Scoren met SEPA! Speech van Jacqueline Rijsdijk Directeur Divisie Betalingsverkeer & voorzitter van de Afstemgroep SEPA Nederland t.g.v. Kick off SEPA Platform voor de Publieke Sector, 16 juni 2008 -Alleen het gesproken woord geldt - Inleiding Dames en heren, Ik ben heel blij met de aftrap van het SEPA Platform voor de Publieke Sector. We hebben u nodig om de Single Euro Payments Area, om SEPA te realiseren. Wie had voor vandaag al van SEPA gehoord? De meeste mensen weten meer van het Europese kampioenschap voetbal dan van SEPA. Dat is ook niet gek. Vrijwel dagelijks is er een kick off van weer een EK-wedstrijd. Voor- en nabeschouwingen vliegen je om de oren. De aftrap van SEPA op 28 januari moest het met heel wat minder aandacht doen dan alleen maar de loting van het EK. Zo populair als voetbal zal het betalingsverkeer nooit worden. Hoeft ook niet. Daarvoor is het niet spannend genoeg. Maar het Europese betalingsverkeer heeft Europeanen toch aardig wat bieden. Neem het speelveld. Een voetbalveld is maximaal 120 bij 75 meter. De Europese betaalmarkt omvat maximaal 31 landen met een oppervlakte van bijna 5 miljoen km 2. Een groter speelveld, betekent ook meer spelers. Aan het EK doen maar een paar honderd getalenteerde spelers mee. Aan de Europese betaalmarkt hoeft niemand aan de zijlaan te staan. We móeten het met z n allen doen! (Ruim 500 miljoen consumenten, 25 miljoen bedrijven en 8000 banken) Het EK kent straks maar 1 winnaar en vele verliezers. Van de totstandkoming van een Europese betaalmarkt gaan straks alle consumenten en bedrijven profiteren. Zover is het nog niet. Van wat er nog allemaal moet worden gedaan willen we u vandaag een eerste beeld schetsen. Ik zal u wat vertellen over het hoe en waarom van SEPA, en waarom we u nodig hebben. Hoe we overgaan en welke gevolgen dat voor de bedrijfsvoering gaat hebben, hoort u van de sprekers na mij. 1. Wat is SEPA? SEPA is een gebied. Het staat voor: Single Euro Payments Area. Niet European, maar euro dus. Het is wel Europees, maar alleen voor betalingsverkeer in euro. Binnen dat gebied is er geen verschil tussen binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen. Vanaf één betaalrekening kun je met Europese 1
betaalmiddelen iedereen in SEPA bereiken. Om het wat ingewikkelder te maken, hoeft die betaalmarkt zich niet te beperken tot de eurolanden. Ook steeds meer niet-eurolanden doen eurobetalingen. We hebben in 15 landen een gemeenschappelijke valuta. Maar als we met die euro vanaf onze betaalrekeningen naar andere eurolanden willen betalen, blijkt dat langzamer en veel minder gemakkelijk te gaan dan in het binnenland. Vaak is het ook veel duurder. Dat komt omdat er tussen de 15 eurolanden grote verschillen bestaan in systemen, standaarden, producten en regels in het betalingsverkeer. 2. Waarom SEPA? Die trage grensoverschrijdende overboekingen passen toch ook niet meer in het Europa van nu. De Europese integratie is al in de jaren vijftig gestart, met de EGKS in 1951 en de EEG in 1958. Begonnen met zes landen. Nu zitten we met 27 landen in de EU. We hebben sinds 1992 in de EU vrij verkeer van mensen, kapitaal, goederen en diensten. Sinds 1999 zelfs een Economische en Monetaire Unie. Maar de nationale betaalmarkten van de lidstaten zijn nog vrijwel helemaal afgeschermd. Het wordt toch wel tijd ook die grenzen open te breken. Vindt u ook niet? Grenzeloos betalen in een concurrerende Europese betaalmarkt kan heel wat economisch voordeel opleveren. Daarom SEPA! Een concurrerende Europese betaalmarkt staat dan ook hoog op de agenda van de Europese Centrale Bank en de Europese beleidsmakers in Brussel. Al in 2006 publiceerden zij hun joint statement. Die markt draagt bij aan de zogeheten "Lissabon agenda" die