Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 VERZORGING

Vergelijkbare documenten
Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 Verzorging

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 verzorging

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 Verzorging

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 Verzorging

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 Verzorging

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 02 Onderwijs

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 01 Onderwijs

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 10 Kloosters

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 Verzorging

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 01 Onderwijs

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 Verzorging

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 Parkeren

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 PARKEREN

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 Parkeren

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 PARKEREN

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 2 Defensie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7 Parkeren

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 14 Cultuur

Taxatiewijzer en kengetallen Algemeen deel

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 19 Telefonie

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 5 LABORATORIA

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 11 Busstations

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3

ZO Brabant (Kempen) WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014

Gooi- en Vechtstreek. WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014

In de afzonderlijke conclusies worden die maatstaven toegepast en worden per zaak de individuele aspecten daarvan behandeld en beoordeeld.

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 4. NS-stations RIT/Prorail (o.b.v. convenant perrons, overkappingen e.d.) Waardepeildatum 1 januari 2013

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001

Taxatiewijzer en kengetallen Algemene kengetallen (bijgebouwen en infrastructuur)

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Reglement WOZ Vastgesteld september 2015

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 4. NS-stations RIT/Prorail (o.b.v. convenant perrons, overkappingen e.d.) Waardepeildatum 1 januari 2012

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 15 Kinderboerderijen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 8 Ziekenhuizen

Handreiking kengetallen Benchmark zorgvastgoed Bouwkostennota 2014

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2010.

BELEIDSREGEL CI-995/CA-180

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 28 mei en 16 juli Datum rapport: 3 augustus 2009

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 3 Woonwagens

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op

Revalidatie. Basiskwaliteitseisen voor bestaande bouw. Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 7 oktober 2002

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:16, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2011:BV2213, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 6 Crematoria

Handleiding voor de Restschuldtool van Zorg op de kaart 1.1 1/5

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

Carinova. Woonzorg. Vertrouwd dichtbij.

Taxatiewijzer en kengetallen Algemeen

Hoe wordt de WOZ-waarde vastgesteld?

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weststellingwerf uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 september 2014.

Argus. Uniforme registratie van vrijheidsbeperkende interventies in de Geestelijke Gezondheidszorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 7

Toepassing van Middelen en Maatregelen

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/

Bopz beleid. Informatie over opname op een psychogeriatrische (pg)afdeling, beleid en klachtenregeling. vit0032_brochure BOPZ-07.indd :22

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Intramurale Zorg. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

Toetsingscriteria voor een Bopz-aanmerking in de psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapten zorg

Gemeentelijk WOZ-rapport

De wereld van de zorg en haar NHC s voor MKW. Bram Baselmans senior adviseur

ECLI:NL:RBOBR:2017:1690

Transcriptie:

Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 9 VERZORGING Waardepeildatum 1 januari 2008

Colofon Taxatiewijzer, waardepeildatum 1 januari 2008 Deze taxatiewijzer is een uitgave van de Vereniging van Nederlandse n. Copyright Vereniging van Nederlandse n 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of worden opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vereniging van Nederlandse n. Dit verbod betreft tevens de gehele of gedeeltelijke bewerking. Uitgevers en samenstellers verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en samenstellers op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en samenstellers aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en / of beslissingen die gebaseerd zijn op de in deze uitgave opgenomen informatie. Gebruikers van de in deze uitgave opgenomen informatie wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar tevens af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te allen tijde te controleren. Taxatiewijzer Pagina 2 van 73

VOORWOORD Voor u ligt de landelijke taxatiewijzer naar waardepeildatum 1 januari 2008. Deze taxatiewijzer is in opdracht van de VNG tot stand gekomen in de Taxatietechnische Kerngroep. Daarin hebben deelgenomen de VNG, de Waarderingskamer, de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en de taxatiebedrijven Oranjewoud, Taxon, TOG Nederland en SenS Vastgoed. Taxatiewijzer Pagina 3 van 73

Wijzigingen ten opzichte van de vorige Taxatiewijzer, waardepeildatum 1 januari 2007, versie 1.0 Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de inhoudelijke (nietredactionele) verschillen in de hoofdstukken ten opzichte van de Taxatiewijzer, waardepeildatum 1 januari 2007, versie 1.0. Hoofdstuk Onderwerp Wijziging 1 Strekking van deze taxatiewijzer Geen Wijziging 2 Beschrijving van de archetypen Geen Wijziging 3 Aandachtspunten inzake functionele veroudering Geen Wijziging 4 Onderbouwende marktgegevens Indexcijfertabel vernieuwd 5 Beschrijving hoe om te gaan met bandbreedtes Geen Wijziging 6 Grond Geen Wijziging 7 Taxatieverslag Geen Wijziging 8 Rekenschema Geen Wijziging Bijlage 1 Bronnen Geen Wijziging Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Geen Wijziging Bijlage 3 Marktanalyse Aangepast naar wpd 112008 Bijlage 4 Kengetallen per archetype Nieuwe onderbouwingen toegevoegd en oude verwijderd Taxatiewijzer Pagina 4 van 73

INHOUDSOPGAVE 1 Strekking van deze taxatiewijzer... 6 1.1 Algemeen 6 1.2 Specifieke aandachtspunten taxatiewijzer verzorging 6 1.3 Nietwoningen met woondelen 7 2 Beschrijving van de archetypen... 10 2.1 Inhoudsopgave archetypen verzorging 10 2.2 Toelichting op de archetypes verzorging 10 3 Functionele veroudering bij gebouwen voor... 11 3.1 Meerpersoonskamers 11 3.2 Separeer en afzonderingsvoorzieningen 11 3.3 Dwangbehandeling 11 3.4 Afzondering 11 3.5 Separatie 12 3.6 Wooneenheden 12 3.7 Toegankelijkheid 13 4 Beschrijving van de marktgegevens... 14 4.1 Toelichting op de marktgegevens 14 5 Beschrijving hoe om te gaan met bandbreedtes... 15 6 Grond... 17 7 Taxatieverslag... 18 8 Rekenschema... 19 Bijlage 1 Bronnen... 20 Bijlage 2 Verklarende woordenlijst... 21 Bijlage 3 Kengetallen per archetype... 22 Bijlage 4 Onderbouwende marktgegevens... 42 Taxatiewijzer Pagina 5 van 73

