Module C2500 Grondwateronderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Aanleiding en afbakening 3 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.4 Leeswijzer 5 2 Waarom en wanneer een grondwateronderzoek? 6 2.1 Beleidskader 6 2.2 Doelen en onderzoeksvragen 6 2.3 Samenwerking in grondwateronderzoek 7 2.4 Aan de slag 8 2.4.1 Wat is een grondwateronderzoek? 8 2.4.2 Processtappen in grondwateronderzoek 9 3 Benodigde informatie 11 3.1 Schaal van het onderzoek 11 3.2 Relevante gegevens 11 3.3 Onderzoeksinspanning 12 3.3.1 Inleiding 12 3.3.2 Relevante gegevens afhankelijk van doel 12 3.3.3 Relevante gegevens afhankelijk van type gebied 13 4 Inventariseren beschikbare gegevens 16 4.1 Klachten over (grond)wateroverlast 16 4.2 Hoogten ten opzichte van NAP 16 4.3 Oppervlaktewater 17 4.4 Bestemming, bebouwing en funderingen 17 4.5 Riolering, drainage- en infiltratiesystemen 19 4.6 Bodemopbouw en bouwrijp maken 19 4.7 Grondwaterstanden 20 4.8 Neerslag en verdamping 21 4.9 Bodem- en grondwaterverontreiniging 21 4.10 Uitgevoerde werkzaamheden 21 5 Aanvullend onderzoek 22 5.1 Bepalen kennisleemte 22 5.2 Onderzoek onder bewoners 22 5.3 Hoogte inmeting 22 5.4 Bodemopbouw 23 5.5 Meetprogramma grondwaterstanden 23 5.5.1 Peilbuizen: locatie en plaatsing 23 5.5.2 Meetapparatuur, frequentie en meetperiode 24 5.6 Drainage-/infiltratievoorzieningen 25 5.7 Neerslag 25 Grondwateronderzoek C2500 Leidraad Riolering 1
6 Verwerken gegevens 26 6.1 Klachten over grondwater 26 6.2 Hoogte inmeting 26 6.3 Bodemopbouw 27 6.4 Grondwaterstanden 27 6.4.1 Database 27 6.4.2 Grafieken 27 6.5 Neerslag 27 7 Analyseren gegevens 28 7.1 Grondwaterstanden 28 7.2 Doorsnede 28 7.3 Isohypsen 28 7.4 Ontwateringsdiepte 29 7.5 Horizontale grondwaterstroming 29 7.6 Verticale grondwaterstroming 30 7.7 Grondwatermodel 30 7.7.1 Grondwaterstroming 30 7.7.2 Verspreiding grondwaterverontreiniging 31 7.8 Tijdreeksanalyse 31 8 Interpretatie 32 8.1 Inleiding 32 8.2 Inzicht in te hoge grondwaterstanden (grondwateroverlast) 32 8.3 Inzicht in te lage grondwaterstanden (grondwateronderlast) 33 8.4 Oorzaken klachten nagaan 33 8.4.1 Grondwateroverlast 33 8.4.2 Schade aan bebouwing 34 8.5 Inzicht in toekomstige grondwaterstanden 34 8.6 Nagaan of infiltratie mogelijk is 35 Literatuur 36 Trefwoorden 37 Bijlage 1 Begrippen en afkortingen 39 Bijlage 2 Gangbare toetsingscriteria grondwaterstanden stedelijk gebied 41 Bijlage 3 Voorbeelden onderzoeksvragen 43 Leidraad Riolering C2500 Grondwateronderzoek 2
1 Inleiding 1.1 Verantwoording Om de gemeentelijke grondwaterzorgplicht te kunnen invullen, is inzicht in het functioneren van het grondwatersysteem nodig. Dit inzicht ontstaat met een grondwateronderzoek waarbij u systematisch kennis en informatie vergaart. Op basis daarvan kunt u keuzes maken in en invulling geven aan de grondwaterzorgplicht. Doel van de module Deze module biedt handvatten waarmee u als rioleringsprofessional een goed kwantitatief grondwateronderzoek kunt (laten) uitvoeren. De module geeft inzicht in de aspecten die - afhankelijk van de onderzoeksdoelstelling enerzijds en de gebiedskenmerken anderzijds- in het onderzoek aan bod moeten komen. Ook geeft de module inzicht in verschillende aanleidingen en de benodigde inspanning voor grondwateronderzoek. Hoe u een grondwateronderzoek moet (laten) uitvoeren, is niet tot in detail te