Opdrachtformulering Mantelzorgers in Beeld

Vergelijkbare documenten
Offerte Mantelzorg in Beeld Fase 2 en fase 3.

Offerte voor. Gemeente AA en Hunze

Inhoudsopgave. Bijlage: Literatuurlijst. Rapport onderzoek naar Centraal Punt Mantelzorg Aa en Hunze

Rapportage Onderzoek Mantelzorg

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Mantelzorgbeleid ZAB Nederland

Beleid mantelzorg en vrijwilligers Fener Zorg

Feiten en cijfers mantelzorg

Minters Mantelzorg. Kenniscentrum voor mantelzorgers én professionals. Voor mantelzorgers. Voor professionals. Over mantelzorg

Dé mantelzorger bestaat niet

Manifest. van de mantelzorger

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

DE MANTELZORGMAKELAAR. Henny Seiler Mantelzorgmakelaar 19 januari 2016

Nieuwsbrief ik zorg voor jou

Welkom. Raadsconferentie Gulpen-Wittem 3 oktober Gertie de Veen en Sonja Vlaming Directeur en mantelzorgconsulent

waardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen,

Gemeente Sittard-Geleen. Uitvoeringsplan Informele Zorg Inzet van mantelzorgers en (zorg-)vrijwilligers

Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16

Maandelijkse nieuwsbrief Belangenbehartiging ANBO. Hoofdredacteur Margo Brands. Afmelden? Klik hier.

Mantelzorgers in Delft

Mantelzorg in Alblasserdam

Mantelzorg waardering en ondersteuning

Mantelzorgbeleid Driezorg

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund?

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

DE GGZ IN DE 9 PRESTATIEVELDEN

Mantelzorgers demografisch

zorgen voor elkaar over mantelzorgers met een migranten achtergrond stamm

Plan Informele Zorg 2016

Mantelzorgers in Delft

Vraag 1: In 2017 wordt een pilot gestart voor gezinsondersteuning vanuit het sociaal team. Graag willen wij uitleg hoe de pilot eruit ziet?

Mantelzorgbeleid. Mantelzorgbeleid De Gouden Leeuw Groep - mei

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Mantelzorg en professionals: bondgenoten in de zorg

Opgroeien met zorg(en): jonge mantelzorgers

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Mantelzorgondersteuning en waardering Versienummer 1

Voorwoord. Voortgangsverslag Mantelzorgvriendelijk Weert 2017

Notitie Mantelzorgbeleid 2017 gemeente Harlingen

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Respijtzorg in de regio

Onderzoek naar de belasting en ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers in de gemeente Leeuwarden; factsheet

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS

Beleid mantelzorg. Versie Herzieningsdatum

Mantelzorgers. Mantelzorgen?... Nee hoor, gewoon Liefde!

De Adviesraad Sociaal geeft hierbij aanbevelingen en advies voor een bijgesteld beleid dat herkenbaar is en transparant voor de burger.


Hoofdstuk 31. Mantelzorg

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Wij wensen u de komende tijd veel succes met het invullen van prestatieveld 4 van de Wmo, zodat ook uw gemeente in 2012 kan zeggen:

Invulling mantelzorgcompliment in Asten en Someren

Nota Mantelzorgondersteuning

De (on) zichtbare rol van de mantelzorger

ZORGEN VOOR DE ANDER IS ZORGEN VOOR ELKAAR

Wie zijn mantelzorgers?

Bron: Vilans website januari 2018 en Movisie - website januari 2018

Gemeente Hattem - Nota Mantelzorgondersteuning

Stand van zaken Sociaal Domein

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Groene Kruis Mantelzorgondersteuning

Enquête mantelzorg in de gemeente Haren

Rapportage tot Stichting welzijn Zundert ( SWZ)

Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie

Gelet op het collegevoorstel van 22 juni 2010 waar de volgende uitgangspunten zijn ODoenomen:

Onderstaand onze adviezen c.q. bevindingen n.a.v. het rapport van Companen d.d. juli 2014:

Bestuurlijk hoor en wederhoor onderzoek mantelzorgbeleid

Groene Kruis Mantelzorgondersteuning

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Samenwerken met de mantelzorger

De ASD Oss geeft hierbij aanbevelingen en advies voor een bijgesteld beleid dat herkenbaar is en transparant voor de burger.

Mantelzorg in de gemeente Groesbeek

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Putten, 22 december Aan het College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Putten.

Secretariaat WMO raad: Maaskantveld 26, 2992 HM Barendrecht. secretariaat: Website:

MANTELZORGBELEID. Mantelzorgbeleid Pagina 1

Zorg, ondersteuning werk en inkomen. Hulp bij het Huishouden

MANTELZORG Presentatie voor Netwerk Informeel Overleg Oudewater Ellen Joormann, trainer Mezzo 15 november 2016

Mantelzorgbeleid AYA Thuiszorg B.V.

Er is een aantal aanleidingen om mantelzorgwaardering formeel te regelen. Deze zijn hieronder vermeld.

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Mantelzorg: beelden en feiten. Alice de Boer HVA 7 sept 2010

Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking

Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning

Van draaglast naar draagkracht!

Aantallen. Wat hebben oudere mantelzorgers nodig?

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Samenwerken met de mantelzorger

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

Hoofdstuk 21 Mantelzorg

Mantelzorgers in Delft

MANTELZORG BELEID Door S. Veenendaal THUISZORG COMFORT

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011

Zorgt u voor een ander?

Transcriptie:

Opdrachtformulering Mantelzorgers in Beeld April 2013

Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 3 2. Maatschappelijk effect... 5 3. Visie en Doelen Gemeente Aa en Hunze... 6 4. Activiteiten Centraal Punt Mantelzorg... 6 5. Projectbeschrijving Mantelzorgers In Beeld... 8 5.1 Doelen en resultaten van het project... 8 5.2 Fase 1: nulmeting van activiteiten CPM... 10 5.3 Fase 2: Project opdracht Mantelzorgers in beeld... 11 5.4 Fase 3: Structurele inzet activiteiten CPM... 14 6. Concept Begroting project Mantelzorgers in Beeld... 15 7. Structurele Begroting van het Centraal Punt Mantelzorg... 16 8. Referenties... 17 2

