Het Functioneel Trainingsprogramma voor Syntaxis (FTS) Van theorie naar Joyce Jacobs
Bachelor Logopedie, Hogeschool Zuyd, Heerlen (NL) (2007-2011) (Erasmustraject Lessius hogeschool, Antwerpen) Master Logopedische en audiologische wetenschappen, KU Leuven (2011-2013) Werkzaamheden: kinderen met taal- en spraakproblemen en afwijkend mondgedrag Publicaties: Ø Jacobs, J., Vanhoof, S., Smessaert, H., Zink, I. (2014) Validiteit van de taalschalen van de Bayley-III-NL: een verkennend onderzoek. Signaal, 23, 20-32. Ø Jacobs, J. (2014). Stageopdracht. Functioneel Trainingsprogramma voor Syntaxis (FTS). Logopedie, 27, 57-66.
Het FTS - van theorie naar Aanleiding Namiddag: het FTS de toepasbaarheid in de
Vanuit KU Leuven: stage (jan.-feb. 2013) - type 1, 2, 3, 8 Kun jij voorzien in concreet oefenmateriaal om de syntaxis te trainen bij de kinderen van onze school? Bubao de Wikke Handleiding en een knipvellenbundel
Ontwikkeling van de syntaxis volgens Goorhuis & Schaerlaekens (2006) (e.a.): Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar)
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) o Taalinhoud (semantiek): Rond 8 maanden: begrip van eenvoudige woorden o Taalgebruik (pragmatiek): Kind leert verschillende communicatieve intenties hanteren o Taalvorm: Fonologie: Vanaf 6 weken: vocaliseren Tussen 7 en 12 maanden: brabbelen Morfologie & Syntaxis: - Nog geen sprake van syntaxis; voor deze fase werden geen zinsbouwoefeningen voorzien Communicatieve intentie Aandacht trekken Op zichzelf Op gebeurtenissen, voorwerpen of andere personen Verzoeken Om objecten Om actie Om informatie Groeten Overmaken Protesteren/verwerpen Antwoorden/bevestigen Informeren
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) o Taalinhoud: Besef dat woorden een verwijzende functie hebben: Protowoorden: o.a. onomatopeeën Woorden met volwassen structuur, passend bij de eigen belevingswereld à uitbreiding van de passieve en actieve woordenschat o Taalgebruik: Het kind leert meer communicatieve intenties toepassen Het kan een gesprek voeren met bekenden over concrete zaken in het hier en nu
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) o Taalvorm: Fonologie: Uitspraak van klinkers, nasalen, occlusieven (t, p, k, b), glijkkank /j/, diftongen, fricatieven (/s/, /ch/, /f/), /h/ & /w/ Nog sprake van vereenvoudigingen t.o.v. volwassen spraak Morfologie: - Syntaxis: (Éénwoordzinnen) Tweewoordzinnen Telegramstijlzinnen
Voortalige fase (0 1;0 jaar) Taalinhoud Fonologie (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) Gezien doelgroep ((jonge) kinderen met matige en ernstige verstandelijke beperkingen) à start met onomatopeeën in volgorde van de fonologische ontwikkeling Taalgebruik Syntaxis 3.1.1 onomatopeeën Voortalige fase: koppeling van communicatieve intenties aan gebaren en vocalisaties : koppeling van communicatieve intenties aan éénwoorduitingen 3.1.2 éénwoordzinnen
