SCREENING VAN ANTIBIOTICA IN VLEES EN NIER MET DE PREMI TEST

Vergelijkbare documenten
SCREENING VAN ANTIBIOTICA IN VLEES MET DE. Versie 09 Datum van toepassing

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BEPALING VAN ANTIBIOTICA MET LC-MS. Versie 06 Datum van toepassing

BEPALING VAN SULFONAMIDEN,EN DAPSONE EN TRIMETHOPRIM MET LC-MS. Versie 06 Datum van toepassing

BEPALING VAN DOXYCYCLINE, TETRACYCLINE, OXYTETRACYCLINE EN CHLOORTETRACYCLINE IN

SCREENING ANTIBIOTICARESIDUEN: MOGELIJKHEDEN EN BEPERKINGEN Wim Reybroeck

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Gearchiveerde versie

Gearchiveerde versie

Gearchiveerde versie

BEPALING VAN NICARBAZINE IN DIERENVOEDERS (HPLC)

I-MET-FLVVT-031. Versie 03 Datum van toepassing

Versie 03 Datum van toepassing

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)

KWANTITATIEVE BEPALING VAN UBIQUINONE IN

BEPALING VAN RESIDU S VAN COCCIDIOSTATICA IN

KWANTITATIEVE BEPALING VAN VITAMINE B12 (CYANOCOBALAMINE) IN LEVENSMIDDELEN (HPLC)

KWANTITATIEVE BEPALING VAN CHOLINE IN SPECIFIEKE

BEPALING VAN RESIDU S VAN BENZIMIDAZOLEN IN LEVENSMIDDELEN MET LC-MS-MS

Onderzoek naar antibiotica in consumptievlees. RIKILT Rapport A.A.M. Stolker en M.G. Pikkemaat

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BEPALING VAN CARBADOX IN DIERENVOEDERS (HPLC)

BEPALING VAN SEDATIVA MET LC-MS

BEPALING VAN VITAMINE E (DL- -TOCOFEROLACETAAT) IN

BEPALING VAN TYLOSINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

I-MET-FLVVT-125. Versie 04 Datum van toepassing

BEPALING VAN AVILAMYCINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

BEPALING VAN STREPTOMYCINE EN DIHYDROSTREPTOMYCINE MET EIA. Versie 08 Datum van toepassing

Toewijzing analyses aan derde laboratoria in het kader van het Controleprogramma

Toewijzing analyses aan derde laboratoria in het kader van het Controleprogramma

Toewijzing analyses aan derde laboratoria in het kader van het Controleprogramma

BEPALING VAN RUW VET IN DIERENVOEDERS

B. BIJSLUITERBIJSLUITER Deposil IU, suspensie voor injectie

1990R2377 NL

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Evolutiedruk door antibiotica bij het ontstaan van resistente bacteriën

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Speed Mam Color TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Residuen van diergeneesmiddelen in hoofdzakelijk geïmporteerde kweekvis, tropische garnalen en in honing

BIJSLUITER Suramox 1000 mg / g poeder voor gebruik in drinkwater voor kippen, eenden, kalkoenen

Overzicht herziening van het document

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

RESIDUEN VAN DIERGENEESMIDDELEN IN KIPPENEIEREN

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Detectie van Campylobacter spp. volgens de Vidasmethode. Détection de Campylobacter spp. selon la méthode Vidas

FACTURATIE VAN ANALYSES UITGEVOERD VOOR HET FAVV VIA LABNET

BEPALING VAN ZINKBACITRACINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Bijsluiter NL-versie Baytril 10% II. BIJSLUITER 1/5

Bepaling van petroleumether extraheerbare stoffen in water

Bepaling van petroleumetherextraheerbare stoffen in water

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Melkcontrolecentrum-Vlaanderen vzw Hagenbroeksesteenweg 167 geldig vanaf 1/02/ LIER Tel : 078/ Fax : 078/

ANTIBIOTICA IN MELK EN HONING: EEN UPDATE

Toewijzing analyses aan derde laboratoria in het kader van het Controleprogramma

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

RAPPORT RINGONDERZOEK ANTIBIOTICA

Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie

ERKENDE ROUTINEMETHODEN EN ERKENDE APPARATUUR VOOR DE OFFICIËLE BEPALING VAN DE KWALITEIT VAN RAUWE MELK GELEVERD AAN KOPERS

GMP+ BCN1-NL1 Antibioticavrij diervoeder

Amoxy Active 697 mg/g

Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom

Opstellen van een bericht over de toewijzing van analyses in het geval van een niet-erkend laboratorium

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV

UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN

1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Gebruik van anti-microbiële middelen bij varkens en pluimvee in Nederland

BIJSLUITER Clavobay 50 mg tabletten voor honden en katten

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

B ijsluiter NL versie L INCOMYCINE-SPECTINOMYCINE VMD Pulvis B. BIJSLUITER 1

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

Amoxy Active 697 mg/g

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

BEPALING VAN VOCHT IN DIERENVOEDERS (GRAVIMETRIE)

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter NL versie CHLORTETRA-SPRAY II. BIJSLUITER

Bijsluiter NL versie CLAVASEPTIN 62,5 MG B. BIJSLUITER

I-MET-FLVVT-016. Versie 05 Datum van toepassing

Bepaling van totaal kiemgetal

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Mam Color. Gevoeligheidsprofiel binnen 24u: Identificatie binnen 48u*: 14 antibiotica opties beschikbaar voor de practicus

Overzicht herziening van het document

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

RAPPORT RINGONDERZOEK ANTIBIOTICA- SCREENING IN MELK

Versie 03 Datum van toepassing

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

LAB 00 P 510 Aanvraag erkenning door externe laboratoria. Versie 04 Datum van toepassing

Diervoeders - Bepaling van sulfadimidine-na - HPLC. RSVnr A0148, DAMcode , editie nr. 4, ; Bijlagen zijn niet bijgevoegd.