1 Strekking van deze taxatiewijzer De taxatiewijzer is expliciet bedoeld voor de taxatie van algemene instellingen in de verzorgende sector, zoals omschreven bij de archetype aanduiding in deze wijzer. Voor de kengetallen gelden bandbreedtes. Hoe hiermee om te gaan is beschreven in hoofdstuk 5. Voor gebouwen waarbij medische behandelingen een belangrijke component zijn, zal deze wijzer in combinatie met de wijzer Ziekenhuizen gebruikt moeten worden. Ingeval een zorginstelling gebouwdelen bevat die niet specifiek zijn toe te schrijven aan een zorginstelling, zoals bijvoorbeeld een parkeergarage, sportaccommodatie, opleidingscentrum en dergelijke, dan dienen voor die gebouwdelen de voor deze objecten van toepassing zijnde taxatiewijzers te worden geraadpleegd. In deze taxatiewijzer zijn archetypen opgenomen die betrekking hebben op de volgende zorginstellingen: verpleegtehuizen, verzorgingshuizen, gezinsvervangende tehuizen (geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg), en medische centra. De archetypes zijn naar bouwjaarklasse nader onderverdeeld. Indien een te taxeren zorginstelling bestaat uit één of meer gebouwdelen met een ander bouwjaar en / of een andere zorgfunctie dan moet per gebouwdeel aansluiting gezocht worden met het meest overeenkomende archetype. Satellietkeukens en keukens in een kleinschalige woonvoorziening zijn bij de vervangingswaarden inbegrepen, echter productiekeukens dienen, mits zij aan de gestelde eisen voldoen, apart te worden geregistreerd en gewaardeerd. 1.1 Algemeen Bouwbesluit Bij de actuele bouwkosten huidige bouwwijze is rekening gehouden met bepalingen die gelden voor de bouw in het algemeen. In dit verband zijn met name van toepassing het Bouwbesluit (voor bijvoorbeeld verdiepingshoogte, daglichttoetreding en ventilatievoorschriften), het Handboek voor Toegankelijkheid (rolstoeltoegankelijkheid) en de Arbowet (voor bijvoorbeeld het gebruik van tilliftsystemen). Opgemerkt wordt dat de gebruikelijke terminologie per sector verschilt. Waar bij verpleging en verzorging wordt gesproken van patiënten en klinieken, moet voor de gehandicaptenzorg respectievelijk cliënten of bewoners en voorzieningen voor wonen en/of dagbesteding worden gelezen. 1.2 Specifieke aandachtspunten taxatiewijzer verzorging Ontwikkelingen Rond het verzorgingshuis zijn diverse ontwikkelingen gaande. De maatschappelijke tendens is dat ouderen zolang mogelijk in hun oude, vertrouwde omgeving blijven wonen. Bij de planning van nieuwbouw wordt rekening gehouden met specifieke voorzieningen voor ouderen. shuizen shuizen verbreden hun aanbod naar 'ouderen in de wijk' en zij bieden een uitgebreider pakket diensten aan intramurale bewoners, vaak in samenwerking met een verpleeghuis. Het gaat dan bijvoorbeeld om somatische meerzorg of groepsverzorging voor dementerende ouderen. Daarnaast zijn zogenoemde verpleegunits ontstaan doordat verzorgingshuiscapaciteit in verpleeghuiscapaciteit is omgezet. De verpleegunits zijn bedoeld voor psychogeriatrische ouderen met verzorgingsbehoefte (maar zonder sterke gedragsstoornis) en voor somatische cliënten zonder specialistische verplegingsbehoefte. Een voordeel is dat bewoners bij een toenemende zorgzwaarte niet hoeven te verhuizen naar een verpleeghuis. Taxatiewijzer Pagina 6 van 73

Verpleeghuizen De laatste jaren is er een groei van dagverzorging, dagbehandeling en dagopvang in verpleegen verzorgingshuizen. Door één of enkele dagen per week in een voorziening te verblijven, kunnen ouderen langer thuis blijven wonen. In de afgelopen tien tot vijftien jaar heeft de organisatie van verpleeghuizen een belangrijke verandering ondergaan in de 'transmurale' en 'extramurale' (buiten de muren van de betrokken instelling) zorg. De meeste verpleeghuizen bieden dagbehandeling en hebben projecten waarin ze zorg thuis of in een verpleeghuis bieden. De schaal waarop verpleeghuizen deze extramurale zorg leveren is kleiner dan die van verzorgingshuizen. Circa 15 procent van de verpleeghuiszorg betreft aanvullende zorg die grotendeels bestaat uit verpleeghuiszorg die in verzorgingshuizen wordt geleverd. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007 wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen zorg en maatschappelijke ondersteuning. Zorg valt na invoering van de WMO onder de AWBZ en behelst alleen nog de langdurige zorg voor chronisch zieken, gehandicapten, chronisch psychiatrische patiënten en ouderen. De WMO regelt vormen van maatschappelijke ondersteuning die het mensen mogelijk maakt om zo lang mogelijk zelfstandig te functioneren. Het gaat om begeleiding en huishoudelijke verzorging, maar ook om welzijnsactiviteiten, opvoedingsondersteuning, woningaanpassingen en informatie en advies. De Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), de Welzijnswet en delen van de AWBZ vallen nu onder de WMO. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de WMO ligt bij de gemeenten. 1.3 Nietwoningen met woondelen Door aanvaarding van een amendement van Tweede Kamerlid De PaterVan der Meer is een regeling getroffen voor nietwoningen waarbij voor onroerende zaken zoals boerderijen en verzorgingshuizen geprofiteerd kan worden van de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB op woningen. Met ingang van 1 januari 2007 is er een nieuw artikel 220e aan de wet toegevoegd. Dit artikel luidt: In afwijking van artikel 220c wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelasting bedoeld in artikel 220, onderdeel a, buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Het begrip woning Om te bepalen welke objecten dan wel objectdelen dienen tot woning (of daaraan dienstbaar zijn) dient duidelijk te zijn wat een woning is. De begrippen woning en dienen tot zijn in de Wet WOZ niet nader omschreven. Het uitgangspunt dient derhalve het spraakgebruik te zijn. Onder het spraakgebruik wordt begrepen dat een woning een bouwwerk of bouwsel betreft dat door de geboden beschutting tegen weersinvloeden geschikt is om te dienen voor enigszins duurzaam en menselijk verblijf. Voor dat enigszins duurzame verblijf is vereist dat men (1) over enkele basisvoorzieningen kan beschikken, terwijl men in de ruimte ook (2) als individu (of in eigen gezinsverband) vrijelijk kan leven. 1. Tot de basisvoorzieningen behoren blijkens de jurisprudentie een slaapgelegenheid, sanitair, een kookgelegenheid alsmede relevante nutsvoorzieningen. De geschiktheid voor individuele bewoning komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in het zelfstandige gebruik van de basisvoorzieningen en de afsluitbaarheid van de ruimte. 2. Het vrijelijke leven kan een discutabel punt zijn. De feiten en omstandigheden moeten uitwijzen waarvan sprake is. De geschiktheid van het object of deelobject voor individuele bewoning komt tot uiting in de afsluitbaarheid van de ruimte en de aanwezigheid van individuele voorzieningen, de mogelijkheid tot een vrijelijk leven in vorm en de hoeveelheid van de aangeboden hulp. Ook het bestemmingsplan kan een aanwijzing zijn. Taxatiewijzer Pagina 7 van 73

