Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven

Vergelijkbare documenten
Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven

Lokale overheidsbedrijven

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven. Inhoud. Editoriaal. Mei Lokale overheidsbedrijven op heel wat domeinen

De besteding van de gemeentelijke saneringsbijdrage. Lode Vereeck Universiteit Hasselt

Drinkwatervoorziening in België: sectoronderzoek

De integrale waterfactuur van de drinkwatermaatschappijen... de effecten van het nieuwe waterbeleid worden zichtbaar

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven. Editoriaal. Inhoud

Waterbeheer en riolering in Vlaanderen en Brussel

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven

Thema-analyse lokale financiën De energiesector

INHOUDSTAFEL Inleiding... 5 Leidingwaterbalans Conclusies...18

Bijzondere jeugdbijstand

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014

ONTWERP VOOR HET WATERBEHEERPLAN

Thema-analyse lokale financiën. Afvalbeheer Financiële cijfers Context en belangrijkste spelers

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360

De watercyclus in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Analyse Belfius Research Resultaatverdeling van Belgische intercommunales Financiële cijfers 2015

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

17/06/2014 Bezoekerscentrum Havenbedrijf Gent Bernard Rommel DEEL 1

Bovendien vindt u via de ingebouwde linken rechtstreeks het gezochte resultaat.

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Hfst 5: Liquiditeit. 5.1 Analyse van de liquiditeit binnen de onderneming

Inhoud WOORD VOORAF INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF INLEIDING... 3

Vergelijking van de kostprijs van water/afvalwater/hemelwater voor de gebruikers

Investeringen en resultaatverdeling. intercommunales

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Editoriaal. Intercommunales. Inhoud. Intercommunale sector 3. Energiesector 7. Waterbeheer 19. Afvalbeheer 29. Economische expansie 37

Een nieuwe waterfactuur

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

Toelichting financierende heffing WELKOM. AquaFlanders Desguinlei 250, 2018 Antwerpen Tel

Thema-analyse lokale financiën Afvalbeheer

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Energiesector. 1. Context en belangrijkste actoren

DOCUMENTBESCHRIJVING. Titel Drinkwaterbalans voor Vlaanderen jaar 2013

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2011 EEN MOEILIJK JAAR 2011 ONDANKS EEN GOEDE EERSTE SEMESTER

Nota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie

JOURNEE DES MANDATAIRES 20 mars 2019

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5

RESULTATEN VAN EEN BEVRAGING BIJ DE

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2015

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen van Gimvindus nv

Groesman International B.V.

GROEP SPADEL : HALFJAARCIJFERS 2010

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0

Financiële ratio s bieden een schat aan informatie

Maha-analyse Algemene ziekenhuizen. Brussel, 10 oktober

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

Groesman International B.V.

Luca Pacioli. Portret van Luca Paciolis door Jacopo de Barbari, Luca Bartolomeo de Pacioli was een Italiaans wiskundige.

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2013

WELKOM. AquaFlanders Desguinlei 250, 2018 Antwerpen Tel

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Kenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE Brussel, 31 mei Balanscentrale. Ondernemingsnummer

RIOOLBEHEER STAD MORTSEL. Guy Verbuyst & Raf Bellers Mortsel 14 april 2005

FINANCIËLE SITUATIE EN EVOLUTIE VAN DE ONDERNEMING

Heegt Vastgoed B.V Failliet of Surseance. Status. Actief. Actief. nee

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

inhoud voorwoord lijst van figuren inleiding hoofdstuk 1. de jaarrekening

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

Stichting Güney Surinamestraat XD Leiden RAPPORT OVER HET BOEKJAAR 2015

Tom van Krimpen Holding B.V. Failliet of Surseance. Status. Actief. Actief. nee

UITLEG EXAMEN 1E ZIT

Analyse financiële performance ziekenhuizen 2009

De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Omzet in jaar 5 Jaaromzet , , , , ,00 Variabele kosten , , , , ,00

