Memo 3 vmbo-kgt Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving Oriëntatie

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Aantekening Geschiedenis Industrialisering

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

heel veel was er nodig.

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Examen VMBO-GL en TL 2006

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

Tijd van burgers en stoommachines De Industriële Revolutie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie

Informatie over Kinderarbeid.

Examen VMBO-GL en TL 2005

-5 $ -5 $ +5 $ -5 $ Loonsverhoging: De werknemers in jouw fabriek zijn blij omdat ze loonsverhoging krijgen.

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

!"#$%&'&(%)*#+&,-#./##

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland?

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Samenvatting Geschiedenis H3

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Memo 4 vmbo-kgt Historisch overzicht Hoofdstuk 1 Nederland en Indonesië Oriëntatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

Bijlage VMBO-GL en TL 2005

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Tijdvak van burgers en stoommachines ( ) / 19 e eeuw

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Bijlage VMBO-GL en TL 2006

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

Content onderzoek verslag Nederlands kinderarbeid in de 19e eeuw

VOOR VERANDERING HET EUROPESE PROGRAMMA IN GEMAKKELIJKE TAAL.

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW OPDRACHTEN

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Examen VMBO-GL en TL 2006

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Examen VMBO-GL en TL 2005

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?


Verzuiling = het oprichten van eigen organisaties door katholieken, protestanten, socialisten en liberalen vanaf het einde van de 19e eeuw

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

B R O N N E N B O E K. Arm en Rijk

Samenvatting Geschiedenis Module 5

3. Lees bron 1. Bedenk zelf een vraag die je met behulp van deze tekst kunt beantwoorden.

Verkiezingsprogramma

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Samenvatting Geschiedenis H5

.22. Hoe ziet een centrum eruit?

Turken in Kreuzberg. Bram Vrielink en Jens Barendsen (2de)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3, 4, 8 en 9

2 VMBO-BK(G) DEEL A. geschiedenis voor de onderbouw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

4 De industrialisatie van Nederland

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE

UIT arbeidsdeling

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Werkblad 1 Vroeger en nu

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

6, een industriële revolutie. Samenvatting door een scholier 1421 woorden 21 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Transcriptie:

Memo 3 vmbo-kgt Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving Oriëntatie 1 a Je ziet een grote fabriekshal waar arbeiders werken aan wielen voor een trein. Op de kaart zie je de uitbreiding van spoorwegen en kanalen ten gunste van de industrie. Dit hoofdstuk gaat over de opkomst van de industrie in Nederland. b 1 Er werken ook kinderen in de fabriek. 2 Je ziet overal onbeschermde aandrijfriemen lopen die de machines aandrijven. 3 De machines zijn ouderwets in vergelijking met de moderne en vaak computergestuurde machines van nu. 2 A, C, E, I 3 B, E, D, C, A 4 In die landen zijn de lonen (veel) lager, waardoor fabrikanten veel goedkoper hun producten kunnen maken. 5 a Regout is partijdig, want hij is eigenaar van de fabriek. b Geen, niet. c Onderzoek naar de arbeidsomstandigheden om die uiteindelijk te verbeteren. 1 De late industrialisatie van Nederland Intro 1 a Bron 1 Bron 2 Hoeveel arbeiders? (ongeveer) 1 Ongeveer 50 Hoeveel (ongeveer) mannen? vrouwen? kinderen? 1 0 0 Ongeveer 35 25 Niet zichtbaar Hoeveel werktuigen? 3 Ontelbaar Hoeveel soorten werktuigen? 3 1 Er wordt gebruikgemaakt van stoommachines. Er was veel lawaai tijdens het werk. Niet te zien op de afbeelding. Niet te zien op de afbeelding. Niet te zien op de foto. Niet te zien op de foto. b Dat er bij het werk wel gebruik wordt gemaakt van stoommachines en dat er veel lawaai was. 2 Hij was ook boer. Malmberg 2012 1

