Notitie middelbaar opgeleiden op de arbeidsmarkt

Vergelijkbare documenten
Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

Vrouwen op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Monitor Economie 2018

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2008

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2017

Niet-werkende werkzoekenden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Utrecht, april 2017

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2013

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Meer ouderen langer werkzaam

8. Werken en werkloos zijn

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2017

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal vacatures daalt fors. Zelfde afname als vorig kwartaal

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2007

Aantal werkzoekenden, vacatures en WWuitkeringen

Vacatures in de industrie 1

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Snapshots van de regionale economie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2017

Rapportage WW 50plus. Juni 2017

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Rapportage WW 50plus. December 2016

1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2018 RESULTATEN NEA 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2013

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2016

Regionale arbeidsmarktprognose

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

TOTAAL GESLACHT LEEFTIJD SECTOR. Landbouw Vrouw Man. Industrie

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijnmond

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008

Arbeidsmarktstructuur in 2005 Uitkomsten en toelichting. Karin Hagoort en Luuk Schreven

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014

Rotterdamse jongeren en de arbeidsmarkt. Editie 2015

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Food Valley

Artikelen. Meer ouderen aan het werk. Hendrika Lautenbach en Marc Cuijpers

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Werkloosheid 50-plussers

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

CBS: Aantal vacatures stijgt opnieuw

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Transcriptie:

Notitie middelbaar opgeleiden op de arbeidsmarkt Gemeente Rotterdam, OBI December 2015 Frans Moors en Annemarie Roode In de Economische Verkenningen Rotterdam 2016 wordt uitgebreid stil gestaan bij het fenomeen Next Economy. Verwacht wordt dat de in de economie een verdere automatisering, robotisering en digitalisering zal plaatsvinden waardoor banen komen te vervallen. Naar verwachting zal dit vooral gevolgen hebben voor banen van middenniveau. Hierdoor ontstaat er een polarisatie op de arbeidsmarkt. 1 Middenopgeleiden, vooral degenen met een opleidingsniveau lager dan mbo-4, zullen meer moeite hebben met het verkrijgen en behouden van werk dat past bij het opleidingsniveau. Dit zal ook gevolgen hebben voor laagopgeleiden die wanneer er een overschot aan middelbaar opgeleiden op de arbeidsmarkt ontstaat, door deze middelbaar opgeleiden verdrongen worden van de arbeidsmarkt. Hoewel er steeds gesproken wordt over wat nog moet komen, kijken we in deze notitie terug naar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Prognoses zijn niet te geven, ook al om de betekenis van de nieuwe technologische ontwikkelingen op de arbeidsmarkt nogal ongewis zijn. Er kunnen nieuwe soorten werk ontstaan of taken horend bij functies kunnen veranderen. Terugkijken doen we op basis van een arbeidsmarktanalyse over de arbeidsmarktregio Rijnmond en over Rotterdam 2. Hierbij gaat het over de periode 1 oktober 2009 tot en met 2012 3. Hiernaast wordt er gebruik gemaakt van data verkregen uit de Enquête Beroepsbevolking van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze data betreft alleen Rotterdam. In deze notitie komt eerst het aanbod van werkenden wonend in de genoemde gebieden. Hierna zal er aandacht worden besteed aan de vraag van arbeid in de Arbeidsmarktregio Rotterdam. Gekeken wordt naar het opleidingsniveau van werkenden en niet-werkenden bij het aanbod op de arbeidsmarkt en bij de vraag van degenen die de banen bezetten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een driedeling van het opleidingsniveau: laag, midden en hoog. Hierbij wordt met laagniveau bedoeld het opleidingsniveau tot en met mbo-1. Het middenniveau begint bij het hebben van een afgeronde mbo-2 en loopt door tot en met vwo-niveau. Hoogopgeleid zijn degenen met een afgeronde opleiding op hbo en/of wo-niveau. 1 Zie bijvoorbeeld: Baanpolarisatie in Nederland, CBP, 2015 2 Werk en werken in de Rijnmond, Een analyse van vraag, aanbod en match op de arbeidsmarktregio Rijnmond, gemeente Rotterdam (OBI) en SEOR, juli 2015. 3 De bestanden van het CBS waarmee de arbeidsmarktanalyse is gemaakt waren in het voorjaar niet recenter.

