Uitwerking scenario 2 Hulp bij het huishouden Gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn Versie 14 september 2014
Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Overgangstermijn... 2 3. Cliëntondersteuning... 2 4. Communicatie... 3 5. Inkoop en basistarieven 2015... 4 6. Compensatieregeling Hulp bij het huishouden 1... 4 6.1 Aanleiding... 5 6.2 Doelstelling... 5 6.3 Voorstel... 5 6.4 Gebruikte kengetallen... 5 6.5 De tegemoetkoming... 6 6.6 Uitvoeringscriteria... 6 6.7 Financiële gevolgen... 7 6.8 Conclusie... 8 7. Hulp bij het huishouden toelage... 9 1
1. Inleiding In de maanden juni en juli 2014 hebben de gemeenteraden van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn ingestemd met het uitwerken van scenario 2 voor de vormgeving van hulp bij het huishouden in 2015. Scenario 2 houdt in dat de gemeenten geen hulp bij het huishouden 1 meer organiseren voor hun inwoners. De gemeenten richten zich op de hulp bij het huishouden 2, deze vorm van ondersteuning is gericht op inwoners die zelf niet de regie over hun huishouden kunnen voeren. Inhoudelijk gezien ligt scenario 2 in de lijn van de Visie op het sociale domein in het Westerkwartier en de Wmo 2015. Tijdens de behandeling van de notitie Hulp bij het huishouden 2015 in het Westerkwartier in de Wmo adviesraden en de gemeenteraden zijn diverse vragen gesteld. Die vragen worden in deze notitie beantwoord. 2. Overgangstermijn Gemeenten mogen hun Wmo beleid wijzigen, mits ze rekening houden met redelijke overgangstermijnen. Volgens de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) is een redelijke overgangstermijn 3 tot 6 maanden, afhankelijk van de impact van de wijziging voor de cliënt. Bij scenario 2 is er sprake van een overgangstermijn van zes maanden voor de cliënten die een indicatie hebben voor hulp bij het huishouden die afloopt na 1 juli 2015. Aan de hand van onderstaande voorbeelden wordt uitgelegd wat dit in de praktijk betekent: Mevrouw Veenstra heeft een indicatie hulp bij het huishouden 1 tot 15 oktober 2017. Er wordt een overgangstermijn gehanteerd van zes maanden vanaf 1 januari 2015. Dit betekent dat mevrouw Veenstra tot 1 juli 2015 hulp bij het huishouden 1 ontvangt via de gemeente. Vanaf 1 juli 2015 komt ze niet meer in aanmerking voor hulp bij het huishouden1 via de gemeente. In overleg met de Wmo consulent kan ze nagaan op wat voor manier ze de hulp bij het huishouden vanaf 1 juli 2015 kan organiseren. Meneer Jansen heeft een indicatie hulp bij het huishouden 1 tot 1 januari 2015. Omdat de nieuwe Wmo ingaat op 1 januari en de indicatie van meneer Tjoelker loopt tot 1 januari 2015, geldt voor hem geen overgangsrecht. Sinds de bezuinigingen op hulp bij het huishouden per 2015 bekend zijn, worden de indicaties voor hulp bij het huishouden 1 afgegeven tot 1 januari 2015. Bij de indicatiestelling geven de Wmo consulenten bij de inwoners aan dat er veranderingen aankomen. In overleg met de Wmo consulent kan meneer Tjoelker nagaan op wat voor manier hij de hulp bij het huishouden vanaf januari 2015 kan organiseren. Mevrouw Zijpers heeft een indicatie hulp bij het huishouden tot 23 maart 2015.Vanaf 23 maart komt zij niet meer in aanmerking voor hulp bij het huishouden 1 via de gemeente. In overleg met de Wmo consulent kan ze nagaan op wat voor manier ze de hulp bij het huishouden vanaf 23 maart kan organiseren. 3. Cliëntondersteuning Om de positie van de cliënten te versterken, hebben gemeenten in de Wmo 2015 de wettelijke opdracht gekregen om voor alle inwoners de functie van cliëntondersteuning in te richten. Dit betekent een uitbreiding van de gemeentelijke taak ten opzichte van de oude Wmo. De nieuwe Wmo biedt het kader voor de cliëntondersteuning in het gehele sociaal domein (ook Jeugdwet en Participatiewet). Cliëntondersteuning krijgt vanaf 2015 dus een nog belangrijker rol dan nu al het geval is. Ter voorbereiding op de transities en transformatie in het sociaal domein zijn in het Westerkwartier elf werkgroepen actief. Eén van deze werkgroepen betreft de werkgroep cliëntondersteuning. De werkgroep cliëntondersteuning heeft een inventarisatie gemaakt van de huidige cliëntondersteuning in het Westerkwartier. Uit de inventarisatie blijkt dat er voor elke doelgroep in het sociale domein 2