beschrijven. De gebiedskenmerken en het onderzoeksdoel zijn voor elke situatie anders. Daarom biedt deze module een algemene beschrijving van een grondwateronderzoek, geïllustreerd met voorbeelden, afwegingen en aanbevelingen. Op basis hiervan kunt u tot een goed grondwateronderzoek komen. Figuur 1.1 geeft de samenhang met andere modules weer. A4000 Communicatie met bewoners A1100 Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden A2500 Grondwateroverlast in bebouwd gebied: werking grondwatersysteem, gemeentelijke taken C2500 Grondwateronderzoek B2300 Functioneel ontwerp: inzameling en transport van grond water, ook voor maatregelen op perceelniveau C2300 - C2380 Meten, meetprogramma, apparatuur C3300 Beheer drainagevoorzieningen Figuur 1.1 Samenhang module C2500 met andere modules 1.2 Aanleiding en afbakening Voor een grondwateronderzoek kunnen diverse aanleidingen zijn. Hierbij is onderscheid tussen algemeen/wijkgericht grondwateronderzoek en projectgericht onderzoek. Met algemeen/wijkgericht grondwateronderzoek wordt bedoeld: verkennend en eventueel aanvullend grondwateronderzoek om de grondwatersituatie op wijk- of gemeenteniveau in beeld te krijgen. Projectgericht grondwateronderzoek is onderzoek voor specifieke projecten met een afgebakende tijdsplanning. Bijvoorbeeld rioolvervanging of de aanleg van een parkeerkelder. Grondwateronderzoek C2500 Leidraad Riolering 3
Aanleidingen grondwateronderzoek Voorbeelden algemeen/wijkgericht grondwateronderzoek: Grondwaterbeleid: hoe werkt het grondwatersysteem in mijn gemeente? Meerdere klachten over grondwateroverlast. Schade aan bebouwing: verzakking van panden op wijkniveau. Verwachte klimaatverandering en zeespiegelstijging. Afkoppelplan: waar is infiltratie van hemelwater mogelijk? Voorgenomen stopzetting grondwaterwinning. Wijziging oppervlaktewaterpeil. Voorgenomen grootschalige rioolvervanging in hele wijk. Voorbeelden projectgericht grondwateronderzoek: Rioolvervanging. Aanleg ondergrondse constructie: (parkeer)kelder, bouwput. Ontwikkeling van een gebied tot woongebied. Herinrichting bestaand gebied. Aanleg koude-warmteopslag. Voorgenomen grondwatersanering. Inzicht in opbarstgevaar bij ontgraving. Afbakening De gegevens van een grondwatermeetnet bieden belangrijke informatie voor een grondwateronderzoek. Het opzetten van een grondwatermeetnet is maatwerk en heeft als primair doel het verzamelen van grondwaterstanden. Dit staat los van gericht grondwateronderzoek. Het opzetten van een grondwatermeetnet valt daarom buiten deze module. Deze module behandelt kwantitatief onderzoek naar freatisch (ondiep) grondwater én naar dieper grondwater, voor zover dit effect heeft op het ondiepe grondwater in bestaand stedelijk gebied. Deze module behandelt alleen algemeen/wijkgericht grondwateronderzoek, projectgericht grondwateronderzoek blijft verder buiten beschouwing. Onderzoek in het kader van bodem- of grondwaterverontreiniging valt ook buiten deze module. 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie Maria Rus, Johan Bouma en Stan Geurts van Kessel (allen van Wareco Ingenieurs) hebben deze module opgesteld. De begeleidingscommissie bestond uit: Richard Oudhuis Arjo Hof Hanneke Cusell Thuy Do Jeroen Helder Gerard Martijnse Rik Meijer Wynand Paling Erik de Pooter Ewald Stegenga Rob Hermans Waternet, voorzitter Gemeente Almere Waternet Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden ONRI, MWH/Arcadis Ministerie van VROM/DGM Gemeente Enschede Gemeente Rotterdam Waterschap Rivierenland Gemeente Overbetuwe Stichting RIONED Leidraad Riolering C2500 Grondwateronderzoek 4