Aanbod op de arbeidsmarkt naar opleidingsniveau In de arbeidsmarktanalyse wordt een onderscheid gemaakt tussen vijf arbeidsmarktgroepen: 1. werkenden die een baan hebben van 11 uur of minder per week; 2. werkenden die een baan hebben van 12 uur of meer per week; 3. niet-werkende beroepsbevolking ofwel de werklozen; 4. geen beroepsbevolking, dit zijn niet werkenden en niet behorend tot de beroepsbevolking; 5. onderwijsvolgenden zonder werk. De indeling is gemaakt vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt. Een nadere toelichting is te vinden in het rapport Werk en werken in de Rijnmond. Tabel 1 Vijf arbeidsmarktgroepen in Rijnmond, oktober 2009 laag midden hoog aantal % aantal % aantal % Werkenden 11 uur of m inder 35.850 9% 35.690 9% 9.920 5% Werkenden 12 uur of m eer 142.060 36% 243.310 61% 143.970 73% Niet-werkende beroeps bevolking 46.210 12% 23.570 6% 7.090 4% Geen beroeps bevolking 135.560 34% 80.210 20% 32.320 16% Onderwijs volgend 38.480 10% 18.080 5% 3.700 2% totaal (bevolking 15 t/m 74 jaar) 398.150 100% 400.860 100% 197.010 100% 2012 laag midden hoog aantal % aantal % aantal % Werkenden 11 uur of m inder 34.820 9% 38.210 9% 11.510 5% Werkenden 12 uur of m eer 125.620 33% 246.030 59% 152.950 72% Niet-werkende beroeps bevolking 48.030 13% 30.590 7% 9.260 4% Geen beroeps bevolking 132.640 35% 82.320 20% 34.720 16% Onderwijs volgend 36.980 10% 19.940 5% 4.490 2% totaal (bevolking 15 t/m 74 jaar) 378.080 100% 417.090 100% 212.930 100% Bron: SSB, CBS, bewerking gemeente Rotterdam (OBI) In 2009 zijn er 400 duizend middelbaar opgeleiden in de leeftijdsgroep 15 tot en met 74 jaar. Er zijn bijna evenveel laagopgeleiden. Het aantal hoogopgeleiden is minder dan de helft van het aantal middelbaar opgeleiden. In 2012 is te zien dat de aantallen middelbaar en hoogopgeleiden zijn toegenomen ten opzichte van 2009 en het aantal laagopgeleiden afgenomen. Kijken we naar de verdeling van laag, middelbaar en hoogopgeleiden dan is te zien dat de verdeling onder middelbaar opgeleiden in de periode 2009-2012 verschoven is van werkend naar niet-werkende beroepsbevolking. Onder hoogopgeleiden is de verdeling nagenoeg hetzelfde. Onder laagopgeleiden is er een grotere verschuiving van werkenden naar niet-werkende beroepsbevolking én naar geen beroepsbevolking.

Tabel 2 Vijf arbeidsmarktgroepen in Rotterdam, oktober 2009 laag midden hoog aantal % aantal % aantal % Werkenden 11 uur of m inder 15.960 8% 16.400 10% 5.450 5% Werkenden 12 uur of m eer 65.200 33% 94.970 57% 72.750 73% Niet-werkende beroeps bevolking 32.330 17% 14.090 8% 4.550 5% Geen beroeps bevolking 63.120 32% 30.400 18% 14.400 14% Onderwijs volgend 19.250 10% 11.290 7% 2.780 3% totaal (bevolking 15 t/m 74 jaar) 195.870 100% 167.150 100% 99.930 100% 2012 laag midden hoog aantal % aantal % aantal % Werkenden 11 uur of m inder 15.060 8% 17.420 10% 6.440 6% Werkenden 12 uur of m eer 56.080 30% 96.370 55% 78.110 71% Niet-werkende beroeps bevolking 32.870 18% 18.410 10% 6.010 5% Geen beroeps bevolking 63.530 34% 31.370 18% 15.630 14% Onderwijs volgend 18.240 10% 13.030 7% 3.590 3% totaal (bevolking 15 t/m 74 jaar) 185.770 100% 176.600 100% 109.770 100% Bron: SSB, CBS, bewerking gemeente Rotterdam (OBI) Ook in Rotterdam neemt het aantal middelbaar en hoogopgeleiden toe in de periode 2009-2012 en neemt het aantal laagopgeleiden af. Onder de Rotterdammers is te zien dat de aandelen werkenden veranderen: onder middelbaar en laagopgeleiden neemt het werken in een baan van 12 uur en meer per week af. Onder hoogopgeleiden neemt dit ook af maar neemt het aandeel werkenden met een kleine baan toe. Onder de middelbaar opgeleiden neemt het aandeel niet-werkende beroepsbevolking toe, onder laagopgeleiden zowel het aandeel niet-werkende beroepsbevolking als geen beroepsbevolking. Tabel 3 Beroepsbevolking in Rijnmond, oktober 2009 bruto participatie netto participatie werkloosheid % % % laagopgeleiden 56% 45% 21% m iddelbaar opgeleiden 75% 70% 8% hoogopgeleiden 82% 78% 4% 2012 bruto participatie netto participatie werkloosheid % % % laagopgeleiden 55% 42% 23% m iddelbaar opgeleiden 75% 68% 10% hoogopgeleiden 82% 77% 5% Bron: SSB, CBS, bewerking gemeente Rotterdam (OBI)