voldoende deskundige, gratis en onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar is in het Westerkwartier. De beschikbaarheid van de cliëntondersteuning is in het Westerkwartier dus toereikend. Dit betekent dat er voor alle inwoners die de hulp bij het huishouden zelf moeten gaan regelen, voldoende ondersteuning beschikbaar is. In de praktijk zal deze ondersteuning vooral door de Wmo consulenten worden gegeven. Afgesproken is dat alle cliënten hulp bij het huishouden 1 waarvan de indicatie afloopt op 1 januari 2015 dit jaar nog bezocht worden door de Wmo consulenten. Samen kan dan worden bekeken wat voor mogelijkheden er zijn vanaf 1 januari. Hierbij wordt de gekantelde werkwijze gevolgd die ook nu al Wmo breed wordt toegepast. Er wordt eerst gekeken of er binnen het sociale netwerk mogelijkheden zijn, vervolgens wordt gekeken wat er mogelijk is met algemene voorzieningen binnen de gemeenten, ook wordt gekeken of mensen in staat zijn zelf particuliere hulp in te schakelen en te betalen. Ook volgend jaar en de jaren daarna blijven de Wmo consulenten monitoren of mensen die geen hulp bij het huishouden via de gemeente meer ontvangen hier ondersteuning bij nodig hebben. Op deze manier wordt voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen. Indien nodig houden de consulenten de vinger aan de pols bij inwoners waar ze twijfel hebben over de manier waarop de hulp bij het huishouden is geregeld. Daarnaast spelen ook andere partijen een belangrijke rol in de cliëntondersteuning, te denken valt bijvoorbeeld aan de ouderenadviseurs, seniorenvoorlichters en de consulenten van MEE. Deze cliëntondersteuners hebben veel contact met inwoners uit de Westerkwartiergemeenten. Tegelijkertijd hebben ze ook regelmatig contact met de Wmo consulenten. Wanneer de cliëntondersteuners merken dat mensen hun huishouden niet op orde hebben, gaan ze hierover met de mensen in gesprek en wordt naar oplossingen gezocht. Hierbij kan de Wmo consulent ook een rol spelen. 4. Communicatie Voor de betrokken inwoners is dit een belangrijke wijziging. Het is daarom van belang dat er zorgvuldig wordt gecommuniceerd over de veranderingen. De communicatie over de wijzigingen vindt op verschillende manieren plaats. Vooruitlopend op de veranderingen, informeren de Wmo consulenten bij hun huisbezoeken al over de op stapel staande veranderingen. Dit zorgt ervoor dat er vast een bewustwordingsproces bij de mensen op gang komt. Mensen kunnen vast nadenken hoe ze de hulp bij het huishouden willen regelen als dat niet meer via de gemeenten wordt geregeld. Concreet ziet de communicatieplanning voor de hulp bij het huishouden er als volgt uit: Communicatiemiddel Wanneer Persoonlijk contact consulent met inwoner Tijdens regulier huisbezoek in 2014 Brief over voorgenomen wijzigingen medio oktober 2014 Informeren intermediairs medio oktober 2014 Artikel in huis-aan-huisbladen november 2014 Website gemeenten Doorlopend vanaf september/oktober Huisbezoek bij inwoners die hulp per 01-01-15 Voor 15-12-2014 zelf moeten organiseren Huisbezoek bij inwoners die hulp in eerste helft 2015, uiterlijk 4 weken voordat indicatie afloopt 2015 zelf moeten organiseren Huisbezoek bij inwoners die hulp na 01-07-15 Voor 01-06-2015 zelf moeten organiseren. Telefonisch contact consulent met inwoners na aflopen indicatie Vinger aan de pols houden, consulent schat zelf in wanneer het bij welke cliënt nodig is. Juridisch gezien moet iedereen waarvan de Voor 1 juli 2015 indicatie hulp bij het huishouden 1 afloopt na 1 juli 2015, een besluit ontvangen. Tabel 1: Communicatieplanning Omdat de wetgeving pas vlak voor de zomervakantie is vastgesteld, hebben we te maken met een krappe planning. Door de late vaststelling van de wet, is de besluitvormingsprocedure in de gemeenten 3