Investeringen en resultaatverdeling van Belgische intercommunales - Financiële cijfers Thema-analyse Lokale Financiën

Financiële winst meten, meer dan winst?! Piet Gillard Peter Bulckaert Ronald Koopman

G roen Verhuur B.V. Jaar 2012 Mutatie 2011 Mutatie Vaste activa , ,

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE. Zitting van 2 februari 2016 Agendanummer: 17

Gemeenten voegen 2,3 miljard euro toe aan eigen vermogen

Financiële analyse vzw

Brussel, 11 juni Rapport. De prijs van water 2008: analyse en aanbevelingen

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse

zorg financiering in 2014 en verder Anja van Balen Sector Banker Zorg ABNAMRO

Een voorbeeld B.V Failliet of Surseance. Status. Actief. Actief. nee. Huidige score (0-100) 79 Huidige kredietlimiet ( ) 915,000

Financieel economisch verslag

Hfst 6 : Solvabiliteit

Transcriptie:

Lokale financiën Lokale overheidsbedrijven 2014

Waterbeheer 1 Context en belangrijkste actoren De gemeenten spelen een belangrijke rol bij het waterbeheer. Intercommunale samenwerkingsverbanden en gemeentebedrijven beheren voor de gemeenten een netwerk van leidingen voor de aanvoer van drinkwater. Een aantal van deze waterbedrijven staat ook in voor de productie (de winning) van drinkwater. Sinds de nieuwe regelgeving van 2005 kregen de waterbedrijven eveneens de verplichting opgelegd te zorgen voor de afvoer van het gebruikte water naar zuiveringseenheden. Zo laten ze via een netwerk van rioleringen zowel regenwater als afvalwater gescheiden afvloeien naar kleinschalige waterzuiveringsinstallaties. De waterbedrijven staan dus in voor de verschillende facetten van drinkwaterdistributie, -productie en waterafvoer. Ze blijven dan ook hun activiteiten herschikken door hun dienstenaanbod uit te breiden. Tegelijk organiseren ze samenwerkingsverbanden om nieuwe projecten vorm te geven. De Europese regelgeving stelt waterzuivering voorop om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Hierbij geldt het principe dat de vervuiler betaalt en dat alle kosten verbonden aan waterzuivering gedekt moeten worden. Omdat het waterbeheer een gewestelijke bevoegdheid is, werd de Europese wetgeving concreet uitgewerkt via regionale decreten. Het waterbeheer gebeurt via nauwe samenwerking van lokale waterbedrijven, regionale overheid en regionale waterbedrijven. Om de organisatie van het waterbeheer af te stemmen op de Europese en regionale wetgeving is de watersector continu in evolutie. Waterzuivering vergt immers zware investeringen. Het technische karakter van het metier samen met de complexiteit van de wetgeving maakt specialisatie nodig. In zijn zowel regionale