AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 05-10-2004 Onderwerp: Invoering Wet Kinderopvang. Conceptbesluit: In te stemmen met: 1) het projectplan Invoering Wet Kinderopvang en de daarin beschreven acties. 2) het voorstel om de uitvoering van de Wet Kinderopvang neer te leggen bij de cluster Werk en Inkomen van de afdeling Maza. Hierbij rekening houdend met het gegeven dat: - er door het Rijk geen in - dan wel uitvoeringsmiddelen beschikbaar worden gesteld. - de in -/uitvoering van de Wet zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau een (tijdelijke) investering in de bedrijfsvoering zal betekenen. De omvang hiervan zal de komende periode in beeld worden gebracht. - over bovenstaande gerapporteerd zal worden aan het Directieteam. Aan de gemeenteraad voorstellen om: 1) de verordening Kinderopvang gemeente Steenwijk met ingang van 1 januari 2005 in te trekken. 2) ten aanzien van het doelgroepenbeleid aan te sluiten bij de doelgroepen genoemd in de Wet Kinderopvang. Hierdoor maken - in afwachting van de vaststelling van de wetsartikelen in paragraaf 2 van de Wet Kinderopvang door het Kabinet- "sociaal medisch geindiceerden" voorlopig geen deel uit van de wettelijke doelgroepen. 3) de verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland vast te stellen en onder toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet, drie dagen na bekendmaking in werking laten treden. 4) de bevoegdheid om besluiten voor de uitvoering van de Wet Kinderopvang te nemen, te delegeren aan het college van B&W. Samenvatting: Onlangs is de Wet Kinderopvang door het Kabinet vastgesteld. Aangezien deze nieuwe wet reeds op 1 januari 2005 in werking zal treden, moet er de komende maanden door gemeente Steenwijkerland nog een groot aantal acties ondernomen worden. In bijgevoegde stukken worden enerzijds de te ondernemen stappen beschreven en wordt anderzijds aan de raad voorgesteld op een aantal punten een besluit te nemen. Bijlagen: Bestuurlijk traject: Overlegd met: Wet Kinderopvang, advies B&W 18/05/04, Projectplan Invoering Wet Kinderopvang, Verordening Kinderopvang Steenwijk, Verordening Wet Kinderopvang Steenwijkerland College 05-10-2004 DT BMO OR BWM MWC 28-10-2004 Ad Hoc Raad 09-11-2004 Project- en werkgroep Invoering Wet Kinderopvang Communicatie: Zijn dit besluit en de achterliggende stukken openbaar? ja - Persbericht Parafen: Medewerker Susan Haanstra paraaf Afdeling MAZA
Afdelingshoofd Portefeuillehouder Afdelingshoofd Secretaris weth. Ensing/Gielen paraaf paraaf paraaf Besluit B&W: In te stemmen met: 1) het projectplan Invoering Wet Kinderopvang en de daarin beschreven acties. 2) het voorstel om de uitvoering van de Wet Kinderopvang neer te leggen bij de cluster Werk en Inkomen van de afdeling Maza. Hierbij rekening houdend met het gegeven dat: - er door het Rijk geen in - dan wel uitvoeringsmiddelen beschikbaar worden gesteld. - de in -/uitvoering van de Wet zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau een (tijdelijke) investering in de bedrijfsvoering zal betekenen. De omvang hiervan zal de komende periode in beeld worden gebracht. - over bovenstaande gerapporteerd zal worden aan het Directieteam. Aan de gemeenteraad voorstellen om: 1) de verordening Kinderopvang gemeente Steenwijk met ingang van 1 januari 2005 in te trekken. 2) ten aanzien van het doelgroepenbeleid aan te sluiten bij de doelgroepen genoemd in de Wet Kinderopvang. Hierdoor maken - in afwachting van de vaststelling van de wetsartikelen in paragraaf 2 van de Wet Kinderopvang door het Kabinet- "sociaal medisch geindiceerden" voorlopig geen deel uit van de wettelijke doelgroepen. 3) de verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland vast te stellen en onder toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet, drie dagen na bekendmaking in werking laten treden. 4) de bevoegdheid om besluiten voor de uitvoering van de Wet Kinderopvang te nemen, te delegeren aan het college van B&W.
