Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs

Vergelijkbare documenten
Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond

UITSPRAAK. [verweerder], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de werkgever

FUNCTIEBOUWWERK EN TOELAGEBELEID SKPO EINDHOVEN e.o.

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

FUNCTIEBOUWWERK EN TOELAGEBELEID SKPO EINDHOVEN e.o.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING UITSPRAAK

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

SAMENVATTING Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

Commissie van beroep vo

SAMENVATTING ADVIES. de bestuurscommissie van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Inleiding Samenstelling van de Commissie

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Commissie van Beroep PO

UITSPRAAK. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. C.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING /105232/105225/104876/ Bezwaren (5) tegen waardering als docent LB (vavo); BVE

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, B.A. Béguin, drs. W.A.J. van de Giesen)

SESSIE PROCEDURES EN REGELINGEN

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee

Reglement Bezwarencommissie Functiewaardering Christelijk en Algemeen Bijzonder Primair en Voortgezet Onderwijs

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

Inleiding Samenstelling van de Commissie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

Uitspraaknr. F

J A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo. Meer informatie op

FUWA RK 05/14, 10 november 2005

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

Commissie van Beroep voor het VO en HBO ingesteld door de Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs op algemene grondslag

Kaderregeling functiebouwwerk Lucas

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Commissie van Beroep PO

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

FUWA RK VO , 22 november 2012

Landelijke Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Instellingsbesluit en Huishoudelijk Reglement. Landelijke Bezwarencommissie Functiewaardering. voor het Bijzonder Onderwijs

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

Commissie van Beroep PO

FUNCTIEBOEK & FUNCTIEBOUWWERK

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

1.2 Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 19 juni 2014 beroep bij de Commissie ingesteld.

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

FUWA RK 05/05, 18 mei 2005

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs

Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, B.A. Béguin, drs. W.A.J. van de Giesen)

Reglement Landelijke bezwarencommissie functiewaardering confessioneel BVE

FUWA RK 04/16, 15 december 2004

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

CAO voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. Reglement Geschillencommissie Vastgesteld op 27 maart 2012

Invoering Functiemix

Reglement Bezwarencommissie functiewaardering voor het katholiek onderwijs (gewijzigd per )

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

Bijlage II Procedure FuWater

UITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Commissie van Beroep VO

voorlichtingsbijeenkomst intern begeleiders

SAMENVATTING / Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

Ontslag uit vast dienstverband wegens onbevoegdheid. Beroep gegrond

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Commissie als bedoeld in artikel 12.1 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO PO)

Inleiding Samenstelling van de Commissie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

SAMENVATTING Bezwaar tegen waardering als intaker/ondersteuner PCL schaal 7; PO

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting , en

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

Transcriptie:

Bezwaar van docent bewegingsonderwijs tegen aanstelling in LA met persoonlijke toelage, gegrond Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs Uitspraak 2010/113 1. Verloop van het geding: Appellant is in het bezit van een akte van benoeming waarin hij door verweerder is benoemd als Leraar LB. In juni 2010 heeft verweerder aan appellant een brief (kenmerk AK/1006-032) gestuurd. Daarin wordt appellant het besluit medegedeeld dat zijn functie niet is opgenomen in het nieuwe functiebouwwerk, dat hij per 1 augustus 2010 middels een persoonlijke aanstelling zal worden geplaatst als Leraar LA, maar dat de bijbehorende functiebeschrijving op hem niet van toepassing is. Voor het overige wordt appellant in de genoemde brief opgedragen met zijn directeur een concrete taakinvulling af te spreken. 2. Het standpunt van appellant: Appellant geeft aan dat hij het besluit van verweerder een paar dagen voor de zomervakantie heeft ontvangen. Daarna heeft hij zijn werkgever, de Stichting ***, gebeld. Uit dat contact en uit andere contacten heeft appellant toen begrepen dat hij een bezwaarschrift moest indienen. Dat terwijl hij dacht dat het alleen maar om een vergissing ging van de Stichting ***, mede omdat zijn vakbond dat ook al zei. Wat hem het meeste stak was dat hij aannemelijk moest maken wat hij uit hoofde van zijn functie allemaal moest doen. Dat stak hem omdat degenen die beslissen over de toedeling van zijn functie in het geheel niet begrepen wat een leraar bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal onderwijs in de groep doet. Dat terwijl dagelijks het zweet langs je rug loopt om de kinderen gelukkig te maken. Ook geeft appellant aan dat hij een aantal dingen extra doet, mede op het gebied van remedial teaching, maar er weinig waardering voor terug ziet. Appellant zegt ook dat hij niet begrijpt dat er geen beschrijving is gemaakt van zijn functie en dat zijn functie niet is opgenomen in het functiebouwwerk, terwijl de functies van andere leraren wel daarin zijn opgenomen. Verder heeft appellant de rest van zijn standpunt zowel schriftelijk als mondeling ter zitting als volgt naar voren gebracht: 1. Ik ben werkzaam als leraar aan een school voor speciaal basisonderwijs. Geldend is de CAO PO 2009; 2. De inschaling geschiedt voor leraren belast met bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs als Leraar in schaal LB, zie CAO PO 2009, bijlage VII B. Op grond van artikel 5.3b, lid 1 van de CAO voldoet de leerkracht 1