3 Eentoniger, want de arbeiders stonden alleen nog maar aan het weefgetouw. Ze deden geen ander werk meer. 4 Verandering Ja Nee Weet niet 1 Het werk werd eentoniger X 2 Het werk werd lawaaieriger X 3 Het werk werd gevaarlijker X 4 Het werk ging sneller X 5 Nijverheid was niet meer in huis, maar in de fabriek X 6 De werkdagen werden langer X 7 Kinderen moesten meewerken X 8 Wevers werden rijker X 9 Wevers woonden dichter op elkaar X 10 De hygiëne werd beter X 11 Het vervoer van goederen ging meer over water X 12 Het vervoer van mensen ging meer over het spoor X 1.1 Niet of toch wel industrialiseren? bron 1 5 Koning Willem I. Zijn bijnaam was koning-koopman. 6 James Watt maakte de stoommachine geschikt om spin- en weefmachines mee aan te drijven. Hierdoor kon een spinner of wever in 1785 in een fabriek 55 keer zoveel produceren als een spinner of wever in 1700 in de huisnijverheid. 7 B, D, E 8 Willem I wilde de industrie in het zuiden versterken. Dat zie je hier terug, doordat het aantal stoommachines in België veel groter is en sneller groeit dan in Nederland. 9 Toen België zich afscheidde, ging Willem I de industrie in het noorden stimuleren. Het aantal stoommachines steeg nu snel. 10 Hij lokte Belgische fabrikanten naar Nederland, om daar fabrieken op te zetten. 11 Slechter, hoog. 1.2 Vervoer en techniek 12 a De uitbreiding van het aantal spoorwegen en waterwegen (kanalen). b IC, IIA, IIIB, IVD. 13 Grondstoffen en eindproducten konden sneller worden vervoerd. Hierdoor kon men goedkoper produceren. Malmberg 2012 2

14 a Paardenmolens, windmolens en watermolens. b c Na 1860. 15 Om weefgetouwen, landbouwmachines en stoomschepen aan te drijven. 1.3 Het leven verandert 16 a b In 1849 zijn er in Nederland nog niet veel stoommachines in gebruik, in 1909 wel. 17 B, C, D 18 a Er is duidelijk sprake van arbeidsdeling. b Er wordt niet met machines gewerkt. 19 Fabrikanten, ontslagen. Malmberg 2012 3

20 a Eigen antwoord. b Omdat daar de schapen konden grazen. Die schapen leverden de wol. c Boeren waren al ervaren in het weven en er was veel armoede. 21 Antwoorden vergelijken. 22 Eigen antwoord: brief schrijven. 2 Examentrainer: Spotprenten 1 a Welke personen? Jan Peter Balkenende en twee juryleden. Welke teksten? Er hangt een bord Idols boven J.P. Balkenende; onder de prent staat: U kunt nog bellen voor J.P.; een van de juryleden vraagt: Ander werk misschien? Wat nog meer? Een bord met daarop Idols. Dat is/was een talentenjacht. Balkenende heeft een microfoon in zijn hand. Welke informatie? Jan Peter Balkenende was minister-president van 2002 tot 2010. b Stap Antwoord 1 Welke periode? Gemaakt in 2004. 2 Wat zie je? Balkenende, die minister-president is, doet mee aan Idols, een talentenjacht en krijgt als commentaar van de jury: Ander werk misschien? 3 Tekenaar site/krant? Onbekend. Je ziet wel een soort initialen op de tekening. 4 Met welke gebeurtenis heeft de tekening te maken en wat vindt de tekenaar? Balkenende was een aantal jaren ministerpresident van Nederland. De tekenaar vindt dat hij het slecht doet. Malmberg 2012 4