In tabel 3 zijn gegevens opgenomen over de Rijnmondse beroepsbevolking. De bruto participatie (werkenden en werklozen in de bevolking) is onder de middelbaar opgeleiden in 2012 gelijk aan 2009, maar de netto participatie (werkenden in de bevolking) neemt af. De werkloosheid als percentage in de beroepsbevolking neemt toe. Onder laagopgeleiden neemt zowel de bruto participatie als de netto participatie af en de werkloosheid toe. Bij hoogopgeleiden neemt de netto participatie iets af en de werkloosheid licht toe. Tabel 4 Beroepsbevolking in Rotterdam, oktober 2009 bruto participatie netto participatie werkloosheid % % % laagopgeleiden 58% 41% 28% m iddelbaar opgeleiden 75% 67% 11% hoogopgeleiden 83% 78% 6% 2012 bruto participatie netto participatie werkloosheid % % % laagopgeleiden 56% 38% 32% m iddelbaar opgeleiden 75% 64% 14% hoogopgeleiden 82% 77% 7% Bron: SSB, CBS, bewerking gemeente Rotterdam (OBI) In tabel 4 zijn cijfers over de ontwikkeling van de Rotterdamse beroepsbevolking opgenomen. Ook hier is te zien dat de bruto participatie onder middelbaar opgeleiden even hoog blijft in de periode 2009-2012. De netto participatie neemt af en de werkloosheid toe. Onder laagopgeleiden neemt zowel de bruto als netto participatie af en de werkloosheid toe. Bij hoogopgeleiden gebeurt hetzelfde maar dan in lichte mate. Het beeld dat deze cijfers geven is een toegenomen werkloosheid onder middelbaar opgeleide bewoners en een afname van werkende bewoners. Onder laagopgeleiden neemt de aandeel werkenden forser af: dit mondt uit in een hogere werkloosheid en in een hoger aandeel geen beroepsbevolking. Onder Rotterdammers is dit beeld duidelijker te zien dan onder de bewoners van de gehele arbeidsmarktregio Rijnmond.

Tabel 5 Ontwikkeling Rotterdamse middelbaar opgeleiden naar beroepsniveau 4 Onde rw ijsnivea u midde n Beroepsniveau niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 onbekend Jaar 2003 5% 54% 22% 18% 2% 2004 6% 53% 24% 16% 1% 2005 7% 56% 22% 14% 1% 2006 7% 57% 21% 13% 2% 2007 7% 54% 24% 14% 2% 2008 6% 54% 25% 12% 2% 2009 5% 57% 23% 14% 2% 2010 6% 58% 22% 13% 1% 2011 7% 56% 22% 13% 1% 2012 6% 54% 24% 15% 1% 2013 8% 54% 20% 16% 2% 2014 7% 56% 20% 15% 2% Bron: CBS/EBB, CBS, bewerking gemeente Rotterdam (OBI) In tabel 5 is het beroepsniveau van middelbaar opgeleide werkende Rotterdammers weergegeven. Hier is te zien dat op beroepsniveau 3 vanaf 2008 een lichte daling is te zien van middelbaar opgeleiden. Hierbij moet worden aangetekend dat de gegevens zijn gebaseerd op een landelijke enquête waardoor terdege rekening moet worden gehouden met betrouwbaarheidsmarges. 4 Uitleg beroepsniveau: 1: eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist; 2: weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist; 3: complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist; 4: Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Ontwikkeling van de vraag in de Arbeidsmarktregio Rijnmond In de periode 2009-2012 nam het aantal arbeidsplaatsen met een lager en middelbaar beroepsniveau relatief sterk af, terwijl het aantal arbeidsplaatsen met een hoger of wetenschappelijk beroepsniveau relatief juist sterk toenam. Het aantal banen met een elementair beroepsniveau bleef stabiel. In de onderstaande tabel staan de exacte aantallen en percentages. Tabel 6 Aantal banen en ontwikkeling van het aantal banen per beroepsniveau 2009-2012 2009 2012 Ontwikkeling 2009-2012 Aantal % Aantal % Elementair 51.600 8 52.100 8 500 1% Lager 155.000 24 143.600 23-11.400-7% Middelbaar 237.300 37 231.500 36-5.800-2% Hoger 135.300 21 140.200 22 4.900 4% Wetenschappelijk 56.100 9 61.100 10 5.000 9% Onbekend 8.800 1 9.500 1 700 8% Totaal 644.100 100 638.100 100-6.000-1% Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) In de onderstaande tabel is de ontwikkeling uitgewerkt naar sector. Tabel 7 Ontwikkeling van het aantal banen per beroepsniveau naar sector 2009-2012 Elementair Laag Middelbaar Hoger Wetenschappelijk Onbekend Totaal Industrie en nutsbedrijven -500-3.600-500 2.200 1.500 0-1.000 Bouwnijverheid -200 3.300 2.600 900 500 200 7.300 Groothandel -600-4.100-1.400-2.300 100-600 -8.900 Detailhandel en reparatie 1.800-2.300 4.600 1.200 0 300 5.600 Horeca -500-4.100-300 500-200 -200-4.800 Transport -400 400-3.100 2.000 600-600 -1.200 Informatie en communicatie -400-1.900-500 -800 400 100-3.200 Financiële instellingen -300-600 -1.700-200 -200 1.200-1.800 Zakelijke dienstverlening 300-400 -4.800 1.000 400 1.700-1.900 Openbaar bestuur en overheid 0-1.100-2.600 2.400 2.100 100 900 Onderwijs -100 200-800 300-1.700-1.000-3.100 Gezondheids- en welzijnszorg 600 800 5.300-3.000 600-500 3.900 Overige dienstverlening 900 2.200-2.600 600 900 200 2.200 Totaal 500-11.400-5.800 4.900 5.000 700-6.000 Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) We zien dat laaggekwalificeerde banen met name verdwenen in de groothandel en de horeca. Het verlies van arbeidsplaatsen in deze sectoren werd gecompenseerd door banengroei in de bouwnijverheid en de overige dienstverlening. Banen van middelbaar niveau verdwenen met name in het transport, de zakelijke dienstverlening, openbaar bestuur en overheid en in de overige dienstverlening. We zien juist een groei in de gezondheidsen welzijnszorg en detailhandel en reparatie.