beoogt om tegen 2010 van Europa één van de meest concurrerende economieën ter wereld te maken. Eén van de elementen die nodig zijn om die ambitieuze doelstelling te bereiken, is de creatie van één Europese betaalmarkt. Waar de verschillen tussen de lidstaten verdwijnen en alle betalingen binnen Europa 'binnenlandse' betalingen worden. Om dit voor elkaar te krijgen hebben Europese autoriteiten de banken onder druk gezet. Met wetgeving die tarieven van binnenlands en grensoverschrijdend betalingsverkeer gelijkstelt en met dreiging van volledige regulering. Een concurrerende Europese betaalmarkt krijg je niet door uitsluitend op het grensoverschrijdende betalingsverkeer te focussen. Dat is niet meer dan zo n twee procent van het totale betalingsverkeer. Alleen daarvoor Europese standaarden en producten maken zou een veel te dure operatie zijn. Om echt de vruchten van een Europese markt te plukken, moeten we er juist voor zorgen dat de grote massa, die 98% binnenlandse betalingen op Europese leest zijn geschoeid. Pas dan kunnen er grote grensoverschrijdende schaalvoordelen ontstaan en kunnen kosten dalen. Die voordelen komen pas als 2
SEPA er is en de markt ook echt gaat werken. Europa, de Interne Betaalmarkt is de business case. Maar de weg erheen is vooral een binnenlands project. Hoe groot wordt SEPA? Een binnenlands project in de 15 eurolanden. Maar, zoals gezegd, SEPA wordt groter. Ook landen in Europa die de euro niet hebben ingevoerd kunnen deelnemen in de eurobetaalsystemen. Banken in die landen kunnen de SEPAstandaarden en producten invoeren en bijdragen aan de uniforme Europese betaalmarkt. Europa bestaat in dit verband uit de 27 landen van de Europese Unie. Plus vier niet EUlanden die willen deelnemen. IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die samen met de EU de Europese Economische Ruimte vormen. En Zwitserland. 3. Hoe SEPA realiseren? De beoogde eurobetaalmarkt heeft twee componenten. a. Technisch Europese banken hebben aan de politiek druk gehoor gegeven. Ruim 70 banken en een paar verenigingen van banken hebben zich verenigd in de European Payments Council om de technische voorwaarden te scheppen voor een gemeenschappelijke betaalmarkt. Om uit te leggen wat ze doen, even een kort uitstapje naar het Nederlandse betalingsverkeer. Ik doe dat aan de hand van een paar simpele vragen. 1 Hebben alle banken in het Nederlandse betalingsverkeer dezelfde rekeningsystematiek? Nee. Postbank wijkt af van de andere banken. Was als overheidsorgaan in 1916, wel de eerste. Andere banken begonnen pas in 1967 met 9-cijferige nummers. Een gevolg was dat betalingen tussen bank- en girorekeninghouders meestal langer onderweg dan andere. Als bedrijf was je eigenlijk wel genoodzaakt om in beide circuits een rekening aan te houden. 2 Hoe lang heeft het geduurd voordat we hier als rekeninghouders niets meer van merkten? Dertig jaar. Pas in 1997 werd het zogeheten Nationaal Betalingscircuit officieel voltooid. En kon je betaalrekeningen in het andere circuit net zo gemakkelijk bereiken als die in het eigen circuit. 3 Wanneer werd pinnen bij de geldautomaat geleidelijk gemeengoed? Zo medio jaren 80. 4 Wanneer werden ook buitenlandse geldautomaten toegankelijk? Begin jaren 90. 3
