Zorgplan Jenaplanschool De Overkant

Vergelijkbare documenten
ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs. 24 maart 2010

Protocol Ontwikkelingsperspectief. 1. Inleiding. 2. Wet en regelgeving. 3. Huidig toezicht- en waarderingskader inspectie

Masterclass Handelingsgericht Werken voor IB ers en rekenspecialisten

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Werken met groepsplannen in het VO Naar handelingsgericht werken. Schoolpsychologencongres maart 2013 Arjan Clijsen

Handelingsgericht werken in het VO Op maat ontwerpen en invoeren onderwijszorgroute. Dag van de zorgcoördinator 2013

Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

Agenda. 1. Externen 2. Taken IB-er 3. Zorgstructuur nu 4. Zorgstructuur toekomst 5. Vragen 6. Zorgmarkt

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

Handelingsgericht werken

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

5 oktober 2010 ZORGTRAJECT DE POELJEUGD

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

Samenvatting Ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. Nassauschool Groningen

De inrichting van de organisatie, een overzicht van de betrokkenen en een overzicht van de zorgniveaus. De cyclus handelings gericht werken

Notitie voor leerkrachten

Interne zorgstructuur

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

PCBS De Schalm Zorgplan PCOAZ

Niveaus van zorg in 6 stappen

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Schoolondersteuningsprofiel

Handboek. Handelingsgerichte Procesdiagnostiek (HGPD)

Protocol Leerlingenzorg

Beleid leerlinggebonden financiering

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

Schoolondersteuningsprofiel

Handelingsgericht Werken. Onderwijsdag Enschede 20 maart 2012 Maria Bolscher

Openbare Daltonschool Overschie Postbus AC Rotterdam. Zorgplan

Schoolondersteuningsprofiel

Ontwikkelingsperspectief in het basisonderwijs. Maart 2014

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

Preventieve Ambulante Begeleiding

Schoolondersteuningsprofiel

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

Ouderavond 16 november. 7 mei 2007

ZORG- EN BEGELEIDINGSDOCUMENT BASISSCHOOL DE BONGERD

HGW en OGW, de Groepsbespreking centraal! Jildou Grovenstein- Piersma November 2016

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

Schoolondersteuningsprofiel

1. Inleiding Algemene gegevens contactgegevens 2.2 visie 2.3 kengetallen

zorgvisie Heilige familie Lagere school

ZORGPLAN 5 NIVEAUS VAN ZORG

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Box 4: Evaluatie HGW in het handelen van de student tijdens stage

Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan

Schoolondersteuningsprofiel

Toelichting ontwikkelingsperspectief

4. De zorg. 4.1 De gewone zorg en het leerlingvolgsysteem

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Handboek Handelingsgerichte Procesdiagnostiek (HGPD)

OSBO. Ontwikkelingen OSBO Inspectiebezoek OSBO Positie OSBO in het SWV Passend Onderwijs Groep

Cornelis Haak School

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

PROTOCOL instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen

Overzicht voorbereiden / verwerken plaatsing (zie ook bijlage)

Werken vanuit een ontwikkelingsperspectief

Mijn kind gaat naar school en dan..? Welk zorgaanbod mag ik verwachten?

Schoolondersteuningsprofiel. 14GF00 De Zeester

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute

De zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in beeld Basis is het beleidstuk Het zorgsysteem in het basisonderwijs SWV H-M-S

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Schooljaar Schoolondersteuningsprofiel van Anne Frankschool De Basis

Handreiking bij het opstellen van het Schoolondersteuningsprofiel versie mei 2019

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

SCHOOL ONDERSTEUNINGS PROFIEL

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 1

C:\Users\admin\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Outlook\DY4SI3QT\Zorgstructuur de Reuzepas.doc

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Procedure Aanvraag TLV

BLIJF GELUKKIG OP SCHOOL

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum

analyse van de opbrengsten.

Zorgplan PCBS Impuls

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Werken met een ontwikkelingsperspectief

1. Ons beleid over ons pedagogisch klimaat wordt door alle teamleden toepast.

Hoofdstuk 5 schoolplan

Horizontaal rooster Op Bij de Bron wordt met een horizontaal

Schoolondersteuningsprofiel versie 2.0

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen

Checklist bij 'Een doorgaande lijn PO - VO voor hoogbegaafde leerlingen'

PASSEND ONDERWIJS: samenwerken aan kwaliteit.

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Transcriptie:

Zorgplan Jenaplanschool De Overkant September 2013 Monique Gadellaa

INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN... 3 1.1 AANSLUITEN BIJ VISIE EN MISSIE...3 1.2 DOELSTELLINGEN...3 2 UITGANGSPUNTEN... 4 2.1 ALGEMEEN...4 3 STAPPENPLAN VAN BEGELEIDING... 5 3.1 BEGELEIDINGSNIVEAU 1: ALGEMENE REGULIERE EN PREVENTIEVE BEGELEIDING IN DE GROEP...5 3.1.1 Handelingsgericht werken...5 3.1.2 De cyclus van het handelingsgericht werken...6 3.1.3 Groepsplannen...8 3.1.4.1 Checklist voorbereiding groepsbespreking...8 3.2 BEGELEIDINGSNIVEAU 2: SPECIALE BEGELEIDING IN SAMENWERKING MET DE INTERN BEGELEIDER...9 3.2.1 kortdurende speciale zorg in de groep...9 3.2.2 langdurige speciale zorg in de groep...10 3.3 BEGELEIDINGSNIVEAU 3: SPECIALE BEGELEIDING MET INZET VAN EXTERNEN...11 3.3.1 Samenwerkingsverband...11 3.3.2 Leerlingbespreking...11 3.3.2.1 Checklist Leerlingbespreking...11 3.3.3 Weer samen naar school ( WSNS)...13 3.3.4 Regionale Expertise Centrum...13 3.3.5 Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL)...13 3.3.6 Externe hulp via ouders...15