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) 3.1.2. Eénwoordzinnen - holofrases (1;0 1;06 jaar): 3.1.1.Onomatopeeën Functies: Benoemen van of verzoeken om een voorwerp lichaamsdelen dieren personen Commentaar en opmerkingen geven over opvallende eigenschappen van personen, gebeurtenissen en objecten weg Verzoeken om een handeling nog wassen rijden eten Vraag om informatie voorwerpen Het geven van een antwoord ja/nee Het trekken van aandacht die/deze kijk Begroeten Hallo/dag
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) 3.1.3. Tweewoordzinnen (1;06-2;0 jaar) 3.1.1.Onomatopeeën 3.1.2.Éénwoordzinnen Talige relaties: Functie-achtige woorden i.c.m. inhoudswoorden Bij een bepaalde persoon (2 zelfstandige naamwoorden) Bij een plaats (2 zelfstandige naamwoorden) Met een actie (zelfstandig naamwoord + werkwoord) Eigenschappen van bepaalde personen of voorwerpen Aandacht-relatie Wens-relatie Negatief element Vraagzinnen Vanaf dit moment ook een opdeling in type zin (mededelend/ontkennend/vragend/gebiedende wijs/samengesteld)
Voortalige fase (0 1;0 jaar) 3.1.3. Tweewoordzinnen (1;06 2;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) 3.1.1.Onomatopeeën 3.1.2.Éénwoordzinnen Mededelende zinnen (1) Talige relaties: functie-achtige woorden i.c.m. inhoudswoorden Zelfstandig naamwoord/aanwijzend voornaamwoord weg daar/hier wel/niet in/uit op aan bij een bepaalde persoon (2 zelfstandige naamwoorden) Broek/ketting etc. papa/mama bij een plaats (2 zelfstandige naamwoorden) Koe/kip etc. wei Vis/vogel etc. water/tak etc. met een actie (zelfstandig naamwoord + werkwoord) Die/deze + kiezen Kind wassen Eend zwemmen Auto/fiets etc. rijden Hond/poes etc. eten Kikker zitten/liggen etc. Brood/melk etc. kopen
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) 3.1.1.Onomatopeeën 3.1.2.Éénwoordzinnen 3.1.3 Tweewoordzinnen (1;06 2;0 jaar) Talige relaties (vervolg): eigenschappen van bepaalde personen of voorwerpen Is rood/geel etc. aandacht-relatie Kijk, vogel/hond etc.! wens-relatie Nog eten Nog banaan/appel etc. Ontkennende zinnen (1) negatief element Mag niet. vraagzinnen
Voortalige fase (0 1;0 jaar) 3.1.4. Meerwoordzinnen telegramstijl (2;0 2;06 jaar): (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) 3.1.1.Onomatopeeën 3.1.2.Éénwoordzinnen 3.1.3.Tweewoordzinnen Tweewoordzinnen uitbreiden met extra woorden Tweewoordzinnen combineren à Een kind geeft de belangrijkste inhoud weer met een minimum aan vormverfijning (vanaf 5;0 jaar) Mededelende zinnen (2): 3 zinsdelen - telegramstijl Bijwoord + zelfstandig naamwoord + (onvervoegd) werkwoord Aanwijzend voornaamwoord + bijwoord + (onvervoegd) werkwoord Nu banaan/appel etc. eten. Zelf gaan gebruiken van functiewoorden Die ook kopen. Overgang naar de differentiatiefase
3.1. (1;0 2;06 jaar) 3.2. (2;06 5;0 jaar) 3.3. (vanaf 5;0 jaar) 3.1. o 3.1.1. Onomatopeeën o 3.1.2. Éénwoordzinnen o 3.1.3. Tweewoordzinnen o Mededelende zinnen (1) o Ontkennende zinnen (1) o 3.1.4. Meerwoordzinnen o Mededelende zinnen (2): 3 zinsdelen telegramstijl
Voortalige fase (0 1;0 jaar) o Taalinhoud Uitbreiding van passieve en actieve woordenschat Nieuwe woordsoorten (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) o Taalgebruik Nieuwe gespreksvormen Vooruitgang in het structureren van een conversatie, de samenhang van de informatie en het vertellen van verhalen Ontwikkeling van het metalinguïstisch bewustzijn (vanaf 5;0 jaar)