Er zijn veel gebouwen waar het langdurige verblijf van mensen wordt gecombineerd met een andere functie. Te denken valt aan gevangenissen, kloosters, revalidatiecentra, tehuizen voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten en gezinsvervangende tehuizen. Bij deze instellingen waarbij de woonfunctie met een andere functie wordt verenigd en waarbij die andere functie in feite de hoofdfunctie is, is geen sprake van dienen tot woning. Deze regel zal zich ook voordoen bij delen. Als bij een deel de woonfunctie niet overheerst, is er geen sprake van dienen tot woning. Zo zijn revalidatiecentra, verpleegtehuizen of tehuizen voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten geen woningen. De noodzakelijke zorg staat hier voorop en de inrichting van de onroerende zaken is hierop afgestemd. Voor de betrokken patiënten bestaat niet de mogelijkheid om zelfstandig te leven ook al probeert men de patiënten zoveel mogelijk privacy te bieden. Dit is niet anders als deze zorg in enige mate met een woonachtige opzet is gecombineerd. Zo blijft een tehuis voor gehandicapten in veel gevallen ook een nietwoning als de gehandicapten in groepsverband een paviljoen bewonen waarbij men er naar streeft zoveel mogelijk een thuis te realiseren. Daarbij spelen onder andere de omvang van de instelling, de personele wisselingen en de externe bemoeienis van leidinggevenden een rol. Een illustratief voorbeeld waarbij wel sprake is van een woning, vindt men in de uitspraak Hof Arnhem 25 juni 2004, nr. 03/01877, LJN: AQ5187 (waterschap Veluwe). Het gaat hier om een huis dat iets groter is dan een doorsnee huis en waarin vijf verstandelijk gehandicapten permanent wonen onder begeleiding van een inwonend echtpaar. Iedereen heeft een eigen (slaap)kamer maar alle overige ruimten worden gezamenlijk gebruikt. Het inwonende echtpaar beschikt niet over een eigen (zelfstandige) woonruimte. Er is bewust gekozen voor een leefvorm in gezinsverband waarbij de verzorging van binnenuit plaatsvindt. Daartoe biedt het echtpaar aan de gehandicapte bewoners doorlopend intensieve begeleiding. Wassen, koken en eten vinden steeds plaats als vormden de bewoners een gezin. Ook de overige activiteiten vinden gezamenlijk plaats. Volgens het hof was hier sprake van een woonruimte omdat de leefeenheid bewust kleinschalig is opgezet en omdat het wonen in gezinsverband gericht is op een duurzaam samenleven. Daaraan doet niet af dat de bewoners 24uursbegeleiding nodig hebben, omdat die begeleiding van binnenuit door het op hetzelfde adres inwonend echtpaar wordt verschaft en niet bestaat uit toezicht van buitenaf door telkens wisselende personeelsleden van een derde. Woning of nietwoning In het geval het object als geheel wordt betiteld als woning, geldt het OZBtarief voor woningen. In het geval het gehele object wordt betiteld als nietwoning, geldt het tarief voor nietwoningen. stehuizen onderscheiden zich van zorgcentra waar medische verzorging de hoofdfunctie vormen zoals revalidatiecentra, verpleegtehuizen of tehuizen voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten. Bij een verzorgingstehuis zal uit de feiten en omstandigheden blijken dat het om een complex gaat dat door een instelling is gesticht en wordt geëxploiteerd. Naast duidelijke woonruimten, zijn ook een groot aantal facilitaire ruimten te onderscheiden die een wezenlijke functie binnen het gebouw vervullen. Naar het spraakgebruik ontstijgt het complex door omvang, functies en organisatorische opzet het karakter van een woning. Voor de waardering moet de onroerende zaak als een nietwoning worden aangemerkt en als zodanig worden gewaardeerd. Voor de vraag of het verzorgingstehuis voor de OZB een woning of een nietwoning is, ontleedt men de WOZwaarde en rekent men deze toe aan de te onderscheiden delen. De ruimten die de individuele bewoners voor eigen gebruik ter beschikking staan, dienen tot woning. De overige ruimten moeten worden getoetst aan de eis of zij volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Een afgebakende en afsluitbare berging voor een individuele bewoner is bijvoorbeeld bestemd voor woondoeleinden. Ruimten voor de instelling zelf zoals kantoren, centrale keukens, personeelsvertrekken, (para)medische ruimten en verpleegkamers zijn dat niet. Bij deze stap zijn ruimten waarvan zowel de bewoners als het personeel gebruik maken (gangen, recreatiezalen) niet dienstbaar aan woondoeleinden. Afhankelijk van de waardeverhoudingen is de gehele onroerende zaak een woning (70% of meer toe te rekenen aan woonfuncties) of een nietwoning (minder dan 70% toe te rekenen aan woonfuncties). Taxatiewijzer Pagina 8 van 73