1 ALGEMEEN 1.1 Aansluiten bij visie en missie Ieder kind is uniek en staat bij ons centraal. We ondersteunen de kinderen in hun ontwikkeling door hen aan te spreken op hoofd ( denken), hart ( voelen), en handen ( ervaren) de drie H s en ieder kind heeft kwaliteiten op deze gebieden.* Als missie, zeg maar ons innerlijk kompas, hebben we geformuleerd: De Overkant is een school om je thuis te voelen. We willen dat elk kind de mogelijkheid krijgt om zich op zijn of haar niveau maximaal te ontwikkelen in het ontplooien van intellectuele, sociaal emotionele, creatieve en motorische vaardigheden. We helpen de kinderen zelf en samen verantwoordelijkheid voor het leren, de gemeenschap en de omgeving te nemen. * Als kernwaarden formuleren we aansluitend, dat: We een pedagogisch gerichte leergemeenschap zijn, die uitgaat van het creatief en innovatief, dus probleemoplossend vermogen van het kind. Waarbinnen we met zoveel mogelijk ruimte voor verschil van elkaar leren en we nauw samenwerken met de ouders en de kinderen een rijke leeromgeving bieden. Bij het begeleiden van de kinderen gaan we uit van de mogelijkheden en talenten van de kinderen in plaats van het centraal stellen van datgene wat het kind niet kan. 1.2 Doelstellingen Met dit document willen we de volgende doelen bereiken: Afstemming van het onderwijs op de (onderwijs)behoeften van de kinderen, zodat alle kinderen passend onderwijs ontvangen en zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten. Handelingsgericht en planmatig omgaan met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen. Vroegtijdig signaleren van kinderen die extra aandacht nodig hebben(preventie) en het proactief signaleren welke kinderen komende periode extra instructie en begeleiding nodig hebben bij het passeren van cruciale momenten in de leerlijn. Bieden van passend onderwijs voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Transparant maken en verbeteren van de onderwijs- en begeleidingsstructuur in school, met de groepsleiders die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs en de begeleiding van kinderen in hun groep, met een duidelijke taak en rol voor de interne begeleider en met de directeur die de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding in de school bewaakt en aanstuurt op een schoolcultuur waarin het gewoon is om met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen om te gaan.

2 UITGANGSPUNTEN 2.1 Algemeen Wij bieden onderwijs en begeleiding aan alle kinderen. Bij kinderen die extra begeleiding nodig hebben, spreken we van specifieke (onderwijs)behoeften. Het onderwijs is zodanig ingericht dat er sprake is van een ononderbroken ontwikkelingsproces van kinderen. Wij stemmen de voortgang van onze lessen af op de ontwikkeling van de kinderen. In plaats van de zorg op uitvallers te richten willen we proactief denken en handelen. We signaleren vroegtijdig welke kinderen extra aandacht nodig hebben. Hierbij kijkt de groepsleider niet alleen achteruit maar ook vooruit: welke cruciale leermomenten in de leerlijn komen de komende periode aan bod en welke kinderen hebben hierbij extra instructie en begeleiding nodig? We richten ons door middel van doelgericht protocollen zowel op kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, hoog of meerbegaafdheid (verdiept aanbod) als kinderen met een ontwikkelingsachterstand (intensief aanbod). We richten ons op de positieve aspecten van een kind en zijn omgeving. Wat kan dit kind goed? Wat vindt dit kind leuk? Waarin is deze groepsleider sterk? Waarin zijn deze ouders goed? We lokaliseren problemen niet alleen in het kind, maar kijken naar dit kind in deze groep, bij deze groepsleider, in deze school, met deze ouders. We spreken niet alleen over het kind, maar ook met het kind Bij het omgaan met de verschillende (onderwijs)behoeften van een kind in de stamgroep kiezen we als insteek voor het werken met groepsplannen. In het groepsplan geeft de groepsleider doelgericht aan hoe hij/zij de komende periode met de verschillende onderwijsbehoeften van de kinderen in zijn/haar groep omgaat. Het werken met een veelheid van individuele handelingsplannen is in de praktijk onuitvoerbaar en gaat vaak ten koste van de kwaliteit van de instructie en de begeleiding. We streven ernaar de kinderen in de groep te begeleiden en gebruik te maken van de zone van de naaste ontwikkeling. We vinden dat kinderen zoveel mogelijk in de stamgroep onderwijs dienen te krijgen en niet in een uitzonderingspositie geplaatst moeten worden. In de groep leren de kinderen het meeste van elkaar. De groepsleider is de beslissende factor bij het afstemmen van het onderwijs op de (onderwijs)behoeften van het kind. Het is belangrijk dat de groepsleider reflecteert over zijn/haar aanbod en zijn/haar handelen. Interne en externe begeleiding is erop gericht de competenties/vaardigheden van de groepsleider te vergroten bij het afstemmen van het onderwijs op de behoeften van de kinderen. De taken van de interne begeleider zijn: De interne begeleider functioneert als een spin in het web rondom alle punten in dit zorgplan. Zij begeleidt de groepsleider bij het uitvoeren van de verschillende stappen in het plan. Ook volgt zij de voortgang en leidt groepsbesprekingen en kindbesprekingen in school. Verder is de interne begeleider de schakel naar externe zorg. De taken van de directeur hierin zijn: Dragen van de eindverantwoordelijk voor de zorg binnen de school. Direct betrokken zijn bij complexe leerling problematiek. Initieert veranderingen en ontwikkelingen samen met de interne begeleider. Plannen van structureel overleg met de interne begeleider. Stimuleren van scholing op het gebied van zorg. Onderhandelen en maken van afspraken met externe zorginstanties ( contracten, financiën e.d.).borgen van de ingezette ontwikkelingen. Blijft op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen m.b.t. de zorg. En legt verantwoording aan het bevoegd gezag.