belast met bewegings-onderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs aan de definitie van leraar; 3. In de CAO PO 2009 wordt geen onderscheid gemaakt tussen de groepsleerkracht en de leraar belast met bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs. Beide vallen op grond van het uitvoeren van lesgevende taken onder het begrip leraar, in casu leraar aan een school voor speciaal basisonderwijs. Het invoeren van verschillende functies voor groepsleerkrachten en voor leerkracht belast met bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs in het kader van de functiemix is in strijd met de CAO en derhalve niet mogelijk; 4. Volgens artikel 5.3a, CAO PO 2009, sub 1, dient de werkgever in het speciaal basisonderwijs in het kader van de functiemix op 1-8-2014 een verdeling van LB/LC- functies in de verhouding 86%/14% gerealiseerd te hebben. Het invoeren van LA functies voor leerkrachten belast met bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs is hiermee in strijd; 5. In het algemeen is demotie van leraren in het kader van de functiemix in strijd met de bedoeling van de functiemix om het leraarschap op te waarderen; 6. De VBS beschrijft de functie van een leraar SBO en waardeert deze in schaal 10/LB; De functie Leraar die belast is met bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs dient in het belang van de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen niet ter discussie te staan; 7. Om in de toekomst de kwaliteit van het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs veilig te stellen, dient er niet getornd te worden aan de positie van de Leraar die belast is met bewegingsonderwijs aan een school voor speciaal basisonderwijs. Slechts een salarisgarantie voor de zittende leraren en een lagere inschaling voor toekomstige leraren doen hieraan af; 8. Het achterliggende besluit op grond waarvan de nieuwe inschaling heeft plaatsgevonden dient zodanig gewijzigd te worden dat er geen strijd is met de CAO. 3. Het standpunt van verweerder: Verweerder schetst het proces waar langs de besluitvorming over de functies tot stand is gekomen. Daarbij geeft verweerder aan dat gestart is in 2008 en dat vertegenwoordigers uit allerlei lagen van de organisatie daarbij zijn betrokken. Vragen daarbij waren welke functies in het functiebouwwerk zouden moeten worden opgenomen en welke niet. Vervolgens zijn er functiebeschrijvingen opgezet zoals ze bij de Stichting *** het beste zouden uitkomen. Die beschrijvingen zijn daarna door de PGMR en het bestuur goedgekeurd. Uiteindelijk werd voorgenomen alleen de leerkracht LA en LB in het functiebouwwerk op te nemen. Daarna is in april vergaderd met de lerarenafvaardiging van de medezeggenschapsraad. Daarbij bleek uiteindelijk dat de leraar belast met bewegingsonderwijs niet kon worden ingepast in de functie Leraar LA of LB. Uiteindelijk is na overleg met de PGMR besloten om leerkrachten belast met bewegingsonderwijs niet in te bedden in de functie Leraar LA of LB, maar de desbetreffende werknemers een persoonlijke bestuursaanstelling te geven in LA met een salarisgarantie. Vervolgens zouden zij met hun directeur afspraken moeten maken over de invulling van hun functie. 2