Voor het bepalen van de heffingsmaatstaf OZBgebruikersbelasting bij een niet woning vermindert de heffingsambtenaar de heffingsmaatstaf (de waarde van het verzorgingstehuis) Die vermindering bestaat uit de waarde van de delen die in hoofdzaak tot woning dienen of in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Voor een deel zal deze vraag eenvoudig te beantwoorden zijn. Zo hebben de kamers van de bewoners een woonfunctie en de kleedkamers van het personeel niet. Minder duidelijkheid is er over die delen die zowel de bewoners als het personeel gebruiken. Deze delen toetst men, in afwijking van het vorige punt, aan het 70%criterium. Deze toets kan niet plaatsvinden met de waardeopbouw omdat die gegevens vanwege hun gedetailleerdheid niet beschikbaar zullen zijn. In deze stap kan daarom beter worden gekeken naar de overheersende functie. Geeft de functie geen uitsluitsel dan kan men kijken wiens gebruik overheerst. Zijn het vooral de bewoners of vooral het personeel die het betreffende deel gebruiken? Overheersen is een flexibel begrip. Om het 70%criterium te benaderen moet de woonfunctie dus duidelijk meer nadruk hebben dan de andere functie. Is er geen duidelijk gebruik aan het wonen toe te rekenen, dan zal niet aan het 70%criterium zijn voldaan. Tot slot dient het deel van het object waarvan de waarde in mindering wordt gebracht een toerekening van de onder of projectiegrond gemaakt te worden. De waarde van de grond kan naar rato van de waardedelen van de opstallen worden toegerekend, of die grond die aan het wonen toe te rekenen is. Taxatiewijzer Pagina 9 van 73

2 Beschrijving van de archetypen (zie voor de kengetallen per archetype; bijlage 3) 2.1 Inhoudsopgave archetypen verzorging Taxatiewijzer Nummer Code CODERING ARCHETYPE 1 N 51 1 00 0 0 s / bejaardenhuis, vóór 1930 2 N 51 2 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1930 t/m 1945. 3 N 51 3 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1946 t/m 1965. 4 N 51 4 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1966 t/m 1985 5 N 51 5 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1986 t/m 2000 6 N 51 6 00 0 0 s / bejaardenhuis, 2001 en nieuwer 7 N 36 1 00 0 0 Verpleeghuis, vóór 1930 8 N 36 2 00 0 0 Verpleeghuis, 1930 t/m 1945. 9 N 36 3 00 0 0 Verpleeghuis, 1946 t/m 1965. 10 N 36 4 00 0 0 Verpleeghuis, 1966 t/m 1985 11 N 36 5 00 0 0 Verpleeghuis, 1986 t/m 2000 12 N 36 6 00 0 0 Verpleeghuis, 2001 en nieuwer 13 N 37 3 00 0 0 Gezinsvervangend tehuis, 1945 t/m 1965 14 N 37 4 00 0 0 Gezinsvervangend tehuis, 1966 t/m 1985 15 N 37 7 00 0 0 Gezinsvervangend tehuis, 1986 en nieuwer 16 N 37 0 00 0 0 Gezinsvervangend tehuis, begeleid zelfstandig wonen 17 N 38 0 00 0 0 Dagverblijf voor bezigheidstherapie en lichte werkzaamheden 18 N 18 0 00 0 0 Dagverblijf voor ouderen 19 N 33 0 00 0 0 Dagopvang op medische gronden 2.2 Toelichting op de archetypes verzorging De vermelde bedragen en percentages bij de kengetallen zijn meestal afgerond op hele euro s en procenten. Hierdoor kunnen kleine verschillen ontstaan bij de optelling van onderdelen. Taxatiewijzer Pagina 10 van 73

3 Functionele veroudering bij gebouwen voor Voor een algemene beschrijving en de berekeningssystematiek van de verschillende factoren voor functionele veroudering wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. 3.1 Meerpersoonskamers Op 1 januari 2005 verbleven bijna 18.700 bewoners van verpleeghuizen in drie of meerpersoonskamers. Op 25 november 1996 heeft de Staatssecretaris van VWS het kabinetsbeleid inzake privacy in verpleeghuizen kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris is van mening dat het mogelijk moet blijven, naast eenpersoonskamers, ook (splitsbare) tweepersoonskamers te realiseren in het geval een bewoner de wens te kennen geeft met iemand de kamer te willen delen. Meer dan twee bewoners op een kamer is niet langer toegestaan. Volgens de AWBZbouwmaatstaven heeft een eenpersoonskamer minimaal 15 m² nuttig vloeroppervlak en een splitsbare tweepersoonskamer heeft minimaal 30 m² nuttig vloeroppervlak. In 129 van de 342 verpleeghuizen (bijna 38%) zijn geen drie of meerpersoonskamers meer aanwezig. Met name de vijf en in iets mindere mate de zespersoonskamers verdwijnen nu door het gereedkomen van nieuwbouwprojecten in hoog tempo. Alle meerpersoonskamers moeten in 2010 weggewerkt kunnen zijn. 3.2 Separeer en afzonderingsvoorzieningen Afzonderen en separeren zijn vormen van vrijheidsbeperkende maatregelen die in instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en gehandicaptenzorg kunnen worden toegepast. In verpleeg en verzorgingshuizen is alleen afzonderen toegestaan. Kinderen beneden de 12 jaar mogen niet worden afgezonderd of gesepareerd. Het gebruik van deze maatregelen is aan criteria gebonden, die zijn vastgelegd in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Alleen instellingen die hiervoor zijn aangemerkt, mogen overgaan tot het (onvrijwillig) afzonderen of separeren van patiënten. 3.3 Dwangbehandeling Onder dwangbehandeling wordt verstaan het uitvoeren van een (deel van het) behandelplan zonder toestemming of bij verzet. Voor dwangbehandeling geldt het criterium voor zover dit volstrekt noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de patiënt of anderen, voortvloeiende uit de stoornis van de geestvermogens, af te wenden. 3.4 Afzondering Onder afzondering wordt verstaan: het voor verzorging, verpleging en behandeling insluiten van een patiënt in een speciaal daarvoor bestemde eenpersoonskamer. Deze kamer is prikkelarm ingericht en daarin zijn als regel een bed, een tafel, een stoel, een kledingkast en een wasgelegenheid aanwezig. Bij afzondering geldt dat voor een goede zorg vereist is dat op de een of andere wijze is voorzien in doorlopend toezicht. Dit kan zijn persoonlijk toezicht, maar ook toezicht via een camera of andere communicatiemogelijkheden. Omdat aan een afzonderingsvoorziening enige aanvullende eisen worden gesteld, is voor de investeringskosten als richtbedrag een toeslag opgenomen van 10% voor de bruto m² vloeroppervlakte die betrekking hebben op afzonderingsvoorziening. Taxatiewijzer Pagina 11 van 73