Analyserapport Antibiotica Screening Rijn

WVAB richtlijn classificatie van veterinaire antimicrobiële middelen

Orbenin LACTATION BIJSLUITER. 200 mg intramammaire suspensie voor runderen en schapen

Transcriptie:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FLVVG MET-FLVVG-052 I-MET: SCREENING VAN ANTIBIOTICA IN VLEES EN NIER MET DE PREMI TEST Datum van toepassing: 2010/08/23 Opgesteld door: Naam functie / dienst Datum Handtekening Ingrid Vermeulen 2010/08/06 Get. EIA en sneltechnieken Nagezien door: Annick Moerman 2010/08/20 Get. QAM Goedgekeurd door: Mieke Van de Wiele Sectieverantwoordelijke 2010/08/23 Get. LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 1/17

Overzicht herziening van het document Herziening door/datum* IV/ 2010/08/06 Reden van herziening Ultracentrifugeren van extract na toevoegen van LLB werd weggelaten wegens niet praktisch door moeilijk pipetteren van het extract Tekstdeel / draagwijdte van de herziening P 10 DOC 05 * Het verschil tussen de datum van toepassing en de huidige datum mag niet meer dan 5 jaar bedragen. ** Revisienummer en indien van toepassing het jaar aanpassen. Na goedkeuring de datum van toepassing aanpassen rekening houdend met de tijd om de betrokken medewerkers te informeren. Bestemmelingen Personeelsleden van de afdeling Residu s en Contaminanten van het FLVVG. De documenten worden op de lokale M-schijf onder de folder M:\Q-instructies geplaatst. Deze schijf is beveiligd tegen niet geautoriseerde wijzigingen. Een papieren versie wordt bewaard op de afdeling. Bestandsnaam: LAB I-MET-FLVVG-052 LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 2/17

SCREENING VAN ANTIBIOTICA IN VLEES EN NIER MET DE PREMI TEST INHOUDSTABEL 1 DOEL... 5 2 TOEPASSINGSGEBIED... 5 3 WETTELIJKE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN... 5 4 DEFINITIES EN AFKORTINGEN... 5 5 PRINCIPE... 6 6 PRESTATIEKENMERKEN... 6 7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BIJZONDERE MAATREGELEN... 6 7.1 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 6 7.2 SPECIFIEKE VOORZORGSMAATREGELEN... 7 8 REAGENTIA EN HULPSTOFFEN... 7 8.1 STANDAARDEN EN OPLOSSINGEN... 7 8.2 WERKOPLOSSING... 7 8.3 REAGENTIA EN SOLVENTEN... 7 8.4 OPLOSSINGEN... 8 8.5 GLASWERK... 8 8.6 KLEIN MATERIAAL... 8 9 TOESTELLEN... 8 10 WERKWIJZE... 8 10.1 VOORBEREIDING MONSTERS, EXTRACTIE EN OPZUIVERING... 8 10.1.1 Voorbereiding monsters, blanco- en controlemonsters... 8 10.1.2 Extractie en opzuivering... 9 10.2 UITVOERING PREMI TEST... 10 10.2.1 Opstellen lay-out... 10 10.2.2 Uitvoeren Premi test... 10 10.3 BEOORDELING RESULTATEN PREMI TEST... 10 10.3.1 Interpretatie met de Premi scan... 10 10.3.2 Visuele interpretatie... 12 10.4 POST-SCREENING... 12 10.4.1 Algemeen... 12 11 KWALITEITSCONTROLE... 12 11.1 CRITERIA ANALYSESERIE... 12 11.1.1 Incubatieduur... 12 11.1.2 Blanco monsters... 12 11.1.3 Belaste monsters... 13 11.1.4 Lab Lemco Broth (LLB)... 13 11.1.5 Monsters... 13 11.2 CRITERIA VOOR GOEDKEURING GEHELE SERIE... 13 12 BEREKENING EN RAPPORTERING... 13 12.1 MONSTERS DIE OPNIEUW WORDEN OPGEZET... 13 12.2 CONFORM... 13 12.3 VERDACHT... 14 12.4 NIET-CONFORM... 14 13 VERWIJZING NAAR BIJHORENDE PROCEDURES, INSTRUCTIES, DOCUMENTEN, FORMULIEREN OF LIJSTEN... 14 LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 3/17

FLOW-CHART : EXTRACTIE VAN ANTIBIOTICA IN VLEES EN NIER MET PREMI TEST... 16 FLOW-CHART: PREMI TEST... 17 LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 4/17