als lokale spelers actief in de drinkwaterproductie. Voor de waterzuivering en de riolering gaf de Vlaamse overheid de naamloze vennootschap Aquafin de decretale bevoegdheid om het gewestelijke programma van bovengemeentelijke rioleringsinfrastructuur te realiseren. Het grootste drinkwaterbedrijf is De Watergroep (voorheen de regionale Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening) die opereert naast negen intercommunales waarvan TMVW (de Tussengemeentelijke Maatschappij der voor Watervoorziening) de grootste is. Beide waterbedrijven namen de laatste jaren een aantal resterende kleinere gemeentebedrijven voor water over. Verder zijn er een drietal intercommunales die naast hun hoofdactiviteit ook rioleringsdiensten aanbieden terwijl dit niet hun belangrijkste activiteit is. Belangrijke samenwerkingsverbanden tussen waterbedrijven komen tot stand om schaalvergroting en efficiëntiewinst te kunnen realiseren. Zo bundelen AWW en TMVW sinds 2011 hun krachten in de managementvennootschap water-link. Onder deze naam bedienen ze hun gemeenten en inwoners verder. De noden van hun industriële klanten worden opgevangen door een private dochteronderneming Induss. Het gezamenlijk rioleringsbeleid krijgt vorm via een operationele eenheid, rio-link, waarin progressief de operationele taken van de lokale afvalwateractiviteiten van beide waterbedrijven worden ondergebracht. Ook Aquafin stapte in deze operationele saneringseenheid met een aandeel van 33 %. Een heel ander samenwerkingsproject ging van start met de naam AquaDuct, dat op termijn de controle van de drinkwaterproductie moet garanderen en de distributiezekerheid. Met dit samenwerkingsverband willen AWW, TMVW en De Watergroep (tegen een stabielere prijs) water kunnen leveren in heel de Vlaamse regio via een uitgebouwd ringnetwerk. De nieuwe Europese en regionale regelgeving had nog een ander belangrijk gevolg voor de drinkwatermaatschappijen, namelijk dat ze via de drinkwaterfactuur de werkelijke kost van water kunnen recupereren bij de gebruiker. Op deze factuur wordt een saneringsbijdrage aangerekend zowel voor het gemeentelijke als het bovengemeentelijke niveau. Deze bijdrage wordt geleidelijk aan opgetrokken om de lokale rioleringskost te financieren. In staan zowel lokale als regionale bedrijven in voor de waterbeheercyclus. Onder hen onder meer SWDE (de Société Wallonne des Eaux) die 71,2 % 1 van de Waalse bevolking bedient. Naast de SWDE zijn er acht intercommunales actief op het vlak van productie en distributie, twee gemeentebedrijven en een reeks gemeentediensten 1 Aquawal, Chiffres-cles du secteur de l eau en Région wallonne 2012. 25