Mantelzorgers in Beeld 1. Aanleiding De rol van mantelzorgers wordt steeds belangrijker. Door maatschappelijke ontwikkelingen en wijzigingen in wet en regelgeving neemt de druk op het zorgstelsel toe. Het aantal 65-plussers neemt elk jaar toe, terwijl de volwassen beroepsbevolking afneemt. De zorgbehoefte van (chronisch) zieken en ouderen stijgt. Door mantelzorgers kunnen hulpbehoevenden langer zelfstandig functioneren en thuis blijven wonen, waardoor inzet van zwaardere zorg voorkomen kan worden. Dit betekent echter ook dat de belasting van de mantelzorgers verzwaard wordt en hier problemen kunnen ontstaan. De gemeente Aa en Hunze wil daarom meer inzetten op adequate ondersteuning van mantelzorgers. Een mantelzorger verricht zorgtaken bij een hulpbehoevende in diens directe omgeving zoals familieleden of vrienden. Deze zorg vloeit vaak voort uit een bestaande sociale relatie en vindt plaats op onbetaalde en informele basis. We spreken van (intensieve) mantelzorg wanneer de zorg minimaal 3 maanden en/of minimaal 8 uur per week bedraagt. Volgens onderzoek van het Sociaal Plan Bureau (Oudijk et al., 2010; De Boer, A., Boerse van Groenou, M., & Timmermans, J., 2009) bieden mantelzorgers de meeste hulp aan de volgende groepen, dit is gebaseerd op cijfers uit 2008: 40% van de mantelzorgers biedt hulp aan een ouder of schoonouder (ruim 1 miljoen mantelzorgers). 18% van de mantelzorgers zorgt voor een partner. 11% van de mantelzorgers zorgt voor (stief/pleeg)kind. 15% van de mantelzorgers voor een ander familielid. 1 op de 6 mantelzorgers geeft hulp aan vrienden, kennissen, collega's of buren. Over de groep van mantelzorgers in Nederland zijn de volgende cijfers bekend (Oudijk et al., 2010; De Boer, A. et al., 2009; Mezzo, 2008): Ongeveer 3,5 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder verlenen mantelzorg, dit is 1 op de 4 volwassenen. Hiervan geven 2,6 miljoen mensen (20% van de volwassen bevolking) meer dan acht uur per week en/of langer dan drie maanden hulp. Van mantelzorgers geven 1,1 miljoen mensen zowel intensief als langdurig hulp. 450.000 mantelzorgers voelen zich zwaarbelast of overbelast. Van de mantelzorgers tussen de 18 en 65 jaar heeft 71% naast de zorgtaken ook betaald werk. Een kwart van alle jeugdigen van 12-15 jaar groeien op met ziekte en zorg in de thuissituatie. Als we landelijke getallen van mantelzorgers vertalen naar de gemeente Aa en Hunze, dan geeft dit nu het volgende beeld van de aantallen mantelzorgers volgens inwonersaantallen gebaseerd op het CBS per 1 januari 2009 (mezzo.nl). Categorieën Aantallen Het inwonersaantal van Aa en Hunze 25.675 Aantal inwoners van 18 jaar en ouder 20.540 Aantal inwoners jonger dan 18 jaar 5.135 Aantal jongeren onder de 18 dat opgroeit met 1.027 ziekte in thuissituatie (20%) Aantal mantelzorgers van 18 jaar en ouder 5.443 Mantelzorgers die lang of intensief zorgen 4.108 Mantelzorgers die lang en intensief zorgen 1.725 Zwaar- of overbelaste mantelzorgers 708 Onder de werkende beroepsbevolking is op dit moment 1 op de 8 werknemers mantelzorger. De prognose (De Visser, Engelen & Janssens, 2009) is dat dit aantal zeer binnenkort zal stijgen naar 1 op 3

de 4. Er zijn veel mantelzorgers die hun zorgtaken vanzelfsprekend vinden, goed in balans kunnen blijven en de taken goed kunnen combineren. Uit onderzoek van het SCP in 2007 bleek dat 45% van de mantelzorgers zich matig tot ernstig belast voelt met de zorgtaken (A. de Boer et al., 2009). Mantelzorgers geven aan naast hun baan, het gezin en/of partner, geen tijd voor zichzelf meer te hebben. Er zijn een aantal risicofactoren te noemen bij overbelasting van mantelzorgers (Tanja et al., 2009, Van der Veen, 2013): Kenmerken van de mantelzorger: zoals de lichamelijke gesteldheid, de capaciteiten, taken en plichten naast de mantelzorg en het inkomen. Vooral een drukke baan of lichamelijke handicap van de mantelzorger zelf verzwaren de zorgverlening. Kenmerken van de hulpbehoevende: zoals zijn of haar psychische instelling en kijk op het leven, tevredenheid, aard en duur van de beperking. De relatie tussen de hulpbehoevende en de mantelzorger kan goed zijn maar soms ook moeizaam verlopen. De zorg kan door mantelzorgers als zwaarder worden ervaren als ze persoonlijke verzorging, psychosociale begeleiding en/of emotionele ondersteuning bieden (Timmermans, 2003). De woonsituatie: wanneer de hulpbehoevende en de mantelzorger in een huis wonen, kan het voor de mantelzorger moeilijker zijn om privétaken van zorgtaken te onderscheiden. Terwijl de lange reisafstand een belasting kan zijn wanneer de zorgbehoevende verder weg woont. Het netwerk en de relatie met het netwerk. Het vormt een risico wanneer de mantelzorger weinig tot geen anderen in zijn netwerk heeft om de zorg mee te delen (Tanja et al., 2009). Ook als de samenwerking en communicatie met de professionele hulpverlening stroef verloopt, kan dit stress veroorzaken (Isarin, 2005). In de groep mantelzorgers vormen jongeren een aparte categorie die binnen de gemeente Aa en Hunze nog relatief onbekend zijn. Jonge mantelzorgers zijn thuiswonende jongeren die samenwonen met een gezinslid dat een lichamelijke of psychische ziekte, een handicap of een verslaving heeft. Jonge mantelzorgers zorgen voor hun zieke familielid en/of maken zich zorgen over hun familielid. Vaak is er sprake van verborgen zorgen, omdat de jongeren hun eigen zorgen en klachten niet duidelijk laten merken. Ze vragen niet snel hulp (website: Mezzo). Naar schatting groeit 20 tot 25% van de jongeren in Nederland op met een ouder, broer of zus die lichamelijk of psychisch ziek, gehandicapt of verslaafd is. Dit zijn ongeveer 1.027 jongeren onder de 18 jaar in de gemeente Aa en Hunze. In het onderzoek Opgroeien met zorg (De Veer & Francke, 2008) wordt geschat dat van de 4,9 miljoen jongeren in Nederland onder de 25 jaar er tussen de 694.000 en 810.000 een ouder hebben met een lichamelijke, chronische aandoening of beperking. Verder hebben circa 1.2 miljoen jongeren onder de 25 jaar een ouder met een psychiatrische aandoening en 370.000 jongeren leven samen met een verslaafde ouder. Tussen de 250.000 en 400.000 jongeren hebben een broer of zus met een chronische ziekte of een beperking. Bovengenoemde aantallen kunnen niet worden opgeteld omdat niet bekend is in hoeverre de jongeren in verschillende groepen vallen. Uit onderzoek van de GGD Drenthe in 2007 onder 7000 jongeren bleek dat 1 op de 20 jongeren daadwerkelijk zorgtaken verrichtte voor een gehandicapt of langdurig ziek familielid (GGD Drenthe, 2009). Het aantal jongeren dat opgroeit met een familielid dat zorgbehoevend is, ligt naar waarschijnlijkheid hoger (Louwsma, 2011). Jongere mantelzorgers praten niet snel over hun problemen of herkennen zich niet in het beeld van mantelzorger (De Veer & Francke, 2008 en Tielen, 2004). Ze ervaren een hoge drempel om hulp te vragen of zijn onbekend met het ondersteuningsaanbod. Hierdoor blijven ze onbekend, krijgen geen adequate ondersteuning, waardoor ze niet voldoende kunnen deelnemen aan de maatschappij (bijvoorbeeld school of werk), zich niet kunnen ontwikkelen en hogere kans lopen op verslaving en fysieke, emotionele of psychische problemen op latere leeftijd. Jonge mantelzorgers kunnen overigens ook voldoening ervaren in het zorgen en kunnen zelfstandiger en onafhankelijker zijn (Banks et al., 2001, Thomas et al., 2003. In: De Veer & Franke, 2008). In deze opdrachtformulering gaan we in op de ongewenste en gewenste maatschappelijke effecten, de visie en doelen die de gemeente Aa en Hunze nastreeft en de uitvoering van de huidige activiteiten om mantelzorgers te ondersteunen door het Centraal Punt Mantelzorg (verder te noemen CPM). Bij de opdrachtformulering is zoveel mogelijk gewerkt volgens de methodiek Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF). In de daadwerkelijke projectopdracht kijken we vervolgens specifieker naar de verschillende doelgroepen van mantelzorgers, te weten jongeren tot en met 23 jaar (conform de doelgroep van het Centrum voor Jeugd en Gezin), volwassen mantelzorgers van 19 tot en met 64 jaar en oudere 4