SCREENING VAN ANTIBIOTICA IN VLEES EN NIER MET DE PREMI TEST 1 Doel Deze methode beschrijft het screenen op de aanwezigheid van enkele antibiotica, conform EU criteria, in de matrices vlees en nier met de Premi test (MET-FLVVG-052a). Daarnaast wordt ook de post-screening met de Premi test (MET-FLVVG-052b) beschreven voor controle op de aanwezigheid van sulfonamiden m.b.v. PABA (MET-FLVVG-052c) en controle op de aanwezigheid van ß-lactams m.b.v. ß-lactamase (MET-FLVVG-052d). 2 Toepassingsgebied De Premi test is een breedspectrum screeningstest die in de eerste plaats ontwikkeld werd voor het detecteren van antibiotica residuen in vlees op of onder de maximale residu limiet (MRL). De Premi test kan echter ook gebruikt worden voor de screening van antibiotica in nier, lever, vis, eieren, melk, honing en voeder. In deze methode wordt de Premi test beschreven voor de matrices vlees en nier. Vlees en nier worden na een extractie met acetonitrile / aceton op de Premi test gebracht. Een positief resultaat kan wijzen op de aanwezigheid van antibiotica uit de volgende groepen: Bacteriocide antibiotica Bacteriostatische antibiotica Fluoroquinolonen* Chlooramfenicol Macroliden (bacteriocid bij hoge Macroliden ( bacateriostatisch bij in vivo concentraties) bereikte concentraties) Aminoglycosiden* Tetracyclines ß-lactams (penicillines+cephalosporines) Lincosamiden Sulfonamiden *: Quinolonen en aminoglycosiden kunnen met de Premi-test enkel opgespoord worden bij hoge concentraties boven de MRL. Voor een nadere specificering van de onderzochte antibiotica en de bijhorende CCß in vlees en nier: zie LAB 22-L-26. 3 Wettelijke en normatieve documenten In de EU is het gebruik van antibiotica gereguleerd in de bijlage van Verordening (EGU) 2377/90 van de Raad (bijlagen 1,3 en 4). 4 Definities en afkortingen CCα CCß Beslissingsgrens: de minimale waarde van waaraf met een foutkans van α kan worden besloten dat het monster niet-conform is (α = 1% voor verboden stoffen en α = 5% voor MRL-verbindingen). Detectievermogen: de kleinste hoeveelheid van de stof die met een foutkans ß in een monster kan worden aangetoond LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 5/17

MRL ILVO WIV ged. water LLB PABA = de laagste concentratie waarbij een methode met een statistische zekerheid van 95% kan aantonen dat een monster werkelijk verontreinigd is. Maximum residue limit (voor gereglementeerde producten) Het maximale residugehalte in of op levensmiddelen, dat het gevolg is van het gebruik van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik, dat de Gemeenschap als wettelijk toegestaan kan aanvaarden of dat als aanvaardbaar wordt erkend. De farmacologisch werkzame substanties die in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden gebruikt en waarvoor MRL s zijn vastgesteld, worden vermeld in bijlage 1 van Verordening Nr. 2377/90. In bijlage 3 van deze verordening zijn farmacologisch werkzame substanties opgenomen waarvoor voorlopige MRL s zijn vastgesteld. Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Gedemineraliseerd water Lab Lemco Broth Para Amino Benzoëzuur 5 Principe Het principe van de Premi test is gebaseerd op de remming van de groei van Bacillus stearothermophilus var. calidolactis. Deze Gram-positieve bacterie is gevoelig voor diverse antibiotica. In een voedingsbodem van agar zijn gestandaardiseerde hoeveelheden sporen van de bacterie ingebed. Als de Premi test verwarmd wordt bij 64 C ontwikkelen de sporen zich. Als er geen remmende stoffen aanwezig zijn, vermenigvuldigen de bacteriën zich en scheiden daarbij een zuur af. De toename van zuur in het medium ten gevolge van de bacteriële groei wordt zichtbaar gemaakt met behulp van een kleurindicator, broomcresolpaars. De paarse kleur van het medium slaat om naar geel als de bacteriën zich voldoende ontwikkelen. Als er verbindingen met antibacteriële werking in het monster dat in de Premi test ampule is gebracht aanwezig zijn, zal geen groei plaatsvinden en zal de kleur van de indicator paars blijven of pas veel later een kleuromslag geven. 6 Prestatiekenmerken De methode werd gevalideerd volgens EG-beschikking 2002/657/EG als een kwalitatieve screeningsmethode. Het validatieschema en de bekomen prestatiekenmerken zijn terug te vinden in de validatiemap V052. 7 Veiligheidsvoorschriften en bijzondere maatregelen 7.1 Algemene veiligheidsvoorschriften De bacterie Bacillus stearothermophilus var. calidolactis is niet pathogeen voor mens, dier of plant. De Premi test mag als restafval verwijderd worden, zowel gebruikt als ongebruikt. LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 6/17

Opgelet bij het gebruik van antibiotica standaarden en oplossingen: de meeste antibiotica kunnen allergische reacties veroorzaken. Dit kan gaan van huiduitslag tot ademhalingsproblemen en shock. Draag handschoenen en een stofmasker bij het aanmaken van stockoplossingen. Zie instructie Instructies voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) (zie LAB 22-I-17). 7.2 Specifieke voorzorgsmaatregelen Nieuwe handschoenen nemen bij het afwegen van elk staal en de handen zorgvuldig wassen en afdrogen vóór het opbrengen van extract in de tubes. De Premi test kit bewaren in de frigo tussen 3 tot 10 C. Bij het pipetteren in de Premi test tube contact van de tippunt met de agar bodem vermijden. De niet gebruikte tubes onmiddellijk terugplaatsen in de frigo. Vele antibiotica (o.a. tetracyclines) zijn lichtgevoelig: niet werken bij fel zonlicht en bij indampen de extracten afschermen van het licht. 8 Reagentia en hulpstoffen Verwijzingen naar een product en/of fabrikant dienen enkel ter informatie en identificatie en houden geen uitsluiting in van andere producten en/of fabrikanten die mogelijk ook voldoen. Deze verwijzingen dienen om vergissingen te vermijden en het uitvoeren van bestellingen te vereenvoudigen. De in de procedure vermelde reagentia en apparatuur kunnen aldus door materiaal vervangen worden van minstens evenwaardige kwaliteit. De houdbaarheid van zelfbereide oplossingen is 1 jaar bij kamertemperatuur, behalve indien anders vermeld. De geschiktheid van gebruikte oplossingen, buffers en standaardoplossingen wordt nagegaan aan de hand van ingebouwde borgingspunten en langetermijnvalidatie. Indien hieraan voldaan wordt, wijst dit op de aanvaardbaarheid van deze reagentia en toont dit eveneens aan dat de kwaliteit van de analyse gewaarborgd blijft. 8.1 Standaarden en oplossingen Weeg minimum 10 mg ± 0,1 mg standaard af in een 30 ml flesje. Stockoplossingen worden aangemaakt met een concentratie van 1mg/ml, rekening houdend met een eventuele correctiefactor (zie procedure LAB 22-P-13). Het solvent waarin de betrokken standaard moet worden opgelost, is vermeld in de database M:\standaardbeheer\databases standaarden. Stockoplossingen zijn 6 maanden houdbaar bij -18 C (± 8 C) tenzij anders vermeld. 8.2 Werkoplossing Uit de stockoplossing (1 mg/ml) worden werkoplossingen gemaakt, meestal van 10 ng/µl; hiertoe wordt de stockoplossing 100 X verdund in ged. water. Werkoplossingen worden steeds vers bereid. 8.3 Reagentia en solventen 8.3.1 Premi test (MA036) 8.3.2 Acetonitrile (PR 601) 8.3.3 Aceton (PR 600) 8.3.4 Lab Lemco Broth (PR 143) 8.3.5 Gelyofiliseerd ß-lactamase (PR 823) (Bacillus cereus 5691H9, 500U) LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 7/17