voor water. De coördinatie en de financiering van het waterbeleid zijn taken van SPGE (de Société Publique de la Gestion de l Eau), een onderneming van publiek recht opgericht door het Waals Gewest. Zij stuurt het aspect van de waterzuivering aan en erkende zeven intercommunales als zuiveringsinstellingen (EZI) 2. Die staan op hun beurt in voor de uitvoering en het uitbaten van de infrastructuur voor openbare waterzuivering, meer in het bijzonder voor de bouw en exploitatie van zuiveringsinstallaties (uitbating via een contract van onroerende leasing) zoals collectoren en zuiveringsstations. Elke intercommunale is actief in een of meerdere geografische zones onderverdeeld in hydrografische waterbekkens. Waterzuivering maakt deel uit van een PASH (Planification d Assainissement par Sous-bassins Hydrographiques). 2 Financiële analyse van de lokale overheidsbedrijven voor waterbeheer 2.1. Financieel gewicht van de spelers Bij het waterbeheer zijn heel wat publieke actoren betrokken. We analyseerden de jaarrekening 2012 van zowel intercommunales als publieke ondernemingen. Die spelers in de sector voor waterbeheer zijn actief op verschillende domeinen: productie van water; distributie van water; waterzuivering; riolering. De omzetting van de Europese richtlijn water (2000/60/CE) in het Waals Gewest voorziet de toepassing van de werkelijke kostprijs van water, die uit twee componenten bestaat en teruggevorderd wordt via de waterfactuur: de Coût-Vérité de la Distribution (CVD) is de component van de waterprijs die de productie en verdeling van drinkwater financiert. De Coût-Vérité de l Assainissement (CVA) omvat alle kosten van waterzuivering. In Brussel zijn er nog twee intercommunales actief in de sector, namelijk een voor waterdistributie (Hydrobru) en een voor productie, aanvoer en sanering van water (Vivaqua, ook actief in ). Daarnaast staat de eind 2006 opgerichte regionale BMWB (Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer) in voor de openbare sanering van het stedelijke afvalwater op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het kader van die opdracht heeft Hydrobru een dienstencontract afgesloten met de BMWB voor de sanering van het water. De eengemaakte factuur voor water rekent de verbruiker de volledige kostprijs aan van water, van productie en distributie tot sanering. In de cijfers van de Vlaamse intercommunales is uitsplitsing volgens activiteitstak niet volledig beschikbaar, daarom maken we geen onderscheid volgens activiteit. Voor is het onderscheid tussen beide segmenten wel mogelijk: er is de lijst van acht erkende zuiveringsinstellingen om het segment van de sanering van afvalwater af te lijnen. Het segment van de waterproductie is echter ook helemaal niet zuiver omdat er in dit segment na 2005 ook servicelijnen werden opgestart voor rioolbeheer. Verder ontbreken er cijfers van drie Waalse intercommunales die in meerdere sectoren actief zijn, waaronder de watersector (zuivering of distributie), maar deze beheersactiviteiten niet apart in hun jaarrekening publiceren. Ook in ontbreken er cijfers van drie intercommunales die niet in hoofdzaak operationeel zijn in de watersector maar ook rioleringsdiensten aanbieden. 2 Er zijn in het Waalse gewest zeven erkende intercommunale zuiveringsinstellingen actief op het domein van de zuivering van afvalwater: AIDE, AIVE, IBW, IDEA, IPALLE, IGRETEC et INASEP. Tabel 1 Kenmerken van de lokale overheidsbedrijven en sleutelactoren van de energiesector 2012 Regio Type onderneming Aantal Balanstotaal Bedrijfsopbrengsten In miljoen EUR Aandeel (%) In miljoen EUR Aandeel (%) Intercommunales 9 3 425,0 20,9 % 995,8 26,8 % Andere belangrijke spelers in de sector 2 5 064,4 30,8 % 1 016,2 27,3 % 7 551,6 3,4 % 161,4 4,3 % Intercommunales waterzuivering 4 777,5 4,7 % 186,8 5,0 % Intercommunales 11 1 329,1 8,1 % 348,2 9,4 % Andere belangrijke spelers in de sector 2 5 190,0 31,6 % 736,7 19,8 % Brussel Intercommunales 2 1 417,2 8,6 % 618,7 16,7 % Totaal Publieke spelers in de watersector 29 16 425,6 100,0 % 3 715,6 100,0 % Totaal Intercommunales 22 6 171,3 37,6 % 1 962,7 52,8 % 26