mantelzorgers vanaf 65 jaar. Per doelgroep van mantelzorgers behandelen we de problematiek en de activiteiten voor deze doelgroep. Naar aanleiding van de vaststelling van de opdrachtformulering zal Stichting Welzijn Aa en Hunze als eerste aangewezen partij een offerte uitbrengen voor de uitvoering van de projectopdracht. Bij de uitvoering van activiteiten zal waar nodig worden samengewerkt met andere betrokken partijen. 2. Maatschappelijk effect Het mantelzorgbeleid binnen de gemeente Aa en Hunze streeft er naar om ongewenste maatschappelijke effecten voor mantelzorgers te voorkomen en om gewenste maatschappelijke effecten te bevorderen. Ongewenste maatschappelijke effecten - Het is een ongewenst effect wanneer mantelzorgers zich niet bewust zijn van het feit dat ze mantelzorgers zijn (Yeandle et al., 2006). Deze categorie mantelzorgers kunnen de zorg vanuit een plichtsgevoel verlenen en het als iets vanzelfsprekends zien. Wanneer er problemen ontstaan is deze groep moeilijk te bereiken en daardoor ook moeilijk te ondersteunen door gemeenten en belangenorganisaties (Tanja et al., 2009). - Mantelzorgers zijn sociaal geïsoleerd. Mantelzorgers die weinig tot geen andere mensen in hun netwerk hebben om de zorg mee te delen hebben een hoger risico op overbelasting (Tanja et al., 2009). - Mantelzorgers zijn overbelast. Overbelasting kan zich uiten in stressreacties zoals slecht slapen, verminderde eetlust en nervositeit. Mantelzorgers kunnen zoeken naar vermindering van spanning door verslavende middelen te gebruiken als kalmeringstabletten, alcohol en drugs. Hiernaast kunnen fysieke klachten ontstaan zoals rugklachten door de dagelijkse verzorging. Uiteindelijk kunnen symptomen van overbelasting leiden tot een burn-out, waarbij eerst sprake is van emotionele en lichamelijke uitputting. Hierna kan ook een cynische houding en uiteindelijk een totale afkeer van de situatie ontstaan. Het risico hierbij is dat de zorg kan ontsporen en bijvoorbeeld kan leiden tot mishandeling (Royers, 2007). Gewenste maatschappelijk effecten De gemeente Aa en Hunze vindt het belangrijk dat mantelzorgers die zorgvragers ondersteunen, naast hun zorgtaken kunnen deelnemen aan de maatschappij, zonder overbelast te raken. - De gemeente streeft ernaar dat mantelzorgers zich bewust worden van het feit dat ze mantelzorger zijn. Op deze manier wordt het geven van mantelzorg bespreekbaar en kan er in een eerder stadium naar oplossingen worden gezocht als dit nodig is. - De gemeente wil dat mantelzorgers met een ondersteuningsvraag bereikt worden en dat bekend is met welke problematiek mantelzorgers te maken hebben. Als gevolg hiervan wordt het aantal overbelaste mantelzorgers teruggedrongen. - De gemeente wil dat beter bekend wordt wat het reële aantal mantelzorgers in de gemeente is, met meer onderscheid tussen de verschillende doelgroepen mantelzorgers van jongeren, volwassenen (waaronder werkende mantelzorgers) en oudere mantelzorgers. Hiernaast zouden mantelzorgers die ondersteuning verlenen aan bijzondere doelgroepen van zorgvragers eveneens beter in beeld kunnen worden gebracht, vanwege specifieke zorgvragen en/of belasting op de langere termijn. 5

Visie 3. Visie en Doelen Gemeente Aa en Hunze Mantelzorgers zijn mensen die de zorg voor zieke familieleden of vrienden op zich nemen. Dankzij de mantelzorg kunnen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Onder mantelzorg wordt verstaan de langdurige zorg (vormen van zorg die meer dan drie maanden duren en meer dan 8 uur per week) die niet als een beroepsmatige zorgverlener wordt geboden aan een hulpbehoevende persoon uit diens omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de bestaande sociale relatie (partner, kind, ouders, familie, vrienden enz.) Mantelzorg overkomt je en je kunt je er normaal gesproken niet of nauwelijks aan onttrekken. De gemeente onderkent het aanzienlijke belang van mantelzorgers en vindt dat waar ondersteuning nodig is, deze ook moet worden gegeven. Zij wil waardering tonen voor de mantelzorgers en de herkenning van deze groep uitdragen binnen de gemeente. Zorgbehoevenden moeten met behulp van mantelzorg of vrijwillige inzet zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij. Het leveren van mantelzorg kan een zware belasting zijn voor het privéleven. De gemeente vindt dat de draagkracht en belastbaarheid van de mantelzorgers moet toenemen en hun belasting moet afnemen. De gemeente ondersteunt de mantelzorger zodat deze naast de zorg nog actief kan deelnemen aan de samenleving, waaronder school of werk en andere bezigheden. Het gevoerde beleid moet aansluiten bij de vraag van de mantelzorgers en leiden tot het voorkomen en oplossen van problematiek. Beleidsdoelen De gemeente Aa en Hunze wil meer inzetten op adequate ondersteuning van mantelzorgers, omdat hier vanuit maatschappelijke ontwikkelingen en wet- en regelgeving een steeds sterker beroep op wordt gedaan. Door mantelzorgers kunnen hulpbehoevenden langer zelfstandig functioneren en thuis blijven wonen, waardoor inzet van zwaardere zorg voorkomen kan worden. Wat wil de gemeente bereiken? (Doelen) 1. De gemeente wil inzetten op waardering voor, herkenning van en ondersteuning van mantelzorgers die zich inzetten voor hun leefomgeving. Hierbij is adequate ondersteuning van mantelzorgers belangrijk omdat hier vanuit maatschappelijke ontwikkelingen en wet- en regelgeving een steeds sterker beroep op wordt gedaan. 2. De gemeente streeft naar gerichte inzet van het CPM (binnen het huidige budget van het CPM) waar mensen terecht kunnen voor vragen en informatie. Verder verwijst het CPM door naar ondersteuningsmogelijkheden voor mantelzorgers. 3. De gemeente zet in op goed overleg en coördinatie van dienstverlening tussen CPM, het Wmoloket, instanties voor mantelzorgers en zorgorganisaties zodat mantelzorgers met een ondersteuningsvraag snel bereikt worden. Hierbij wordt aansluiting gezocht met andere gemeenten. 4. De gemeente streeft ernaar dat beter bekend wordt wat het reële aantal mantelzorgers in de gemeente is met een ondersteuningsvraag en dat meer mantelzorgers met een ondersteuningsvraag bereikt worden. Dat door vroegtijdige signalering bekend is welke problemen mantelzorgers ervaren en minder mantelzorgers overbelast zijn. 5. We zetten in op deskundigheidsbevordering van mantelzorgers waarmee we bijdragen aan kennis en vaardigheden die mantelzorgers nodig hebben bij hun taken. 4. Activiteiten Centraal Punt Mantelzorg In de gemeente Aa en Hunze heeft het Centraal Punt Mantelzorg (CPM) uitvoering gegeven aan het mantelzorgbeleid. Hieronder volgt een cijfermatige en inhoudelijke beschrijving van de activiteiten die zijn uitgevoerd om mantelzorgers te ondersteunen, dit is op basis van gegevens die het CPM heeft aangeleverd. 6

