder of gelijk aan 250 euro/jaar 5 punten - minder of gelijk aan euro/jaar 10 punten - minder of gelijk aan 5000 euro/jaar 15 punten - minder of gelijk aan euro/jaar 20 punten - meer dan euro/jaar 40 punten K. 1. Wedstrijden voor jeugdreeksen: o in georganiseerd verband o onder toezicht van een trainer, zoals beschreven onder punt A van de kwaliteitscriteria o op eenzelfde locatie o speler(s) treedt (treden) minimum 1 maal aan binnen zijn (hun) categorie) o elke discipline waarin de speler(s) aantreedt (aantreden) wordt (worden) als afzonderlijke wedstrijd beschouwd - 1 tot 25 wedstrijden per jaar 4 punten - 26 tot 50 wedstrijden per jaar 12 punten - 51 tot 75 wedstrijden per jaar 16 punten - 76 tot 100 wedstrijden per jaar 20 punten - meer dan 100 wedstrijden per jaar 30 punten *provinciale wedstrijden....= 100 % van de punten *interprovinciale (landelijke) wedstrijden = 125 % van de punten *(inter-)nationale wedstrijden.. = 150 % van de punten 2. Senior wedstrijden: 1 tot 50 wedstrijden per jaar (1 punt) 51 tot 100 wedstrijden per jaar (2 punten) meer dan 100 wedstrijden per jaar (3 punten)

8 L. Niet-gekwalificeerde trainers: komen in aanmerking: enkel niet-gekwalificeerde trainers, die jeugdreeksen begeleiden tijdens de training en die minimum 30 uur training in het voorbije seizoen hebben gegeven. Verdienen 5 punten: 5 jaar ervaring in de betrokken sporttak

9 IMPULSCRITERIA (deel 3) Die betrekking hebben op de in de gemeente actief zijnde jeugdwerking: M. Voor het aantal in de vereniging actieve sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders. (uitgezonderd jeugdsportcoördinator): Voor een Aspirant initiator in de betrokken sporttak of studenten geslaagd voor 1 ste jaar regent/bachelor LO: 5 punten Voor een VTS initiator in de betrokken sporttak of studenten geslaagd voor 2 de jaar regent/bachelor LO: 10 punten Voor een VTS trainer B in de betrokken sporttak of Regent/Bachelor: 15 punten Voor een VTS trainer A in de betrokken sporttak of licentiaat/master LO: 20 punten N. Voor het beschikken over een jeugdsportcoördinator (minstens VTS initiator of gelijkwaardig): Voor een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator zonder diploma jeugdsportcoördinator: 30 punten Voor een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator met diploma jeugdsportcoördinator: 50 punten O. De totale uitgaven, door de sportvereniging betaald, voor het volgen van sport gerelateerde bijscholingen en vorming (inschrijfgeld) door jeugdsportbegeleiders en jeugdsport coördinatoren: Minder dan 50 euro per jaar: 2 punten 51 euro tot 100 euro per jaar: 4 punten 101 euro tot 200 euro per jaar: 6 punten meer dan 200 euro per jaar: 8 punten P. De uitgaven voor het organiseren van erkende VTS opleidingen en/of bijscholingen om de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider en of jeugdsportcoördinator te verhogen. Voor erkende opleidingen en/of bijscholingen van: minder dan 4 uren: 4 punten vanaf 4 uren tot 8 uren: 8 punten vanaf 8 uren tot 20 uren: 12 punten vanaf 20 uren tot 60 uren: 16 punten meer dan 60 uren: 20 punten Q. Voor het vergoeden van de loonkosten (eigen personeel, vlabus, sociaal secretariaat) van de sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren in officiële dienst van de sportvereniging: minder dan 1000 euro per jaar: 4 punten 1001 euro tot 3000 euro per jaar: 8 punten 3001 euro tot 5000 euro per jaar 16 punten 5001 euro tot 7000 euro per jaar: 24 punten 7001 euro tot 9000 euro per jaar: 32 punten meer dan 9000 euro per jaar: 40 punten