3.5 Separatie Onder separatie wordt verstaan: het voor verzorging, verpleging en behandeling insluiten van een patiënt in een speciaal daarvoor bestemde en door de minister als separeerverblijf goedgekeurde ruimte. Ook bij separatie geldt dat in doorlopend toezicht moet zijn voorzien. De feitelijke behoefte aan separeervoorzieningen wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. In het algemeen is het gebruik van dwangmaatregelen geworteld in het normen en waardenpatroon van een samenleving en in de subcultuur van een instelling. In Nederland wordt op relatief grote schaal gesepareerd, terwijl in andere landen eerder voor andere methoden wordt gekozen, bijvoorbeeld gedwongen medicatie, fixatie of intensieve éénopéénbegeleiding De bouwkundige opzet van een voorziening is in dit verband eveneens een belangrijke factor Zo leiden situaties waarin patiënten meer privacy hebben of zich op de eigen kamer terug kunnen trekken, minder snel tot conflicten of gevaarlijke situaties. Kwaliteitsverbetering van voorzieningen, bijvoorbeeld het realiseren van eenpersoonskamers en appartementen, kan resulteren in een verminderde behoefte aan separeer of afzonderingsvoorzieningen. Separeren blijkt voornamelijk in de GGZsector te worden toegepast. Het aantal separaties per jaar neemt geleidelijk toe. Afzondering wordt in deze sector aanzienlijk minder vaak toegepast. Wel is sprake van een lichte stijging. In de verstandelijk gehandicaptenzorg vindt afzonderen aanzienlijk vaker plaats dan separeren. Bij de opzet en de inrichting van separeervoorzieningen staat het veiligheidsaspect voorop. Alle risico s van suïcide of verwonding moeten zo veel mogelijk worden uitgesloten. Een separeereenheid omvat bij voorkeur ten minste twee separeerkamers. Eén separeerkamer heeft als nadeel dat er geen uitwijkmogelijkheid bestaat wanneer deze kamer in gebruik is of tijdelijk onbruikbaar is. Meer dan vier separeerkamers per separeereenheid is uit zorginhoudelijk oogpunt ongewenst. De afstand tot de afdeling kan te groot worden, waardoor verpleegkundigen niet snel genoeg aanwezig kunnen zijn. Bovendien ontstaat bij die omvang al gauw een onwenselijke gevangenisachtige sfeer. De routing naar de separeervoorzieningen is een belangrijk punt van aandacht. Voorkomen moet worden dat patiënten over grotere afstanden moeten worden verplaatst, en ook dat de route naar de separeervoorzieningen over afdelingen loopt. Separeervoorzieningen zullen meestal als onderdeel van een groter project in de geestelijke gezondheidszorg of de gehandicaptenzorg worden gerealiseerd. Indien de separeervoorzieningen niet als aanvullend project worden opgenomen is het richtbedrag voor de investeringskosten voor een separeervoorziening 2.536,, per m² bruto vloeroppervlakte. 3.6 Wooneenheden Elk verzorgingshuis is min of meer uniek. De oudere bestaande bouw voldoet functioneel vaak niet meer terwijl deze bouwkundig en financieel nog lang niet is afgeschreven. De verzorging beweegt steeds meer in de richting van scheiden van wonen en zorg. Vaak is sloop en vervangende nieuwbouw de enige oplossing om de locatie te behouden voor de gezondheidszorg. Dit gaat meestal gepaard met kapitaalvernietiging vanwege een hoge boekwaarde. Daarnaast zijn de sloopkosten in bestaande (stedelijke) situaties onevenredig hoog. De demografische ontwikkelingen en de verwachte vraag naar de uitbreiding van verpleegcapaciteit (met name de p.g.) pleiten ook voor ombouw van verzorgingshuizen naar verpleeghuizen. Een groot aantal wooneenheden in de verzorging beantwoordt niet meer geheel aan de eisen van deze tijd. Van ca. 100.000 verzorgingshuisbewoners is meer dan 23.000 gehuisvest in appartementen (kamers) kleiner dan 24 m². Een klein deel ervan heeft een oppervlakte van minder dan 15 m². Deze kamers voldoen niet aan Basiskwaliteitseisen voor bestaande bouw. De oppervlakte eis voor tweepersoonseenheden is 40 m². Taxatiewijzer Pagina 12 van 73

Woonconcepten In verpleeghuizen worden een drietal woonconcepten onderscheiden: Individueel wonen: Voor een individueel appartement voor verpleging kan worden uitgegaan van een zit/slaapkamer met een eigen sanitaire ruimte. De oppervlakte norm voor bestaande bouw is 24m². Tevens kan een gezamenlijke huiskamer gerealiseerd zijn. Naast de individuele appartementen wordt voorzien in ruimten voor begeleiding, medewerkers en diensten. Te denken valt aan een zusterpost, een kamer voor het afdelingshoofd, een spoelruimte, algemene bergruimten (schoon en vuil linnen, rijdend materieel, werkkast), een centrale (snoezel)badkamer en een multifunctionele ruimte. Afdelingswonen komt nog het meest overeen met de verblijfssituatie in de meer traditionele verpleeg en verzorgingshuizen, maar gaat inmiddels uit van een kleinere groepsgrootte. Er wordt uitgegaan van beddenkamers van minimaal 15 m², kamergebonden sanitair en een groep van ten hoogste 10 patiënten; Het woonareaal van een afdeling bestaat uit bewonerskamers, huiskamers, sanitaire ruimten en ruimten voor begeleiding, medewerkers en diensten. Te denken valt aan een zusterpost, een kamer voor het afdelingshoofd, een spoelruimte, algemene bergruimten (schoon en vuil linnen, rijdend materieel, werkkast), een centrale badkamer en een multifunctionele ruimte. Groepswonen (waar gestreefd wordt zoveel mogelijk het normale wonen in een huiselijke sfeer te benaderen) waarbij uitgegaan wordt van ten hoogste 7 beddenkamers van minimaal 15 m², met minimaal twee sanitaire units (minimaal één geschikt voor het gebruik van een douchebrancard). 3.7 Toegankelijkheid De gangbreedte in de bestaande verzorgingshuizen is over het algemeen 160 cm of meer, afgezien van een aantal (klooster)verzorgingshuizen met kamers veelal kleiner dan 15 m² en daarmee alleen geschikt voor afstoting en/of sloop. Voor het passeren van rolstoelen is een gangbreedte van 2 meter nodig; bij smallere gangen is het nodig om, na maximaal 8 meter lengte, passeerhavens te maken. Taxatiewijzer Pagina 13 van 73