Cijfermatige weergave van activiteiten over 2011 en 2012. Ondersteuningsactiviteit Aantal in 2011 Aantal in 2012 Aantal bezoekers op de 639 627 website per maand Aantal geregistreerde Nog niet geregistreerd 78 mantelzorgers Telefonische contacten 103 127 (meerdere onderwerpen) Huisbezoeken (meerdere onderwerpen) Eenmalig: Meerdere malen: Totaal: 14 32 46 17 24 41 Informatie over praktische 12 20 ondersteuning Aanvraag huishoudelijke 3 5 hulp Mantelzorgcompliment 16 22 Respijtzorg 10 14 Emotionele ondersteuning 16 17 Lotgenotencontact Nog niet geregistreerd 1 Cursussen Nog niet geregistreerd 1 Bemiddelingen respijtzorg 8 14 Huidig aantal mantelzorgers in beeld. Een van de doelen is dat er een reëel beeld van het aantal mantelzorgers is in de gemeente. Ten opzichte van 2010 is het aantal mantelzorgers dat in beeld is gegroeid. Binnen de gemeente zijn er echter meer mantelzorgers, dan dat er nu in beeld zijn. Op dit moment zijn er ongeveer 78 mantelzorgers geregistreerd. Het blijkt dat niet iedereen zich bewust is van het mantelzorger zijn en dat niet alle mantelzorgers willen worden geregistreerd. Lokale ondersteuning. Bij het CPM kunnen mantelzorgers op lokaal niveau terecht voor informatie, advies en lotgenotencontact. Het CPM geeft informatie en advies over voorzieningen, regelingen, emotionele ondersteuning, bemiddeling en dienstverlening. Er is in 2011 aandacht besteed aan het vergroten van de bekendheid van het CPM door het verspreiden van folders, een eigen website en het informeren van onder andere huisartsen, hulpverleners en instanties. Er werden sneller contacten gelegd en meer hulpvragen afgehandeld. Samenwerking met andere organisaties. Er is meer samenwerking tussen lokale en regionale organisaties in het belang van de mantelzorger. In 2011 heeft de mantelzorgconsulent regelmatig overleg en afstemming gehad met andere mantelzorgconsulenten in de regio. Hiernaast heeft de consulent contact met MEZZO, WMO-raad, MEE-Drenthe, huisartsen en thuiszorgorganisaties. Respijtzorg. De vragen voor respijtzorg komen vaak naar voren door middel van huisbezoeken. Het blijkt dat respijtzorg nu nog weinig wordt ingezet door onbekendheid onder mantelzorgers en doordat vrijwilligers specifiek voor mantelzorg moeilijk te krijgen zijn vanwege complexe ziektebeelden en/of problematiek. In 2011 is wel meer respijtzorg ingezet en zijn er vrijwilligers geworven vanuit het eigen netwerk. In 2012 is het project Toekomstgerichte Mantelzorg gestart dat inzet op het verlenen van meer respijtzorg. Bijeenkomsten voor mantelzorgers. Verder worden er incidenteel voor mantelzorgers lotgenotenbijeenkomsten, cursussen en ontspanningsactiviteiten georganiseerd. De mantelzorgconsulent geeft aan dat het voordeel is van cursussen dat algemene problemen efficiënter besproken worden in groepsverband in plaats van door individueel contact. Het inhuren van een docent is echter kostbaar. Samenwerking met Indigo is een mogelijkheid. Huisbezoeken en complexere ondersteuningsvragen. De mantelzorgconsulent legt op structurele basis huisbezoeken af bij mantelzorgers, een bezoek kan een of meerdere malen plaatsvinden. Bij een eerste contact wordt geïnventariseerd of een mantelzorger hier behoefte aan heeft. De mantelzorger kan vaak lastig weg en het voordeel van deze bezoeken is dat de consulent de thuissituatie en de ondersteuningsvraag van de mantelzorger beter kan inschatten en verhelderen. De consulent geeft praktische informatie (over respijtzorg, aanvraag 7

huishoudelijke hulp, mantelzorgcompliment, lotgenotencontact etc., ondersteuning bij het invullen van formulieren, etc.). Hiernaast biedt de consulent een luisterend oor, helpt bij het verhelderen van ondersteuningsvragen en inventariseert oplossingsmogelijkheden waarbij ook het sociale netwerk van de mantelzorger wordt betrokken. De consulent geeft aan dat er steeds meer complexe hulpvragen komen waarbij naar het hele systeem van de mantelzorger gekeken wordt. De huisbezoeken richten zich zowel op preventie van problemen, het zoeken naar oplossingen wanneer zorg langer duurt en intensiever wordt, en het terugdringen van overbelasting bij mantelzorgers. Verhoudingsgewijs vergen de huisbezoeken veel tijd waardoor minder aandacht kan worden besteed aan andere activiteiten. Meer aandacht specifieke doelgroepen van mantelzorgers. Het CPM wil nog meer aandacht besteden aan jonge mantelzorgers, dit vindt nu niet voldoende plaats. Verder wil het CPM meer gelegenheid tot lotgenotencontact organiseren d.m.v. huiskamergesprekken voor ouders die intensieve zorg verlenen. De zelfhulpgroep is al opgericht en het streven is om deze huiskamergesprekken uit te breiden over de hele gemeente. 5. Projectbeschrijving Mantelzorgers In Beeld 5.1 Doelen en resultaten van het project In 2007 zijn eenmalig niet bestede rijksmiddelen beschikbaar gekomen ten behoeve van mantelzorgers en toegevoegd aan de Wmo-reserve. Deze middelen zijn gereserveerd voor besteding aan de volgende doeleinden: 1. In contact komen met mantelzorgers 2. Versterken van de belangen behartiging 3. Bondgenootschappen met bedrijven 4. Respijtzorg etc. 5. Waardering voor mantelzorgers Deze middelen wil de gemeente gebruiken voor het project Mantelzorgers in Beeld. Op dit moment wordt al ingezet op de uitbreiding van respijtzorg en waardering voor mantelzorgers. Dit is de reden dat in het project vooral de nadruk ligt op het in contact komen met mantelzorgers en het versterken van de belangenbehartiging en (eventueel) het sluiten van bondgenootschappen met bedrijven. Het is belangrijk dat vooral die groepen van mantelzorgers worden bereikt die langdurig en intensief zorgen (aantal geschatte mantelzorgers is 1.725) en die zwaar- of overbelast zijn (aantal geschatte mantelzorgers is 708) zijn. Het totale geschatte aantal uit de kritische groep is 2.433 mantelzorgers. Het streven is om minimaal 300 mantelzorgers te registreren bij CPM, dit zijn bij voorkeur mantelzorgers uit de kritische groep. Verder worden de bewustwording van het mantelzorger zijn en bekendheid met het aanbod van CPM vergroot onder mantelzorgers. Het project Mantelzorgers in Beeld wordt in 3 fases uitgevoerd. - In fase 1 vind een nulmeting plaats van de activiteiten van het CPM. - In fase 2 worden activiteiten uitgevoerd om jongere, volwassenen (waaronder werkenden) en oudere mantelzorgers met hun ondersteuningsvraag beter in beeld te krijgen, zodat ingezet kan worden op vroegtijdige signalering en preventie van problematiek. - In fase 3 vindt de structurele en effectieve ondersteuning van mantelzorgers plaats door CPM. De uitkomsten van de nulmeting en uitvoering van het project moeten leiden tot een structurele effectieve inzet van de activiteiten van het CPM. Deze activiteiten dragen bij aan het bereiken van een optimaal aantal mantelzorgers met een ondersteuningsvraag, een afname van het aantal overbelaste mantelzorgers en deelname van mantelzorgers aan de samenleving. Op basis van de bevindingen in fase 1 en 2 kan indien nodig bijstelling plaatsvinden van activiteiten, doelen, resultaten en indicatoren. Tevens kunnen andere partijen waar nodig bij de uitvoering van het project worden betrokken. Per fase zal de verstrekking van subsidies plaatsvinden. 8