3 STAPPENPLAN VAN BEGELEIDING 3.1 Begeleidingsniveau 1: algemene reguliere en preventieve begeleiding in de groep Onder de basiszorg vallen de maatregelen van de school, die in te zetten zijn voor alle kinderen, zoals het bieden van hulp in de groep, de begeleiding en coaching door de intern begeleider en/of de inzet van andere deskundigen binnen het team. De groepsleider is als professional verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding. Groepsleiders houden bij instructie en verwerking rekening met niveauverschillen tussen leerlingen volgens het directe instructiemodel. De klassenorganisatie draagt bij aan het bieden van mogelijkheden tot differentiatie. De intern begeleider vervult binnen de school een coördinerende en begeleidende rol op het gebied van de leerlingenzorg. Hiertoe ondersteunt deze de groepsleiders door het systematisch bespreken van de groepsoverzichten en indien nodig een individuele leerlingbespreking aan de hand van een hulpvraag van de groepsleider. Deze begeleiding gebeurt door middel van het volgen van de cyclus van het handelingsgericht werken. Ouders zijn vanaf de eerste schooldag gesprekspartners van school en de groepsleiders. Uitwisseling van informatie is van wezenlijk belang voor een goede begeleiding van de kinderen. Vanuit de visie van het handelingsgerichte werken, gaan we uit van een voortdurende samenwerking tussen groepsleider, kind, ouders en begeleiders. Door het systeemdenken gaan we er vanuit dat het één van invloed is op het ander. Daarom worden de ouders en de kinderen zelf betrokken in het benoemen van de onderwijsbehoeften. Wat heeft dit kind, in deze stamgroep, met deze groepsleider nodig? Als er vervolgens na grondig overleg het besluit is gekomen dat er een handelingsplan of een ontwikkelingsperspectief gemaakt moet worden om de speciale onderwijsbehoeften tegemoet te komen. Gaat dit altijd in overleg met ouders en moet het document ondertekent worden door de ouders. 3.1.1 Handelingsgericht werken We werken op basisschool de Overkant volgens het principe van handelingsgericht werken, zoals die binnen een 1-zorgroute wordt doorlopen. Hieronder volgen de uitgangspunten van handelingsgericht werken zoals deze gelden voor de begeleiding op onze school. Aan de basis van het werken met onderwijsbehoeften staat het accepteren van het feit dat kinderen verschillen. Het gaat erom wat dit kind van deze ouders, in deze groep bij deze groepsleider op deze school voor de komende periode nodig heeft. De onderwijsbehoeften richten zich op leerdoelen betreffende de vak- en vormingsgebieden en op sociaal-emotionele en werkhoudingsaspecten. Kindkenmerken worden dus vertaald naar onderwijsbehoeften. Kenmerken van Handelingsgericht werken: 1. Systematiek en transparantie Dit betekent voor de groepsleider dat hij planmatig handelt. We doorlopen een stap voor stap werkwijze en dit is transparant voor alle betrokkenen. De groepsleider verzamelt gegevens m.b.v. toetsen, vragenlijsten, observaties, gesprekken met ouders en kind. Alle informatie moet bijdragen tot het begrijpen van het kind en tot de aanpak die dit kind nodig heeft.