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) (vanaf 5;0 jaar) o Taalvorm Fonologie: Het kind beheerst de meeste klanken en klankverbindingen (incl: / d/, liquidae /l/, /r/ en /sj/) Nog sprake van enkele vereenvoudigingen t.o.v. de volwassen spraak, maar het fonologisch systeem is nagenoeg beheerst tussen 4;0 en 4;06 jaar Morfologie: Nieuwe verbuigingen en woordvormen Syntaxis: Overgang van telegramstijl naar volzinnen met toenemende lengte Meer volwassen woordvolgorde Toename in syntactische complexiteit (mededelende, ontkennende, gebiedende, vragende zinnen, samengestelde zinnen)
Vanaf 2;06 Aanleiding jaar +/- 3 jaar 3;06 jaar 4-5 jaar Voortalige fase (0 1;0 jaar) Vanaf 2;06 jr: Gemiddelde uitingslengte van 2 woorden Vraagzinnen: naast een vragende intonatie, ook inversie toepassen (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) Gebiedende zinnen (1) Persoonsvorm + 1 zinsdeel Persoonsvorm + 2 zinsdelen Kleur dit Doe nu dit Vraagzinnen (1) Onderwerp + (werkwoordelijk) gezegde Onderwerp + (werkwoordelijk) gezegde + 1 zinsdeel Ga ik fietsen/schaatsen etc.? Moet deze hier? (vanaf 5;0 jaar)
Vanaf 2;06 jaar +/- 3 jaar 3;06 jaar 4-5 jaar +/- 3 jaar: Vraagzinnen: vraagwoorden wie, wat, waar, later gevolgd door vraagzinnen met welke en hoeveel + Vraagzinnen (1) Wie + 2 zinsdelelen Wat + 2 zinsdelen Waar + 2 zinsdelen Wie wil de pop/de auto etc.? Wat moet hier? Waar moet deze? Vraagzinnen (3) Welke + 3 zinsdelen Hoeveel + 3 zinsdelen Bv: Welke weg moet ik nemen? Vraagzinnen (2) Persoonsvorm + onderwerp + 2 zinsdelen Wie + 3 zinsdelelen Wat + 3 zinsdelen Waar + 3 zinsdelen Bv: Mag ik nu de pop/de auto etc.? Bv: Wie vind jij het leukst?
Vanaf 2;06 jaar +/- 3 jaar 3;06 jaar 4-5 jaar +/- 3 jaar: Mededelende zinnen: vaak in combinatie met een lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp of een bepaling van plaats of tijd Mededelende zinnen (3) 3 zinsdelen Mededelende zinnen (5) 5 zinsdelen Met lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen Onderwerp + persoonsvorm + bijwoordelijke bepaling (van tijd) + lijdend voorwerp + bijwoordelijke bepaling (van plaats). Onderwerp + persoonsvorm + bijwoordelijke bepaling (van tijd) + bijwoordelijke bepaling + bijwoordelijke bepaling (van plaats) Bv: Ik/jij etc. breng(t) nu/morgen een tekening/een appel etc. naar het meisje/de jongen etc. Onderwerp + persoonsvorm + lijdend voorwerp Onderwerp + persoonsvorm + bijwoordelijke bepaling Onderwerp + persoonsvorm + meewerkend voorwerp Bv: Ik ruik spaghetti/vis etc. Bv: De vogel zit op de tafel/de kast etc. Bv: De auto/de pop etc. is voor de jongen/het meisje. Mededelende zinnen (4) 4 zinsdelen Met lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen Bv: Onderwerp + persoonsvorm + bijwoordelijke bepaling (van tijd) + lijdend voorwerp Bv: Onderwerp + persoonsvorm + lijdend voorwerp + bijwoordelijke bepaling (van plaats) Bv: Onderwerp + persoonsvorm + lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp Bv: De timmerman wil nu deze (/ de hamer etc.)