In het project Mantelzorgers in Beeld staan de volgende doelen en resultaten centraal. Doelen 1. Herkenning van en adequate ondersteuning en waardering van mantelzorgers binnen Aa en Hunze zodat overbelasting voorkomen wordt en mantelzorgers deelnemen aan de samenleving. 2. Toegankelijke en effectieve inzet van het CPM, zodat mantelzorgers terecht kunnen voor vragen en informatie en doorverwezen worden naar ondersteuningsmogelijkheden. 3. Effectief overleg en coördinatie van de dienstverlening tussen betrokken organisaties zodat belangen van mantelzorgers worden behartigd. 4. Vergroten van de bekendheid van het reële aantal mantelzorgers in de gemeente met een ondersteuningsvraag, en het bereiken van meer mantelzorgers met een ondersteuningsvraag. Dat door vroegtijdige signalering bekend is welke problemen mantelzorgers ervaren en minder mantelzorgers overbelast zijn. 5. Deskundigheidsbevordering van mantelzorgers zodat ze de juiste kennis en vaardigheden hebben bij het uitvoeren van hun taken. Resultaten Adequate informatie en ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen naast hun zorgtaken deelnemen aan de samenleving. Het aantal overbelaste mantelzorgers wordt teruggedrongen. Mantelzorgers en instanties zijn bekend met CPM en het aanbod. Informatie en ondersteuning sluiten aan bij behoefte van mantelzorgers. Het CPM werkt samen met het Wmo-loket en lokale en regionale mantelzorgorganisaties zodat mantelzorgers met ondersteuningsvragen snel doorverwezen en geholpen worden. Mantelzorgers zijn zich bewust van het feit dat ze mantelzorg taken verrichten en zijn bekend met ondersteuningsmogelijkheden en informatie. Mantelzorgers en instanties zijn bekend met CPM en maken vroegtijdig gebruik van het aanbod. Meer mantelzorgers zijn geregistreerd bij CPM. Mantelzorgers beschikken over de juiste kennis en vaardigheden om zorgtaken uit te voeren en maken gebruik van de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. Resultaatindicatoren voor de uiteindelijke structurele activiteiten van CPM: Doelen 1. Herkenning van en adequate ondersteuning en waardering van mantelzorgers 2. Toegankelijke en effectieve inzet van het CPM Resultaat indicatoren Aantal bekende en bereikte mantelzorgers: o 300 volwassenen en oudere mantelzorgers bij voorkeur uit de kritische groep. o 103 jonge mantelzorgers t/m 18 jaar (10% van de geschatte doelgroep). Soort en aantal effectief afgehandelde vragen: 250 per jaar. Aantal aangevraagde en uitgevoerde respijtzorgverzoeken: 40 per jaar. Aantal beschikbare zorgvrijwilligers voor inzet in de respijtzorg. Afname aantal overbelaste mantelzorgers (bv. te meten door enquête). Tevredenheid van de mantelzorger over de geboden dienstverlening. Aantal bezoekers op de website (o.a. van CPM): het streven is 1200 per maand. Frequentie van de soort gelezen informatie. Aantal en soort telefonische contacten: 250 per jaar Aantal en soort huisbezoeken: het streven is een reductie naar 20 huisbezoeken per jaar. 3. Effectief overleg en coördinatie van de dienstverlening tussen betrokken organisaties 4. Vergroten van de bekendheid van het reële aantal mantelzorgers en het bereiken van mantelzorgers 5. Deskundigheidsbevordering van mantelzorgers Aantal keer overleg: 3 keer per jaar. Aantal en soorten organisaties: 20 samenwerkende organisaties. Aantal doorverwezen en geholpen mantelzorgers: 100 per jaar. Aantal geregistreerde mantelzorgers waaronder: o Volwassen mantelzorgers die lang en intensief zorgen en overbelaste mantelzorgers (zie indicator bij punt 1). o Jongeren t/m 18 jaar (zie indicator bij punt 1) o Soort problematiek en mate van belasting: monitoren onder geregistreerde mantelzorgers. Aantal en soort cursussen en bijeenkomsten: minimaal 3 keer per jaar in samenwerking met andere gemeenten. Aantal deelnemers aan deze activiteiten. 9

5.2 Fase 1: nulmeting van activiteiten CPM Het centrale doel van de inzet van CPM is dat dit leidt tot minder overbelaste mantelzorgers ten opzichte van het totaal aantal geschatte mantelzorgers in de gemeente Aa en Hunze. De vraag hierbij is in hoeverre de activiteiten van CPM bijdragen aan dit doel. Op basis van de beleidsdoelen en bovenstaande beschrijving van de activiteiten van CPM wil de gemeente een nulmeting laten uitvoeren door CPM. Hierbij wordt de inzet van activiteiten met betrekking tot het CPM onderzocht. Verder wordt bekeken waar de inzet effectiever georganiseerd kan worden en wat mogelijkheden zijn waarmee mantelzorgers effectief en efficiënt geholpen kunnen worden. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het CPM een coördinerende rol inneemt in het bereiken van mantelzorgers, het verstrekken van informatie en het beantwoorden van vragen en het doorverwijzen naar ondersteuningsmogelijkheden. Het CPM is bekend met organisaties en instanties die belangen van mantelzorgers behartigen en bevordert de samenwerking tussen die organisaties zodat mantelzorgers effectief en snel geholpen kunnen worden. Centraal bij de nulmeting staan de volgende vragen: 1. Mantelzorgers in de gemeente Aa en Hunze: In hoeverre zijn mantelzorgers in de gemeente zich bewust van het feit dat ze mantelzorgtaken verrichten en wat voor soort ondersteuningsvragen hebben ze? 2. Mantelzorgers die CPM benaderen: In hoeverre zijn mantelzorgers in de gemeente bekend met het CPM en het aanbod hiervan? Wat is een realistisch en optimaal te verwachten percentage van het aantal mantelzorgers dat het CPM benadert? Wat zijn de mogelijkheden om mantelzorgers beter in beeld te brengen en adequater te ondersteunen? 3. Organisatie van CPM: Wat is de effectiviteit van de activiteiten en bijdrage aan de beleidsdoelen van de gemeente? Wat is de effectiviteit van de uitgevoerde activiteiten ten opzichte van de werkelijke uitgaven en de begroting? Wat zijn mogelijkheden om de inzet van CPM effectiever en efficiënter te organiseren? Hierbij wordt opgemerkt dat verhoudingsgewijs de huisbezoeken veel tijd vergen waardoor minder aandacht kan worden besteed aan andere activiteiten. Enerzijds acht het CPM het van belang om de situatie van mantelzorgers goed in kaart te brengen, speciaal in het geval van een complexe ondersteuningsvraag en bij inzet van respijtzorg. Anderzijds bestaat hierdoor het risico dat een minder groot aantal mantelzorgers kan worden geholpen. De gemeente verwacht dat CPM de gevolgen hiervan inzichtelijk maakt en dat aanbevelingen worden gedaan hoe hiermee effectief kan worden omgegaan. Activiteiten ten behoeve van de nulmeting: 1. Literatuuronderzoek naar aanleiding van bovenstaande vragen. 2. Onderzoek door GGD Drenthe onder volwassenen in de leeftijd van 19-64 jaar. De GGD Drenthe voert elke vier jaar een gezondheidsonderzoek uit onder volwassenen, dit behoort tot het basispakket. In dit onderzoek wordt het thema mantelzorg meegenomen. Onderwerpen die onderzocht worden zijn: a. Algemene situatie: leeftijd, geslacht, huishouding, werk. b. Het geven van mantelzorg waarbij wordt ingegaan op duur van de zorgtaken, aantal uren en mate van mogelijke overbelasting. c. Eveneens wordt de deelname aan andere activiteiten als werk, zorg voor kinderen en deelname aan de samenleving in kaart gebracht. d. Hiernaast wordt ingegaan op leefstijl, lichamelijke en psychische gezondheid. Een vergelijkbaar gezondheidsonderzoek heeft de GGD Drenthe al gehouden onder volwassen in de leeftijd van 65 jaar en ouder. De resultaten met betrekking tot mantelzorg worden meegenomen in dit project. 10