8.3.6 Para-aminobenzoëzuur (PR142) 8.4 Oplossingen 8.4.1 Acetonitrile/aceton (v/v 70:30): voeg aan 70 ml (± 1 ml) acetonitrile (8.3.2) 30 ml (± 1 ml) aceton (8.3.3) toe en meng. 8.4.2 Lab Lemco Broth (8 g/l): weeg 0.4 g (± 0.01 g) Lab Lemco Broth (8.3.4.) af in een beker (8.5.2) en voeg 50 ml ged. water toe. Meng goed tot alles opgelost is. Laat opkoken in de microgolfoven (9.8) en vervolgens afkoelen. Deze agar steeds vers aanmaken. 8.4.3 ß-lactamase-oplossing (± 110 U/ml): los de volledige inhoud van het flesje met gelyofiliseerd ß-lactamase (8.3.5) op in 4,5 ml ged. water. Meng voorzichtig. Deze oplossing is 1 maand houdbaar in diepvries. 8.4.4 Para-aminobenzoëzuur oplossing (5 mg/ml) : weeg 500 mg (± 1 mg) PABA (8.3.6) af en los op in 100 ml ged. water. Deze oplossing is 1 week houdbaar in frigo. 8.5 Glaswerk 8.5.1 Pyrexbuisjes 13 x 100 mm 8.5.2 Beker 8.5.3 Maatcilinder 8.5.4 Maatkolf 8.6 Klein materiaal 8.6.1 Micropipetten met eurotips 8.6.2 Multipette systeem met combitips 8.6.3 Centrifugeerbuizen 50 ml 8.6.4 Eppendorfcentrifugeerbuisjes 0,5 ml of 1 ml 9 Toestellen 9.1 Vortex 9.2 Bovenweger 9.3 Centrifuge 9.4 Turbovap 9.5 Warmwaterbad op 64,0 C (± 0,5 C) 9.6 Schudtoestel 9.7 Premi scan 9.8 Microgolfoven 9.9 Ultracentrifuge 9.10 Analytische balans 10 Werkwijze 10.1 Voorbereiding monsters, extractie en opzuivering 10.1.1 Voorbereiding monsters, blanco- en controlemonsters LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 8/17

Alle monsters worden ingeschreven op het werkblad Inschrijvingsblad LAB 22-F-22. Malen en afwegen van de monsters: zie instructie Monstervoorbereiding voor de sectie R&C (zie LAB 22- I-11). De monsters worden bewaard bij <-20 C. 10.1.1.1 Blanco monsters Weeg 2 g (± 0,2 g) fijn gesneden blanco vlees of nier af in een centrifugeerbuis (8.6.3) op de bovenweger (9.2). Maak steeds gebruik van minstens 2 verschillende blanco monsters per diersoort en per matrix. Als blanco monsters worden monsters gebruikt uit vorige reeksen van de Premi test, die een Z-waarde gaven -5. 10.1.1.2 Monsters Weeg 2 g (± 0,2 g) fijn gesneden vlees of nier af in een centrifugeerbuis (8.6.3) op de bovenweger (9.2). 10.1.1.3 Belaste monsters Per diersoort en per matrix worden minimum 2 belaste monsters meegenomen: 1 monster belast op of lager dan MRL-niveau uit de groep van de tetracyclines of uit de groep van de sulfonamiden (bacteriostatisch). 1 monster belast op of lager dan MRL-niveau met standaard naar keuze uit lijst LAB 22- L-26. Om een regelmatige afwisseling van de gebruikte standaarden te garanderen, kan men voor de praktische uitwerking gebruik maken van de tabel volgens lijst LAB 22-L-28. Weeg 2 g (± 0,2 g) fijn gesneden blanco vlees of nier af in een centrifugeerbuis (8.6.3) op de bovenweger (9.2). Hieraan wordt x µl (x ± 10) werkoplossing toegevoegd om de gewenste concentratie te bekomen. 10.1.2 Extractie en opzuivering Voeg aan 2 g fijngesneden vlees of nier 5 ml actonitrile-aceton toe (v/v 70:30) (8.4.1). Vortex (9.1) gedurende min. 10 seconden. Schud gedurende 10 minuten op schudtoestel (9.6). Centrifugeer (9.3) bij 4 C (± 3 C) gedurende 10 minuten bij 3400 tpm. Breng het supernatans over in een pyrexbuisje van 13x100 mm (8.5.1). Damp in tot ongeveer 100 µl (± 50 µl) in turbovap (9.4) bij max. 50 C. Indien gewenst kunnen de extracten overnacht in de frigo bewaard worden. Maak Lab Lemco Broth (8 g/l) (8.4.2.) aan. Voeg 250 µl afgekoelde Lab Lemco Broth (8 g/l) toe. Vortex (9.1.). Breng het extract over in een eppendorfje (8.6.4) en ultracentrifugeer (9.9.) bij 13000 tpm gedurende 5 minuten. LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 9/17