Vanaf 2;06 jaar +/- 3 jaar 3;06 jaar 4-5 jaar +/- 3 jaar: Ontkennende zinnen: ontkennende woord binnen de zin geen duidelijk onderscheid tussen geen, niet en nee dubbele ontkenningen komen soms voor Samengestelde zinnen: Nevenschikkende zinnen met en of en dan Ontkennende zinnen (2) Ontkenning met geen Ik lust geen komkommer/tomaat etc. Samengestelde zinnen (1) Nevenschikkende zin met en Nevenschikkende zin met en dan Bv: Hij/zij wil dit ijsje en hij/zij wil dit ijsje
Vanaf 2;06 jaar +/- 3 jaar 3;06 jaar 4-5 jaar Samengestelde zinnen: langere verhalen, door het gebruik van de nevenschikkingen als: en dan, en toen Vraagzinnen: meer abstracte vraagwoorden zoals waarom, hoe en wanneer + Vraagzinnen (3) Hoe + 3 zinsdelen Wanneer + 3 zinsdelen Waarom + 3 zinsdelen Persoonsvorm + onderwerp + 3 zinsdelen + Samengestelde zinnen (1) Nevenschikkende zin met en toen Bv: Hoe gaat hij/zij op vakantie?
Vanaf 2;06 jaar +/- 3 jaar 3;06 jaar 4-5 jaar Samengestelde zinnen: à nevenschikkende en ondergeschikte zinnen: voegwoorden zoals: als, omdat, maar, of, waar, toen, want Samengestelde zinnen (2) Nevenschikkende zin met maar en want Bijzin met: om te, als, omdat, of, waar, welke, dat, wat, hoeveel Bv: Deze heb ik al, maar die nog niet Bv: Ik ga naar de winkel om een bal/een vis etc. te kopen. Mededelende zinnen (6) 6 zinsdelen Nu geef ik ook een cadeautje aan mijn broer/mijn zus etc.
3.1. (1;0 2;06 jaar) 3.2. (2;06 5;0 jaar) 3.3. (vanaf 5;0 jaar) 3.2. o Gebiedende zinnen (1) o Vraagzinnen (1) o Mededelende zinnen (3) 3 zinsdelen o Vraagzinnen (2) o Ontkennende zinnen (2) o Mededelende zinnen (4) 4 zinsdelen o Medelende zinnen (5) 5 zinsdelen o Samengestelde zinnen (1) o Vraagzinnen (3) o Samengestelde zinnen (2) o Mededelende zinnen (6) 6 zinsdelen
Voortalige fase (0 1;0 jaar) Geen nieuwe aspecten, maar wel optimalisatie van de mondelinge taal; grootste vooruitgang op vlak van de schriftelijke taal (wisselwerking) o Taalinhoud (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) Vrij grote passieve en actieve woordenschat Deze blijft zich verder ontwikkelen o Taalgebruik Vooruitgang op vlak van vertelvaardigheden Uitbreiding van het metalinguïstisch bewustzijn Ontwikkeling van beeldspraak en metaforen (vanaf 5;0 jaar)
Voortalige fase (0 1;0 jaar) (1;0 2;06 jaar) (2;06 5;0 jaar) o Taalvorm: Fonologie: alle klanken en klankverbindingen zijn beheerst Morfologie: alle onregelmatige verbuigingen en vervoegingen worden adequaat gevormd Syntaxis Vlotter leren maken van zinsstructuren à vrij lang en complex De basis hiervan is beheerst (vanaf 5;0 jaar)
Voortalige fase 3.1 3.2 3.3 Passieve zinnen Samengestelde zinnen: Met betrekkelijke voornaamwoorden (die, dat) Voegwoorden van onderschikking (o.a. terwijl en rond 10 jaar: tenzij, indien, hoewel) Vraagzinnen: Waarlangs Waarmee Waarover Waarin Vraagzinnen (4) Waarmee + 2 zinsdelen Waarover + 2 zinsdelen Waarin + 2 zinsdelen Waarlangs + 2 zinsdelen Bv: Waarmee kan ik afwassen/sleeën etc.? Mededelende zinnen (7) lijdende vorm De jongen wordt geduwd door het meisje/ Het meisje wordt geduwd door de jongen. Samengestelde zinnen (3) Bijzin met die Bijzin met dat Bijzin met die en dat Bijzin met terwijl Bv: Zoek de man/de vrouw/de mensen/de jongen die... Samengestelde zinnen (4) Bijzin met tenzij Bijzin met indien Bijzin met hoewel Bv: Ik mag mee, tenzij...