pas in november 2014 afgerond. Dit betekent dat we vooralsnog met de inwoners communiceren over een voorgenomen besluit. Dit is nodig omdat inwoners anders niet op tijd geïnformeerd kunnen worden. 5. Inkoop en basistarieven 2015 De vier gemeenten hebben nu met vier aanbieders hulp bij het huishouden een contract afgesloten. Deze contracten eindigen op 31-12-2014 en kunnen niet verlengd worden omdat ze al een keer verlengd zijn en omdat de inhoud van het contract wezenlijk wijzigt. Er moet daarom een nieuwe aanbesteding plaatsvinden. Hulp bij het huishouden 2 (en ook Hulp bij het huishouden 1) worden in de Europese aanbestedingsrichtlijn beschouwd als een 2b dienst. Voor het aanbesteden van een 2b dienst geldt een verlicht regime (geldt niet de volledige Europese richtlijn). Indien er daarnaast geen grensoverschrijdend belang is (en dat lijkt bij ons niet het geval) kan de HH2 volgens het eigen inkoop en aanbestedingsbeleid Westerkwartiergemeenten als een meervoudige onderhandse aanbesteding (voor 2015 als overgangsjaar) op de markt gezet worden. Voor de meervoudige onderhandse aanbesteding van de HH2 kunnen de vier huidige leveranciers worden uitgenodigd. Omdat een aanbestedingsprocedure enkele maanden in beslag neemt, zijn we gedwongen de procedure vast op te starten. Onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraden. In september 2014 is de inkoopprocedure van start gegaan. Ook hebben we een onderzoek uitgevoerd naar de tariefstelling voor hulp bij het huishouden in 2015. Dit is verplicht volgens de Wet basistarieven hulp bij het huishouden. Voor 2015 worden de volgende basistarieven voorgesteld: Hulp bij het huishouden 1(1 e halfjaar 2015) 20,82 per uur Hulp bij het huishouden 2 (heel 2015) 24,12 per uur Wat reëel is hebben we in het Westerkwartier benaderd vanuit de tarieven van de huidige aanbieders voor HH (basis 2014). Van de tarieven HH1 en HH2 is het gewogen gemiddelde bepaald. Deze tarieven hebben we vervolgens verhoogd met het indexcijfer gerekend tot augustus 2014 (CPI 1.0) om daarmee de indicatieve basistarieven voor 2015 te bepalen. Dit is één van de methoden zoals beschreven in de ledenbrief BAOZW-U201200947 van de VNG over de wet basistarieven. Daarnaast hebben we gekeken naar de hoogte van de basistarieven die elders in het land worden gehanteerd. De door de Westerkwartiergemeenten voorgestelde basistarieven zitten aan de bovenkant in vergelijking met de door ons opgevraagde tarieven bij andere gemeenten. De basistarieven dienen nog door de raden definitief vastgesteld te worden, vandaar dat de genoemde tarieven indicatief zijn. De (basis)tarieven zoals die door de Inschrijvers worden opgegeven zullen als volgt worden beoordeeld door de Opdrachtgever: - Akkoord - Niet-akkoord Indien de Inschrijver niet akkoord is met de voorgestelde basistarieven dient hij gemotiveerd aan te geven waarom niet en met een gefundeerd tegenvoorstel komen. Aan de hand van dat voorstel zal in de onderhandelingsronde met de inschrijver worden onderhandeld om tot overeenstemming te komen. De acceptatie van de door de inschrijver voorgestelde basistarieven (afwijkend van de door de opdrachtgever voorgestelde indicatieve basistarieven) is sterk afhankelijk van de totale budgettaire consequenties van alle voorstellen en zal pas definitief zijn na instemming in de raden van de deelnemende gemeenten. 6. Compensatieregeling Hulp bij het huishouden 1 Bij scenario 2 regelen de inwoners vanaf 1 januari of vanaf een datum gelegen tussen 1 januari en 1 juli 2015 zelf hun benodigde hulp bij het huishouden 1. Zoals in het hoofdstuk cliëntondersteuning is aangegeven, hoeven ze dit niet alleen te doen. Het kan zo zijn dat inwoners niet in staat zijn de kosten 4