10.2 Uitvoering Premi test 10.2.1 Opstellen lay-out Vooraleer de test uit te voeren dient de lay-out van de plaat ingevuld te worden aan de hand van het werkblad PREMITEST (LAB 22-F-49). Dit werkblad staat op M:\R&C\EIA en sneltechnieken\premitest\lay-out\werkblad premitest.xls. Per reeks en per diersoort worden minimum 2 blanco monsters meegenomen. Per reeks en per diersoort worden minimum 2 belaste monsters meegenomen: één belast monster met een bacteriostatisch antibioticum en één belast monster met een antibioticum naar keuze. Analysevolgorde: per reeks worden minstens 2 blanco en 2 belaste monsters meegenomen. Eén blanco monster wordt op de eerste helft van de reeks gelegd en één blanco monster op de tweede helft. Procedure blanco: per reeks wordt een procedure blanco meegenomen, die op de laatste plaats gelegd wordt. Hiertoe wordt 100 µl Lab Lemco Broth (8.4.2) in een Premi test tube (8.3.1) gebracht. 10.2.2 Uitvoeren Premi test Neem aan de hand van de lay-out het gewenste aantal tubes (8.3.1) uit de koelkast en laat deze gedurende minimum een half uur op kamertemperatuur komen. Let bij het afknippen erop dat de folie van de aangrenzende tubes niet beschadigd wordt. Vul indien nodig het waterniveau van het warmwaterbad (9.5) bij en leg minstens een half uur voor de test het waterbad aan (64 C ± 0,5 C). Vul de checklist in op het werkblad PREMITEST. Verwijder de folie van de tubes. Pipetteer volgens de lay-out 100 µl extract in de overeenkomstige Premi test tubes (8.3.1), zonder de agar aan te raken. Sluit de ampullen met folie, geleverd bij de kit. Druk de folie niet te hard op de ampullen, zodat de geperforeerde gaatjes niet opengeduwd worden. Incubeer de tubes in het warmwaterbad bij 64 C (± 0,5 C) tot één of meerdere blanco monsters omslaan van paars naar geel. Zolang de blanco monsters niet van kleur omslaan, de stalen terug in de incubator plaatsen en elke 5 à 10 minuten controleren, tot wanneer de kleur van één of meerdere blanco s omslaat van paars naar geel. De interpretatie van de resultaten gebeurt volgens punt 10.3. 10.3 Beoordeling resultaten Premi test Het aflezen van de tubes gebeurt met behulp van de Premi scan. In geval van defect van de scanner kunnen de resultaten ook visueel worden geïnterpreteerd. Maak dan een foto van de tubes. 10.3.1 Interpretatie met de Premi scan 10.3.1.1 Definitie Z-waarde LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 10/17

Kleuren definiëren gebeurt op basis van een kleurencirkel. Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire en secundaire kleuren in elkaar overlopen. Deze kleurencirkel is tweedimensionaal en geeft de kleurschakering weer. Om een betere kleurdefinitie te bekomen wordt een derde dimensie toegevoegd, nl. de kleurintensiteit (lichtdonker). Delvo scan technologies heeft een gepatenteerde formule ontwikkeld die op de driedimensionale kleurenbol de gele (negatief) en de paarse (positief) kleuren verdeeld. Deze formule bestaat uit 3 parameters A, B en L en maakt het mogelijk een instrumentele aflezing van test resultaten mathematisch uit te drukken (zie onderstaande figuur). Deze Z-waarde geeft dus de situering aan van de waargenomen kleur tussen de relevante kleuren geel en paars en houdt rekening met de schakering en de intensiteit. De cut-off Z-waarde wordt door de fabrikant standaard ingesteld op nul. Dit betekent dat bij deze waarde evenveel geelwaarde als blauwwaarde aanwezig is. Deze fabrieksinstelling moet in functie van de gewenste gevoeligheid en de toegepaste afleestijd na blanco-omslag worden bijgesteld. Het FLVVG gebruikt een cut-off Z-waarde gelijk aan 2. Dit gebeurde op basis van een visuele controle van de kleur van tubes, waaraan belast extract werd toegevoegd (zie validatiedossier). Z = A*+/- B*+/- L* Z = < 0.0 Z = > 0.0 Figuur: berekening Z-waarde 10.3.1.2 Beoordeling met de Premi scan De tubes worden een eerste maal gemeten met de Premi scan op het ogenblik dat visueel wordt vastgesteld dat 1 of meerdere blanco monsters van dezelfde matrix en diersoort beginnen omslaan van paars naar geel. Een eerste visuele controle gebeurt na een incubatieduur van 2u30min. Wanneer nog niet alle blanco monsters van dezelfde matrix en diersoort een Z- LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 11/17