3.1. (1;0 2;06 jaar) 3.2. (2;06 5;0 jaar) 3.3. o Mededelende zinnen (7) lijdende vorm o Samengestelde zinnen (3) o Vraagzinnen (4) o Samengestelde zinnen (4) 3.3. (vanaf 5;0 jaar)
3.1. 3.3. o 3.1.1. Onomatopeeën o 3.1.2. Éénwoordzinnen o 3.1.3. Tweewoordzinnen o Mededelende zinnen (1) o Ontkennende zinnen (1) o 3.1.4. Meerwoordzinnen o Mededelende zinnen (2): 3 zinsdelen telegramstijl o Mededelende zinnen (7) lijdende vorm o Samengestelde zinnen (3) o Vraagzinnen (4) o Samengestelde zinnen (4) 3.2. o Gebiedende zinnen (1) o Vraagzinnen (1) o Mededelende zinnen (3) 3 zinsdelen o Vraagzinnen (2) o Ontkennende zinnen (2) o Mededelende zinnen (4) 4 zinsdelen o Medelende zinnen (5) 5 zinsdelen o Samengestelde zinnen (1) o Vraagzinnen (3) o Samengestelde zinnen (2) o Mededelende zinnen (6) 6 zinsdelen
Voorbeeld
Doel: op een speelse en functionele manier de syntaxis trainen bij kinderen met een zinsbouwniveau tussen ± 1 en 10 jaar Opbouw: Handleiding: Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Opbouw van het programma en de verantwoording van de gemaakte keuzes Hoofdstuk 3: Syntaxisoefeningen (103) Opdeling naar fase, gebaseerd op syntaxisontwikkeling, zoals beschreven in het theoretisch Opdeling naar type zin Knipvellenbundel (75 knipvellen)
Artikel schrijven (Logopedie, 27, 57-66) Benaderd door VVL om het programma uit te geven Aanpassingen: toevoeging van enkele oefeningen in de voltooiingsfase uitbreiding met opmerkingen t.b.v. meer mogelijke doeluitingen en/of suggesties met concreet materiaal/spelsuggesties & uitbreiding van de theorie van hoofdstuk 1 en 2 onomatopeeën geordend o.b.v. fonologie zinsstructuur op elke pagina toevoeging van Luuk en Lien Presentatie op het VVL congres
Referenties Beers, W. (1995) The Phonology of Normally Developing and Language-Impaired Children. Amsterdam: IFOTT. Goorhuis, S.M. & Schaerlaekens, A.M. (2006). Handboek taalontwikkeling, taalpathologie en taaltherapie bij Nederlandssprekens kinderen. Utrecht: De Tijdstroom. Rodenburg-van Wee, M., Koopman, J. & Wit, de, C. (2013). Communicatieve taaltherapie voor kinderen. Bussum: Coutinho. Schaerlaekens, Zink & van Ommeslaeghe (2003). Reynell Taalontwikkelingsschalen, handleiding, tweede versie. Lisse: Swets & Zeitlinger. Zink & Smessaert (2009). Taalontwikkeling stap voor stap. Herentals: Vlaamse Vereniging voor Logopedisten. Zink, I. & Breuls, M. (2012). Ontwikkelingsdysfasie. Een stoornis die meer aandacht dan namen verdient. Antwerpen- Apeldoorn: Garant. De afbeeldingen van Luuk en Lien Depositphotos.com/[meshaq2000]; Stockfresh.com/[meshaq2000].