Collegeadvies: Voorstel In te stemmen met: - het projectplan Invoering Wet Kinderopvang en de daarin beschreven acties. - het voorstel om de uitvoering van de Wet Kinderopvang neer te leggen bij de cluster Werk en Inkomen van afdeling Maza. Hierbij rekening houdend met het gegeven dat: - er door het Rijk geen in- dan wel uitvoeringsmiddelen beschikbaar worden gesteld. - de in-/uitvoering van de Wet zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau een (tijdelijke) investering in de bedrijfsvoering zal betekenen. De omvang hiervan zal de komende periode in beeld worden gebracht. - over bovenstaande gerapporteerd zal worden aan het Directieteam. Aan de gemeenteraad voor te stellen om: - de verordening Kinderopvang gemeente Steenwijk per 1 januari 2005 in te trekken. - ten aanzien van het doelgroepenbeleid aan te sluiten bij de doelgroepen genoemd in de Wet Kinderopvang. Hierdoor maken - in afwachting van de vaststelling van de wetsartikelen in paragraaf 2 van de Wet Kinderopvang door het Kabinet- sociaal medisch geindiceerden voorlopig geen deel uit van de wettelijke doelgroep. - de verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland vast te stellen en onder toepassing van artikel 25, 1 e lid, van de Tijdelijke Referendumwet, drie dagen na bekendmaking in werking laten treden. - de bevoegdheid om besluiten voor de uitvoering van de Wet Kinderopvang te nemen, te delegeren aan het college van B&W. Inleiding Onlangs is de Wet Kinderopvang door het Kabinet vastgesteld. Aangezien deze wet reeds op 1 januari 2005 in werking zal treden, moeten er de komende maanden door de gemeente Steenwijkerland nog een aantal acties ondernomen worden. In bijgevoegd voorstel wordt enerzijds een aantal stappen beschreven en wordt anderzijds voorgesteld een aantal besluiten te nemen. Wet Kinderopvang Op 1 januari 2005 treedt de Wet Kinderopvang in werking. De Wet kinderopvang moet het ouders of verzorgers gemakkelijker maken werk en zorg te combineren. De wet regelt de kwaliteit en financiering van de kinderopvang. Uitgangspunt is dat kinderopvang een zaak is van ouders, werkgevers en overheid. Voor al deze betrokken zal de wet ingrijpende gevolgen hebben. Door de invoering van de Wet Kinderopvang komen de volgende wettelijke taken bij de gemeente te liggen: a. Verstrekken van een gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang (de gemeente gaat het ontbrekende werkgeversdeel voor bepaalde doelgroepen betalen). b. Melding en registratie (kindercentra en gastouderbureaus moeten zich laten registreren bij de gemeente, die hiervoor een register opzet en bijhoudt). c. Toezicht op kwaliteit en handhavingsplicht bij de geregistreerde kindercentra (een kindercentrum is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang). De afgelopen maanden is in samenwerking met BMC een projectplan invoering Wet Kinderopvang opgesteld voor de gemeente Steenwijkerland opgesteld. In dit projectplan zijn de te ondernemen acties nader uitgewerkt. Aan u wordt verzocht om in te stemmen met het bijgevoegde projectplan en de daaruit voortvloeiende consequenties. Ad a. Gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang In de Wet kinderopvang wordt de financiering van de opvangkosten geregeld. De meeste ouders maken nu gebruik van een gesubsidieerde plaats of van een bedrijfsplaats via de werkgever. Deze