2 a Het onderwerp is hetzelfde: kinderarbeid. b In spotprenten wordt vaak overdreven om iets duidelijk te maken. Een gewone prent laat meestal een situatie zien zoals die echt is. Stap bron 2 1 Welke periode? 1908 2 Wat zie je? Je ziet een man in een net pak met hoed en met een zweep in zijn hand. In een lange rij lopen armoedig geklede kinderen een gebouw in. In het bijschrift staat dat het om kinderarbeid gaat. 3 Tekenaar site/krant? Albert Hahn in een socialistisch blad. 4 Met welke gebeurtenis heeft de tekening te maken en wat vindt de tekenaar? Er was in die tijd nog veel kinderarbeid. De tekenaar is het daar niet mee eens en geeft de fabrieksdirecteur (de man met de zweep) de schuld. Stap bron 3 1 Welke periode? 1906 2 Wat zie je? Op de bovenste helft zie je goedgeklede mensen in een casino gokken. Op de onderste helft zie je arbeiders aan het werk bij een machine. Onder de tekening staat: Twee soorten nachtwerk. 3 Tekenaar site/krant? Het is een tekening van Albert Hahn in een socialistisch blad. 4 Met welke gebeurtenis heeft de tekening te maken en wat vindt de tekenaar? Terwijl de rijken zich s nachts in een casino vermaken, moeten de arbeiders keihard werken. De tekenaar heeft kritiek op deze situatie. Stap bron 4 1 Welke periode? 1904 2 Wat zie je? Een dikke goedgeklede man wrijft in zijn handen, terwijl een rij mensen door mannen met zwepen vooruit worden gedreven. Op de achtergrond zie je fabrieken. De man zegt: Zoo gaat het goed! In het bijschrift staat dat de man fabrikant is. 3 Tekenaar site/krant? Albert Hahn in een socialistisch blad. 4 Met welke gebeurtenis heeft de tekening te maken en wat vindt de tekenaar? De tekenaar is het niet eens met het feit dat arme mensen hard moeten werken en dat de fabrikant daarvan profiteert. 3 Alle prenten zijn door dezelfde tekenaar gemaakt. Hij heeft kritiek op de manier waarop de rijken profiteren van de ellende van de armen. Malmberg 2012 5

3 De positie van vrouwen en arbeiders wordt sterker Intro 1 Rijke vrouwen of dames. Ze hebben dure mantels aan, zelfs met bont. Ook hebben ze alle drie een dure hoed. Het vaandel dat ze dragen, ziet er goed verzorgd uit. De tekst is geschreven in goed Nederlands. 2 a Vrouwenkiesrecht. b Met mannen. 3 Ja, hier zie je twee vrouwen die hun stembiljet in de stembus doen. Vrouwen mogen nu stemmen. 4 Nee, ze stond om vier uur s morgens op en was vanaf dat moment de hele dag druk bezig tot ze s avonds doodmoe in bed viel. Zij had helemaal geen tijd om te demonstreren. 5 a Het recht om minder lang te werken en meer bij haar kinderen te kunnen zijn. b D 3.1 Wat deden de arbeiders zelf? 6 A, D, E 7 a Ze ontsloegen zo n arbeider. b Het gezin heeft dan geen inkomsten meer van de vader en kan dan via de onderlinge verzekering toch nog wat geld krijgen. 8 a Ze kregen geen loon voor de schafttijd, terwijl ze dan gewoon door moesten 9 werken. b Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: wel, omdat ze werkten. Bijvoorbeeld: niet, omdat staken een zwaar middel is. c Hij ontsloeg zes arbeiders die hij als aanstichters beschouwde. Datum Gebeurtenis 9 januari Weigerende arbeiders van Müller werden ontslagen. 10 januari Havenarbeiders weigerden uit protest om schepen van Müller te lossen, waarna ook zij werden ontslagen. 13 januari Leden van verschillende bonden gingen met elkaar vergaderen. Daarna verspreidde de staking zich snel, ook onder spoorwegarbeiders. 29 januari Op geen enkel spoor in en rond Amsterdam reed nog een trein. 31 januari De directeuren van de verschillende bedrijven gaven toe aan de eisen. 10 C, D, E 11 Zij kwamen op voor de belangen van arbeiders. Zij wilden dat de arbeiders betere werkomstandigheden kregen. Daar hoort ook bij dat ze een kortere werkdag kregen. Op HB bron 3 roepen ze op tot de achturige werkdag. Malmberg 2012 6