3. Gesprekken met CPM, mantelzorgers en instanties voor mantelzorgers over: a. Mate van bekendheid met het CPM en informatie en ondersteuningsmogelijkheden voor mantelzorgers zoals combinatie met werk, financiële middelen, vrijwilligers, respijtzorg, zorginstellingen en gemeente. b. Mate van behoefte aan ondersteuning zoals zorg op afstand en ondersteunende technologie, respijtzorg, vrijwilligers, informatie, contact met lotgenoten, deskundigheidsbevordering, forum. 4. Vergelijking met steunpunten voor mantelzorgers in andere gemeenten in activiteiten, aanpak, aantallen bereikte mantelzorgers etc. 5. Rapportage. De nulmeting wordt afgesloten met een rapportage waarin de activiteiten in kaart zijn gebracht en resultaten van de bovenstaande vragen worden weergegeven. In de rapportage worden aanbevelingen gegeven hoe het CPM effectief aan kan sluiten bij behoeften van mantelzorgers. Op basis van de rapportage vindt fase 2 met betrekking tot de uitvoering van het project Mantelzorgers in beeld plaats. 5.3 Fase 2: Project opdracht Mantelzorgers in beeld Bij het project Mantelzorgers in Beeld geldt de rapportage van de nulmeting als uitgangspunt. Hieronder volgt een beschrijving van de activiteiten van het project. Wanneer hier vanuit bevindingen in fase 1 aanleiding toe bestaat kan de inhoud van deze activiteiten nog wijzigen. Verder worden indien nodig andere partijen ingeschakeld voor de uitvoering van activiteiten, hierover wordt in fase 2 een beslissing genomen. Bij de activiteiten in het project wordt onderscheid gemaakt tussen jongere, volwassenen (waaronder werkende mantelzorgers) en oudere mantelzorgers omdat deze doelgroepen elk te maken hebben met een eigen problematiek en ondersteuningsvragen. Voor jongere mantelzorgers wordt een leeftijd van tot en met 23 jaar gehanteerd, welke aansluit bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Jongere mantelzorgers zijn kwetsbaar omdat ze belemmerd kunnen worden in hun ontwikkeling. Voor volwassen mantelzorgers geldt de leeftijd 24 tot en met 64 jaar, hieronder vallen ook werkende mantelzorgers. Volwassen mantelzorgers moeten vaak meerdere taken combineren, zoals gezin, werk en mantelzorg. Voor oudere mantelzorgers geldt de leeftijdscategorie 65 jaar en ouder. Oudere mantelzorgers kunnen zelf hulpbehoevend zijn en sneller in een sociaal isolement terechtkomen. Tot slot gaan we in op belangenbehartiging van mantelzorgers en overleg tussen organisaties. 1. Jongere mantelzorgers tot en met 23 jaar. Ongeveer 20-25% van de jongeren groeit op in een gezin met een ouder, broer of zus die chronisch ziek of gehandicapt is of psychiatrische problemen (inclusief verslaving) heeft. Jongere mantelzorgers praten niet snel over hun problemen of herkennen zich niet in het beeld van mantelzorger. Ze ervaren een hoge drempel om hulp te vragen of zijn onbekend met het ondersteuningsaanbod. Hierdoor blijven ze onbekend, krijgen geen adequate ondersteuning, waardoor ze niet voldoende kunnen deelnemen aan de maatschappij (bijvoorbeeld school of werk), zich niet kunnen ontwikkelen en hogere kans lopen op verslaving en fysieke, emotionele of psychische problemen. Jonge mantelzorgers kunnen overigens ook voldoening ervaren in het zorgen en kunnen zelfstandiger en onafhankelijker zijn. Uit het OCWZ rapport blijkt dat jongere mantelzorgers vooral behoefte hebben aan een ontspannende activiteit waarbij ze contact kunnen leggen met andere jonge mantelzorgers. Hiernaast is er behoefte aan praktische ondersteuning door onder andere hulp in de huishouding. Het rapport geeft aan dat jongeren vooral contact en informatie zoeken via internet. Om adequate ondersteuning te kunnen bieden op momenten dat dit nodig is, is het belangrijk dat jongere mantelzorgers beter in beeld worden gebracht en dat vroegtijdig gesignaleerd wordt wanneer jongeren overbelast raken. Hiervoor willen we aansluiten bij het CJG binnen Aa en Hunze. De volgende activiteiten worden ingezet om dit doel te bereiken: 1. In contact komen met jongere mantelzorgers door: 11