waarde geven -2, worden de tubes opnieuw geïncubeerd bij 64 C en wordt na een incubatieduur van 5 à 10 minuten opnieuw gemeten. De totale incubatieduur (± 5 minuten) waarop alle blanco monsters van de respectievelijke matrix en diersoort een Z-waarde geven -2 en de Z-waarde van de procedure blanco (LLB) - 17 is de AFLEESTIJD. Opmerking: wanneer één blanco monster nog niet is omgeslagen op het ogenblik dat de LLB < - 17, is de afleestijd de tijd waarbij de LLB nog -17 en het andere blanco monster is omgeslagen. Voorwaarde is wel dat ondertussen de belaste monsters nog niet zijn omgeslagen, anders wordt de afleestijd het ogenblik waarop de belaste monsters nog niet zijn omgeslagen. Indien de monsters bij de afleestijd, een Z-waarde geven 2, dan is er geen of een niet met de Premi test te bepalen concentratie antibioticum aanwezig. Het resultaat is dan conform (NEG). Indien de monsters bij de afleestijd, een Z-waarde geven > -2, dan is mogelijk een antibioticum aanwezig. Het resultaat is verdacht (POS). 10.3.2 Visuele interpretatie Bij visuele interpretatie moet de aflezing geëvalueerd worden op 2/3 van de onderkant van de tubes. De afleestijd is dan het ogenblik dat alle blanco monsters een kleuromslag geven van paars naar geel. Wanneer de kleur van de monsters een groter geel -gehalte bevat dan de blanco monsters, is het resultaat conform. Wanneer de kleur van de monsters hetzelfde of een lager geel -gehalte bevat dan de blanco monsters, is het resultaat verdacht. 10.4 Post-screening 10.4.1 Algemeen Wanneer een monster na screening met de Premi test verdacht is, wordt op het monster een post-screening uitgevoerd met LC-MS (zie I-MET-FLVVG-176). 11 Kwaliteitscontrole 11.1 Criteria analyseserie 11.1.1 Incubatieduur De incubatieduur voor bepaling van antibiotica in vlees mag maximum 3u30 bedragen; in nier maximum 4u00. 11.1.2 Blanco monsters Bij de afleestijd voor een bepaalde matrix en diersoort moet de Z-waarde van minstens één van de blanco monsters -2 zijn (gele kleur). Zie opmerking bij 10.3.1.2. LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 12/17

11.1.3 Belaste monsters Bij de afleestijd voor een bepaalde matrix en diersoort moeten de belaste controlemonsters een Z-waarde geven > -2 (paarse kleur). Hebben de belaste monsters op een concentratieniveau op of boven de CCß geen paarse kleur (Z-waarde -2), dan wordt overlegd met de verantwoordelijke EIA en sneltechnieken of met de sectieverantwoordelijke. 11.1.4 Lab Lemco Broth (LLB) Bij de afleestijd moet de Z-waarde van de Lab Lemco Broth -17. Indien LLB < -17 wordt de afleestijd de tijd waarbij de LLB nog wel -17 was voor zover voldaan is aan het criterium van de blanco monsters (11.1.2) en de belaste monsters (11.1.3). 11.1.5 Monsters Een monster wordt beoordeeld als conform als de Z-waarde bij afleestijd -2; een monster wordt beoordeeld als verdacht als de Z-waarde bij afleestijd > -2. Uitzondering: een monster dat bij post-screening verdacht tekent voor ß-lactamase wordt als conform beoordeeld als de Z-waarde bij afleestijd (van het monster zonder ß-lactamase) <+4. 11.2 Criteria voor goedkeuring gehele serie Aan de hand van de vastgestelde criteria 11.1.1. t.e.m. 11.1.5. besluit de analist, in overleg met de team- of sectieverantwoordelijke, of de serie goedgekeurd wordt en parafeert hiervoor op de checklist van het werkblad. Indien de criteria niet voldaan zijn, moet nagegaan worden wat de mogelijke oorzaak is en welke maatregelen eventueel getroffen moeten worden. Deze worden vermeld op de checklist. Bij het niet voldaan zijn van de criteria besluit de teamverantwoordelijke, in overleg met de sectieverantwoordelijke, of de serie al dan niet goedgekeurd wordt. Afkeuring van de gehele serie houdt automatisch in dat de gehele serie opnieuw moet worden opgewerkt. Daarnaast kan, ondanks dat b.v. een monster niet goedgekeurd wordt, de serie als zodanig wel goedgekeurd worden. In dat geval worden enkel de afgekeurde monsters opnieuw opgezet. 12 Berekening en rapportering 12.1 Monsters die opnieuw worden opgezet Monsters waarvan de borgingscriteria niet voldaan zijn en opnieuw moeten worden opgezet, worden genoteerd voor heranalyse op het inschrijvingsblad LAB 22-F-22. 12.2 Conform De rapportering en inschrijving van resultaten gebeurt zoals beschreven in de procedures: 2007/42/LAB/NL/DISPATCH/P011 Meedelen van de analyseresultaten van interne labs aan het FAVV LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 13/17