Evenmin konden voor cijfers van een veertigtal gemeentelijke waterdiensten worden ingezameld. De regionale spelers hebben, gemeten aan de hand van het balanstotaal, een duidelijk overwicht in de watersector (62,4 %). De intercommunales vertegenwoordigen over alle regio s samen 37,6 %, maar realiseren meer dan de helft (52,8 %) van de totale bedrijfsopbrengsten (tabel 1). Het gewicht van de intercommunales neemt in 2012 opnieuw sterk toe gemeten in balanstotaal (+9,7 %) en nog sterker qua bedrijfsopbrengsten (+11,3 %). Ook de regionale spelers noteren een forse toename van hun balanstotaal (+11,1 %) en van de bedrijfsopbrengsten (+7 %). De overzichtstabel 1 levert een goede benadering van het financiële gewicht van de (inter)gemeentelijke bedrijven die in de plaats van de gemeentebesturen opereren in de nutssector water. Hun gewicht benadert een balanstotaal van 6,2 miljard EUR. liquiditeitsproblemen. De behoefte aan bedrijfskapitaal drukt uit wat de onderneming nodig heeft aan permanent vermogen om de vlottende activa te financieren omdat het kortlopend vreemd vermogen niet volstaat. Voor de hele sector bedraagt het bedrijfskapitaal in verhouding tot het balanstotaal 6 % in 2012, een verhouding die de laatste jaren stabiel bleef en in 2012 flink oploopt. Algemeen beschouwd is de behoefte aan bedrijfskapitaal groter voor de regionale spelers, namelijk gemiddeld 7,5 %, en kleiner voor de intercommunales, gemiddeld 3,4 %. Ook dit laatste cijfer loopt in 2012 sterk op. Grafiek 2 herneemt de evolutie van de individuele waarden voor alle spelers in de watersector, waarbij de grootte van het punt de omvang van het balanstotaal voorstelt. Elk punt stelt een intercommunale of regionale speler voor, gegroepeerd per kleur volgens type. Wanneer het middelpunt van de bol zich onder de bissectrice bevindt, Grafiek 1 Balansstructuur van de intercommunales voor waterbeheer 2012 Het balanstotaal van de intercommunales kent in 2012 een sterke toename onder impuls van de investeringen die de watersector uitvoert om aan de Europese regelgeving te voldoen of in het kader van nieuwe samenwerkingsprojecten. Verdere expansie vertaalt zich ook in de continue overnames van rioleringsnetwerken van gemeenten, naast de niet onbelangrijke boekhoudtechnische groei door kapitaalverhoging en herwaardering van ingebrachte gebruiksrechten van netwerken. De structuur van de balans weerspiegelt de sterk infrastructuurgebonden activiteit van de intercommunales voor waterbeheer. Het gewicht van de vaste activa blijft in 2012 stabiel schommelen rond 80 % van het balanstotaal. Dit percentage ligt echter lager in het segment van de Waalse waterzuiveringsintercommunales (69,1 %). De eerder evenwichtige verhouding 50/47 tussen eigen vermogen en schulden zoals weergegeven in grafiek 1, wordt niet in alle segmenten bereikt. Zo wegen de schulden sterker door bij de Waalse zuiveringsintercommunales en de Brusselse intercommunales, in een verhouding van 32/64 voor eigen vermogen en schulden. Een andere benadering van de balansstructuur bestaat erin het bedrijfskapitaal te berekenen en de evolutie ervan onder de loep te nemen. Het bedrijfskapitaal is een parameter die het permanent vermogen ten opzichte van de vaste activa plaatst. Een positief bedrag aan bedrijfskapitaal betekent dat er een overschot is aan permanent vermogen nadat hiermee de vaste activa werden gefinancierd. Een negatief bedrag kan wijzen op mogelijke 100 % 90 % 80 % 70 % 60 % Grafiek 2 Behoefte aan bedrijfskapitaal 2012 50% 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % -10 % -20 % -30 % 20,3 % 79,7 % Actief Evolutie van de behoefte aan bedrijfskapitaal voor de watersector (in % van het balanstotaal) 2011-2012 -30 % -20 % -10 % 0 % 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % Behoefte aan bedrijfskapitaal 2011 Regionale spelers 48,6 % 3,1 % 48,3 % Passief Intercommunales Vaste activa Vlottende activa Eigen vermogen Voorzieningen en uitgestelde belastingen Schulden 27