12 a Protestanten en katholieken die vanuit hun geloof politiek bedrijven. b Om te voorkomen dat godsdienstige arbeiders lid werden van een socialistische bond. 13 a Een hele grote man, die treinen tegenhoudt. Twee kleine, chique mannetjes hangen aan zijn been. Op de achtergrond zie je schepen. b Kort na 31 januari 1903. Toen bleek de staking van haven- en spoorwegarbeiders een groot succes. De directeuren waren machteloos en gaven toe aan de eisen van de arbeiders. 14 Doordat arbeiders nu veel massaler waren georganiseerd in vakbonden, konden ze gezamenlijk een vuist maken. 3.2 Wetgeving van de overheid 15 a Socialisten en confessionelen. b A:vrijheid, B: socialisten. 16 IE, IIC, IIID, IVB, VA 17 De overheid zou dan arbeiders niet helpen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Dit was volgens liberalen een zaak tussen arbeiders en fabriekseigenaren. 18 a In 1874. b A: Van Houten, B: liberale, fabrieksarbeider, want het Kinderwetje gold alleen voor fabrieksarbeid. 19 a Naar de werking van het Kinderwetje in de praktijk. b 18,5 uur. 20 Door de Arbeidswet kwam er een inspectie op het naleven van de Kinderwet van Van Houten. Door de Leerplichtwet moest de jongen naar school en kon hij dus niet meer dit soort lange werkdagen maken. 21 Vaak hadden ze het geld van alle huisgenoten nodig. 22 In 1919. 23 Eigen antwoord. Het Kinderwetje gaf de eerste aanzet, de Arbeidswet zorgde voor betere naleving en de Leerplichtwet zorgde dat kinderen op school zaten in plaats van in de fabriek. 3.3 Algemeen kiesrecht 24 a In 1901. b Die hoefden (konden) nog niet naar school en daarom vaak nog niet lezen en schrijven. 25 A 26 C 27 B, C, E Malmberg 2012 7

28 Deze misstanden bestonden omdat vrouwen geen invloed op het bestuur hadden en geen einde aan de uitbuiting konden maken. 29 a Op t kantoor als klerk doen we t zelfde werk In de fabriek werken we geliek Voor de klas komen we beiden te pas Om ziekte te weren strijden zoowel dames als heren Maar komt t op kiezen an, Dan kiest alleen de man. b Mannen en vrouwen doen heel veel hetzelfde werk en zijn dus bij veel dingen gelijk. Maar mannen mogen wel stemmen en vrouwen niet. 30 a Een vrouw is bakstenen glad aan het maken. Ze heeft oude, kapotte kleren aan, werkt hard en kijkt nors. De andere vrouw heeft een dure mantel, ketting, handtas en hoed. b Tegen. 31 a bron 8: bij de vrouw in de fabriek. bron 9: bij de steenarbeidster. b De chique mevrouw van bron 9. 32 a bron 9 b Socialistische, wel. 4 Schaalvergroting na 1945 Intro 1 a Zuid-Nederland, onder de grote rivieren. b De situatie was onoverzichtelijk aan het einde van de oorlog. Niemand wist wanneer de Duitsers zich precies zouden overgeven. 2 a Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: medelijden met het jongetje dat daar zo treurig op de puinhopen zit. b A, C c Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: kinderen spelen samen en hoeven zich nergens zorgen over te maken. Vrolijk gevoel. 3 Bijvoorbeeld: de komst van televisie, de computer, de mobiele telefoon; de mensen zijn veel welvarender; mensen reizen tegenwoordig over de hele wereld. 4.1 Nederland komt er weer bovenop 4 C 5 Bijvoorbeeld: in die periode werd er door de oorlog/bombardementen veel vernield in Duitsland zelf. De Duitsers probeerden dat te vervangen met spullen uit de bezette gebieden. 6 A, C, E 7 1 De export moet bevorderd worden. 2 Er moet voldoende werkgelegenheid zijn voor de groeiende bevolking. Malmberg 2012 8