2. Doelgericht werken Bij HGW werken we doelgericht: waar willen we naar toe, wat is ons doel en wat hebben we nodig om dit doel te bereiken? We verzamelen alleen informatie die relevant is voor de diagnostiek en advisering aan school en ouders. De als-dan redenering staat centraal: Als we weten dat., dan kunnen we beslissen dat.. 3. Afstemming en wisselwerking Kinderen ontwikkelen zich niet in een isolement maar in een context: de onderwijsleersituatie op school (groepsleider en groepsgenoten), de opvoedingssituatie thuis (ouders, broertjes, zusjes, opa, oma en oppas) en in hun vrije tijd (sportclub, buurthuis, naschoolse opvang, op straat). HGW richt zich dus niet enkel op het kind maar op het kind in interactie met zijn omgeving. Adaptief onderwijs doelgericht en effectief omgaan met verschillen tussen kinderen is hiervoor een noodzaak. 4. Samenwerken Samenwerking met direct betrokkenen tijdens het gehele traject is belangrijk bij HGW. Het is van belang om ouders en kind vanaf de start mee te nemen in het traject. Vragen, zorgen en verwachtingen van ouders worden serieus genomen. De groepsleider en de interne begeleider zijn de onderwijsprofessionals, de ouders zijn de ervaringsdeskundigen. Kinderen zelf zijn ook een belangrijke samenwerkingspartner bij HGW. De wijze waarop kinderen de situatie en zichzelf zien, bepaalt in grote mate hun gedrag en hun motivatie om hun gedrag te veranderen. Kinderen hebben vaak zelf goede verklaringen en simpele oplossingen. 5. Positieve kenmerken Door een eenzijdige nadruk op problemen zien we de positieve kenmerken van een kind, de onderwijsleer- en de opvoedingssituatie over het hoofd. HGW richt zich op de sterke kant van het kind, de groepsleider, school, groep en de ouders. Wat goed gaat is verder uit te bouwen in een plan van aanpak. 6. De groepsleider doet ertoe Groepsleiders realiseren passend onderwijs en leveren daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van kinderen op het gebied van leren, werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren. Met andere woorden: het is de groepsleider die het doet. Ook hij/zij kan ondersteuningsbehoeften aangeven. 3.1.2 De cyclus van het handelingsgericht werken In het schema zien we de cyclus van handelingsgericht werken (HGW), zoals die binnen de 1- zorgroute wordt doorlopen op basisschool De Overkant Dit is een systematische manier van omgaan met verschillen tussen kinderen. De 1-zorgroute beschrijft in onderlinge afstemming de stappen en beslismomenten die cyclisch in de zorg aan leerlingen op groepsniveau, op schoolniveau en op het niveau van de bovenschoolse zorg in het samenwerkingsverband/regio gezet worden.

Om een passend onderwijs- en begeleidingsaanbod te kunnen bieden doorlopen we de volgende stappen 4 keer per jaar: Stap.1 Interesseren; We gaan na wie de kinderen zijn, in deze groep en welke onderwijs en begeleidingsbehoeften hebben zij? Dit is een belangrijke en intensieve fase, waar d.m.v. observaties en gesprekken door de groepsleiders gekeken wordt naar het kind. Bij Stap 2. Interpreteren en stap 3 organiseren; nemen de groepsleider beslissingen over deze algemene zorg aan zijn/haar kinderen door middel van inventarisatie op groepsoverzichten en het interpreteren van de onderwijs- en begeleidingsbehoeften in het groepsplan. Registratie van het proces vindt plaats in het kind- volgsysteem en/ of groepsoverzichten en plannen. Door handelingsgericht te werken op groepsniveau wordt het werken met een veelheid aan individuele handelingsplannen sterk verminderd. Bij Stap 4. Realiseren; groepsleiders voeren het geplande onderwijs en begeleidingsaanbod uit. Zij maken daarbij gebruik van hun leiderschapcapaciteiten, Inhoud (de kennis van leerlijnen, doelen, achtergronden), Didactiek en Organisatie. Stap 5 Reflecteren; groepsleiders kijken terug op de acties en gaan na of de doelen bereikt zijn door middel van het afnemen van methode gebonden en de methode onafhankelijke toetsen van CITO. Het reflecteren gebeurt in samenspraak met kinderen, groepsleiders en ouders Opbrengstgericht werken binnen de basiszorg omvat aantoonbare leerresultaten overeenkomstig de gestelde doelen in het groepsplan op grond van ontwikkelingsperspectieven voor elk kind en een proces dat gekenmerkt wordt door goede kwaliteit van onderwijs-op-maat en begeleiding.