is de behoefte aan bedrijfskapitaal voor deze onderneming afgenomen in 2012. Een punt dat zich verwijdert van de bissectrice geeft de mate weer waarin deze indicator evolueerde voor een onderneming. De meeste waarden liggen echter dichtbij of op de bissectrice, wat de stabiliteit van de sector onderlijnt. Alle spelers die zich boven de X-as bevinden, noteren een positief bedrijfskapitaal in 2012. Een viertal bedrijven die zich in het kwadrant links onderaan bevinden, waaronder twee regionale spelers, noteren voor beide jaren een negatief bedrijfskapitaal. 2.2. Resultaat van het boekjaar Voor het derde jaar op rij zetten de lokale overheidsbedrijven van de sector een fors verbeterd resultaat neer (144,9 miljoen EUR) dat 14,6 % hoger ligt dan het resultaat van 2011. De toename van het bedrijfsresultaat van de Brusselse waterintercommunales doet het resultaat van het boekjaar voor de intercommunales in de sector toenemen tot 126,7 miljoen EUR. Ook de regionale spelers in dragen bij in het resultaat van het boekjaar dankzij hun hogere bedrijfsresultaat in 2012. Tegelijk houdt het stevige bedrijfsresultaat het uiteindelijke resultaat van het boekjaar positief, ondanks het slechtere negatief financieel resultaat. Het financieel verlies is in 2012 bijna over de hele lijn zwaarder dan het jaar ervoor (tabel 2), vooral voor de regionale spelers in het domein van waterzuivering. Dit gaat samen met de hoge financiële schuldenlast in de sector. Elementen die het bedrijfsresultaat bepalen zijn de volgende: het waterverbruik (omzet); de lokale tarieven voor verbruik en saneringsbijdrage; de kosten van sanering; de subsidies. De omzet wordt gegenereerd via de eengemaakte factuur waarop het verbruik aan de klanten wordt aangerekend samen met de saneringsbijdragen voor het gemeentelijke en bovengemeentelijke niveau. Omdat de bijdragen van de abonnees ontoereikend blijven om de exploitatiekosten te dragen van de gemeentelijke sanering, werden de tarieven in 2012 geleidelijk verder opgetrokken. Om aan hun saneringsverplichting op bovengemeentelijk vlak te voldoen, hebben de Vlaamse drinkwatermaatschappijen een contract afgesloten met Aquafin. Om het verschil met de bijdrage bij te passen, voorziet de Vlaamse overheid een tussenkomst via het Minafonds, bedragen die de Vlaamse waterbedrijven noteren aan de opbrengstenzijde. De Waalse intercommunales zien hun resultaat van het boekjaar in 2012 fors afnemen tot 7,4 miljoen EUR na een sterk resultaat in 2010 en 2011. Het verschil is bijna volledig te wijten aan de opgelopen kosten van een grote intercommunale die haar positief bedrijfsresultaat fors ziet afnemen. De Brusselse intercommunales zien hun positief resultaat van het boekjaar fors toenemen (tot 71,5 miljoen EUR), dankzij hun sterk toegenomen bedrijfsresultaat van 119,3 miljoen EUR. Hun financiële kosten van schulden, die 47,5 miljoen EUR belopen, liggen echter nog hoger dan vorig jaar en overtreffen ruimschoots de financiële opbrengst van kapitaalsubsidies (2,1 miljoen EUR). Tabel 2 Structuur van het resultaat van het boekjaar van de sector waterbeheer (in miljoen EUR) 2012 Regio Type onderneming Resultaat Bedrijfs- Financieel Uitzonderlijk Belastingen Resultaat van het boekjaar Intercommunales 56,6-9,6 1,1 0,3 47,8 Andere belangrijke spelers in de sector 98,0-80,6 1,0 2,4 16,0 4,3 0,7 0,1 0,4 4,7 Intercommunales waterzuivering 5,7-2,3-0,3 0,3 2,8 Intercommunales 9,9-1,7-0,1 0,7 7,4 Andere belangrijke spelers in de sector 60,4-59,7 1,8 0,3 2,2 Brussel Intercommunales 119,3-44,9-2,9 0,0 71,5 Totaal Publieke spelers in de watersector 344,3-196,6 0,9 82,9 144,9 Totaal Intercommunales 185,9-56,3-2,0 0,9 126,7 28