regelingen komen te vervallen met de nieuwe wet. Ouders, werkgevers en overheid gaan samen de kosten voor kinderopvang betalen. De rijksoverheid deelt in de kosten voor de kinderopvang. De tegemoetkoming van het Rijk is inkomensafhankelijk. Ouders vragen deze tegemoetkoming zelf aan bij de Belastingdienst. De belastingdienst voert de regeling uit en stort de bijdrage maandelijks op de rekening van de ouders of kinderopvangnemer. Op grond van de Wet kinderopvang maken werkgevers en ouders afspraken over de hoogte van de werkgeversbijdrage. De wet verplicht de werkgever niet tot een bijdrage. Beide werkgevers mogen samen maximaal een derde van de kinderopvangkosten vergoeden. Als de werkgevers samen minder dan een derde van de kosten vergoeden komen de ouders in aanmerking voor een hogere rijksbijdrage. Een alleenstaande werkende ouder ontvangt via de belastingdienst een aanvullende tegemoetkoming, omdat in deze situatie er maar één werkgever is die kan bijdragen. Voor ouders die in december 2004 gebruik maken van een gesubsidieerde plaats bestaat een overgangsregeling. Zij ontvangen een aanvulling op de rijksbijdrage wanneer de werkgevers niet of onvoldoende bijdragen. Dit geldt ook voor alleenstaande ouders die nu gebruik maken van de Kinderopvangregeling Alleenstaande Ouders (KOA-regeling). Per 1 januari 2005 kunnen specifieke doelgroepen aanspraak maken op een tegemoetkoming van de gemeente of het UWV. Doelgroepenbeleid In de wet staan doelgroepen genoemd die een beroep kunnen doen op de gemeente voor het betalen van een deel van de kosten die zij maken voor kinderopvang. De vergoeding door de gemeente van een deel van de kosten voor kinderopvang wordt aangeduid met de term tegemoetkoming kosten kinderopvang. In artikel 25 van de wet staat aangegeven dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt ten aanzien van deze tegemoetkoming. Deze regels hebben betrekking op de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming. De doelgroepen die in de Wet kinderopvang zijn vastgelegd en waarvoor de gemeente een deel van de kosten van kinderopvang gaat betalen, zijn: 1. Ontvangers van een uitkering (WWB, WIK, ANW, IOAW, IOAZ) in een reïntegratietraject; 2. Niet-uitkeringsgerechtigde herintreders in een reïntegratietraject; 3. Nieuw- en oudkomers in een (verplicht) inburgeringstraject; 4. Studenten; 5. Tienermoeders (-vaders); 6. Huishoudens met sociaal-medische indicatie (*) * De wetsartikelen die de basis vormen voor de sociaal-medische indicatie zijn nog niet aangenomen door het Kabinet en maken daarom nog geen deel uit van de wettelijke doelgroepen. Gemeenten zijn vrij om doelgroepen aan deze lijst toe te voegen, de kosten hiervoor zijn echter voor rekening van de gemeente. In de rijksbijdrage die de gemeente per 2005 voor de wettelijke doelgroepen ontvangt wordt geen rekening gehouden met kosten die de gemeente maakt voor doelgroepen die niet in de wet genoemd worden. Gelet op de bezuinigingstaakstelling van de gemeente Steenwijkerland en de beperkte omvang van mogelijke andere doelgroepen wordt voorgesteld om niet te kiezen voor uitbreiding van de doelgroepen die in aanmerking komen voor een financiële bijdrage in de kosten voor kinderopvang. Aangezien het de bekostiging van kinderopvang een open-eind-regeling betreft, wordt hiermee tevens het financiële risico voor de gemeente Steenwijkerland tot een minimum beperkt. Voorts wordt aan u voorgesteld om de verordening Kinderopvang Steenwijk per 1 januari 2005 in te trekken en de Verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland vast te stellen.