Bij de hoger opgeleiden zien we met name een daling van het aantal banen in de gezondheids- en welzijnszorg en in de groothandel. Daartegenover zien we een toename van de hoger gekwalificeerde banen in openbaar bestuur en overheid, de industrie en nutsbedrijven en het transport. Tenslotte zien we ook het aantal banen van wetenschappelijk niveau stijgen in de industriële sector en publieke sector. In het onderwijs zien we daarentegen een relatief sterke daling van het aantal banen van wetenschappelijk niveau. De ontwikkeling is grafisch weergegeven in de onderstaande figuur. Figuur 1 Ontwikkeling van het aantal banen naar beroepsniveau en sector 2009-2012 Totaal Overige dienstverlening Gezondheids- en w elzijnszorg Onderw ijs Openbaar bestuur en overheid Zakelijke dienstverlening Financiële instellingen Informatie en communicatie Elementair Laag Middelbaar Hoger Wetenschappelijk Onbekend Transport Horeca Detailhandel en reparatie Groothandel Bouw nijverheid Industrie en nutsbedrijven -20.000-15.000-10.000-5.000 0 5.000 10.000 15.000 Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) Als we kijken naar de percentuele ontwikkeling van het aantal banen naar beroepsniveau, dan zien we dat de laaggekwalificeerde banen de sterkste daling (-7%) laten zien. Er zijn sterke verschillen per sector: de sterkste percentuele afname van de banen met een laag beroepsniveau zien we bij informatie en communicatie en de groothandel. Bij de overige dienstverlening zien we een sterke percentuele stijging. Bij de banen van middelbaar niveau zien we een afname van 2%; in de meeste sectoren zien we een daling van rond de 15%, die wordt gecompenseerd door een groei in de detailhandel en reparatie en de bouwnijverheid. Een compleet overzicht staat in de onderstaande tabel.

Tabel 8 Percentuele ontwikkeling van het aantal banen per beroepsniveau naar sector 2009-2012 Elementair Laag Middelbaar Hoger Wetenschappelijk Onbekend Totaal Industrie en nutsbedrijven -7% -17% -2% 26% 44% 0% -1% Bouwnijverheid -11% 26% 14% 19% 71% 100% 19% Groothandel -17% -56% -11% -26% 20% -100% -26% Detailhandel en reparatie 23% -7% 34% 75% 0% 10% Horeca -9% -33% -5% 100% -100% -100% -18% Transport -10% 2% -15% 44% 100% -67% -3% Informatie en communicatie -20% -68% -7% -10% 22% 50% -14% Financiële instellingen -100% -30% -16% -4% -13% 600% -9% Zakelijke dienstverlening 3% -3% -17% 5% 3% 89% -2% Openbaar bestuur en overheid 0% -33% -13% 24% 37% 20% 2% Onderwijs -50% 13% -12% 1% -18% -83% -6% Gezondheids- en welzijnszorg 16% 4% 12% -13% 4% -42% 4% Overige dienstverlening 31% 32% -17% 7% 39% 50% 6% Alle sectoren 1% -7% -2% 4% 9% 8% -1% Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) De navolgende tabel geeft een beeld van de ontwikkeling van het aandeel banen naar beroepsniveau per sector, uitgedrukt in procentpunten. Tabel 9 Ontwikkeling van het aandeel banen per beroepsniveau naar sector 2009-2012 *) Elementair Laag Middelbaar Hoger Wetenschappelijk Onbekend Industrie en nutsbedrijven -1-5 0 3 2 0 Bouwnijverheid -1 2-2 0 1 0 Groothandel 1-9 8 0 1-2 Detailhandel en reparatie 2-9 5 2 0 0 Horeca 3-9 4 3-1 -1 Transport -1 2-6 5 1-1 Informatie en communicatie -1-8 3 2 3 1 Financiële instellingen -1-2 -4 1 0 7 Zakelijke dienstverlening 1 0-5 2 1 2 Openbaar bestuur en overheid 0-3 -7 5 5 0 Onderwijs 0 1-1 5-2 -2 Gezondheids- en welzijnszorg 0 0 3-3 0-1 Overige dienstverlening 2 5-9 0 2 0 Alle sectoren 0-2 -1 1 1 0 *) Leesvoorbeeld eerste rij: bij de industrie en nutsbedrijven nam het aandeel banen van elementair en laag niveau af met respectievelijk 1 en 5 procentpunt. Het aandeel hoger en wetenschappelijk gekwalificeerde banen nam toe met respectievelijk 3 en 2 procentpunt; het aandeel banen van middelbaar niveau bleef gelijk. in deze sector zien we in de periode 2009-2012 dus een duidelijke verschuiving van lager naar hoger gekwalificeerde arbeidsplaatsen.

