Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid

Vergelijkbare documenten
Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid

Statenvoorstel nr. PS/2014/1074

Nota Grondbeleid 2015

Provinciale Staten. Postadres Provincie Overijssel Postbus GB Zwolle. Telefoon Telefax

Provinciale aanpak van grondverwerving in Overijssel

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar?

Notitie Instellen InvesteringsKrediet Grond Natuur

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

Prestatie I/S Omschrijving

UITVOERINGSREGELS GROND

Actoren op de agrarische grondmarkt

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven.

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

BESTUURSOVEREENKOMST GROND. EZ Provincies

Grondverwerving; een introductie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Nota reserves en voorzieningen

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

PS2009RGW College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

PS2009RGW20 Bijlage 6 Grondverwerving

Registratienummer: ID Behorende bij: - raadsvoorstel RVO d.d. 29 maart raadsbesluit nr. RB d.d.

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204

Voorstel voor de Raad

*PDOC01/273777* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Grond in of nabij Bergvennen & Brecklenkampse Veld. Wat betekent dit voor mij?

Grondbeleid provincie Gelderland 2018

Raadscommissievoorstel

Grondbeleid NOTA 2016

Grondverwerving gebiedsontwikkeling Perkpolder

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.?S/JL Z/a<5> 5

Statenvoorstel nr. PS/2007/837

Grond in of nabij Landgoederen Oldenzaal. Wat betekent dit voor mij?

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

Exploitatieplan De Afhang

Definities Voortgangsrapportages Natuur

Commissie REW van 5 september 2014 PS van 26 september 2014

Richtlijnen van de commissie BBV

BEVOEGDHEDENLIJST EENHEID PROJECT- EN PROGRAMMAMANAGEMENT

v o o r d r a c h t 21 mei 2019 Documentnummer: , afdeling Mobiliteit Projecten Dossiernummer : K1280

BEVOEGDHEDENLIJST EENHEID PROJECT- EN PROGRAMMAMANAGEMENT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

OPENBAAR tussentijds Meerjaren Programma Grondzaken 2017

Onderwerp: Reactie GS op rapport Rekenkamer Oost Nederland "Provinciale aanpak van grondverwerving in Gelderland"

Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Bergen (N-H)

11.7. Grondbeleid. De complexen in 2015 en verder Jaarlijks worden alle complexen geactualiseerd.

Datum collegebesluit : 6 november 2012 Corr. Nr.:

Het herverkavelingsproces

Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli juli vertrouwelijke bijlages

BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN REKENING EN VERANTWOORDING JAARVERSLAG 2009

Verwerken onderhandenwerk grondexploitatie

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

Agrarische verkeerswaarde Sarsven en de Banen

Statenvoorstel nr. PS/2014/21

Startnotitie. Grondbeleid provincie Noord Brabant. 1 Inleiding. 1.1 Grondbeleid

(pagina 3) (pagina 6)

Voor behoud van beheerste. grondverwerving door de provincie drenthe in het tijdvak 2007 t/m grondverwerving

Kerkrade. Nota van toelichting

Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Raamovereenkomst Plattelandsontwikkeling Drenthe

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Verplaatsing agrarische bedrijven

In beweging voor u. Voorzieningen en reserves binnen het grondbedrijf VOORZIENINGEN EN RESERVES BINNEN HET GRONDBEDRIJF

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA B 3 16/479. Raad. Onderwerp: Kadernota 2017, Berap 2016-I en MPG

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Activeren van panden van het grondbedrijf

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt

Grondbeleid volgens provincie Drenthe

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Aptroot. De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Van Beek

MeerJarenPerspectief Grondexploitaties 2012

MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse

De instrumentenkoffer. Mogelijkheden om natuurdoelen in te passen in uw bedrijfsvorming

Beoordeling grondexploitatieberekening van het door Oldebroek aan te kopen deel van het Bedrijvenpark H2O ( m2). Lelystad, 27 januari 2016

Bouwgrondexploitatie Rapportage 3e kwartaal 2010

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel over de besteding van de opbrengst van de verkoop aandelen Bouwfonds

Risico's De financiële afwikkeling laat verder verschillende risico's zien. Deze zijn als volgt:

Projecten (MJP) en grondbeleid

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Haarlem, 15 april 2014

Datum Agendapunt Documentnummer. 2 april 2013 R04S007

Herziening grondexploitaties per 1 januari 2009

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ. Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de Noordzuidverbinding.