Ad b. Melding en registratie De gemeente moet een openbaar register voor kinderopvangcentra opzetten en bijhouden. Kinderopvangorganisaties die al een vergunning hebben worden door de invoering van de Wet automatisch geregistreerd. Ad c. Toezicht op kwaliteit en handhavingplicht In de Wet kinderopvang is globaal vastgelegd aan welke kwaliteitseisen de kinderopvang moet voldoen. De wet verplicht het kindercentrum of gastouderbureau te zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van de kinderen. De kinderopvangondernemer moet zelf periodiek veiligheids- en gezondheidsrisico s gaan inventariseren. Elk kindercentrum of gastouderbureau is verplicht om een oudercommissie in te stellen. De oudercommissie adviseert o.a. over het beleid inzake veiligheid en gezondheid, openingstijden en de prijs. Het kindercentrum of gastouderbureau mag alleen afwijken van het advies als dat schriftelijk wordt beargumenteerd. Uiteindelijk zal in een algemene maatregel van bestuur nog een aantal kwaliteitseisen worden vastgelegd. Het is de bedoeling dat de sector zelf het kwaliteitsbeleid verder gaat invullen. De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit in de geregistreerde kindercentra en (via de gastouderbureaus) bij gastouders. Net als nu kan de gemeente hiervoor jaarlijks een kwaliteitscontrole door de GGD laten uitvoeren. Waarschijnlijk zal, anders dan voorheen, de GGD niet zelf ter plekke gaan keuren, maar zal de GGD dit doen aan de hand van een door de kinderopvangondernemer aan te leveren risico-inventarisatie. Steekproefsgewijs zal de GGD hier controles op uitvoeren. De GGD rapporteert over dit alles aan de gemeente. De gemeente kan op basis daarvan het kindercentrum om verbeteringen vragen. Alle gemeenten zullen jaarlijks hun bevindingen hierover aan het Ministerie van SZW moeten rapporteren. Overige consequenties voortvloeiend uit de gemeentelijke taken Uitvoering Wet Kinderopvang Hierboven is op hoofdlijnen reeds gesproken over de invoering van de Wet. Reeds bij de invoering moet nagedacht worden over de consequenties van de invoering voor gemeente Steenwijkerland na 1 januari 2005. De tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang geldt uiteindelijk alleen voor een aantal specifieke doelgroepen. Gezien de aard van deze doelgroepen - met name uitkeringsgerechtigden die gebruik maken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling- wordt de uitvoering van de Wet bij voorkeur neergelegd bij cluster Werk en Inkomen van afdeling Maza. De medewerkers van deze cluster hebben namelijk al ervaring opgedaan en contact met de doelgroep. Daarnaast ligt de zorg voor arbeidsparticipatie en de het verstrekken van uitkeringen bij deze cluster. In overleg met de reeds in het projectplan Invoering Wet Kinderopvang genoemde - project-/werkgroep zal deze uitvoering de komende maanden nader gestalte krijgen. Om bovenvermelde redenen wordt voorgesteld om de uitvoering van de Wet Kinderopvang bij de cluster Werk en Inkomen neer te leggen en de bevoegdheid om toekomstige besluiten ten aanzien van de uitvoering van de Wet Kinderopvang te nemen, te delegeren aan het college van B&W. Positie Peuterspeelzaalwerk De intrekking van de Verordening Kinderopvang van gemeente Steenwijk per 1 januari 2005 heeft nog een andere consequentie. Destijds is er voor gekozen om deze verordening gedeeltelijk van toepassing te verklaren op het peuterspeelzaalwerk. Aangezien het peuterspeelzaalwerk geen deel uitmaakt van de Wet Kinderopvang en er om deze reden door de intrekking van de Verordening Kinderopvang na 1 januari 2005 geen kwaliteitseisen meer aan peuterspeelzalen gesteld worden, is het noodzakelijk om voor het eind van dit jaar een Verordening Peuterspeelzaalwerk op te stellen. Deze verordening zal te zijner tijd ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Aanvragen kinderopvang door doelgroepouders De vaststelling van de Wet Kinderopvang heeft bij het Kabinet door allerlei omstandigheden nogal wat vertraging opgelopen. Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat de invoering van de Wet op 1
januari 2005 zal plaatsvinden en dat ouders medio oktober 2004 een aanvraag bij gemeenten kunnen indienen. Bij een ongewijzigde planning zullen - vooruitlopend op de vaststelling van de verordening Wet Kinderopvang door de gemeenteraad aanvragen van de genoemde doelgroepen om in aanmerking te komen voor kinderopvang dan ook vanaf medio oktober 2004 in behandeling worden genomen. Financiële toelichting In de juni-circulaire is onlangs bekend gemaakt dat de gemeente Steenwijkerland ten behoeve van de uitvoering van de Wet Kinderopvang jaarlijks een bedrag in het gemeentefonds gestort krijgt. In het jaar 2005 betreft het hier 74.239,00. Daarnaast zal de gemeente Steenwijkerland nog een bedrag ontvangen om in incidentele gevallen in het jaar 2005 toch ook subsidiemogelijkheden te bieden voor de groep sociaal medisch geindiceerden die op dit moment buiten de gemeentelijke doelgroepen vallen. Op dit moment is echter nog niet bekend wat de hoogte van deze bijdrage zal zijn en welke voorwaarden aan de verstrekking van deze subsidie verbonden zijn. Bijlagen / concepten Wet Kinderopvang, Advies B&W d.d. 18/05/04, Projectplan Invoering Wet Kinderopvang, Verordening Kinderopvang Steenwijk, Verordening Wet Kinderopvang Steenwijkerland.
Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 26 oktober 2004 Nummer voorstel: 2004/125 Voor raadsvergadering d.d.: 09-11-2004 Agendapunt: Onderwerp: Invoering Wet Kinderopvang. Aan de raad van de gemeente Steenwijkerland wordt voorgesteld te besluiten: Concept besluit 1) De verordening Kinderopvang gemeente Steenwijk met ingang van 1 januari 2005 in te trekken. 2) Ten aanzien van het doelgroepenbeleid aan te sluiten bij de doelgroepen genoemd in de Wet Kinderopvang. 3) De Verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland vast te stellen en onder toepassing van artikel 25, 1 e lid, van de Tijdelijke Referendumwet, drie dagen na bekendmaking in werking laten treden. 4) De bevoegdheid om besluiten voor de uitvoering van de Wet Kinderopvang te nemen, te delegeren aan het college van B&W.
Samenvatting Wet Kinderopvang Op 1 januari 2005 treedt de Wet Kinderopvang in werking. Deze wet moet het ouders of verzorgers gemakkelijker maken werk en zorg te combineren. De wet regelt de kwaliteit en financiering van de kinderopvang. Uitgangspunt is dat kinderopvang een zaak is van ouders, werkgevers en overheid. Voor al deze betrokken zal de wet ingrijpende gevolgen hebben. Door de invoering van de Wet Kinderopvang komen de volgende wettelijke taken bij de gemeente te liggen: a. Verstrekken van een gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang (de gemeente gaat het ontbrekende werkgeversdeel voor bepaalde doelgroepen betalen). b. Melding en registratie (kindercentra en gastouderbureaus moeten zich laten registreren bij de gemeente, die hiervoor een register opzet en bijhoudt). c. Toezicht op kwaliteit en handhavingsplicht bij de geregistreerde kindercentra (een kindercentrum is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang). Ad a. Gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang In de Wet kinderopvang wordt de financiering van de opvangkosten geregeld. De meeste ouders maken nu gebruik van een gesubsidieerde plaats of van een bedrijfsplaats via de werkgever. Deze regelingen komen te vervallen met de nieuwe wet. Ouders, werkgevers en overheid gaan samen de kosten voor kinderopvang betalen. De rijksoverheid deelt in de kosten voor de kinderopvang. De tegemoetkoming van het Rijk is inkomensafhankelijk. Ouders vragen deze tegemoetkoming zelf aan bij de Belastingdienst. De belastingdienst voert de regeling uit en stort de bijdrage maandelijks op de rekening van de ouders of kinderopvangnemer. Op grond van de Wet kinderopvang maken werkgevers en ouders afspraken over de hoogte van de werkgeversbijdrage. De wet verplicht de werkgever niet tot een bijdrage. Beide werkgevers mogen samen maximaal een derde van de kinderopvangkosten vergoeden. Als de werkgevers samen minder dan een derde van de kosten vergoeden komen de ouders in aanmerking voor een hogere rijksbijdrage. Een alleenstaande werkende ouder ontvangt via de belastingdienst een aanvullende tegemoetkoming, omdat in deze situatie er maar één werkgever is die kan bijdragen. Voor ouders die in december 2004 gebruik maken van een gesubsidieerde plaats bestaat een overgangsregeling. Zij ontvangen een aanvulling op de rijksbijdrage wanneer de werkgevers niet of onvoldoende bijdragen. Dit geldt ook voor alleenstaande ouders die nu gebruik maken van de Kinderopvangregeling Alleenstaande Ouders (KOA-regeling). Per 1 januari 2005 kunnen specifieke doelgroepen aanspraak maken op een tegemoetkoming van de gemeente of het UWV. Doelgroepenbeleid In de wet staan doelgroepen genoemd die een beroep kunnen doen op de gemeente voor het betalen van een deel van de kosten die zij maken voor kinderopvang. De vergoeding door de gemeente van een deel van de kosten voor kinderopvang wordt aangeduid met de term tegemoetkoming kosten kinderopvang. In artikel 25 van de wet