8 B 9 Export, eens, sociale wetten, zestig, geslaagd. 4.2 De welvaart groeit snel 10 A, B, D 11 Bron 6: Een wasmachine is een luxeartikel dat mensen konden kopen omdat de welvaart steeg. Bron 7: Mensen uit andere landen kwamen werk doen dat Nederlanders niet meer wilden doen. 12 De regering bepaalde niet langer de hoogte van de lonen, maar liet de hoogte van de lonen voortaan vrij. 13 Jaren vijftig: hoge lonen. Uitleg: In de jaren vijftig tijdens de wederopbouw waren de lonen juist laag. Jaren zestig: dalende welvaart. Uitleg: Het was juist een periode van snel stijgende welvaart, waarin veel mensen luxegoederen konden kopen. Jaren zeventig: computer. Uitleg: De computer werd pas massaal gebruikt vanaf de jaren tachtig. 3 14 a Al die auto s en fabrieken hebben een slechte invloed op het milieu/de kwaliteit van de lucht. b Mensen hoefden dankzij de auto niet meer dicht bij hun werk te wonen. Mensen die het konden betalen, gingen op het platteland wonen. 15 De vrouw zorgt voor de huishouding en daar hoort wassen bij. 16 A, C, E, F 4.3 De samenleving verandert 17 a Groep Molukkers Gastarbeiders Surinamers Politieke vluchtelingen Reden komst naar Nederland Ze kwamen uit Indonesië, toen dat land onafhankelijk werd en de Molukkers daar niet konden blijven. Ze kwamen hierheen om ongeschoold werk te doen. Ze kozen voor het Nederlanderschap toen Suriname onafhankelijk werd in 1973. Die mensen kwamen naar Nederland, omdat ze in eigen land vervolgd werden. 18 B, D b Bij de gastarbeiders. Malmberg 2012 9

19 Persoon Aisha heeft een vader die in Marokko is geboren en een Nederlandse moeder. De grootouders van Franky zijn op de Molukken geboren; zijn beide ouders in Nederland. Jan Rasmussen heeft een Nederlandse moeder en een Deense vader. Jan de Vries heeft twee Nederlandse ouders. Autochtoon Allochtoon X X X X 20 Als mensen naar televisiezenders kijken van het land waar ze vandaan komen, raken ze minder snel op de hoogte van de Nederlandse taal en gewoonten. 21 Eigen antwoord Malmberg 2012 10

5 Examentrainer: Bronnen beoordelen op bruikbaarheid 1 A, D 2 Stap bron 2 1 Wat is de vraag? Had de komst van de auto voordelen of nadelen? 2 Welke informatie geeft de bron? 3 Welke tijd? Hoe waren de omstandigheden toen? Gebruik HB bron 1. Mensen staan te kijken naar een auto met het kenteken nummer 1. Rond 1900 waren er 200 auto s in Nederland. Dit was dus heel speciaal. 4 Waarvoor is de bron bruikbaar? Voordelen van de auto. Uitleg: De auto gaf toen veel nieuwe mogelijkheden, vooral voor de rijken. 3 Stap bron 3 1 Wat is de vraag? Had de komst van de auto voordelen of nadelen? 2 Welke informatie geeft de bron? 3 Welke tijd? Hoe waren de omstandigheden toen? Gebruik HB bron 1. Mensen gaan met de auto naar mooie plekjes in Nederland om te relaxen. Vanaf 1960 nam het aantal personenauto s enorm toe, vanwege de economische groei en welvaart. 4 Waarvoor is de bron bruikbaar? Voordelen van de auto. Uitleg: De auto werd gebruikt voor uitstapjes en ontspanning. Stap bron 4 1 Wat is de vraag? Had de komst van de auto voordelen of nadelen? 2 Welke informatie geeft de bron? 3 Welke tijd? Hoe waren de omstandigheden toen? Gebruik HB bron 1. Files bij Utrecht voor het pinksterweekend, een ongeluk met een caravan. In de jaren zestig hadden steeds meer mensen een auto. 4 Waarvoor is de bron bruikbaar? Nadelen van de auto. Uitleg: Door al die auto s ontstonden files op de grote doorgaande wegen. Malmberg 2012 11