5 Wanneer werd het mogelijk om de pinpas van de Postbank te gebruiken bij de geldautomaten van de andere banken en andersom? Juli 1998 Kortom, de afgelopen twintig jaar hebben Nederlandse banken standaarden ingevoerd voor uitwisseling van betaalinformatie tussen eerder gescheiden circuits zijn netwerken van geldautomaten van individuele banken onderling verbonden, zodat klanten met hun eigen bankpas ook bij automaten van andere banken terecht kunnen ook zijn interbancaire afspraken gemaakt om bij winkeliers op één terminal, met standaard software, klanten van alle banken te kunnen laten pinnen Dat nu doen de Europese banken overal in het eurogebied ook op Europese schaal. En in minder dan twintig jaar. De EPC zorgt bijvoorbeeld voor gelijke standaarden voor uitwisseling van betaalinformatie tussen de nu nog vooral gescheiden nationale circuits. Zo gaan we in het euroverkeer in Europa voor binnen- en buitenlands verkeer dezelfde internationale standaarden en rekeningnummersystematiek gebruiken. Hierdoor kunnen we van elke betaalrekening in SEPA direct euro s overboeken naar alle andere betaalrekeningen. Ook zijn afspraken gemaakt om klanten met de pas van de eigen bank bij betaalautomaten in heel SEPA te kunnen laten pinnen. b. Juridisch Maar met die technische harmonisatie zijn we er nog niet. Naast verschillen in nationale standaarden, belemmeren ook grote verschillen in nationale regels de concurrentie in het Europese betalingsverkeer. Daarom hebben het Europese Parlement en de Raad van de EU de Richtlijn Betalingsdiensten vastgesteld. Deze beoogt de spelregels in het betalingsverkeer van alle landen in de EU gelijk te maken. Voor al het betalingsverkeer wel te verstaan. In euro maar ook in Britse ponden, Zweedse kronen, Poolse zloty en al die andere EU-valuta. Bovendien gelden de nieuwe regels voor alle betaalproducten, zodat ook de voorwaarden van een aantal bestaande betaalproducten veranderen. Aan Europees betalingsverkeer is dus geen ontkomen aan! De regels zijn vooral gericht op verhoging van de concurrentie - door niet-banken meer speelruimte te geven - en verhoging van de consumentenbescherming, o.a. door hogere eisen aan de informatievoorziening. Dat laatste is niet altijd in het voordeel van de zakelijke klanten. Het Ministerie van Financiën werkt hard om de Europese regels om te zetten in nationale wetgeving. Dat werk moet op 1 november in de hele EU volgend jaar klaar zijn. 4. Overgang naar SEPA nationaal organiseren Gelijke Europese standaarden en regels, maar geen gelijke Europese overgang. Elk land bepaalt zelf hoe en wanneer het nationale betalen verruilt voor het Europese. Geen Europese big bang dus, zoals met de euromunten en biljetten. Dat kan ook eigenlijk niet. SEPA is veel meer een IT-proces dan een 4
logistiek proces. Verder is de SEPA-overgang marktgedreven. Banken bepalen zelf wanneer ze het Europese betalen aanbieden en hun klanten bepalen zelf wanneer ze het gaan gebruiken. Ofschoon banken de lead hebben, kunnen ze het niet alleen. Ze moeten zorgen voor goede producten met een goede prijs/kwaliteitverhouding. Maar SEPA komt pas opgang als klanten ook echt met nieuwe in plaats van oude producten betalen. Met een Europese overschrijving kan dat nu al. In 2010 kan dat ook met een Europese incasso. De komende jaren hebben consumenten en bedrijven de keuze uit Nederlandse en Europese producten. Een dubbele betaalinfrastructuur. Met dubbele kosten. Vanuit oogpunt van maatschappelijke kosten kan die migratieperiode maar beter zo kort mogelijk zijn. Aan de andere kant kunnen we dus niet van vandaag op morgen overgaan. Gebruikers moeten de tijd krijgen om ervaring op te doen met deze producten. Bedrijven moeten de ruimte krijgen om de noodzakelijke aanpassingen en investeringen op een natuurlijk moment te kunnen inpassen in de reguliere vervanging van hun ERP-software. Er is geen einddatum voor de SEPA-migratie. Duidelijkheid over een datum waarop Nederlandse betaalproducten van de markt verdwijnen, kan de overgang versnellen. Bovendien voorkomt een einddatum dat een kleine groep van fervente of twijfelende betalers de overgang oneindig lang uitstelt. Hadden we bijvoorbeeld geen einddatum ingesteld voor het gebruik van eurocheques in 2001, zou er nu nog mee worden betaald. Weinig efficiënt, vooral ook omdat er met pinnen een goed alternatief is. Kortom, laat de migratieperiode zo kort als mogelijk duren en zo lang als nodig duren. 