voor de hulp bij het huishouden zelf te betalen. Al dan niet met hulp zijn ze prima in staat de hulp te organiseren, maar de financiële middelen ontbreken om het (volledig) zelf te financieren. Deze mensen kunnen een beroep doen op de Compensatieregeling Hulp bij het huishouden 1. 6.1 Aanleiding In het Westerkwartier is circa 65% van de inwoners, met een beperking die leidt tot extra kosten voor het schoonmaken van de woning, feitelijk niet in staat om de kosten voor een particuliere huishoudelijke hulp te dragen. Daarom is er behoefte aan een eenvoudige financiële. Voorliggende regeling is daar een voorzet voor. 6.2 Doelstelling Een financiële compensatie bieden aan inwoners van het Westerkwartier bij wie sprake is van een beperking, niet in staat zijn om binnen het eigen netwerk HH1 te realiseren en de kosten van particuliere huishoudelijke hulp niet kunnen dragen. Waarbij de opgelegde bezuiniging van 40% op de huidige middelen voor gemeenten wordt bereikt. 6.3 Voorstel In onderstaand figuur wordt schematisch weergegeven op welke manier vorm gegeven wordt aan de voor HH1. Daaropvolgend wordt een toelichting gegeven. Constatering beperking middels Keukentafelgesprek Inkomen 110% van de netto bijstandsnorm* (Groep 1) Inkomen 110% tot 120% netto bijstandsnorm* (Groep 2) Inkomen meer dan 120% netto bijstandsnorm* (Groep 3) Tegemoetkoming 1000.- op jaarbasis Tegemoetkoming 500.- op jaarbasis Geen tegemoetkoming * Inclusief toeslagen op de persoon van toepassing zijnde normen Figuur 1: Compensatie inwoners Westerkwartier t.b.v. HH1 6.4 Gebruikte kengetallen Allereerst gaan we er vanuit dat er gemiddeld ongeveer 2 uur particuliere hulp bij het huidhouden per week nodig is ten opzichte van het huidige gemiddelde van 3,1 uur voor het Westerkwartier. Er wordt tenslotte meer inzet vanuit de eigen omgeving gevraagd, waarbij de verwachting is dat het aantal 5
particuliere uren daalt. Daarnaast leert de ervaring met bijvoorbeeld pilots voor was- en strijkservices dat niet altijd alle geïndiceerde zorg in de praktijk echt nodig is. Ook wordt vermoed dat het zelf dragen van de kosten direct invloed heeft op het aantal uren wat uitbesteed wordt aan de particuliere markt. Ten slotte lijkt 2 uur particuliere hulp per week voor een (gemiddelde) woning met een huishouden van 1 of 2 personen (grootste doelgroep HH1) reëel. Wat betreft de kosten van een hulp met de benodigde vaardigheden gaan we uit van 12,50 per uur. Dit bedrag is gebaseerd op de lage tarieven van particuliere aanbieders op de markt, bijvoorbeeld Noorderhulp, Hulp in huis en De witte werkster. Op jaarbasis komen de kosten bij het genoemde tarief neer op een bedrag van 1.300,00 per jaar 1. Bij de interpretatie van de bovengenoemde kengetallen moet opgemerkt worden dat deze slechts zijn bedoeld om een reële vergoeding te bereken, HH1 is ten slotte geen voorziening meer. 6.5 De tegemoetkoming Om een financiële impuls in stand te houden waarbij inwoners van het Westerkwartier zo veel mogelijk zelfstandig en zelfredzaam zijn, zetten we in op een tegemoetkoming en niet op een volledige vergoeding. Op de bovenstaande berekening van de jaarlijkse kosten van 1.300,00 per jaar wordt een korting losgelaten van 300,00. Dat houdt in dat voor mensen met een inkomen tot en met 110% van de netto bijstandsnorm de tegemoetkoming op 1.000,00 wordt gesteld. Dit wordt gezien als een voldoende financiële compensatie voor de extra kosten die gemaakt worden voor het schoonmaken van de woning die een gevolg zijn van een beperking. Omdat dit als een voldoende financiële bijdrage wordt gezien komt men ook niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. Omdat de overgang tussen wel en geen compensatie groot is, wordt een tussengroep ingevoegd met een inkomen van 110% tot 120% van de netto bijstandsnorm. Van deze groep mag verwacht worden dat zij een groter deel van de kosten zelf dragen. Zij krijgen daarom 50% van de vergoeding van de eerste groep. Dit komt neer op 500,00. De bijzondere bijstand is op deze groep niet van toepassing. 