Stap bron 5 1 Wat is de vraag? Had de komst van de auto voordelen of nadelen? 2 Welke informatie geeft de bron? Gastarbeiders gaan met een volgeladen auto hun familie opzoeken. 3 Welke tijd? Hoe waren de omstandigheden toen? Gebruik HB bron 1. Jaren zeventig. In Nederland werkten gastarbeiders. Er waren toen twee miljoen auto s in Nederland. 4 Waarvoor is de bron bruikbaar? Voordelen van de auto. Uitleg: Mensen die hier werkten, konden met de auto veel spullen vervoeren naar hun familie in het moederland. Stap bron 6 1 Wat is de vraag? Had de komst van de auto voordelen of nadelen? 2 Welke informatie geeft de bron? Je ziet een nieuw ontworpen elektrische bus. 3 Welke tijd? Hoe waren de omstandigheden toen? Gebruik HB bron 1. In 2010, er zijn dan 7,5 miljoen auto s in Nederland. De elektrische auto/bus is in opkomst vanwege het milieu. 4 Waarvoor is de bron bruikbaar? Het voordeel is dat er elektrische auto s worden gemaakt, het nadeel is dat zoveel andere auto s schadelijk zijn voor het milieu. 4 a bron 2, 3, 5 (6). b bron 4 (6). 5 De komst van de auto had zowel voor- als nadelen. De voordelen waren dat mensen meer mogelijkheden kregen voor ontspanning, vrije tijd en familiebezoek. De nadelen van de komst van de auto zijn de files, de schade voor het milieu (uitlaatgassen) en het hoge aantal verkeersdoden. 6 Milieuproblemen in Nederland Intro 1 De gemeente Amsterdam wilde het Naardermeer gaan gebruiken als vuilstort en dat wilde Jac. P. Thijsse voorkomen. Daarom richtte hij de vereniging op. 6.1 Mensen veranderen het landschap en het milieu 2 a Het landschap met bossen en wouden. b D Malmberg 2012 12

3 a De groeiende productie van de industrie die ook veel afvalstoffen oplevert. b D 4 B 5 a Cultuurgrond, ontbossing, inpoldering, cultuurlandschap. b A, C, E 6.2 Opkomst van de milieubeweging 6 Economische groei en welvaart, beperkte aanvoer van olie. 7 a B, C b Doordat zij maar beperkt mogen vissen, kunnen ze ook maar beperkt geld verdienen. 8 C, D 9 a Burgers, belangrijker. b Luchtverontreiniging. 10 a We hebben de wereld al voor een belangrijk deel opgegeten. We moeten zuinig omgaan met het overgebleven deel. b A: zeventig, B: Rome, C: natuurlijke hulpbronnen, D: 1973, E: oliecrisis, F: benzine, G: Greenpeace, H: Milieudefensie, I: groei, J: milieu. c Milieudefensie, de luchtvervuiling die leidt tot gezondheidsklachten. 6.3 Hoe reageert de politiek? 11 a milieubewust b Door het eten op borden te leggen of in papieren zakjes te doen. 12 A: economische groei, B: milieu 13 A 14 alternatieve brandstof, groene stroom, openbaar vervoer, waslijn, trui, isolatieglas 15 Eigen antwoord 16 a natuurlijke hulpbronnen, lucht, grond en water b voorzichtig groeiende economie en het zoveel mogelijk sparen van het milieu, toekomstige generaties c Strenge milieumaatregelen zijn meestal nadelig voor de economie. Een slechte economie leidt vaak tot ontevreden burgers, dat wil de overheid voorkomen. Malmberg 2012 13