2.3. Financiële ratio s Dankzij de liquiditeitsratio s kan worden ingeschat in welke mate de intercommunales kunnen voldoen aan hun kortetermijnverbintenissen. Dit is het geval bij een liquiditeit gelijk aan 1 of hoger. De current ratio en de acid test zijn in 2012 voor de publieke spelers in de watersector respectievelijk gelijk aan 1,1 en 0,8 (tabel 3). Met zowel een current ratio van 1,1 als een acid test gelijk aan 1,1 beschikken de intercommunales over voldoende liquide middelen. Een regionale vergelijking wijst op een steeds hoger liquiditeitsniveau bij zowel de Waalse intercommunales voor beide ratio s (1,5 en 1,6) als de Brusselse intercommunales, met beide ratio s 1,2. Voor de Vlaamse intercommunales blijft de liquiditeit stabiel laag, met ratio s die zelfs onder de limiet duiken (0,9 en 0,8). Daarmee blijkt dat de vorderingen op korte termijn niet volledig volstaan om de kortetermijnverbintenissen te dekken. De overige publieke spelers in de Vlaamse watersector geven erg uiteenlopende situaties te zien en bepalen zo de eerder lage gemiddelde score van de sector op de acid test. De solvabiliteitsratio s vormen meer een maatstaf van de financiële structuur van het overheidsbedrijf op lange termijn. Globaal genomen vertonen de publieke spelers van de watersector een goede solvabiliteit. De intercommunales beschikken over een iets grotere solvabiliteit dan de andere actoren uit de watersector. Een ratio van de financiële onafhankelijkheid die hoger ligt dan of gelijk is aan 50 % geeft aan dat de schulden gedekt zijn door het eigen vermogen. Sinds 2011 duikt deze ratio onder 50 % voor het geheel van publieke spelers in de watersector, en in 2012 slagen ook de intercommunales als groep er niet meer in hier net boven te blijven (48,3 %). Die vaststelling verschilt tussen de gewesten. In hebben de intercommunales de hoogste onafhankelijkheidsratio van 53,9 %, terwijl die in uitkomt op 48,2 % en in Brussel op 34,9 %. Voor de Waalse waterzuiveringsintercommunales vormt het aangaan van financiële schulden een belangrijke manier van financiering. De ratio van de financiële onafhankelijkheid verslechtert voor hen dan ook jaar na jaar. Voor de Brusselse intercommunales verbetert deze ratio lichtjes ten opzichte van 2011. Uit de ratio voor de langetermijnschuld blijkt of het eigen vermogen alle langetermijnverbintenissen dekt, namelijk de voorzieningen, de uitgestelde belastingen en de schulden op meer dan één jaar. Deze ratio noteert in 2012 over de hele lijn hoger dan in het vorige boekjaar, behalve voor de Brusselse waterintercommunales. Voor de publieke spelers van de watersector gaat het om 87,8 % in 2012, terwijl de intercommunales als groep iets minder langetermijnschulden torsen (72,1 %). Opnieuw stellen we grote verschillen vast tussen de gewesten. De Brusselse intercommunales hebben de hoogste langetermijnschuld met 145,9 %, wat wil zeggen dat het eigen vermogen de langetermijnverbintenissen niet volledig dekt. De schuldratio van de Vlaamse intercommunales is de laagste met 51,2 %, terwijl in de intercommunales hun ratio zien toenemen tot 75,6 %. De zelffinancieringsgraad van 5,3 % voor de publieke spelers van de watersector samen ligt in 2012 gemiddeld lager dan de ratio voor de groep van de intercommunales, die verder oploopt tot 11,5 %. De Waalse intercommunales hebben de hoogste zelffinancieringsgraad, namelijk 14,1 %, meer bepaald onder invloed van de cijfers van Tabel 3 Ratio s voor liquiditeit en solvabiliteit van de spelers in de sector waterbeheer 2012 Liquiditeit Solvabiliteit Regio Type onderneming Current ratio Acid test Financiële onafhankelijkheid Langetermijnschuldratio Zelffinancieringsgraad Cashflow / vreemd vermogen Intercommunales 0,9 0,8 53,9 % 51,2 % 11,9 % 10,8 % Andere belangrijke spelers in de sector 0,5 0,3 36,6 % 123,9 % 2,1 % 6,9 % 2,1 1,8 75,7 % 17,6 % 24,4 % 20,7 % Intercommunales waterzuivering 1,3 1,5 28,7 % 184,1 % 6,8 % 7,4 % Intercommunales 1,5 1,6 48,2 % 75,6 % 14,1 % 10,0 % Andere belangrijke spelers in de sector 2,2 1,3 50,2 % 79,9 % 1,2 % 5,2 % Brussel Intercommunales 1,2 1,2 34,9 % 145,9 % 7,9 % 13,4 % Totaal Publieke spelers in de watersector 1,1 0,8 45,3 % 87,8 % 5,3 % 7,2 % Totaal Intercommunales 1,1 1,1 48,3 % 72,1 % 11,5 % 9,2 % 29

