Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht Initiatiefnemer: Waterwegen en Zeekanaal NV Afdeling Zeeschelde Lange Kievitstraat 111-113 bus 44 2018 Antwerpen 15 september 2015 PR2182
Projectbeschrijving en milieueffectrapportageprocedure Het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht (ontheffingsaanvraag) werd opgesteld in functie van een vergunningsaanvraag voor het (onderdeel duurzame bathymetrie ) van Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Zeeschelde. Voor het garanderen van de huidige bevaarbaarheid van de Boven-Zeeschelde zijn regelmatig onderhoudsbaggerwerken nodig. Zonder onderhoud zouden bepaalde delen van de rivier door sedimentatie aanzanden en zou de scheepvaart hiervan hinder ondervinden. Tot nu toe gebeurden de onderhoudsbaggerwerken eerder op een ad hoc basis, in functie van vastgestelde noden of schade door Afdeling Zeeschelde, eventueel na melding van schippers of derden op basis van visuele inspecties uitgevoerd van op de oevers, op basis van de vraag naar zand in functie van uit te voeren werken en op basis van meldingen door schippers (strandingen of afname van de vaarvensters). Op basis van deze vaststellingen werd in het verleden beslist om onderhoudsbaggerwerken uit te voeren. Op basis van nieuwe inzichten en met als doel de baggerwerken ook te optimaliseren (in termen van het beperken van de recurrente baggervolumes en hun kostprijs) werd werk gemaakt van het. Dit plan wil een duurzaam morfologisch en nautisch beheer van de vaarweg 1 realiseren in overeenstemming met zijn classificatie als CEMT klasse IV, V of VI vaarweg (evenwel met diepgangbeperkingen). Het duurzaam beheer is gericht op het onderhouden van de vaarweg met respect voor de getijdennatuur. De basis van het Duurzaam Beheerplan vormt een onderhoudsprofiel ( duurzame bathymetrie ) 2 dat afgestemd is op de noden van de scheepvaart, en rekening houdt met de kenmerken van de rivier, waarbij de impact op de getijdennatuur beperkt blijft tot specifieke zones, gedefinieerd door de snijding van het onderhoudsprofiel met de bathymetrie. Buiten de ontwerpbathymetrie worden kansen gegeven aan de werking van hydrodynamische en morfologische processen in de mate dat deze de veiligheid en de getijdennatuur zelf niet in het gedrang brengen. Het beheerplan heeft als doel de bestaande onderhoudsinspanningen ten behoeve van de scheepvaart en bescherming van de oevers te bestendigen, te optimaliseren en te formaliseren. Het ontheffingsdossier werd opgesteld in toepassing van artikel 4.3.3 3 2 van het DABM en van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Het project is onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens rubriek 10 h, van bijlage II van voormeld besluit namelijk: Werken inzake kanalisering, met inbegrip van de vergroting of verdieping van de vaargeul, en ter beperking van overstromingen, met inbegrip van de aanleg van sluizen, stuwen, dijken, overstromingsgebieden en wachtbekkens, die gelegen zijn in of een aanzienlijke invloed kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied. Bijgevolg kan de initiatiefnemer een gemotiveerd verzoek tot ontheffing indienen op grond waarvan de administratie geval per geval kan beslissen of een milieueffectrapport al dan niet moet opgesteld worden. 1 Belangrijk te benadrukken is dat het niet om een verruiming van de rivier gaat en het om het voortzetten van de huidige onderhoudsbaggerwerken gaat, in een verduidelijkte en verbeterde vorm. Het beheerplan zal het referentiekader vormen voor de voortgezette recurrente onderhoudsbaggerwerken op de Boven-Zeeschelde en zal door de vergunningsaanvraag juridische zekerheid bieden aan de scheepvaart- en de natuursector. 2 Voor de verdere projectbeschrijving, zie hoofdstuk 4 van het ontheffingsdossier. Dienst Mer Beslissing ontheffing PR2182 2