a. Inzet van internet en social media. Hierbij aansluiten bij andere (regionale) initiatieven, waaronder een forum waardoor jongere mantelzorgers met elkaar in contact kunnen komen. Een forum biedt ook een laagdrempelige mogelijkheid om met hulpverleners in contact te komen. Hierbij wordt ook de toegankelijkheid van informatie gericht op jonge mantelzorgers vergroot. b. Community werk en niet geïndiceerde jeugdhulpverlening. Versterken van signaleringsfunctie t.b.v. jonge mantelzorgers en onderhouden van netwerk binnen betrokken partijen als het CJG, ZAT, scholen, Jeugdzorg, MEE Drenthe, Indigo Assen. c. Bewustwording vergroten van het fenomeen jonge mantelzorgers onder jongeren. Tevens bekendheid vergroten van informatie- en ondersteuningsaanbod voor jonge mantelzorgers binnen Aa en Hunze. Vergroten van bekendheid van het onderwerp mantelzorg onder jongeren door het verspreiden van folders, een postercampagne door Aa en Hunze en het geven van voorlichting op scholen. Hiernaast vergroten van bekendheid van jonge mantelzorgers onder hulpverleners, huisartsen, scholen en het Wmo loket. Hierbij wordt eveneens aangesloten bij regionale initiatieven omdat veel jongeren buiten de gemeentegrenzen naar school gaan. 2. Aansluiten bij een regionaal georganiseerde ontspanningsactiviteit voor jongeren waarbij ze andere jongere mantelzorgers kunnen leren kennen. 2. Volwassen mantelzorgers in de leeftijd van 24 tot en met 64 jaar. Volwassen mantelzorgers, waaronder werkende mantelzorgers, hebben een hoger risico op overbelasting, omdat ze zorgtaken moeten combineren met werk en/of zorg voor de kinderen. Ze houden weinig vrije tijd over voor zichzelf of om deel te nemen aan andere activiteiten in de maatschappij. De verwachting is dat het aantal volwassenen en werkende mantelzorgers in de toekomst zal toenemen en de gemeente Aa en Hunze wil hier op anticiperen in de ondersteuning. Om adequate ondersteuning te kunnen bieden op momenten dat dit nodig is, is het belangrijk dat volwassen en werkende mantelzorgers beter in beeld worden gebracht en bekend is met welke problematiek zij te maken hebben. Hierbij wordt aansluiting gezocht met andere (regionale) initiatieven en gemeenten. Ondermeer wordt samenwerking gezocht met het project i-age. I-Age is een internationaal project waarin overheden en organisaties rondom de Noordzee samenwerken om de voorzieningen in deze regio s beter en slimmer te organiseren en de leefbaarheid te verbeteren. De provincie Drenthe is lead partner van i-age. Het Drentse deel van het project richt zich op het langer actief betrokken houden van oudere werknemers in de Drentse samenleving, ook als vrijwilliger of mantelzorger. I-Age stimuleert bijvoorbeeld het gebruik van ICT om ouderen en hulpvrager langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen (lifelong living). Maar er wordt ook gekeken naar de aanbodkant. Ten eerste naar de wijze waarop de afstemming tussen mantelzorgers en andere zorgverleners en zorgvrager met behulp van ICT kan worden verbeterd. Ten tweede wordt er in meer algemene zin gekeken naar hoe mensen, wederom met de inzet van ICT, langer gezond kunnen blijven werken. De volgende activiteiten worden ingezet om volwassenen en werkende mantelzorgers effectiever te ondersteunen. Deze activiteiten gelden eveneens voor oudere mantelzorgers: 1. In contact komen met volwassen (waaronder werkenden) en oudere mantelzorgers door: a. Verbetering van informatievoorziening via internet met een nieuwsbrief en doorlinken naar relevante websites voor mantelzorgers. Hiernaast is er interactie mogelijk met mantelzorgers door inzet van: social media, aansluiten bij een forum voor mantelzorgers, eventueel met vraag en aanbod van ondersteuning. Vanuit Stichting Welzijn kan de algemene informatie worden verzorgd voor mantelzorgers. Door samenwerking bij het project I-age is er de mogelijkheid om meerdere gebruiksmogelijkheden en een bredere informatievoorziening te bieden. Hierbij wordt specifieke informatie over ondersteuningsmogelijkheden verstrekt welke gericht is op werkende mantelzorgers en werkgevers. Voor de ontwikkeling van een website met informatie voor (werkende) mantelzorgers en werkgevers wordt in fase 2 bekeken welke partij hierbij het beste betrokken kan worden. b. Vergroten van de bekendheid van het CPM en de website door middel van berichten in het lokale huis-aan-huisblad en postercampagne binnen de gemeente. c. Registratie van mantelzorgers in een database. Deze registratie kan variëren van volledig bestand tot alleen een e-mailadres. 12

d. Doorverwijzing naar digitale programma s en hulpmiddelen voor mantelzorgers. 2. Naar aanleiding van het GGD onderzoek gerichte inzet van activiteiten door het CPM op het voorkomen van overbelasting van volwassen mantelzorgers door bijvoorbeeld een thema bijeenkomst, deskundigheidsbevordering of gelegenheid tot lotgenotencontact te organiseren. 3. Onder bedrijven en instellingen binnen de gemeente Aa en Hunze bewustwording vergroten van mantelzorg en mogelijke oplossingen voor werknemers. Hierbij wordt samengewerkt met het project I-age. 3. Oudere mantelzorgers vanaf 65 jaar en ouder. Oudere mantelzorgers zijn onbekend en kunnen in een sociaal isolement terechtkomen, terwijl ze zelf mogelijk ook ondersteuning nodig hebben vanwege toenemende lichamelijke klachten. Om adequate ondersteuning te kunnen bieden op momenten dat dit nodig is, is het belangrijk dat oudere mantelzorgers beter in beeld worden gebracht en bekend is met welke problematiek zij te maken hebben. De volgende activiteiten worden ingezet om dit doel te bereiken: 1. In contact komen met- en registratie van oudere mantelzorgers. Door middel van de website, de Schakel, CPM en inzet van seniorenvoorlichters. 2. Geven van voorlichting aan oudere mantelzorgers over preventie van overbelasting, het ondersteuningsaanbod en versterken van het netwerk en inzet van vrijwilligers of respijtzorg. Deze voorlichting wordt gegeven binnen organisaties en netwerken van ouderen, bijvoorbeeld de ANBO, kerken, zorginstellingen, etc. Dit kan worden gekoppeld aan voorlichting over de Kanteling in de Wmo door de Gemeente Aa en Hunze. 3. Gerichte inzet van activiteiten door het CPM op het voorkomen van overbelasting van oudere mantelzorgers door bijvoorbeeld een thema bijeenkomst, deskundigheidsbevordering of gelegenheid tot lotgenotencontact te organiseren. Hiernaast kan ook ingezet worden op psychosociale begeleiding van mantelzorgers. 4. Belangenbehartiging van mantelzorgers Voor mantelzorgers is het belangrijk dat hun belangen structureel behartigd worden en dat signalering van problemen plaatsvindt. De gemeente Aa en Hunze wil daarom adequaat netwerkoverleg en samenwerking bevorderen tussen partijen die betrokken zijn bij mantelzorgers. Het Centraalpunt Mantelzorg zal hierin een coördinerende rol innemen. Onder andere de volgende partijen kunnen worden betrokken in het overleg en samenwerking: CPM, Wmo-loket, Wmo-raad, zorgprofessionals, ouderenadviseurs, thuiszorg. Bij dit proces worden eveneens de afweging en vormgeving van de toegang in relatie tot het sociale domein betrokken. Tevens kan worden samengewerkt met bedrijven en instellingen in de gemeente Aa en Hunze om belangen van werkgevers en werkende mantelzorgers te behartigen en ondersteuningsmogelijkheden te bieden. Aansluiting met overige projecten op het gebied van Mantelzorg 1. Online contact. Een kortdurend kleinschalig project waarbij wordt onderzocht of beeldcontact via een tablet meerwaarde heeft voor de mantelzorger in de ondersteuning die hij /zij verleent aan de hulpbehoevende. 2. I Age. Onderzoek onder werkende mantelzorgers en bedrijven naar de mogelijkheden om zorgtaken met werk te combineren. Hiernaast wordt onderzocht wat voor ICT toepassingen ingezet kunnen worden bij zorgtaken. Bondgenootschappen met bedrijven: a. Onderzoek mantelzorger in relatie tot werk, mogelijk ook bedrijven benaderen om mantelzorg bestendig te worden. b. Contacten leggen met bedrijven (mantelzorg in personeelsbeleid), zorgorganisaties, thuiszorg. 3. Toekomstbestendige mantelzorg. Dit is een project waarbij vrijwilligers gezocht worden die na een training zich willen inzetten voor het verlenen van respijtzorg of geven van eigenkracht conferenties. Betrokken partijen bij het project Mantelzorgers in Beeld: - Gemeente Aa en Hunze en Wmo-loket - SWAH en CPM 13