2207/40/LAB/NL/DISPATCH/P003: SIMATIC IT UNILAB: algemene handleiding voor eindgebruikers Zie procedure Monsterbeheer ( LAB 22-P-07) 12.3 Verdacht Monsters verdacht voor sulfonamiden worden bevestigd met LC-MS (MET-FLVVG-041). Indien het gaat om een antibioticum uit een andere groep wordt dit monster ter bevestiging doorgestuurd naar het nationaal referentielaboratorium WIV of naar een andere geaccrediteerd laboratorium. Verdachte monsters worden vermeld op het Werkblad Premi test (LAB 22-F-49) en genoteerd op het werkblad Inschrijvingblad (LAB-22-F-22) voor post-screening met LC-MS (MET-FLVVG- 176). 12.4 Niet-conform Monsters die gescreend worden met de Premi test kunnen nooit als niet conform beoordeeld worden. Dit geldt ook voor de post-screening. 13 Verwijzing naar bijhorende procedures, instructies, documenten, formulieren of lijsten LAB 22-I-17: Instructies voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) LAB 22-I-11: Instructie Monstervoorbereiding voor de sectie R&C LAB 22-L-26: Overzicht MRL van de verschillende antibiotica in vlees en nier en de CCß met de Premi test LAB 22-F-49: Werkblad Premi test LAB 22-L-28: Praktische uitwerking aanmaak controlemonsters LAB 22-P-13: Aanmaak en beheer van standaarden LAB I-MET-FLVVG-052-D05: Flow-chart: Extractie van antibiotica in vlees en nier met Premi test LAB I-MET-FLVVG-052-D06: Flow-chart: Premi test LAB 22-F-22: Inschrijvingsblad 2007/42/LAB/NL/DISPATCH/P011 Meedelen van de analyseresultaten van interne labs aan het FAVV 2007/40/LAB/NL/DISPATCH/P003: SIMATIC IT UNILAB: algemene handleiding voor eindgebruikers LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 14/17

LAB 22-D-99: Flow-chart antibiotica analyses Procedure Monsterbeheer ( LAB 22-P-07) LAB I-MET-FLVVG-052-v.05 15/17

FLOW-CHART : EXTRACTIE VAN ANTIBIOTICA IN VLEES EN NIER MET PREMI TEST Blanco monster (min. 2): Monster: 2 g fijn gesneden monster in centrifugeerbuis 2 g fijn gesneden monster in centrifugeerbuis Belaste monsters (zie LAB 22-L-28) per matrix en per diersoort (min. 2): Voor vlees: 1) * VV 100 ppb: TEC en/of Sulfa: 2 g monster + 20 µl werkoplossing van 10 ng/µl (stockopl. (1mg/ml) 100XV) 2) * naar keuze (op MRL): bv. 50 ppb Pen G: 2 g + 10 µl werkoplossing van 10 ng/µl (stockopl. (1 mg/ml) 100XV) Voor nier: 1) * ni 600 ppb TEC (2 g monster + 120 µl werkoplossing van 10 ng/µl) en/of * ni 100 ppb Sulfa (2 g monster + 20 µl werkoplossing van 10 ng/µl) 2) * ni naar keuze (op MRL): bv. 50 ppb PenG: 2 g + 10 µl werkoplossing van 10 ng/µl + 5 ml actonitrile/aceton (v/v 70:30) Vortex min.10 sec. Schud gedurende 10 min. op schudtoestel Centrifugeer 10 min. bij 3400 tpm bij 4 C (± 3 C) Breng supernatans over in pyrex buis van 13x100 mm Damp in tot bijna droog (± 100 µl) Vortex + 250 µl afgekoelde Lab Lemco Broth (0,4 g/50 ml) Breng over in een eppendorfje en ultracentrifugeer bij 13000 tpm ged. 5 min. Breng 100 µl van het extract in een Premi test tube VOOR AKKOORD HANDTEKENING DATUM SECTIEVERANTWOORDELIJKE Get. 16/8/2010 VAN TOEPASSING VANAF: 23/8/2010 GELDIG TOT: 23/8/2015 LAB I-MET-FLVVG-052-D05-v.02-2010-08-23

FLOW-CHART: PREMI TEST Neem het gewenste aantal tubes uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen Leg het warmwaterbad aan (64 C ± 0,5 C) Vul de checklist in Verwijder de folie van de tubes Pipetteer volgens de lay-out 100 µl extract in de overeenkomstige tubes Sluit de ampullen met de bijgeleverde folie Incubeer de tubes in het WWB bij 64 C tot de blanco monsters omslaan van paars naar geel Lees de monsters af met de Premi scan VOOR AKKOORD HANDTEKENING DATUM SECTIEVERANTWOORDELIJKE Get. 16/8/2010 VAN TOEPASSING VANAF: 23/8/2010 GELDIG TOT: 23/8/2015 LAB I-MET-FLVVG-052-D06-v.02-2010-08-23

Overzicht MRL van de verschillende antibiotica in vlees en nier en de CCß met de Premi test Vlees Antibioticum MRL CCβ (µg/kg) Kip Varken Rund Kalf Konijn Schaap Paard Paard Oxytetracycline 100 (1) 75 100 100 150 100 ( 100) 150 Doxycycline 100 (1) 75 50 100 100 100 100 100 Chloortetracycline 100 (1) 100 100 100 100 ( 100) 100 100 Tetracycline 100 (1) 50 100 50 100 ( 100) 100 100 100 β-lactams Penicillines Penicilline G 50 < 25 < 25 < 25 ( 50) ( 50) ( 50) ( 2,5) ( 2,5) ( 2,5) Penicilline V 25 25 25 25 25 ( 25) Amoxicilline 50 5 5 5 50 ( 50) ( 50) ( 50) Ampicilline 50 < 50 < 50 < 50 25 50 ( 25) 50 ( 25) ( 25) ( 25) Nafcilline 300 < 300 < 300 < 300 300 ( 300) 300 ( 300) Oxacilline 300 < 300 < 300 < 300 300 ( 150) ( 150) 150 (< 150) (< 150) (< 150) Cloxacilline 300 300 300 300 300 ( 300) ( 300) ( 300) Dicloxacilline 300 300 300 300 1500 ( 300) ( 300) ( 300) 150 Cefalosporines Ceftiofur 1000 (2 1000 1000 1000 ( 1000) ( 1000) ( 1000) ( 1000) ) Cefquinome 50 50 50 75 ( 50) 50 50 50 Cefapirine 50 (3) 25 25 25 50 Cefazoline (4) 50 50 50 ( 50) Cefacetrille (5) Cefalon(ium) (6) Cefoperazone (4) 100 100 100 100 ( 100) 100 100 Cefalexine 200 (7) 100 100 100 200 ( 200) 100 200 200 Sulfonamiden Sulfadimethoxine 100 50 100 100 100 ( 100) ( 100) ( 100) Sulfathiazole 100 100 100 100 100 100 ( 100) ( 100) Sulfamethazine 100 100 100 100 100 ( 100) ( 100) 100 Sulfamerazine 100 < 100 < 100 < 100 100 ( 100) ( 100) ( 100) Sulfachloorpyridazin 100 100 100 100 100 ( 100) ( 100) ( 100) e Sulfadiazine 100 < 100 < 100 < 100 100 ( 100) ( 100) ( 100) Sulfaguanidine 100 200 200 200 200 200 200 Sulfapyridine 100 100 100 100 100 ( 100) ( 100) ( 100) Sulfamethizole 100 100 100 100 ( 100) ( 100) ( 120) ( 100) ( 50) ( 50) Sulfisoxazole 100 100 100 100 ( 100) ( 100) 100 100 Sulfamethoxypyrida 100 100 100 100 100 ( 100) 100 100 zine Sulfanilamide 100 150 150 150 ( 120) ( 150) ( 150) ( 150) Sulfaquinoxaline 100 100 100 100 100 ( 100) ( 50) ( 50) Sulfadoxine 100 100 100 120 120 ( 120) 120 120 LAB 22-L-26-v.05-2012-01-24 p1/4