6.6 Uitvoeringscriteria De beschreven gaat er vanuit dat iedereen die zich meldt bij de gemeente een zogenaamd keukentafelgesprek krijgt. In sommige gevallen kan wellicht volstaan worden met een telefoongesprek of is de cliënt al bekend. Voor de uitvoering van deze regeling zijn 2 toetsingscriteria: 1. Is er sprake van een beperking; 2. Is op basis van de aangeleverde informatie aangetoond dat aanvrager binnen een van de twee inkomenscategorieën valt. Van de cliënten waarvan het inkomen niet bekend is, wordt verwacht dat zij zelf aantonen dat zij in de genoemde inkomenscategorieën vallen middels een kopie van de meest recente salarisspecificatie of uitkeringsspecificatie. Mochten er substantiële wijzigingen van het inkomen zijn dan is het aan de aanvrager om dit aan te tonen middels actuele salarisstroken of uitkeringsspecificaties. Met voorgestelde regeling is er geen sprake meer van maatwerk op individueel niveau. De visie op het sociaal domein Westerkwartier zegt dat inwoners van het Westerkwartier zoveel mogelijk zelfstandig en zelfredzaam zijn. Vanuit deze visie is gekozen voor scenario 2, waarbij HH 1 wordt overgelaten aan de particuliere markt. De gemeente trekt zich zoveel mogelijk terug, daar waar sprake is van én een beperking én een netwerkoplossing is niet te vinden én de kosten voor particuliere hulp kunnen niet zelf worden bekostigd, dan kan gebruik gemaakt worden van een standaard. Op deze manier worden consulenten niet onnodig in situaties gebracht, waarbij zij de ernst van de beperking of individuele situatie van een inwoner hoeven te beoordelen. Daar waar dit niet (meer) een 1 52weken X 2uur X 12,50 6
onderdeel is van hun werkzaamheden als het gaat om HH1. De kent wel een gradatie in inkomensgroepen, waardoor een grote groep inwoners bereikt wordt. 6.7 Financiële gevolgen In onderstaande tabel zijn de kosten weergegeven voor groep 1 van de. Er is een onderverdeling gemaakt per gemeente. Er is gebruik gemaakt van gegevens van het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Gemeente Totaal aantal cliënten HH1 (volgens CAK op januari 2014) Percentage cliënten in groep 1 van de Aantal cliënten in groep 1 van de Te verwachten kosten gemeenten Leek 330 53% 175 175.000,00 Zuidhorn 238 63% 150 150.000,00 Grootegast 159 73% 116 116.000,00 Marum 117 66% 77 77.000,00 Totaal WK 844 n.v.t 518 518.000,00 Tabel 2: Financiële consequenties per gemeente Groep 1 van de De kosten van de voor groep 2 zijn moeilijker te bepalen, omdat niet bekend is hoe groot de groep inwoners is met een inkomen tussen de 110% en 110% van de netto bijstandsnorm. Het vermoeden is dat deze groep relatief klein is. Om tegenvallende kosten te voorkomen zijn we uitgegaan van 50% van de groep cliënten die niet onder groep 1 valt. Gemeente Aantal cliënten in groep 2 en 3 van de Percentage cliënten Groep 2* Aantal cliënten groep 2 Te verwachten kosten Leek 155 50% 78 39.000,00 Zuidhorn 88 50% 44 22.000,00 Grootegast 43 50% 22 11.000,00 Marum 40 50% 20 10.000,00 Totaal 326 n.v.t. 164 82.000,00 Tabel 3: Financiële consequenties per gemeente Groep 2 van de Om een totaalbeeld te kunnen geven van de kosten voor hulp bij het huishouden, worden in tabel 4 de kosten van zowel HH1 als HH2 benoemd. Voor HH2 zijn we uitgegaan van de kosten gemaakt in 2013, daar de cijfers van 2014 nog niet compleet zijn en het aan tijd ontbrak om deze te vertalen naar representatieve jaarcijfers. Hierbij moet opgemerkt worden dat het genoemde bedrag nog verhoogd moet worden met de indexering van 2014 en 2015. Het geeft echter wel een duidelijke indicatie. 7