1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft waarom en wanneer u een grondwateronderzoek kunt (laten) uitvoeren. Ook vindt u hierin handvatten om het onderzoeksdoel helder te krijgen. Hoofdstuk 3 gaat in op de gegevens die nodig zijn voor een grondwateronderzoek. Ook komen hierin de bepalende factoren voor de onderzoeksinspanning en daarmee de onder zoekskosten aan de orde. Hoofdstuk 4 gaat over beschikbare gegevens. Welke informatie hebt u al en waar kunt u gegevens vinden? Hoofdstuk 5 gaat in op hoe u via aanvullend onderzoek ontbrekende informatie kunt vergaren. Hoofdstuk 6 beschrijft hoe u de verzamelde gegevens kunt verwerken en toegankelijk kunt maken. Hoofdstuk 7 gaat in op het analyseren van de verzamelde gegevens. Hoofdstuk 8 behandelt de interpretatie van de gegevens. Bijlage 1 bevat een begrippen en afkortingenlijst. Bijlage 2 geeft de gangbare toetsingscriteria voor grondwaterstanden in stedelijk gebied. Bijlage 3 geeft voorbeelden van onderzoeksvragen. Grondwateronderzoek C2500 Leidraad Riolering 5
2 Waarom en wanneer een grondwateronderzoek? 2.1 Beleidskader De Waterwet formuleert de gemeentelijke zorgplicht voor grondwater als volgt (artikel 3.6. lid 1 Waterwet): De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Wat de gemeente beschouwt als structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand, legt de gemeente vast in het verbrede GRP. Om na te gaan of sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand (grondwateroverlast of -onderlast), is grondwateronderzoek nodig. Met grondwateronderzoek kunt u gebieden met overlast of onderlast afbakenen. Ook kan grondwateronderzoek inzicht geven in de oorzaken. Als burgers grondwateroverlast of -onderlast ervaren, is grondwateronderzoek nodig om te bekijken welke maatregelen doelmatig zijn om de nadelige gevolgen te voorkomen of te beperken. Zijn er klachten over grondwateroverlast, dan is het van belang na te gaan of de oorzaak daadwerkelijk grondwater is. Ook dit is mogelijk met een grondwateronderzoek. Beleidsmatige afweging Voordat een grondwateronderzoek in beeld komt, vindt eerst een beleidsmatige afweging plaats. Waarom en wanneer is een grondwateronderzoek aan de orde? De gemeente neemt het voornemen voor grondwateronderzoek op in haar verbrede GRP. Het waterschap kan een voornemen tot grondwateronderzoek in het waterbeheerplan opnemen. Inhoud hoofdstuk Paragraaf 2.2. behandelt mogelijke aanleidingen voor en doelstellingen van een grondwateronderzoek. Paragraaf 2.3. behandelt de meerwaarde die samenwerking met andere partijen kan hebben en het belang van een integrale benadering van het grondwateronderzoek binnen de eigen organisatie. Het hoofdstuk sluit af met een beschrijving van de algemene aanpak van een grondwateronderzoek. De uitwerking van de verschillende stappen vindt u in de hoofdstukken 3 tot en met 8. 2.2 Doelen en onderzoeksvragen Voor een succesvol grondwateronderzoek is een heldere doelstelling belangrijk. Pas als de doelstelling duidelijk is, kunt u goede onderzoeksvragen opstellen en het onderzoek doelmatig (laten) uitvoeren. De doelstelling bepaalt immers in belangrijke mate de onderzoeksinspanning. In tabel 2.1 staan veelvoorkomende doelen met de bijbehorende centrale vragen. De centrale vraag wordt weer onderverdeeld in onderzoeksvragen. Leidraad Riolering C2500 Grondwateronderzoek 6