Vlees Antibioticum MRL CCβ (µg/kg) 120 Dapsone Verbo den Diaminopyrimidines Trimethoprim 50 14 100: paard achtig en 50: ander e ( 5) ( 5) (50) 500 500 ( 500) ( 500) ( 500) ( 500) (50) Kip Varken Rund Kalf Konijn Schaap Paard Macroliden Erythromycine A 200 100 100 100 ( 200) ( 200) ( 200) ( 200) Tilmycosine 50 (8) ( 50) (< 50) 50 50 ( 75) ( 50) Tylosine A 100 100 100 100 100 ( 100) 100 100 Spiramycine (9) 200: rund+ kip 250: varke n 200 ( 200) 250 200 200 ( 250) ( 200) 250 Lincosamides Lincomysine 100 100 100 100 100 ( 100) ( 100) ( 100) Aminoglycosiden Neomycin B 500 (> 500) (> 500) Gentamycine 50 50 500 ( 500) Streptomycine 500 (> 3000) Polypeptiden Bacitracine 150 10 Colistine 150 Andere Florfenicol 100 (11) Quinolones Flumequine 200 12 >500 >500 >500 Enrofloxacine 100 13 (< 600) ( 600) Opmerking:CCß tussen haakjes wil zeggen: n < 6 LAB 22-L-26-v.05-2012-01-24 p2/4

Nier Antibioticum MRL CCβ (µg/kg) Tetracyclines Oxytetracycline 600 1 300 Doxycycline 600 1 300 Chloortetracycline 600 1 600 Tetracycline 600 1 300 β-lactams Penicillines Penicilline G 50 < 25 Penicilline V 25 Amoxicilline 50 < 25 Ampicilline 50 Nafcilline 300 Oxacilline 300 Cloxacilline 300 Dicloxacilline Cefalosporines Ceftiofur 6000 2 1000 Cefquinome Cefapirine 100 3 100 Cefazoline - 4 Cefacetrille - 5 Cefalon(ium) - 6 Cefoperazone - 4 Cefalexine 1000 7 Sulfonamiden Sulfadimethoxine 100 100 Sulfathiazole 100 Sulfamethazine 100 100 Sulfamerazine 100 Sulfachloorpyridazin 100 e Sulfadiazine 100 Sulfaguanidine 100 Sulfapyridine 100 100 Sulfamethizole 100 Sulfisoxazole 100 Sulfamethoxypyridaz 100 ine Sulfanilamide 100 Sulfaquinoxaline 100 Sulfadoxine 100 Diaminopyrimidines Trimethoprim 50 Macroliden Erythromycine A 200 200 Tilmycosine 1000 8 Tylosine A 100 Spiramycine (9) 300: rund 1000: varken Lincosamides LAB 22-L-26-v.05-2012-01-24 p3/4

Nier Antibioticum MRL CCβ (µg/kg) Lincomysine 1500 Aminoglycosiden Neomycin B 5000 Gentamycine Streptomycine Polypeptiden Bacitracine Colistine Andere Florfenicol Quinolones Flumequine Enrofloxacine (1) : som van parent drug en zijn 4-epimeer (2) : som van de residuen die betalactamstructuur bevatten, uitgedrukt als desfuroylceftiofur (3) : som van cephapirine en desacetylcephapirine (4) : MRL 50 ppb in melk (5) : MRL 125 ppb in melk, enkel voor intramammaire toediening (6) : MRL 20 ppb in melk (7) : MRL 100 ppb in melk (8) : MRL in kip 75 ppb, niet gegeven aan dieren waarvan de eieren gebruikt worden voor menselijke consumptie (9) : voor rund en kip: som van spiramycine en neospiramycine (10) : som van Bacitracin A, Bacitracin B en Bacitracin C (11) : voor alle voedselproducerende diersoorten met uitzondering van runderen, geiten en schapen (200 µg/kg), varken (300 µg/kg) en vinvis (1000 µg/kg (12) : MRL 400 ppb in gevogelte (13) : som van enrofloxacine en ciprofloxacine (14) : MRL 100 ppb voor paardachtigen LAB 22-L-26-v.05-2012-01-24 p4/4