Gemeente Kosten HH1 t.b.v. groep 1 van de Kosten HH1 t.b.v. groep 2 van de Kosten HH2 (afgerond) Totale verwachte kosten hulp bij het huishouden Leek 175.000,00 39.000,00 450.300,00 664.300,00 Zuidhorn 150.000,00 22.000,00 217.000,00 389.000,00 Grootegast 116.000,00 11.000,00 188.400,00 315.400,00 Marum 77.000,00 10.000,00 185.700,00 272.700,00 Totaal 518.000,00 82.000,00 1.040.000,00 1.700.000,00 Tabel 4: Totale kosten Hulp bij het huishouden per gemeente 6.8 Conclusie Met de beschreven wordt voldaan aan de doelstelling om tot een tegemoetkoming te komen voor de beschreven doelgroep. Ook financieel is de verwachting dat voorgestelde regeling de bezuinigingsmaatregel van ongeveer 40% zal halen. In tabel 5 wordt dit zichtbaar gemaakt. Gemeente Totale kosten HH 2013 Totale verwachte kosten HH na invoeren Verschil in percentage Leek 1.448.900,00 664.300,00 45% Zuidhorn 851.200,00 389.000,00 45% Grootegast 711.100,00 315.400,00 44% Marum 576.700,00 272.700,00 47% Totaal 3.587.900,00 1.701400,00 47% Tabel 5: Confrontatie huidige kosten met verwachte kosten na invoeren Opgemerkt moet worden dat in tabel 5 is uitgegaan van een jaar waarbij de 12 maanden van kracht is. Aangezien wij in 2015 te maken hebben met een overgangstermijn van maximaal een half jaar zullen de kosten in het eerste half jaar van 2015 hoger zijn dan weergegeven. Slechts de cliënten met een einddatum tussen 1 januari en 1 juli 2015 zullen in het eerste half jaar al gebruik maken van de, indien ze hier qua inkomen voor in aanmerking komen. Cliënten met een datum later dan 1 juli 2015 zullen het eerste half jaar gebruik maken van de huidige voorziening HH1, met bijbehorende kosten. De verwachting is dat de bezuinigingsmaatregel in alle vier gemeenten toch kan worden gehaald. De bezuiniging blijkt lager te zijn dan de aangekondigde 40% en door het inzetten van scenario 2 wordt voldoende bezuinigd om de uit te kunnen voeren. De komende tijd wordt een uitvoeringsregeling voor de opgesteld. De is bedoeld voor het jaar 2015. In 2015 wordt de transformatie van het sociaal domein vormgegeven, waarschijnlijk heeft dit ook gevolgen voor de vormgeving van de hulp bij het huishouden vanaf 2016. 8
7. Hulp bij het huishouden toelage Het kabinet stelt in zowel 2015 als 2016 75 miljoen per jaar extra beschikbaar voor de huishoudelijke hulp toelage (HHT). Voor de gemeenten in het Westerkwartier betekent dit een bedrag van 276.755 per jaar voor 2015 en 2016. Onlangs is bekend geworden dat er nog een bedrag van 40 miljoen extra beschikbaar is gesteld. Aanvankelijk konden gemeenten voor 15 oktober 2014 een aanvraag indienen voor de HHT. Voor 1 december 2014 moesten gemeenten dan vervolgens een plan indienen. In week 38 blijken de regels ineens te zijn veranderd. Gemeenten moeten nu uiterlijk 30 september 2014 een plan indienen. Dit plan moet door één aanbieder en één wethouder zijn ondertekend. Het ministerie brengt de gemeenten hiermee in een lastig pakket. Als onderdeel van de aanbesteding hebben gemeenten in het Westerkwartier opgenomen dat aanbieders moeten aangeven wat hun plannen zijn voor de Hulp bij het huishouden toelage. De aanbieders moeten de aanbestedingstukken uiterlijk 24 september 2014 bij het inkoopbureau inleveren. Op 29 september wordt er met de aanbieders onderhandeld. Doordat de indieningstermijn van de plannen voor de HHT ineens met twee maanden is vervroegd, wordt het erg lastig om op tijd de plannen hiervoor in te dienen. Naar aanleiding van de ingediende plannen van de aanbieders op 24 september wordt verder bekeken wat in deze situatie nog mogelijk is. 9