4 Beschrijving van de marktgegevens (zie voor gebruikte marktgegevens bijlage 4) 4.1 Toelichting op de marktgegevens Voor het indexeren van de bouwgegevens naar de waardepeildatum is gebruik gemaakt van de gezondheidszorgindex omdat de objecten in deze wijzer daarbij het beste aansluiten. Voor vergelijkingsdoeleinden is tevens vermeld het BDBindexcijfer. BDB staat voor Bureau Documentatie Bouwwezen. Het BDB publiceert jaarlijks de indexcijfers voor diverse onroerende zaken. Het BDB geeft al jaren inzicht in de kostenontwikkeling in de branche. Deze ontwikkelingen zijn voornamelijk gebaseerd op zgn. input cijfers, zoals de CAO s, de materiaalkosten, de materieelafschrijvingen en de projectgerelateerde opslagen voor de algemene kosten, de winst en het risico. In onderstaande tabel en grafiek staan de indexcijfers volgens opgave van BDB van 1996 t/m 2008. Tabel 1: Indexeringstabel BDB index Indexeringstabel BDB, excl. BTW 2001 = 100 Jaar 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Index 85,9 86,9 89,9 92,1 95,7 100 104,7 106,6 108,1 113,2 112,6 117,7 125,6 Gezondheidszorgindex Indexeringstabel t.b.v. Gezondheidszorg, excl. BTW 2001 = 100 Jaar 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Index 86,4 88,2 91 93,4 96,1 100 106,3 108,7 111,3 113,9 116,5 120,8 125,5 Taxatiewijzer Pagina 14 van 73

Gezondheidszorgindex / BDB index 130 120 Index 110 100 90 80 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Jaar 2003 2004 2005 2006 2007 2008 5 Beschrijving hoe om te gaan met bandbreedtes Index Bouwcollege Index BDB In beginsel dient binnen de gestelde bandbreedtes een keuze gemaakt te worden voor de diverse waardebepalende elementen. Specifieke situaties kunnen er echter toe leiden dat ook buiten de gestelde bandbreedtes een keuze gemaakt dient te worden. Voor de vervangingswaarde dient een keuze onder in de bandbreedte te worden gemaakt, indien de bouwwijze als gevolg van de toegepaste materialen lagere kosten met zich meebrengt. Hierbij kan gedacht worden aan bouwwijze met prefab gebouwdelen of indien gebouwd is met inferieure materialen zoals staalplaten gevels. Voor de vervangingswaarde dient een keuze boven in de bandbreedte te worden gemaakt, indien de bouwwijze als gevolg van de toegepaste materialen hogere kosten met zich meebrengt. Hierbij kan gedacht worden aan bouwwijze met zware (betonnen) constructies of indien gebouwd wordt met superieure materialen zoals vliesgevelconstructies. Ook dient de vervangingswaarde aangepast te worden indien de gemiddelde verdiepingshoogte afwijkt van de bij het archetype vermelde gemiddelde verdiepingshoogte. Voor het bepalen van de keuze voor de restwaarde en de levensduur is de duurzaamheid van de toegepaste materialen van doorslaggevende betekenis. Voor gebouwen met minder duurzame materialen dient een keuze onder in de bandbreedte gekozen te worden en voor gebouwen met duurzame materialen dient een keuze boven in de bandbreedte gemaakt te worden. Uit de marktanalyse is gebleken dat de variatie in o.a. uitvoering, afwerkingsniveau en materiaalgebruik groot is. Kleinere gebouwen hebben hogere bouwkosten per m² dan grotere gebouwen. Voor het bepalen van de juiste correctiefactor wordt verwezen naar het algemene deel 1 van deze set taxatiewijzers. Bij geen van de op het WOZdatacenter beschikbare gegevens is aangegeven of er sprake is van paalfundering. Wij gaan er vanuit dat hiervan meestal wel sprake is geweest en dat derhalve gemiddeld genomen rekening is gehouden met paalfundering in het kengetal. Omdat Taxatiewijzer Pagina 15 van 73

het gebruik van paalfundering onder andere afhankelijk is van de bodemgesteldheid, de grondwaterstand en het aantal bouwlagen dient de taxateur zelf te beoordelen of hij met een bijtelling of aftrek rekening moet houden. Taxatiewijzer Pagina 16 van 73

6 Grond Naast de waardering van de opstal van een WOZobject dient eveneens de daarbij behorende grond te worden gewaardeerd. Voor een beschrijving van de waardering van de grond wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Correctie bouwlaag Voor de meeste situaties geldt de uitgifteprijs bijzondere bebouwing per vierkante meter maal 2,5 keer de bebouwde oppervlakte voor de eerste bouwlaag. Voor de tweede bouwlaag geldt dan 2 keer, voor de derde bouwlaag 1,5 keer en vanaf de vierde bouwlaag 1 keer de bruto vloeroppervlakte van de betreffende bouwlaag. De dan nog resterende grond wordt gewaardeerd tegen tien procent van de uitgifteprijs. Taxatiewijzer Pagina 17 van 73

7 Taxatieverslag Voor een beschrijving van het taxatieverslag wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Taxatiewijzer Pagina 18 van 73

8 Rekenschema Voor een beschrijving van het rekenschema ten behoeve van de waardebepaling volgens de methode van de gecorrigeerde vervangingswaarde wordt verwezen naar het algemene deel van deze set taxatiewijzers. Taxatiewijzer Pagina 19 van 73

Bijlage 1 Bijlage 1 Bronnen WOZdatacenter Bouwkostennota s College bouw Ziekenhuisvoorzieningen Van Dale handwoordenboek FGH Vastgoed Exploitatie Wijzer 2005 (Her)bouwkosten bedrijfspanden Reed Business Information Taxaties TogNederland Stichtingskosten/bouwvergunningen/taxaties diverse gemeenten Publicaties Vereniging van Nederlandse gemeenten Publicaties van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Taxatiewijzer Pagina 20 van 73

Bijlage 2 Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Voor een verklarende woordenlijst wordt verwezen naar het algemene deel van deze set Taxatiewijzers. Specifiek voor deze wijzer geldende termen zijn al in een eerder stadium nader verklaard en/of beschreven. Taxatiewijzer Pagina 21 van 73