de intercommunales actief in de waterproductie en -distributie (24,4 %). Dezelfde ratio bedraagt 11,9 % bij de Vlaamse intercommunales en ligt het laagst bij de Brusselse (7,9 %) ondanks de opgetekende toename in 2012. De verhouding van cashflow tot vreemd vermogen geeft aan dat voor het boekjaar 2012 slechts 7,2 % van het vreemd vermogen (voorzieningen + schulden) zou kunnen worden terugbetaald met de cashflow die de publieke spelers in de watersector genereren. Die ratio kent een status-quo ten opzichte van 2011. Voor de groep van de intercommunales (9,2 %) doet vooral de verbeterde ratio van de Vlaamse en Brusselse intercommunales het percentage de hoogte ingaan. De rentabiliteit van de publieke spelers die actief zijn in de watersector is vrij laag (tabel 4). Verklaring hiervoor is het beperkte resultaat in verhouding tot het aangewende kapitaal. Er valt echter een onderscheid te maken tussen de twee activiteitsdomeinen, omdat ze een verschillende benadering hebben op het vlak van hun businessmodel. Enerzijds is er de waterdistributie, waarbij water wordt verkocht volgens verbruik per kubieke meter. Anderzijds is er de waterzuivering (en riolering), die een reeks noodzakelijke kosten voor de gemeenschap inhoudt ten laste van het lokale overheidsbedrijf, zonder dat er een indivi duele vraag aan de basis ligt. Die saneringskosten worden in de eerste plaats gefinancierd met openbare middelen, maar worden daarna via de individuele waterfactuur aan de consument van drinkwater doorgerekend tegen de werkelijke prijs. De rentabiliteit van het eigen vermogen bedraagt 1,9 % voor alle publieke spelers samen en 4,2 % voor de groep van intercommunales. Deze cijfers liggen hoger dan in de vorige boekjaren omdat het eigen vermogen in volume toenam maar ook het resultaat opnieuw fors hoger klom in 2012. In Brussel en ligt de rentabiliteit op het eigen vermogen het hoogst, met een cijfer dat voornamelijk de intercommunales leveren. De rentabiliteit van het actief ligt zeer laag, namelijk 0,9 % voor de totale sector en 2,1 % voor de groep van intercommunales. Deze ratio stijgt alleen voor de intercommunales boven 2 % uit door de rentabiliteit van 5 % voor de Brusselse intercommunales. De operationele rentabili teit komt daarentegen meer dan vier keer zo hoog uit als beide andere rendabiliteitsratio s en meet specifiek het effect van de activiteiten. Voor het boekjaar 2012 noteren alle publieke spelers van de watersector samen een toegenomen operationele rendabiliteit van 9,3 %, terwijl de groep van de intercommunales nog net iets hoger scoort (9,5 %). Tabel 4 Rentabiliteitsratio s van de spelers in de sector waterbeheer 2012 Regio Type onderneming Rentabiliteit van het eigen vermogen Rentabiliteit van het actief Operationele rentabiliteit Intercommunales 2,6 % 1,4 % 5,7 % Andere belangrijke spelers in de sector 0,9 % 0,3 % 9,6 % 1,1 % 0,8 % 2,6 % Intercommunales waterzuivering 1,2 % 0,4 % 3,0 % Intercommunales 1,2 % 0,6 % 2,9 % Andere belangrijke spelers in de sector 0,1 % 0,0 % 8,2 % Brussel Intercommunales 14,5 % 5,0 % 19,3 % Totaal Publieke spelers in de watersector 1,9 % 0,9 % 9,3 % Totaal Intercommunales 4,2 % 2,1 % 9,5 % 30