Om deze ontwikkeling nog wat inzichtelijker te maken zijn ten behoeve van de volgende figuur het aandeel elementaire en laaggekwalificeerde banen aan de ene kant, en de hoger en wetenschappelijk gekwalificeerde banen aan de andere kant samen genomen. Duidelijk wordt dat in nagenoeg alle sectoren het aandeel banen met een hoger en wetenschappelijk beroepsniveau steeg, terwijl het aandeel banen met een elementair of lager niveau daalde. Uitzondering vormt de gezondheids- en welzijnszorg, waar juist het aandeel hogere/wetenschappelijke banen daalde ten faveure van banen op lager en middelbaar niveau. Het aandeel banen van middelbaar beroepsniveau zien we ook substantieel stijgen in de horeca, detailhandel en reparatie, de groothandel en informatie en communicatie. In al deze sectoren gaat de groei van het aandeel banen van middelbaar en hoger/wetenschappelijk niveau ten koste van het aandeel banen op elementair en lager niveau. Een substantiële daling van het aandeel banen van middelbaar niveau zien we in de dienstverlening (zakelijk, financieel en overig), openbaar bestuur en overheid, en de transportsector. Figuur 2 Ontwikkeling van het aandeel banen per beroepsniveau naar sector 2009-2012 Alle sectoren Overige dienstverlening Gezondheids- en w elzijnszorg Onderw ijs Openbaar bestuur en overheid Zakelijke dienstverlening Financiële instellingen Informatie en communicatie Elementair/lager Middelbaar Hoger/w etenschappelijk Transport Horeca Detailhandel en reparatie Groothandel Bouw nijverheid Industrie en nutsbedrijven -15% -10% -5% 0% 5% 10% 15% Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) Als we het beroepsniveau van de baan in verband brengen met het opleidingsniveau van de werknemer die de baan bezet, krijgen we een indruk in hoeverre verdringing leidt tot de uitstoot van laaggekwalificeerde werknemers. In de volgende tabel staat het opleidingsniveau van de werknemer afgezet tegen het beroepsniveau van de baan over 2009 en 2012. Daarin is allereerst in de rechterkolom te zien dat de daling van het aantal arbeidsplaatsen ten koste ging van het aandeel lager opgeleiden onder de werkenden. Eerder zagen we dat de daling van het aantal banen het sterkst was onder de banen met een lager beroepsniveau; in deze tabel wordt duidelijk dat dit banenverlies vooral plaatsvond onder de lager opgeleiden: het aandeel lager opgeleiden die werken in een lager gekwalificeerde baan zakte van 61% naar 53%. Tegelijkertijd steeg het aandeel middelbaar opgeleiden van 33% naar 40%: bij de lager

gekwalificeerde banen is er dus duidelijk sprake van verdringing. Dit verdringingseffect zien we, zij het minder sterk, ook bij de banen met een middelbaar beroepsniveau: het aandeel middelbaar opgeleiden daalde met 2 procentpunt, terwijl het aandeel hoger opgeleiden met 3 procentpunt steeg. Bij de banen van hoger niveau zien we dat de stijging van het aantal banen vrijwel volledig ten goede komt aan de hoger opgeleiden. Tenslotte zien we dat, verrassend, de stijging van het aantal beroepen op wetenschappelijk niveau vooral ten goede komt aan middelbaar opgeleiden; hiertoe behoren overigens ook werknemers met een VWO-diploma. Tabel 10 Opleidingsniveau van de werknemer naar het beroepsniveau van de baan 2009-2012 (%) Weten- Totaal Elementair Lager Middelbaar Hoger schappelijk Onbekend 2009 2012 2009 2012 2009 2009 2012 2012 2009 2012 2009 2012 2009 2012 Lager 67% 68% 61% 53% 16% 15% 6% 4% 1% 2% 26% 40% 27% 25% Middelbaar 28% 27% 33% 40% 69% 67% 23% 23% 8% 13% 27% 24% 41% 42% Hoger 5% 5% 5% 6% 15% 18% 71% 73% 91% 85% 43% 36% 31% 33% Onbekend 1% 0% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% N (x 1.000) 51.6 52.1 155.0 143.6 237.3 231.5 135.3 140.2 56.1 61.1 8.8 9.5 644.1 638.1 Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) In de onderstaande grafiek is één en ander nog eens in beeld gebracht. Figuur 3 Arbeidsmarktregio Rijnmond: opleidingsniveau van werknemers en zelfstandigen naar beroepsniveau (2009-2012) 100% 90% 80% 70% Opleidingsniveau 60% 50% 40% Onbekend Hoger Middelbaar Lager 30% 20% 10% 0% 2009 2012 2009 2012 2009 2012 2009 2012 2009 2012 2009 2012 Elementair Lager Middelbaar Hoger Wetenschappelijk Totaal Beroepsniveau Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI)