Bijlage 3 Bijlage 3 Kengetallen per archetype Taxatiewijzer Pagina 22 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3351 s / bejaardenhuis N 51 1 00 0 0 s / bejaardenhuis, vóór 1930 Nummer: 1 Code onderdeel WOZobject 7180 sruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² vóór 1930 traditioneel in baksteen, details in natuursteen, veel detailering, steens muren afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt Veelal inpandig volledig gerenoveerd. Disfunktionaliteit door ouderwetse maatvoeringen. Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 605 692 778 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 240 274 308 20 30 20% 30% 26% 297 339 382 10 20 25% 35% Overige kosten 0% TOTALEN 100% 1.142 1.305 1.468 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.351 exclusief 19% BTW 1.041 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.608 427 302 312 Factor verandering totaal 0,771 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,596 1,000 0,889 53% 627 716 Overige kosten TOTALEN 100% 1.182 1.351 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 806 45 65 25% 35% 20 30 20% 30% 10 20 25% 35% Inclusief / vaste inrichting 21% 248 284 319 26% 307 351 395 1.520 Taxatiewijzer Pagina 23 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3351 s / bejaardenhuis N 51 2 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1930 t/m 1945 Nummer: 2 Code onderdeel WOZobject 7180 sruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1930 t/m 1945 traditioneel in baksteen, details in natuursteen afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt _ Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 510 583 656 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 202 231 260 20 30 20% 30% 26% 250 286 322 10 20 25% 35% Overige kosten 0% TOTALEN 100% 963 1.100 1.238 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.139 exclusief 19% BTW 1.041 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.355 427 302 312 Factor verandering totaal 0,914 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,707 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 528 604 679 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 209 239 269 20 30 20% 30% 26% 259 296 333 10 20 25% 35% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 997 1.139 1.281 Taxatiewijzer Pagina 24 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3351 s / bejaardenhuis N 51 3 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1946 t/m 1965 Nummer: 3 Code onderdeel WOZobject 7180 sruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1946 t/m 1965 betonskeletbouw met gemetselde gevels afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt _ Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 398 455 512 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 158 180 203 20 30 20% 30% 26% 195 223 251 10 20 25% 35% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 751 859 966 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 889 exclusief 19% BTW 1.041 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.058 427 302 312 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,906 1,000 1,000 53% 412 471 Overige kosten TOTALEN 100% 778 889 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 530 45 65 25% 35% 20 30 20% 30% 10 20 25% 35% Inclusief / vaste inrichting 21% 163 187 210 26% 202 231 260 1.000 Taxatiewijzer Pagina 25 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3351 s / bejaardenhuis N 51 4 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1966 t/m 1985 Nummer: 4 Code onderdeel WOZobject 7180 sruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1966 t/m 1985 betonskeletbouw met eenvoudige gevelbekleding afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt isolatievoorzieningen met renovatie aangebracht Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 48% 380 435 489 45 65 25% 35% / vaste inrichting 26% 206 235 265 20 30 20% 30% 26% 206 235 265 10 20 25% 35% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 792 906 1.019 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 938 exclusief 19% BTW 1.041 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.116 427 302 312 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,948 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 48% 394 450 507 45 65 25% 35% / vaste inrichting 26% 213 244 274 20 30 20% 30% 26% 213 244 274 10 20 25% 35% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 821 938 1.055 Taxatiewijzer Pagina 26 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3351 s / bejaardenhuis N 51 5 00 0 0 s / bejaardenhuis, 1986 t/m 2000 Nummer: 5 Code onderdeel WOZobject 7180 sruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1986 t/m 2000 betonskeletbouw isolatievoorzieningen reeds vanaf nieuwbouw aanwezig Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 43% 361 413 465 45 65 25% 35% / vaste inrichting 31% 260 298 335 20 30 20% 30% 26% 218 250 281 10 20 25% 35% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 840 960 1.080 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 994 exclusief 19% BTW 1.041 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.183 427 302 312 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,999 0,980 1,000 43% 374 427 Overige kosten TOTALEN 100% 870 994 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 481 45 65 25% 35% 20 30 20% 30% 10 20 25% 35% Inclusief / vaste inrichting 31% 270 308 347 26% 226 258 291 1.118 Taxatiewijzer Pagina 27 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3351 s / bejaardenhuis N 51 6 00 0 0 s / bejaardenhuis, 2001 en nieuwer Nummer: 6 Code onderdeel WOZobject 7180 sruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 2001 en nieuwer bouw volgens nieuw bouwbesluit, hoogwaardig geisoleerd Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 41% 361 412 464 45 65 25% 35% / vaste inrichting 29% 255 291 328 20 30 20% 30% 30% 264 302 339 10 20 25% 35% Overige kosten 0% TOTALEN 100% 879 1.005 1.131 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.041 exclusief 19% BTW 1.041 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.239 427 302 312 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 1,000 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 41% 373 427 480 45 65 25% 35% / vaste inrichting 29% 264 302 340 20 30 20% 30% 30% 273 312 351 10 20 25% 35% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 911 1.041 1.171 Taxatiewijzer Pagina 28 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3336 Verpleegtehuis N 36 1 00 Verpleeghuis, vóór 1930 0 0 Nummer: 7 Code onderdeel WOZobject 7170 Verpleegruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² vóór 1930 traditioneel in baksteen, details in natuursteen, veel detailering, steens muren afwisselend platte daken mastiek of zink gedekt en hellende daken pannen of natuurleien ged Veelal inpandig volledig gerenoveerd. Disfunktionaliteit door ouderwetse maatvoeringen. Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 648 740 833 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 257 293 330 20 30 20% 30% 26% 318 363 409 10 20 25% 35% Overige kosten 0% TOTALEN 100% 1.222 1.397 1.572 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.447 exclusief 19% BTW 1.301 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.722 468 442 390 Factor verandering totaal 0,899 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,611 1,000 1,000 53% 671 767 Overige kosten TOTALEN 100% 1.266 1.447 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 863 45 65 25% 35% 20 30 20% 30% 10 20 25% 35% Inclusief / vaste inrichting 21% 266 304 342 26% 329 376 423 1.628 Taxatiewijzer Pagina 29 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3336 Verpleegtehuis N 36 2 00 0 0 Verpleeghuis, 1930 t/m 1945 Nummer: 8 Code onderdeel WOZobject 7170 Verpleegruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1930 t/m 1945 traditioneel in baksteen, details in natuursteen afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt _ Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 548 627 705 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 217 248 279 20 30 20% 30% 26% 269 307 346 10 20 25% 35% Overige kosten 0% TOTALEN 100% 1.034 1.182 1.330 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.224 exclusief 19% BTW 1.301 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.457 468 442 390 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,722 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 568 649 730 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 225 257 289 20 30 20% 30% 26% 278 318 358 10 20 25% 35% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 1.071 1.224 1.377 Taxatiewijzer Pagina 30 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3336 Verpleegtehuis N 36 3 00 0 0 Verpleeghuis, 1946 t/m 1965 Nummer: 9 Code onderdeel WOZobject 7170 Verpleegruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1946 t/m 1965 betonskeletbouw met gemetselde gevels afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt _ Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 53% 475 542 610 45 65 25% 35% / vaste inrichting 21% 188 215 242 20 30 20% 30% 26% 233 266 299 10 20 25% 35% Overige kosten 0% TOTALEN 100% 896 1.023 1.151 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.060 exclusief 19% BTW 1.301 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.261 468 442 390 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,834 1,000 1,000 53% 492 562 Overige kosten TOTALEN 100% 928 1.060 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 632 45 65 25% 35% 20 30 20% 30% 10 20 25% 35% Inclusief / vaste inrichting 21% 195 223 250 26% 241 276 310 1.193 Taxatiewijzer Pagina 31 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3336 Verpleegtehuis N 36 4 00 0 0 Verpleeghuis, 1966 t/m 1985 Nummer: 10 Code onderdeel WOZobject 7170 Verpleegruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1966 t/m 1985 betonskeletbouw met eenvoudige gevelbekleding afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt isolatievoorzieningen met renovatie aangebracht Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 39% 419 479 539 45 65 25% 35% / vaste inrichting 32% 344 393 442 20 30 20% 30% 29% 312 356 401 10 20 35% 45% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 1.075 1.228 1.382 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.272 exclusief 19% BTW 1.301 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.514 468 442 390 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,944 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 39% 434 496 558 45 65 25% 35% / vaste inrichting 32% 356 407 458 20 30 20% 30% 29% 323 369 415 10 20 35% 45% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 1.113 1.272 1.431 Taxatiewijzer Pagina 32 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3336 Verpleegtehuis N 36 5 00 0 0 Verpleeghuis, 1986 t/m 2000 Nummer: 11 Code onderdeel WOZobject 7170 Verpleegruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 1986 t/m 2000 betonskeletbouw isolatievoorzieningen reeds vanaf nieuwbouw aanwezig Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 41% 460 526 592 45 65 25% 35% / vaste inrichting 29% 326 372 419 20 30 20% 30% 30% 337 385 433 10 20 35% 45% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 1.123 1.283 1.444 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.329 exclusief 19% BTW 1.301 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.582 468 442 390 Factor verandering totaal 0,979 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,860 1,000 0,979 41% 477 545 Overige kosten TOTALEN 100% 1.163 1.329 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 613 45 65 25% 35% 20 30 20% 30% 10 20 35% 45% Inclusief / vaste inrichting 29% 337 385 434 30% 349 399 449 1.495 Taxatiewijzer Pagina 33 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3336 Verpleegtehuis N 36 6 00 0 0 Verpleeghuis, 2001 en nieuwer Nummer: 12 Code onderdeel WOZobject 7170 Verpleegruimte Standaard grootte (BVO): van 1000 tot 25000 m² 2001 en nieuwer bouw volgens nieuw bouwbesluit, hoogwaardig geisoleerd Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 36% 396 452 509 45 65 25% 35% / vaste inrichting 34% 374 427 481 20 30 20% 30% 30% 330 377 424 10 20 35% 45% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 1.099 1.256 1.413 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.301 exclusief 19% BTW 1.301 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.548 468 442 390 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 1,000 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 36% 410 468 527 45 65 25% 35% / vaste inrichting 34% 387 442 498 20 30 20% 30% 30% 342 390 439 10 20 35% 45% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 1.138 1.301 1.464 Taxatiewijzer Pagina 34 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3337 Gezinsvervangend tehuis N 37 3 00 0 0 Gezinsvervangend tehuis, 1945 t/m 1965 Nummer: 13 Code onderdeel WOZobject 7150 Paviljoen / woonruimte Standaard grootte (BVO): van 500 tot 25000 m² 1945 t/m 1965 traditioneel in baksteen afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt _ Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 48% 684 781 879 45 65 25% 35% / vaste inrichting 31% 442 505 568 25 35 20% 30% 21% 299 342 385 10 20 35% 45% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 1.425 1.628 1.832 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.686 exclusief 19% BTW 1.450 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 2.006 667 348 435 Factor verandering totaal 0,860 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 0,824 0,666 1,000 48% 708 809 Overige kosten TOTALEN 100% 1.475 1.686 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 910 45 65 25% 35% 25 35 20% 30% 10 20 35% 45% Inclusief / vaste inrichting 31% 457 523 588 21% 310 354 398 1.897 Taxatiewijzer Pagina 35 van 73