Doel Bijbehorende centrale vraag 1 Inzicht in functioneren grondwatersysteem Hoe functioneert het grondwatersysteem? 2 Inzicht in te hoge grondwaterstanden Waar komt mogelijk grondwateroverlast voor en is deze structureel? 3 Inzicht in te lage grondwaterstanden Waar komt mogelijk grondwateronderlast voor? 4 Oorzaken klachten over grondwateroverlast Wat is de oorzaak van de (grond)wateroverlast en nagaan (is het wel grondwater en geen wat is een effectieve maatregel? hemelwater?) 5 Oorzaken klachten over schade aan Kan de oorzaak van de schade aan de bebouwing bebouwing nagaan (mede) een te lage grondwaterstand zijn? 6 Inzicht in grondwateroverlast en Waar ontstaat in de toekomst mogelijk grondwater- - onderlast in de toekomst (bijvoorbeeld bij overlast of -onderlast en wat is een doelmatige wijziging van een oppervlaktewaterpeil of maatregel? stopzetting van een grondwaterwinning of klimaatverandering) 7 Nagaan of infiltratie mogelijk is Waar is de geohydrologie geschikt voor infiltratie? Tabel 2.1 Overzicht veelvoorkomende doelen met bijbehorende centrale vragen Voorbeeld onderzoeksvragen Doel: Inzicht in grondwateroverlast in de huidige situatie op gemeenteniveau. Centrale vraag: Waar is sprake van grondwateroverlast en is die structureel? Onderzoeksvragen: Wat is mijn onderzoeksgebied? Welke grondwaterstandfluctuatie treedt op? Wat is de relatie tussen de grondwaterstand en de neerslag? Wat is de relatie tussen de grondwaterstand en het oppervlaktewater (bijvoorbeeld rivierstanden)? Wat is de bodemopbouw? Hoe groot is de ontwateringsdiepte? Hoe stroomt het grondwater? Welk type bebouwing is er? Wat is de hoogst toelaatbare grondwaterstand in relatie tot de bebouwing? Waar zijn klachten over grondwateroverlast? Wat zijn oorzaken van de grondwateroverlast? Waar is de grondwaterstand te hoog en hoe lang blijft die te hoog? In bijlage 3 vindt u nog meer mogelijke onderzoeksvragen. 2.3 Samenwerking in grondwateronderzoek Is er een aanleiding voor een grondwateronderzoek? Neem dan bij het vaststellen van de onderzoeksdoelstelling de volgende overwegingen mee: - Samenwerking met andere partijen Er zijn meerdere partijen verantwoordelijk voor grondwater, elk met eigen doelstellingen. Door samen te werken, kunt u beleid van verschillende partijen op elkaar afstemmen en gemeenschappelijke doelen bepalen. Omdat voor een grondwateronderzoek gebiedskennis nodig is, bij voorkeur met meetgegevens over een langere periode, loont het om aansluiting te zoeken bij die andere partijen. Door samen te werken, kunt u kennis en informatie delen. Bovendien levert het wellicht ook financieel en organisatorisch voordeel op. Grondwateronderzoek C2500 Leidraad Riolering 7
Het volledige document is beschikbaar voor begunstigers. Dit document is volledig beschikbaar voor begunstigers van Stichting RIONED. Als uw organisatie begunstiger is, kunt u inloggen via http://www.riool.net/login. Vervolgens kunt u dit document volledig bekijken door hier te klikken. Meer informatie over het begunstigerschap van Stichting RIONED kunt u vinden op http://www.riool.net/-/info-over-begunstigerschap.