Tabel 11 Ontwikkeling van het aantal banen naar beroepsniveau en richting, 2009-2012 Elementair Laag Middelbaar Hoger Wetenschappelijk Onbekend Totaal Officieren en onderofficieren 0 0-100 -200 0 0-400 Managers 0 0-1.600 900-1.900 0-2.600 Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen 0 200 2.300 3.900 7.900 0 14.300 Technici en verwante beroepen 0 3.500 500 1.400-1.000 0 4.400 Administratief personeel -200-3.100-11.300 700 0 0-14.000 Dienstverlenend personeel en verkopers 300-8.000 3.400-1.200 0 0-5.300 Geschoolde landbouwers, bosbouwers en vissers 0 300-800 0 0 0-500 Ambachtslieden -900-2.300 1.800-400 0 0-1.800 Bedieners van machines en installaties, assembleurs -2.100-600 -100-100 0 0-2.900 Elementaire beroepen 3.500-1.500 0 0 0 700 2.800 Totaal 500-11.400-5.800 4.900 5.000 700-6.000 Bron: CBS/EBB, bewerking gemeente Rotterdam (O&BI) In bovenstaande tabel is te zien dat op middelbaar niveau in de richting administratief personeel veel banen zijn komen te vervallen in de periode 2009-2012. Bij elementair en laag beroepsniveau zijn dit vooral banen in de richting dienstverlenend, administratief personeel, ambachtslieden en bedieners van machines en installaties. Op hoog en wetenschappelijk niveau komen er veel banen bij in de richting intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen.

Ontwikkeling van het aantal banen naar beroep en skill level In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van het aantal banen in de arbeidsmarktregio Rijnmond weergegeven naar het skill level van de baan. Het skill level is gebaseerd op de internationale beroepenindeling volgens de ISCO 2008, zoals die in de EBB is opgenomen. Deze is teruggebracht naar twee digits (sub major group volgens ISCO 2008), en vervolgens zijn de corresponderend skill levels eraan toegevoegd. Het skill level verwijst naar de competenties en vaardigheden die bij de baan horen, en het daarbij behorende opleidingsniveau. Het verwijst dus niet naar het opleidingsniveau van de werknemer die de baan vervult; de competenties en vaardigheden hoeven ook niet door onderwijs te zijn verworven, maar kunnen ook door ervaring zijn opgedaan. In de tabel is te zien dat het aantal banen in skill level 2 relatief sterk is gedaald, terwijl het aantal banen in de andere skill levels steeg. In de bijgaande grafiek zijn de cijfers geïndexeerd. Tabel 12 Banen naar skill level, Arbeidsmarktregio Rijnmond 2009 2012 +/- +/- % Skill level 1 (Basisonderwijs) 44.600 46.400 1.700 4% Skill level 2 (HAVO/VWO klas 1-3, Lager eind(=beroeps)onderwijs, MBO 1, 2, 3 en 4) 291.700 267.100-24.600-8% Skill level 3 (Kort HBO, praktijkgericht en niet leidend tot skill die horen bij level 4) 124.900 132.400 7.500 6% Skill level 4 (HBO 4-jarig en wetenschappelijk onderwijs, aio- oio- of ander promotietraject) 174.500 183.000 8.500 5% Onbekend 8.200 9.200 1.000 12% Totaal 643.900 638.100-5.900 Bron: CBS/EBB. Bewerking Gemeente Rotterdam (O&BI) A rbeidsmarktregio Rijnmo nd: o ntwikkeling aantal banen naar skill level 2009-2012 (Geindexeerd: 2009=100) 110 108 106 104 102 100 98 96 94 92 90 Skill level 3 Skill level 4 Skill level 1 Skill level 2 2009 2012 12