5. Hoe de publieke sector kan bijdragen Voor de overgang naar SEPA is het juist ook van belang dat er gebruikers vooroplopen. Vooral grootgebruikers, grote bedrijven en overheden. Gaan die snel over, heb je snel massa. Ongeveer een derde van het betalingsverkeer is op de een of andere wijze aan de publieke sector gerelateerd! Bovendien is de voorbeeldwerking belangrijk. Een Europees betalende en ontvangende publieke sector brengt vanzelf de grote massa van consumenten en kleine bedrijven met SEPA in aanraking. Met een simpele uitleg erbij kan dan het draagvlak voor SEPA snel groter worden bij het publiek. Hoe beter en sneller dit verloopt, hoe korter de overgangsperiode zal zijn. Hier ligt dus een mooie taak voor u allen bij te dragen aan een efficiënte overgang én aan de realisatie van de Lissabon-agenda van de Europese overheid. DNB als gebruiker Dan een woord over DNB gebruiker van betalingsverkeer. Alleen al voor de beeldvorming willen we natuurlijk graag vooroplopen. Maar ook bij DNB passen we de beslissing in lopende investeringscycli in. We starten in de tweede helft van dit jaar met een project om de bedrijfssoftware aan te passen. 5
Daarin zullen we de aanpassing voor SEPA meenemen. Als alles meezit zouden we - onvoorziene omstandigheden daargelaten - eind van dit jaar voor overschrijvingen SEPA proof kunnen zijn. 6. Is SEPA goed voor Nederland? SEPA mag nog zo n logisch onderdeel zijn van Europese integratie en de efficiency van het Europese betalingsverkeer verhogen, maar is het ook goed voor Nederland? Het huidige Nederlandse betalingsverkeer is al goed en efficiënt geregeld. Ook in vergelijking met de andere landen. Op een Europees kampioenschap betalingsverkeer zouden we altijd hoge ogen gooien. Oók ons betalingsverkeer kan zich zeer goed meten met dat van Italië, Frankrijk en Roemenie. Marktpartijen zijn bezorgd dat we in het Nederlandse betalingsverkeer bereikte efficiency verliezen. Daarom moeten we behoedzaam en zorgvuldig overgaan naar Europese betalen. Om een goede overgang te bevorderen heeft het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer al in 2006 de Afstemgroep SEPA Nederland ingericht. Hier heeft het MOB de zorgen van gebruikers rondom de overgang naar SEPA geïnventariseerd. Zoals zorgen over het behoud van de Overstapservice en over het omzetten van nationale rekeningnummers in internationale. Banken werken daar waar mogelijk aan passende oplossingen. Hier hoort u later meer over van de bancaire sprekers. Een Europese betaalmarkt biedt inefficiënte betaallanden meer voordelen dan efficiënte. Toch kan ook Nederland profiteren, al zullen de voordelen vooral op langere termijn zichtbaar worden. Op korte termijn zijn de voordelen groter naarmate consumenten en bedrijven meer naar of in het Europese buitenland betalen. Slotopmerking De Europese Commissie gaat binnenkort de voortgang van de SEPA-migratie van de publieke sector in alle landen monitoren. Ook DNB gaat vanuit voor Nederland bij banken én overheidsorganen de voortgang volgen. Zo kan er ook een echte Europese competitie tussen de Europese overheden ontstaan. Bij de overgang naar de euro liep Nederland voorop qua snelheid en efficiency. Wellink heeft Nederland toen zelfs tot Europees kampioen gebombardeerd. Dát kunnen we met de overgang naar SEPA óók weer worden. Het SEPA Platform Publieke Sector gaat zorgen voor een goede voorbereiding. Ik hoop dat u straks de voorzet van uw bank snel kunt inkoppen en dat u gaat scoren met SEPA! Ik dank u voor uw aandacht. 6