De dienst Mer van de afdeling Algemeen Milieu-, Natuur- en Energiebeleid ontving de ontheffingsnota op 20 maart 2015. Deze nota werd door de dienst Mer voor advies voorgelegd aan een aantal instanties waarvan de volgende advies gaven: Agentschap voor Natuur en Bos Oost-Vlaanderen (ANB) Onroerend Erfgoed Antwerpen Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Operationeel Waterbeheer Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) Provincie Antwerpen Ruimte Vlaanderen OVAM College van burgemeester en schepenen van Bornem College van burgemeester en schepenen van Dendermonde College van burgemeester en schepenen van Wichelen College van burgemeester en schepenen van Hamme Uit de ontvangen adviezen bleek dat een aantal aspecten nog bijkomend gemotiveerd, verduidelijkt en/of aangevuld moesten worden, m.n. voor aspecten met betrekking tot archeologie voor de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Rekening houdend met de adviezen kon de dienst Mer toen nog geen beslissing nemen over het ontheffingsverzoek. Aanpassingen werden gevraagd op 4 juni 2015. Een aangepaste definitieve versie van het ontheffingsverzoek ontving de dienst Mer op 14 juli 2015. In deze ontheffingsnota werd voldoende ingegaan op de gestelde vragen en opmerkingen uit de vorige adviesronde, er werd ook opnieuw advies gevraagd aan Onroerend Erfgoed (Oost- Vlaanderen en Antwerpen). Op 15 september 2015 werd een positief advies uitgebracht. Uiteindelijk wordt er met alle ingebrachte adviezen rekening gehouden in de beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Deze beslissing is gestoeld op alle relevante info die is aangeleverd doorheen de ontheffingsprocedure. Beschrijving en beoordeling verzoek tot ontheffing van de project- MER-plicht De nota welke deel uitmaakt van het verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project- MER werd opgesteld door het studiebureau Technum (Tractebel Engineering NV). De ontheffingsnota is naar presentatie een verzorgd document geworden waarin de noodzakelijke cartografische informatie aanwezig is. De projectbeschrijving, en de ruimtelijke en planologische situering samen met de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden zijn op een adequate manier besproken en getoetst. Alle relevante disciplines Bodem, Water, Lucht, Geluid en trillingen, Fauna en flora, Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie, deeldiscipline archeologie, en Mens worden behandeld. De nota geeft voor deze disciplines een bespreking van de referentietoestand en een beschrijving en beoordeling van de potentiële effecten. Voor elke discipline wordt tot de conclusie gekomen dat er geen significante effecten verwacht worden. De dienst Mer onderschrijft dat hiermee kan geconcludeerd worden dat er geen aanzienlijke negatieve effecten te verwachten zijn voor het milieu en haar omgeving, in gevolge van de uitvoering van het project, mits het naleven van de aangehaalde project geïntegreerde maatregelen. Dienst Mer Beslissing ontheffing PR2182 3
Het Agentschap Natuur en Bos adviseerde de Passende beoordeling eveneens gunstig. Gezien het bovenstaande kan ook gesteld worden dat het opstellen van een project-mer de informatie over de reikwijdte van de effecten, opgenomen in dit verzoek tot ontheffing, niet zou verbeteren en bijgevolg biedt een project-mer, voor wat de milieueffecten betreft, geen duidelijke meerwaarde in de verdere besluitvorming omtrent dit project. Dienst Mer Beslissing ontheffing PR2182 4
Besluit Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de ontheffingsaanvraag voldoende informatie bevat om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming. Bijgevolg wordt een ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer toegekend voor het van Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Zeeschelde. Deze ontheffing wordt verleend voor een termijn van vier jaar. Deze beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht dient samen met de ontheffingsaanvraag deel uit te maken van de vergunningsaanvraag. Digitaal getekend Door voor het afdelingshoofd, afwezig Veronique Lavaert Projectleider Dienst Mer Beslissing ontheffing PR2182 5