staat aangegeven dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt ten aanzien van deze tegemoetkoming. Deze regels hebben betrekking op de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming. De doelgroepen die in de Wet kinderopvang zijn vastgelegd en waarvoor de gemeente een deel van de kosten van kinderopvang gaat betalen, zijn: 1. Ontvangers van een uitkering (WWB, WIK, ANW, IOAW, IOAZ) in een reïntegratietraject; 2. Niet-uitkeringsgerechtigde herintreders in een reïntegratietraject; 3. Nieuw- en oudkomers in een (verplicht) inburgeringstraject; 4. Studenten;
5. Tienermoeders (-vaders); 6. Huishoudens met sociaal-medische indicatie (*) * De wetsartikelen die de basis vormen voor de sociaal-medische indicatie zijn nog niet aangenomen door het Kabinet en maken daarom nog geen deel uit van de wettelijke doelgroepen. Gemeenten zijn vrij om doelgroepen aan deze lijst toe te voegen, de kosten hiervoor zijn echter voor rekening van de gemeente. In de rijksbijdrage die de gemeente per 2005 voor de wettelijke doelgroepen ontvangt wordt geen rekening gehouden met kosten die de gemeente maakt voor doelgroepen die niet in de wet genoemd worden. Gelet op de bezuinigingstaakstelling van de gemeente Steenwijkerland en de beperkte omvang van mogelijke andere doelgroepen wordt voorgesteld om niet te kiezen voor uitbreiding van de doelgroepen die in aanmerking komen voor een financiële bijdrage in de kosten voor kinderopvang. Aangezien het de bekostiging van kinderopvang een open-eind-regeling betreft, wordt hiermee tevens het financiële risico voor de gemeente Steenwijkerland tot een minimum beperkt. Voorts wordt aan u voorgesteld om de verordening Kinderopvang Steenwijk per 1 januari 2005 in te trekken en de Verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland vast te stellen. Ad b. Melding en registratie De gemeente moet een openbaar register voor kinderopvangcentra opzetten en bijhouden. Kinderopvangorganisaties die al een vergunning hebben worden door de invoering van de Wet automatisch geregistreerd. Ad c. Toezicht op kwaliteit en handhavingplicht In de Wet kinderopvang is globaal vastgelegd aan welke kwaliteitseisen de kinderopvang moet voldoen. De wet verplicht het kindercentrum of gastouderbureau te zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van de kinderen. De kinderopvangondernemer moet zelf periodiek veiligheids- en gezondheidsrisico s gaan inventariseren. Elk kindercentrum of gastouderbureau is verplicht om een oudercommissie in te stellen. De oudercommissie adviseert o.a. over het beleid inzake veiligheid en gezondheid, openingstijden en de prijs. Het kindercentrum of gastouderbureau mag alleen afwijken van het advies als dat schriftelijk wordt beargumenteerd. Uiteindelijk zal in een algemene maatregel van bestuur nog een aantal kwaliteitseisen worden vastgelegd. Het is de bedoeling dat de sector zelf het kwaliteitsbeleid verder gaat invullen. De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit in de geregistreerde kindercentra en (via de gastouderbureaus) bij gastouders. Net als nu kan de gemeente hiervoor jaarlijks een kwaliteitscontrole door de GGD laten uitvoeren. Waarschijnlijk zal, anders dan voorheen, de GGD niet zelf ter plekke gaan keuren, maar zal de GGD dit doen aan de hand van een door de kinderopvangondernemer aan te leveren risico-inventarisatie. Steekproefsgewijs zal de GGD hier controles op uitvoeren. De GGD rapporteert over dit alles aan de gemeente. De gemeente kan op basis daarvan het kindercentrum om verbeteringen vragen. Alle gemeenten zullen jaarlijks hun bevindingen hierover aan het Ministerie van SZW moeten rapporteren. Overige consequenties voortvloeiend uit de gemeentelijke taken Uitvoering Wet Kinderopvang Reeds bij de invoering zal nagedacht moeten worden over de consequenties van de invoering voor gemeente Steenwijkerland na 1 januari 2005. De tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang geldt uiteindelijk alleen voor een aantal specifieke doelgroepen. Gezien de aard van deze doelgroepen - met name uitkeringsgerechtigden die gebruik maken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling- wordt de uitvoering van de wet bij voorkeur neergelegd bij cluster Werk en Inkomen van afdeling Maza. De medewerkers van deze cluster hebben namelijk al ervaring opgedaan en