Op de volgende pagina s staat allereerst een tabel met daarin de ontwikkeling van het aantal banen naar beroep en skill niveau. Vervolgens een tabel waarin de gegevens zijn gesorteerd naar de ontwikkeling van het aantal banen. Tabel 13 Arbeidsmarktregio Rijnmond: ontwikkeling aantal banen naar soort beroep en skill level 2009-2012 2009 2012 +/- +/- % ISCO 08 Skill level Soort beroep Skill level 1 (Basisonderwijs) 03 1 Militairen; andere rangen dan officieren en onderofficieren 600 600 0 0% 91 1 Huishoudelijke hulpen en schoonmakers 17.300 15.000-2.200-13% 92 1 Ongeschoolde arbeiders in de land- en bosbouw en de visserij 300 700 400 133% 93 1 Ongeschoolde arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid, de civieltechnische werken, de industrie en het transport 16.700 20.300 3.600 22% 94 1 Medewerkers sneldienstrestauratie 2.600 3.500 900 35% 96 1 Vuilnisophalers en -verwerkers en andere elementaire beroepen 7.100 6.300-900 -13% Totaal skill level 1 44.600 46.400 1.700 4% Skill level 2 (HAVO/VWO klas 1-3, Lager eind(=beroeps)onderwijs, MBO 1, 2, 3 en 4) 02 2 Onderofficieren 100 0-100 -100% 41 2 Administratief medewerkers 27.900 21.400-6.500-23% 42 2 Klantenbedienend personeel 11.000 9.800-1.300-12% 43 2 Administratief personeel in de boekhouding, financiën, loonadministratie en dergelijke en magazijniers 21.700 20.600-1.100-5% 44 2 Ander administratief personeel 14.600 9.500-5.100-35% 51 2 Medewerkers persoonlijke dienstverlening 29.900 27.000-2.900-10% 52 2 Verkopers 47.100 43.800-3.300-7% 53 2 Verzorgend personeel 32.700 34.000 1.300 4% 54 2 Personeel op het gebied van de openbare orde en de veiligheid 11.700 11.400-300 -3% 61 2 Voor de markt producerende geschoolde landbouwers 6.900 6.400-500 -7% 62 2 Voor de markt producerende geschoolde bosbouwers, vissers en jagers 400 400 0 0% 71 2 Bouwarbeiders, met uitzondering van elektriciens 21.800 24.400 2.600 12% 72 2 Metaalarbeiders, machinemonteurs en dergelijke 17.800 17.300-500 -3% 73 2 Ambachtslieden en drukkerijmedewerkers 2.500 900-1.600-64% 74 2 Elektriciens en elektronici 9.500 7.200-2.300-24% 75 2 Ambachtslieden in de voedingsindustrie, de houtbewerking, de kledingindustrie (inclusief stoffering) en andere ambachtslieden 6.100 6.100-100 -2% 81 2 Bedieners van vaste machines en installaties 4.900 3.300-1.600-33% 82 2 Assembleurs 1.000 400-600 -60% 83 2 Bestuurders van voertuigen en bedieners van mobiele installaties 24.000 23.400-600 -3% Totaal skill level 2 291.700 267.100-24.600-8% Skill level 3 (Kort HBO, praktijkgericht en niet leidend tot skill die horen bij level 4) 14 3 Managers in het hotel en restaurantwezen, in de detail- en groothandel en op het gebied van andere diensten 10.500 13.600 3.000 29% 31 3 Technici op het gebied van wetenschap en techniek 30.900 29.300-1.600-5% 32 3 Technici op het gebied van de gezondheidszorg 16.900 24.600 7.600 45% 33 3 Ondersteunend personeel op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie 48.900 46.100-2.800-6% 34 3 Ondersteunend personeel op juridisch, maatschappelijk en cultureel gebied 13 15.500 16.400 900 6% 35 3 Technici op het gebied van informatie en communicatietechnologie 2.200 2.500 300 14% Totaal skill level 3 124.900 132.400 7.500 6%

Vervolg Skill level 4 (HBO 4-jarig en wetenschappelijk onderwijs, aio- oio- of ander promotietraject) 01 4 Officieren 200 0-200 -100% 11 4 Directeurs van grote ondernemingen, hogere kaderleden, leden van wetgevende en uitvoerende macht 8.400 8.600 200 2% 12 4 Managers op administratief en commercieel gebied 6.300 8.800 2.500 40% 13 4 Managers op het gebied van productie en gespecialiseerde diensten 22.700 14.300-8.400-37% 21 4 Wetenschappers en ingenieurs 12.900 17.600 4.700 36% 22 4 Specialisten op het gebied van de gezondheidszorg 18.700 18.400-300 -2% 23 4 Onderwijsdeskundigen 34.100 34.800 800 2% 24 4 Specialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie 30.700 37.500 6.700 22% 25 4 Specialisten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) 16.200 18.800 2.700 17% 26 4 Juristen, sociaal wetenschappers en scheppende en uitvoerende kunstenaars 24.400 24.200-200 -1% Totaal skill level 4 174.500 183.000 8.500 5% 99 Onbekend 8.200 9.200 1.000 12% Totaal 644.100 638.100-6.000-1% Bron: CBS/EBB/bewerking Gemeente Rotterdam (O&BI) Vervolgens op de volgende pagina een tabel waarin de beroepen zijn gesorteerd naar de mate van ontwikkeling in de periode 2009-2012. In groen zijn de beroepen weergegeven waarvan het aantal met 1.000 of meer toenam; in oranje de beroepen waarvan het aantal met minder dan 1.000 toenam, dan wel afnam. In rood de beroepen waarvan het aantal met 1.000 of meer afnam. In de kolom voor het beroep staat het bijbehorende skill level. 14