Bijlage 3 KENGETALLEN VERZORGING Soortobject 3337 Gezinsvervangend tehuis N 37 4 00 0 0 Gezinsvervangend tehuis, 1966 t/m 1985 Nummer: 14 Code onderdeel WOZobject 7150 Paviljoen / woonruimte Standaard grootte (BVO): van 500 tot 25000 m² 1966 t/m 1985 betonskeletbouw met eenvoudige gevelbekleding afwisselend platte daken mastiek gedekt en hellende daken pannen gedekt isolatievoorzieningen met renovatie aangebracht Kengetallen per waardepeildatum 112007 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 41% 401 458 515 45 65 25% 35% / vaste inrichting 29% 284 324 365 25 35 20% 30% 30% 293 335 377 15 25 35% 35% Overige kosten 0% 0 20 0% 0% TOTALEN 100% 978 1.117 1.257 Kengetallen per waardepeildatum 112008 Actuele bouwkosten oorspronkelijke bouwwijze Actuele bouwkosten huidige bouwwijze 1.157 exclusief 19% BTW 1.450 m² ruwbouw afbouw installaties per per m² inclusief BTW 1.377 667 348 435 Factor verandering totaal 1,000 Gemiddelde hoogte (per bouwlaag) 0,0 bouwwijze 1,000 1,000 1,000 per m² Levensduur Restwaarde Minimum Gemiddeld Maximum min max min max 41% 415 474 534 45 65 25% 35% / vaste inrichting 29% 294 336 377 25 35 20% 30% 30% 304 347 390 15 25 35% 35% Overige kosten Inclusief TOTALEN 100% 1.012 1.157 1.302 Taxatiewijzer Pagina 36 van 73