- I-Age. - Wmo-raad en Netwerk mantelzorg - Organisaties voor mantelzorgers Risico factoren - Overlap met andere onderzoeken en lopende projecten. - Onvoldoende respons, zowel uit het GGD-onderzoek als vanuit het aantal geregistreerde mantelzorgers. - Onvoldoende effectieve en tijdelijke inzet van activiteiten en maatregelen die bijdragen aan het voorkomen van overbelasting van Mantelzorgers. Looptijd - Nulmeting: 3-6 maanden. - Project Mantelzorgers in beeld: 6 maanden 1 jaar - Informatievoorziening aan mantelzorgers: doorlopend - Registratie en contact: structureel 5.4 Fase 3: Structurele inzet activiteiten CPM De uitkomsten van de nulmeting en uitvoering van het project Mantelzorgers in Beeld moeten leiden tot een structurele en effectieve inzet van de activiteiten van het CPM ten behoeve van mantelzorgers. Het uitgangspunt is dat dit binnen het huidige structurele budget plaatsvindt. De activiteiten dragen bij aan het bereiken van een optimaal aantal mantelzorgers met een ondersteuningsvraag, een afname van het aantal overbelaste mantelzorgers en dat mantelzorgers naast hun zorgtaken kunnen blijven deelnemen aan de maatschappij. Het project Mantelzorgers in Beeld heeft de volgende beoogde effecten: - Een toename in de registratie van het aantal mantelzorgers, zowel jongere, volwassen als oudere mantelzorgers. - Een stijging in de bezoekersaantallen van de website, zowel jongeren, volwassenen als oudere mantelzorgers. - Een groter aantal behandelde ondersteuningsvragen en doorverwijzingen van mantelzorgers. Wel wordt gestreefd naar een afname van het aantal huisbezoeken omdat deze relatief veel tijd in beslag nemen. Deze tijd kan worden geïnvesteerd om grotere aantallen mantelzorgers te kunnen bereiken. - Een stijging in de bekendheid en tevredenheid met activiteiten van Centraal Punt Mantelzorg, de geboden informatie, doorverwijzing en ondersteuning. - Gerichte kennis van problematiek en inzet van activiteiten op basis van het onderzoek naar Mantelzorgers zoals uitgevoerd door GGD-Drenthe. 14

6. Concept Begroting project Mantelzorgers in Beeld De onderstaande begroting vormt een vertaling van de projectactiviteiten in het aantal uren en budget. Op basis van de opdrachtformulering brengt Stichting Welzijn Aa en Hunze (CPM valt hieronder) als eerste aangewezen partij een offerte uit waarin zij een concretere uitwerking zullen geven van de projectactiviteiten en de vertaling hiervan in uren en budget. De onderstaande begroting vormt een leidraad in de vergelijking met de offerte. SWAH is niet bekend met onderstaande begroting. Bij de uitvoering van de activiteiten en ontwikkeling van de website wordt in fase 2 bekeken welke partijen hierbij het beste betrokken kunnen worden. Activiteit Fase 1: Nulmeting Onderzoek en rapportage activiteiten CPM Gezondheidsonderzoek GGD (valt binnen basispakket, geen extra kosten) Bedragen in Euro s Uren (uitgaande van 80,- per uur) 5.000,- 62,5 Fase 2: Project mantelzorgers in beeld Jongere mantelzorgers 15.000,- 187,5 o Forum en versterken digitale informatie voorziening o Versterken netwerkoverleg o Vergroten bekendheid en voorlichting. o Organiseren van ontspannende activiteit (aansluiten bij regio). Volwassen mantelzorgers: o Verbetering informatievoorziening via ontwikkeling van website: 20.000,- 250,0 o Registratie van mantelzorgers o Vergroten van bekendheid CPM o Doorverwijzing digitale middelen. 3.000,- 37,5 o Organiseren van activiteit o.b.v. GGD onderzoek (bv. Themabijeenkomst, lotgenotencontact, begeleiding. Oudere mantelzorgers o Registratie van oudere mantelzorgers. Gebeurt gedeeltelijk via de website, zie oudere mantelzorgers. 5.000,- 62,5 o Geven van voorlichting aan oudere mantelzorgers (door senioren voorlichters). o Organiseren van activiteit, zie volwassen mantelzorgers. Netwerkoverleg 2.000,- 25 Versterken belangenbehartiging van mantelzorgers door netwerk overleg Overig 4.149,- 52,0 Totaal 54.149,- 677,0 15

7. Structurele Begroting van het Centraal Punt Mantelzorg Onderdeel/activiteit Begrote bedragen 2011 Werkelijke bedragen 2011 Begrote bedragen 2012 Contactpunt mantelzorg 18.810 24.227 9.964 Vergroten bekendheid Zorgdragen Mantelzorgers met CPM 8.810 7.194 Informatie uitwisseling t.b.v. kennis bij het CPM 680 - Activiteiten t.b.v. waardering Mantelzorgers 9.320 2.770 Mantelzorgondersteuning 35.645 36.218 35.515 Ondersteunen mantelzorgers bij de uitvoering van zorgtaken en het voorkomen van overbelasting. 25.835 21.240 Inzet van en procesmatige, deskundige begeleiding van vrijwilligers 8.983 7.965 Samenwerking, afstemming en deskundigheidsbevordering 827 6.310 SamSam 3.797 4.810 3.894 Toerusten van ketenpartners en zorgen voor juiste vrijwilligers. 2.071 2.124 Behandelen van de hulpvragen d.m.v. een deskundig advies, doorverwijzing en/of bemiddeling 1.726 1.770 Totaalbedrag CPM 58.252 49.373 16

8. Referenties De Boer, A., Boerse van Groenou, M., & Timmermans, J. (2009). Mantelzorg; een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers in 2007. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. De Visser, S., Engelen, M., & Janssens, M. (2009). Werken en zorgen in Drenthe Taakcombinatie en tijdenbeleid in het Drentse bedrijfsleven. Isarin, J. (2005). Mantelzorg in de ontmantelde privé-sfeer. Damon. GGD Drenthe (2009) Jeugd in Drenthe, Basisrapport van het jeugdonderzoek 2008, over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse jongeren 12 t/m 18 jaar. Assen. Louwsma, R. (2011) Zorgen over zorg. Een onderzoek naar de problematiek, wensen en behoeften van jonge mantelzorgers in Drenthe. Assen. Mezzo. (n.d.). Mezzo, landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligers. Retrieved from http://www.mezzo.nl/definitie_mantelzorg Mezzo (2008) Opgroeien met zorg. Een handreiking voor ondersteuning van jonge mantelzorgers. Bunnik. Oudijk, D., De Boer, A., Woittiez, I., Timmermas, J., & De Klerk, M. (2010). Mantelzorg uit de doeken. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. Royers, T. (2007). Ontspoorde zorg, risico op ouderenmishandeling bij mantelzorg. Utrecht. Tanja, A., De Bruijn, I., Scherpenzeel, R., Brink, S., Van der Kruk, P., & Schreuder Goedheijt, T. (2009). De basisfuncties mantelzorg in de praktijk. Movisie. Tielen, L., Ginkgo Zorgprojecten (2004) Jonge mantelzorgers. Kinderen en jongeren die opgroeien met een langdurig ziek familielid. Factsheet Expertisecentrum Informele Zorg. Utrecht. Timmermans, J. M. (2003). Mantelzorg: over de hulp van en aan mantelzorgers (p. 254). Den Haag: SCP. Van der Veen, J. (2013). Werk en zorg: van knelpunten naar oplossingen. Een overzicht. Veer, A.J.E. de en A.L. Francke (2008) Opgroeien met zorg. Quick scan naar de aard en omvang van zorg, belasting en ondersteuningsmogelijkheden voor jonge mantelzorgers. Utrecht: Nivel. Yeandle, S., Bennet, C., Buckner, L., Shipton, L., & Suokas, A. (2006). Who Cares Wins: The social and business benefits of Supporting Working Carers. Sheffield. 17