2009 2012 +/- +/- % Code Skill level 32 3 Technici op het gebied van de gezondheidszorg 16.900 24.600 7.600 45% 24 4 Specialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie 30.700 37.500 6.700 22% 21 4 Wetenschappers en ingenieurs 12.900 17.600 4.700 36% 93 1 Ongeschoolde arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid, de civieltechnische werken, de industrie en het transport 16.700 20.300 3.600 22% 14 3 Managers in het hotel en restaurantwezen, in de detail- en groothandel en op het gebied van andere diensten 10.500 13.600 3.000 29% 25 4 Specialisten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) 16.200 18.800 2.700 17% 71 2 Bouwarbeiders, met uitzondering van elektriciens 21.800 24.400 2.600 12% 12 4 Managers op administratief en commercieel gebied 6.300 8.800 2.500 40% 53 2 Verzorgend personeel 32.700 34.000 1.300 4% 34 3 Ondersteunend personeel op juridisch, maatschappelijk en cultureel gebied 15.500 16.400 900 6% 94 1 Medewerkers sneldienstrestauratie 2.600 3.500 900 35% 23 4 Onderwijsdeskundigen 34.100 34.800 800 2% 92 1 Ongeschoolde arbeiders in de land- en bosbouw en de visserij 300 700 400 133% 35 3 Technici op het gebied van informatie en communicatietechnologie 2.200 2.500 300 14% 11 4 Directeurs van grote ondernemingen, hogere kaderleden, leden van wetgevende en uitvoerende macht 8.400 8.600 200 2% 03 1 Andere rangen 600 600 0 0% 62 2 Voor de markt producerende geschoolde bosbouwers, vissers en jagers 400 400 0 0% 02 2 Onderofficieren 100 0-100 -100% 75 2 Ambachtslieden in de voedingsindustrie, de houtbewerking, de kledingindustrie (inclusief stoffering) en andere ambachtslieden 6.100 6.100-100 -2% 01 4 Officieren 200 0-200 -100% 26 4 Juristen, sociaal wetenschappers en scheppende en uitvoerende kunstenaars 24.400 24.200-200 -1% 22 4 Specialisten op het gebied van de gezondheidszorg 18.700 18.400-300 -2% 54 2 Personeel op het gebied van de openbare orde en de veiligheid 11.700 11.400-300 -3% 61 2 Voor de markt producerende geschoolde landbouwers 6.900 6.400-500 -7% 72 2 Metaalarbeiders, machinemonteurs en dergelijke 17.800 17.300-500 -3% 82 2 Assembleurs 1.000 400-600 -60% 83 2 Bestuurders van voertuigen en bedieners van mobiele installaties 24.000 23.400-600 -3% 96 1 Vuilnisophalers en -verwerkers en andere elementaire beroepen 7.100 6.300-900 -13% 43 2 Administratief personeel in de boekhouding, financiën, loonadministratie en dergelijke en magazijniers 21.700 20.600-1.100-5% 42 2 Klantenbedienend personeel 11.000 9.800-1.300-12% 31 3 Technici op het gebied van wetenschap en techniek 30.900 29.300-1.600-5% 73 2 Ambachtslieden en drukkerijmedewerkers 2.500 900-1.600-64% 81 2 Bedieners van vaste machines en installaties 4.900 3.300-1.600-33% 91 1 Huishoudelijke hulpen en schoonmakers 17.300 15.000-2.200-13% 74 2 Elektriciens en elektronici 9.500 7.200-2.300-24% 33 3 Ondersteunend personeel op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie 48.900 46.100-2.800-6% 51 2 Medewerkers persoonlijke dienstverlening 29.900 27.000-2.900-10% 52 2 Verkopers 47.100 43.800-3.300-7% 44 2 Ander administratief personeel 14.600 9.500-5.100-35% 41 2 Administratief medewerkers 27.900 21.400-6.500-23% 13 4 Managers op het gebied van productie en gespecialiseerde diensten 22.700 14.300-8.400-37% 99 Onbekend 8.200 9.200 1.000 12% 15 Totaal 644.100 638.100-6.000-1%

Kaart middelbaar opgeleiden wonend in Rotterdam, 1 oktober 2013 In de leeftijdsgroep 27 tot en met 74 is bepaald welk percentage een afgeronde opleiding heeft op middelbaar niveau. Dit betekent dat het gaat over degenen die een afgeronde opleiding hebben van minstens mbo-2 niveau maar lager dan hbo-niveau. De buurten waar de percentages hoger zijn van 40 procent zijn donkerblauw gekleurd, de buurten waar het percentage lager is dan 3 procent zijn lichtblauw gekleurd. De resterende buurten zijn blauw. Het opleidingsniveau is bepaald aan de hand van de Enquête Beroepsbevolking en registratie van opleidingen bij DUO. Het wordt via het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS beschikbaar gesteld. 16