3.1.3 Groepsplannen Wij werken op 'de Overkant' met groepsplannen. Het werken met groepsplannen heeft als doel, dat de differentiatie binnen de groepen in kaart wordt gebracht, zodat de groepsleider steeds een overzicht heeft van welke hulp wanneer aan welke kinderen moet worden geboden. Belangrijk is, dat de doelstelling in de groepsplannen zo concreet mogelijk is, zodat de opbrengst goed is vast te stellen. De groepsplannen worden twee keer per schooljaar opgesteld, en twee keer tussentijds geëvalueerd. Het opstellen van een groepsplan is dus een onderdeel van de 1- zorgcyclus die hierboven in hoofdstuk 3.1.2 is beschreven. 1 Interesseren door middel van waarnemen en evaluatie 2 Interpreteren / begrijpen van de gegevens 3 Organiseren, het opstellen van een groepsplan 4 Realiseren en organiseren wat de groep nodig heeft d.m.v. het uitvoeren van het groepsplan. 5 Om vervolgens weer te reflecteren door te evalueren zie stap 1 Elke cyclus wordt afgesloten met een groepsbespreking. Deze bespreking is gelijk het begin van een nieuwe cyclus. Er vinden dus 4 groepsbesprekingen plaats binnen een schooljaar. 3.1.4 Groepsbesprekingen Na elke cyclus vind er zoals hierboven al besproken is een groepsbespreking plaats. Tijdens deze groepsbespreking wordt het groepsplan van de cyclus tussentijds geëvalueerd of er vindt een eindevaluatie plaats naar aanleiding van de analyse van de resultaten en bevindingen. Dit hangt af in welke periode we van het jaar zitten. Hieronder staat beschreven welke punten er besproken kunnen worden. Het gesprek vindt altijd plaats tussen leerkracht en interne begeleider. 3.1.4.1 Checklist voorbereiding groepsbespreking Tijdens een groepsbespreking staan het groepsoverzicht en het groepsplan centraal. Doel hiervan is dat de groepsleider gemotiveerd is om het groepsplan te realiseren. Het is daarom van groot belang dat de groepsleider zelf aangeeft welke punten en vragen hij/zij heeft. Deze checklist is bedoeld als een middel om dit helder te krijgen. Het is dus niet verplicht om alle vakjes in te vullen! Mogelijke bespreekpunten en vragen betreffende De organisatie, sfeer en communicatie - Hoe verloopt het klassenmanagement en zelfstandig werken? - Hoe verloopt de samenwerking tussen leerlingen onderling en met jou? - Hoe verlopen de gesprekken met ouders? - Waar ben je tevreden over? Welke twijfels heb je nog? De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben Is het gelukt om de leerlingen te signaleren die: - extra begeleiding nodig hebben? - meer uitdaging en verdieping nodig hebben? De leerlingen waarvan je hun onderwijsbehoeften nader wilt bespreken - Wat is precies je vraag bij die leerlingen? Concrete bespreekpunten

- Bij welke leerlingen denk je aan nader onderzoek? - Bij welke leerlingen denk je aan aanmelding voor een leerlingbespreking of zorgteam en met welke vraag? - Welke voorbereiding is daarvoor nodig? Wie zou je bij die bespreking willen uitnodigen en waarom? De clustering van leerlingen - Welke vragen/twijfels heb je ten aanzien van het clusteren? - Is deze clustering voor jou haalbaar qua organisatie? - Wat zijn jouw ontwikkelpunten en begeleidingsvragen? Het opstellen van het groepsplan - Welke vragen heb je bij de doelen voor de hele groep, de subgroepjes of een individuele leerling? - Welke vragen heb je over het onderwijsaanbod voor de hele groep, de subgroepjes of een individuele leerling? - Is duidelijk wanneer, hoe en door wie er geëvalueerd wordt of de doelen bereikt zijn? Het realiseren van het groepsplan. Stel je zelf voor hoe de uitvoering van het groepsplan er in de praktijk uitziet! - Hoe maak je de vertaling naar de week- en dagplanning? - Waar twijfel je over en wat zijn je vragen? - Hoe schat jij in dat de samenwerking met de andere betrokkenen zal verlopen? - Wat heb jij nodig aan ondersteuning of begeleiding om je groepsplan uit te voeren? - Welke observatie- en/of bespreekpunten heb je voor het groepsbezoek? 3.2 Begeleidingsniveau 2: speciale begeleiding in samenwerking met de intern begeleider Kinderen met speciale zorg worden door de groepsleider of IB-er van de school onderzocht en/of geobserveerd. Dit zijn kinderen die individuele ondersteuningsbehoeften hebben. Er wordt daarna door de groepsleider in samenspraak met ouders en de IB-er een individueel handelingsplan opgesteld, waarin wordt beschreven wat de hulpvraag is, wat belemmerende factoren, krachten en de onderwijsbehoeften van een kind zijn. Verder worden haalbare doelen gesteld voor een periode van maximaal 8 weken. Er wordt hierin duidelijk beschreven wie het plan uitvoert en na de gestelde periode vindt er een evaluatie met ouders plaats. Binnen dit niveau is er sprake van een tweedeling: kortdurende speciale zorg in de groep ook wel het handelingsplan genoemd, en er is de langdurige speciale zorg in de groep in de vorm van een ontwikkelingsperspectief. 3.2.1 kortdurende speciale zorg in de groep Een handelingsplan is een plan dat voor een periode van ongeveer 8 weken gedetailleerd aangeeft wat, hoe, wanneer, door wie en waar zal plaatsvinden in of buiten de groep. Dit plan kan gericht zijn op een vakgebied maar ook opgesteld worden voor een interventie op gedrag. In het handelingsplan staat:

het niveau van uw kind; de onderwijsdoelen voor uw kind; de maatregelen om die doelen te bereiken; hoe de extra uren begeleiding voor uw kind worden ingezet; welke externe deskundigen de school inschakelt; welke speciale voorzieningen de school treft; de manier waarop de vorderingen van uw kind worden geregistreerd. Ouders worden betrokken bij het opstellen van het handelingsplan door vooraf met ze te overleggen en ze te laten meebeslissen over het plan. Het handelingsplan wordt aan het begin en aan het eind van de proces met de ouders besproken. U bent als ouder verplicht om de afspraken uit het handelingsplan na te komen. 3.2.2 langdurige speciale zorg in de groep Onder langdurig speciale zorg valt een ontwikkelingsperspectief (OP). Een OP is een plan wat aantoont dat een leerling geheel of gedeeltelijk is losgekoppeld van het reguliere curriculum, van de eigen groep, en een individueel programma heeft. In dit plan moet worden aangetoond dat deze leerlingen als gevolg van beperktere leercapaciteiten een eigen leerlijn hebben en niet als gevolg van lage ambities van de school of tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs op school. Vier vragen van de schoolinspectie zijn bij deze indicator aan de orde: 1 Heeft de school leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? een SO of een SBO indicatie leerlinggebonden financiering een verwachte uitstroom naar het praktijk- of voortgezet speciaal onderwijs cognitieve of sociaal-emotionele belemmeringen op één of meerdere van de vakgebieden rekenen en wiskunde, technisch lezen of begrijpend lezen. Tot deze laatste groep behoren vooral leerlingen die naar verwachting zullen uitstromen naar het LWOO 2 Heeft de school voor deze leerlingen een realistisch ontwikkelingsperspectief geformuleerd? Het is van belang om in te schatten of de school ontwikkelingsperspectieven voor de betreffende leerlingen heeft bepaald en of deze voldoende onderbouwd en realistisch zijn. Het raadplegen van externe deskundigheid, waarbij overleg binnen het samenwerkingsverband, met de schoolbegeleider, met de eigen orthopedagoog of psycholoog is daar het meest voor de hand liggend. De inspectie eist hierbij overigens in het regulier basisonderwijs geen IQ onderzoek. De school moet wel kunnen aantonen dat de achterstand is veroorzaakt door kindkenmerken en niet door tekortschietend onderwijs. De inspectie acht dit essentieel bij de beslissing om over gaan tot een eigen leerlijn. Formulering moet plaatsvinden in DLE= Didactische Leeftijdsequivalent of VS=Vaardigheidsscores. 3 Heeft de school tussendoelen afgeleid van het ontwikkelingsperspectief Een goede eigen leerlijn bevat dus: een ontwikkelingsperspectief voor het betreffende vakgebied dat is bepaald aan de hand van het verwacht uitstroomniveau van de leerlingen Tussendoelen die bepaald zijn aan de hand van het ontwikkelingsperspectief. Een beredeneerd, gepland aanbod dat is bepaald op basis van de tussendoelen. 4 Volgt de school de ontwikkeling van deze leerlingen aan de hand van de tussendoelen en het

ontwikkelingsperspectief? Ontwikkelen deze leerlingen zich naar verwachting? Er moeten minstens twee tussentijdse evaluaties hebben plaatsgevonden met vastgestelde tussendoelen. Deze evaluaties moeten gecommuniceerd worden met de ouders. 3.3 Begeleidingsniveau 3: speciale begeleiding met inzet van externen Wanneer de begeleiding op school niet toereikend is, wordt de stap gemaakt naar het niveau van begeleiding door het samenwerkingsverband of een externe zorgaanbieder. In dit proces is de IB-er het aanspreekpunt voor de ouders. 3.3.1 Samenwerkingsverband Indien intern onderzoek vragen oproept, die niet door de eigen schoolorganisatie beantwoord kunnen worden, dan kan de IB-er in samenspraak met ouders begeleiding vanuit het samenwerkingsverband inschakelen. Een samenwerkingsverband bestaat uit een groot aantal basisscholen en één of meer scholen voor speciaal basisonderwijs. De speciale school voor basisonderwijs vervult daarbinnen de rol van kenniscentrum. Daar worden de kinderen die intensieve speciale zorg nodig hebben opgevangen. Ze kunnen hun zorg verbreden door bijvoorbeeld ambulante begeleiding te bieden. Ook ondersteunen zij basisscholen in de ontwikkeling of uitbreiding van hun zorg. 3.3.2 Leerlingbespreking De vorm waarin de hierboven genoemde complexere vragen van de leerkracht betreffende een individuele leerling naar voren komen is een leerlingbespreking. In geval van een complexe vraagstelling kan in de groepsbespreking (en na mondelinge toestemming van de ouders) het besluit genomen worden om een leerling aan te melden voor de leerlingenbespreking. In een leerlingenbespreking staat het beantwoorden van de begeleidingsvraag van de leerkracht centraal. Het is de bedoeling dat de onderwijsbehoeften van de betrokken leerling worden verhelderd en hoe de leerkracht in het groepsplan aan deze onderwijsbehoeften de komend periode tegemoet kan komen. Als tijdens de leerlingenbespreking onvoldoende antwoord of onvoldoende oplossingen worden gevonden, kan het besluit worden genomen extern handelingsgerichte begeleiding of handelingsgerichte diagnostiek te vragen bij het hierboven genoemde zorgadviesteam (ZAT) vanuit het samenwerkingsverband. Hiervoor dienen de ouders schriftelijk toestemming te verlenen. Voorafgaand aan de leerlingenbespreking vindt een gesprek met de ouders plaats, waarin de ouders toestemming wordt gevraagd om hun zoon/dochter aan te melden voor de leerlingenbespreking op school. Tevens wordt met de ouders de reden van aanmelding en het functioneren van het kind thuis besproken en worden (opvoeding)vragen geïnventariseerd die de ouders in de leerlingenbespreking aan de orde willen stellen. Na afloop van de leerlingenbespreking informeert de leerkracht de ouders over de uitkomst. 3.3.2.1 Checklist Leerlingbespreking Invulformulier leerlingbespreking: Leerling: Geboortedatum: Datum:

Ingevuld door: Groep: Het kind: Gedrag, sociaalemotionele ontwikkeling Stimulerend +: Belemmerend -: Aangrijpingspunten Kansen :. Het kind: werkhouding taakgedrag motivatie betrokkenheid Het kind: Cognitieve ontwikkeling Leerontwikkeling Het kind: Creatieve, muzikale en beeldende ontwikkeling Het kind: Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling HULPVRAAG: (SMART geformuleerd)

3.3.3 Weer samen naar school ( WSNS) Ongeveer één op de vijf kinderen op de basisschool heeft voor korte of langere tijd extra zorg en begeleiding nodig. Ze hebben bijvoorbeeld moeite met leren of hebben gedragsproblemen. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen met ADHD, dyslexie, dyscalculie of bepaalde vormen vanuit het autistisch spectrum. Maar ook hoogbegaafde leerlingen vragen specifieke aandacht. Het doel van het project Weer samen naar school ( WSNS) is dat kinderen de benodigde zorgen en begeleiding zo veel mogelijk op de basisschool krijgen. Het WSNS-beleid is bedoeld voor alle basisschool leerlingen inclusief de leerlingen die speciale zorg en begeleiding nodig hebben. Lichamelijke, zintuiglijk of verstandelijke gehandicapte leerlingen en leerlingen met ernstige gedrags-of psychiatrische stoornissen zijn geen doelgroep van WSNS. Deze leerlingen kunnen naar een school voor speciaal onderwijs of met een leerling gebonden financiering ( het rugzakje) naar de reguliere basisschool. Wanneer ouders kiezen voor een reguliere school en het kind extra voorzieningen nodig heeft, kunnen de ouders een leerling gebonden budget aanvragen. Het kind neemt dit budget als het ware in een rugzakje met zich mee. Uit deze rugzak kunnen zaken worden bekostigt als extra formatie, ambulante begeleiding etc. Echter is deze regeling de komende periode aan verandering onderheven. Zodra het duidelijk is welk nieuw beleid hierover gevoerd gaat worden maken wij een aanpassing in ons zorgplan. De huidige regelingen lopen na verwachting tot einde het school 2013-2014. Het zal dan overgaan in Passend Onderwijs. 3.3.4 Regionale Expertise Centrum Per regio is er een Regionaal Expertise centrum (REC). In deze REC s wordt de kennis en deskundigheid van de speciale scholen in de regio gebundeld. De REC s zijn onderverdeeld naar onderwijscluster: Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Visuele handicaps Communicatieve handicaps ( gehoor-, taal- en of spraak problemen) Verstandelijke en / of lichamelijke handicap. Psychiatrische of gedragsstoornissen De REC s verzorgen speciaal onderwijs in de regio en bieden ambulante begeleiding aan reguliere scholen waar kinderen met een leerling gebonden budget onderwijs krijgen. Indien een leerling een leerling gebonden budget toegewezen heeft gekregen stelt de groepsleider in overleg met de interne begeleider, de ouders/verzorgers en de ambulante begeleider een handelingsplan op. Het stellen van een handelingsplan is in dit geval verplicht. In het plan komt te staan wat men wil bereiken in het onderwijs met leerlingen en op welke manier. Ook wordt er aangegeven hoe de middelen uit het leerling gebonden budget worden besteed. Eventuele ondersteuning vanuit speciaal onderwijs valt ook hieronder. Als de ouders/verzorgers akkoord gaan met het handelingsplan, ondertekenen zowel de interne begeleider als de ouders het plan. Het handelingsplan wordt elk jaar geëvalueerd en bijgesteld. 3.3.5 Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) Permanente Commissie Leerlingenzorg van het Samenwerkingsverband Zuidwest Utrecht Het samenwerkingsverband Zuidwest Utrecht heeft, zoals de wet voorschrijft, een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De PCL beoordeelt of de plaatsing van een leerling op een