contact met de doelgroep. Daarnaast ligt de zorg voor arbeidsparticipatie en de het verstrekken van uitkeringen bij deze cluster. In overleg met de ingestelde project-/werkgroep invoering Wet Kinderopvang zal deze uitvoering de komende maanden gestalte krijgen. Om bovenvermelde redenen wordt voorgesteld om de uitvoering van de Wet Kinderopvang bij de cluster Werk en Inkomen neer te leggen en de bevoegdheid om toekomstige besluiten ten aanzien van de uitvoering van de Wet Kinderopvang te nemen, te delegeren aan het college van B&W. Positie Peuterspeelzaalwerk De intrekking van de Verordening Kinderopvang van gemeente Steenwijk per 1 januari 2005 heeft nog een andere consequentie. Destijds is er voor gekozen om deze verordening gedeeltelijk van toepassing te verklaren op het peuterspeelzaalwerk. Aangezien het peuterspeelzaalwerk geen deel uitmaakt van de Wet Kinderopvang en er om deze reden door de intrekking van de Verordening Kinderopvang na 1 januari 2005 geen kwaliteitseisen meer aan peuterspeelzalen gesteld worden, is het noodzakelijk om voor het eind van dit jaar een Verordening Peuterspeelzaalwerk op te stellen. Deze verordening zal te zijner tijd ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Aanvragen door doelgroepouders De vaststelling van de Wet Kinderopvang heeft bij het Kabinet door allerlei omstandigheden nogal wat vertraging opgelopen. Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat de invoering van de Wet op 1 januari 2005 zal plaatsvinden en dat ouders medio oktober 2004 een aanvraag bij gemeenten kunnen indienen. Bij een ongewijzigde planning zullen - vooruitlopend op de vaststelling van de verordening Wet Kinderopvang door de gemeenteraad aanvragen van de genoemde doelgroepen om in aanmerking te komen voor kinderopvang dan ook vanaf medio oktober 2004 in behandeling worden genomen. Financiële toelichting In de juni-circulaire is onlangs bekend gemaakt dat de gemeente Steenwijkerland ten behoeve van de uitvoering van de Wet Kinderopvang jaarlijks een bedrag in het gemeentefonds gestort krijgt. In het jaar 2005 betreft het hier 74.239,00. Daarnaast zal de gemeente Steenwijkerland nog een bedrag ontvangen om in incidentele gevallen in het jaar 2005 toch ook subsidiemogelijkheden te bieden voor de groep sociaal medisch geindiceerden die op dit moment buiten de gemeentelijke doelgroepen vallen. Op dit moment is echter nog niet bekend wat de hoogte van deze bijdrage zal zijn en welke voorwaarden aan de verstrekking van deze subsidie verbonden zijn. Tot slot dient opgemerkt te worden dat door het Rijk geen middelen beschikbaar worden gesteld voor de in- en uitvoering van de Wet Kinderopvang. Bijlagen bij het voorstel Verordening Kinderopvang gemeente Steenwijk, Verordening Wet Kinderopvang gemeente Steenwijkerland. Ondertekening De secretaris De burgemeester drs. A.W. van der Spek drs. H.H. Apotheker Betrokken partijen afdeling adviseur behandeld in commissie MAZA Susan Haanstra ja, nl. commissie MWC van 28 oktober 2004 nee
Raadsbesluit Steenwijk, 9-11-2004 Nummer: 2004/125 De raad van de gemeente Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2004, nummer 2004/125; b e s l u i t : Vast te stellen de Verordening Wet Kinderopvang De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,