Op vragen vanuit de Commissie waarmee de PGMR akkoord is gegaan antwoordt verweerder: Met het functiebouwwerk. Verwijzend naar artikel 5.4 lid 6 van de CAO PO vraagt de Commissie waarom de Leraar belast met bewegingsonderwijs de functie Leraar LA is toegedeeld. Verweerder antwoordt dat ze zich daarover heeft laten adviseren door een adviseur van de Besturenraad. N.a.v. een vraag namens de Commissie naar het advies van de adviseur van de Besturenraad heeft verweerder dat advies ter beschikking gesteld. (Zie bijlage). De voorzitter vraagt waarom er zoveel onvrede is opgeroepen met de toedeling van de functie Leraar LA aan de leraren belast met bewegingsonderwijs. Immers de betreffende leraren waren toch al ingeschaald op niveau LB en niveau LA met toelage kost even veel. Bovendien moeten de betreffende functies in 2014 toch worden ingedeeld op niveau LB. Verweerder antwoordt dat wat je in je functie doet maatgevend is voor het waarderingsniveau en bij de uitvoering van dat principe heeft ze zich laten adviseren door de Besturenraad. De Commissie vraagt naar de overwegingen om taken van de leraar belast met bewegingsonderwijs niet te beschrijven. Verweerder antwoordt dat er zo weinig mogelijk verschillende functiebeschrijvingen mochten ontstaan. 4. Ontvankelijkheid van het bezwaar: Op grond van de CAO-PO 2009 kan de Commissie binnen een bezwarentermijn van 6 weken worden verzocht te beoordelen of (1) de waardering van de functie correct is en (2) of de functiebeschrijving van appellant overeenkomt met de aan hem opgedragen taken. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend. Nu ook overigens niet is gebleken van redenen voor niet - ontvankelijkheid, is appellant ontvankelijk in zijn bezwaren. 5. Oordeel van de Commissie: De Commissie heeft ter zitting getracht duidelijk te krijgen wat partijen verdeeld houdt. Vastgesteld wordt dat appellant een akte van benoeming heeft als Leraar LB. Deze akte is nimmer ingetrokken. De Commissie verwondert zich er over dat appellant wordt benoemd in de functie Leraar LA, maar dat de desbetreffende functiebeschrijving niet voor hem geldt omdat die niet passend zou zijn. De Commissie heeft geen duidelijkheid gekregen waarom het advies van de adviseur van de Besturenraad niet is opgevolgd. Naar de mening van de Commissie had dat veel onrust kunnen voorkomen. De Commissie betwijfelt of de onvolledig gedagtekende brief, kenmerk AK/1006-032, waarin de Directeur Bedrijfsvoering aan de vakleerkrachten van Stichting 3

*** meedeelt, dat zij per 1 augustus 2010 zijn geplaatst als Leraar LA, kan worden opgevat als een besluit, mede omdat de brief niet is gericht aan appellant persoonlijk. Wel is de brief gericht aan de vakleerkrachten, maar die bestaan volgens de CAO niet meer. Bovendien is de brief in strijd met artikel 5.1, 2 e lid van de CAO PO 2009, waarin staat dat voor de werknemer geen andere functie kan gaan gelden zonder voorafgaand ontslag. Voor zo ver echter nog sprake zou kunnen zijn van een besluit, wordt het verder ondergraven omdat het opnieuw in strijd met de CAO niet steunt op een motivering vanwege het geheel en al ontbreken van een functiebeschrijving en een functiewaardering conform het systeem FUWA PO. In dat verband heeft verweerder ter zitting opgemerkt dat wat iemand doet in zijn functie maatgevend is voor de waardering en dat zij zich bij de uitvoering van dat principe heeft laten adviseren door een adviseur van de Besturenraad. De Commissie verbaast het echter dat uit het advies van de adviseur van de Besturenraad het tegendeel blijkt. 6. De beslissing: De Commissie is van mening dat het bezwaar van appellant tegen een persoonlijke aanstelling als Leraar LA gegrond is en draagt verweerder op aan appellant een nieuw besluit te doen toekomen over de inpassing van zijn functie. Dit is op grond van de CAO PO 2009 artikel 5.6 lid 3 een bindende uitspraak voor werkgever en werknemer. Aldus gedaan te Utrecht, op 11 oktober 2010 door de heer drs. H. Koelewijn, de heer drs. A. Ossewaarde, de heer J. A. Groeneveld en de heer J. O. Kruidenier als griffier. 4

Bijlage 1 Omdat mogelijk niet beide partijen kennis van de email advies van de adviseur van de Besturenraad hebben kunnen nemen en dit advies wel een rol heeft gepeeld bij de advisering door de Commissie is het hieronder als bijlage 1 integraal toegevoegd. Aan: *** Onderwerp: RE: vakleerkracht gym Excuus voor de late reactie Ik heb rondvraag bij mijn collega s gedaan. Er is ons geen voorbeeld bekend van SBO scholen die in het kader van de functiemix vakleerkrachten in LA hebben geplaatst, hoewel dit wettelijk niet verboden is. Dat zal te maken hebben met het feit dat het gaat om een zeer kleine groep mensen en dat men geen onnodige onrust wil veroorzaken. Daar komt bij dat je wel rekening moet houden dat per 1 augustus 2014 alle leerkrachten in het SBO minimaal op LB - niveau moeten worden gewaardeerd. Zie ook CAO PO artikel 5.4. lid 6: Functies waarvoor een wettelijke bevoegdheid tot het geven van schoolonderwijs nodig is, zoals vastgelegd in de WPO en WEC, moeten minimaal op LA-niveau worden gewaardeerd en per 1 augustus 2014 in het speciaal (basis) onderwijs op minimaal LB-niveau. 5