speciale school voor basisonderwijs (SBO) noodzakelijk is. Onderdeel van de PCL is het zorgloket. Het zorgloket ondersteunt de basisscholen van het samenwerkingsverband bij de zorg voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Hier kan men terecht voor vragen en adviezen. Het Zorgloket heeft de volgende functies: consultatie: het zorgloket geeft antwoord op concrete vragen over bijvoorbeeld de sociale kaart, of de inzet van specifieke leer- en hulpmiddelen. Het zorgloket denkt mee over handelingsmogelijkheden van de basisschool, of nodigt uit voor bespreking van een leerling met de PCL. onderzoek: het zorgloket verzamelt informatie in aanvulling op gegevens waarover de basisschool al beschikt. Bijvoorbeeld onderzoek naar milieufactoren door de maatschappelijk deskundige en naar (sociaal) medische aspecten door de schoolarts. diagnose: vaststellen van de (speciale) onderwijsbehoeften van de aangemelde leerlingen advies: over de manier waarop het beste tegemoet gekomen kan worden aan de vastgestelde onderwijsbehoeften van de leerling. Het kan daarbij gaan om: handelingsadvies waarmee de basisschool zelf weer verder kan met de leerling; handelingsadvies aan de basisschool met inschakeling van ambulante begeleiding vanuit SBO De Brug of SBO De Wenteltrap ter ondersteuning van de leerkracht van de leerling; advies voor aanmelding bij de PCL voor een beschikking over toelaatbaarheid van de leerling tot het SBO; advies om hulp te zoeken bij een externe instantie, bijvoorbeeld een Regionaal Expertisecentrum, of jeugdhulpverlening. begeleiding: het zorgloket begeleidt scholen en ouders van de eerste aanmelding totdat voor de leerling passend onderwijs is gerealiseerd. Aanmelding bij de PCL voor verwijzing naar het SBO kent de volgende stappen: 1. Aanmelding en intake Aanmelding gebeurt bij het zorgloket van de PCL door de intern begeleider van de basisschool met toestemming van de ouders d.m.v. het aanmeldingsformulier en de verklaring van geen bezwaar. Ouders kunnen ook rechtstreeks aanmelden. Het zorgloket zorgt dat binnen 2 weken contact wordt opgenomen met de intern begeleider. Intake door het zorgloket: inventariseren van de problemen; nader expliciteren van de hulpvraag; indien wenselijk de intern begeleider uitnodigen voor de bespreking in de PCL; in overleg met de intern begeleider bekijken of een milieuonderzoek noodzakelijk is. 2. Diagnostiek en dossiervorming Uitvoeren van eventueel aanvullend medisch en/of maatschappelijk onderzoek. Ten behoeve van de beoordeling van de toelaatbaarheid tot het Speciaal Basisonderwijs (SBO) dienen de volgende gegevens aanwezig te zijn: onderwijskundig rapport van de verwijzende school, inclusief verzoek om beschikking van de PCL, met bijlagen. Gegevens van pedagogisch-didactisch onderzoek of recente Leerlingvolgsysteem gegevens, handelingsplannen alleen van lopend schooljaar en vorig schooljaar en andere relevante verslagen, dus geen toetsbladen, gedragsvragenlijsten e.d.; intelligentieonderzoek niet ouder dan 2 jaar (kleuters 1 jaar), aan te leveren door de verwijzende school; eventueel milieuonderzoek; eventueel medisch onderzoek.

De verwijzende school meldt de aanmelding bij de PCL aan de jeugdarts van de GGD. Bespreking van de leerling en besluitvorming door de PCL. Het dossier wordt door de leden van de PCL besproken en er vindt besluitvorming plaats over de toelaatbaarheid tot respectievelijk SBO De Wenteltrap of SBO De Brug. De intern begeleider kan uitgenodigd worden bij de bespreking. Nadat de PCL een besluit heeft genomen krijgen de ouders de beschikking, de manager zorg van het SWV en de school krijgen een kopie hiervan. De beslissing van de PCL is bindend. Wel kunnen ouders bezwaar aantekenen als men het niet eens is met de beschikking. De PCL bestaat uit: De adjunct directeur van SBO De Wenteltrap, coördinator De adjunct directeur van SBO De Brug Een ambulant begeleider van het SBO Een jeugdarts van de GGD Midden Nederland Een orthopedagoog/psycholoog van het SBO De maatschappelijk deskundige van de PCL Externe deskundigen op afroep Het zorgloket voor de scholen in Lopik en IJsselstein wordt gevormd door: Leo Verleun en Ellen Peekstok Correspondentieadres: SBO De Wenteltrap Baden Powellweg 3, 3401 RR IJsselstein telefoon: 030 6884656 e-mail: pcl@sbodewenteltrap.nl 3.3.6 Externe hulp via ouders Soms is het nodig om onderzoek of behandeling te laten doen door bijvoorbeeld een ergotherapeut, logopedist, kinderpsycholoog of orthopedagoog. De school vraagt dan aan ouders dit onderzoek aan te vragen. De school heeft niet de middelen om deze onderzoeken te bekostigen. Vaak zijn deze vormen van onderzoek terug te vorderen bij de zorgverzekering van de ouders van de leerling. De groepsleider, intern begeleider en ouders hebben zorgvuldig overleg met de onderzoeker/ behandelaar. Het is belangrijk om dit contact te bewerkstelligen zodat de ondersteuning voor de leerling helder en transparant gebeurt. Hierdoor kan de leerling zo effectief mogelijk profiteren van de adviezen, behandelingen die voortkomen vanuit deze onderzoeken en ten goede komt aan haar of zijn speciale onderwijsbehoeften. De groepsleider communiceert in dit geval met de ouders. Alle benodigde formulieren worden door ouders en school ondertekend. De interne begeleider communiceert met de externe instanties. Bij het adviesgesprek zijn de onderzoeker, de ouders, de groepsleider en de interne begeleider aanwezig. Wanneer ouders geen toestemming geven voor extern onderzoek, zal de school haar mogelijkheden voor begeleiding schriftelijk vastleggen. Hierin wordt duidelijk beschreven wat onze mogelijkheden en mogelijke beperkingen zijn.