Transcriptie:

Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid 31-12-2015 PPMG Februari 2016

Colofon Uitgave provincie Overijssel EDO-registratiekenmerk 2016/0051512 Datum Februari 2016 Auteur B. Hendriks Inlichtingen bij B. Hendriks PPMG b.hendriks@overijssel.nl 038-4998741 Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl

Inhoud Inleiding 4 Samenvatting 5 1. Het provinciaal grondbeleid toegelicht 11 1.1 Actief en facilitair grondbeleid 11 1.2 Provinciaal grondbeleid 12 1.3 Actualisatie van het grondbeleid 13 1.4 Inzet van de verschillende instrumenten 13 2. De analyse van het provinciaal grondbezit 16 2.1 Tot standkoming van de grondvoorraad 16 3. Waardering en spelregels provinciaal grondbezit 18 3.1 Verschillende typen gronden 18 3.2 Spelregels bepaling boekwaarde van verworven gronden 18 3.3 Bepaling marktwaarde 19 4. Grondbezit binnen projecten 21 4.1 Verwervingsplannen en financiële mutaties 2015 21 4.2 Grondbezit in waarde en in oppervlakte per project 28 5.Tijdelijk beheer grond en opstallen 31 5.1 Beleid tijdelijk beheer 31 5.2 Tijdelijk beheer in 2015 31 5.3 Omvang beheerportefeuille 2016 32 5.4 Vooruitzicht tijdelijk beheer 2016 32 6. Grond voor Grond 34 6.1 De Grond voor Grond opgave 34 7.Relatie met de begroting 35 7.1 Totstandkoming voorziening grondbezit 35 7.2 Algemene Reserve Grond 35 7.3 Risico s van het grondbezit 36 3

Inleiding Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft via de vaststelling van het sturingsmodel Grondbeleid d.d. 8 juni 2009 ingestemd met de invoering van de Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid (MIG). Dit is bekrachtigd door Provinciale Staten (PS) op 14 november 2012. In het Statenvoorstel d.d. 18 februari 2015, waarin de kaders voor het provinciaal grondbeleid zijn vastgesteld door Provinciale Staten, is de MIG als belangrijk instrument benoemd. Sinds 2009 wordt door team grondzaken (PPMG) jaarlijks de MIG opgesteld. Het opstellen van de MIG heeft een aantal doelen. Een belangrijk doel is inzicht verschaffen in de financiële effecten van de uitvoering van het provinciaal grondbeleid. De toepassing van de verschillende grondbeleidsinstrumenten kan financiële gevolgen hebben. De MIG maakt dat inzichtelijk. In de MIG wordt ook de actuele grondvoorraad weergegeven per 31 december van het betreffende jaar. Door het inzicht in het totale grondbezit van de provincie, zijn de bijbehorende risico s van dit bezit te kwantificeren. In de MIG worden geen uitspraken over beleidswijzigingen gedaan. Wel kan via de MIG inzicht worden verkregen of realisatie van provinciale doelen binnen de (financiële) kaders van het grondbeleid mogelijk is. Het grondbeleid van de provincie is gericht op het faciliteren van beleidsdoelen van de provincie. Onderdeel van de MIG is de berekening van de Algemene Reserve Grond (ARG). Het doel van deze reserve is het afdekken van niet voorziene risico s die gepaard gaan met provinciaal grondbezit dat het eindddoel of eindbeheernog niet bereikt heeft. Er wordt gerapporteerd over de gewenste en de daadwerkelijke hoogte van de ARG. Door het instellen van een aparte reserve voor deze gronden worden de risico s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. De ARG maakt het mogelijk om eenduidig risico s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit. Hiervoor is een set van spelregels opgesteld hoe binnen programma s en projecten omgegaan moet worden met onder andere afwaardering van verworven gronden en het doteren van een bijdrage aan de ARG voor het afdekken van risico s voor op de balans geactiveerde gronden. De MIG vormt de grondslag voor de paragraaf grondbeleid in de jaarrekening. Jaarlijks stellen Gedeputeerde Staten de MIG vast en stuurt deze ter informatie naar Provinciale Staten. Deze MIG betreft de stand van zaken per 31-12-2015. De bedragen zijn afgerond op 1000-tallen. 4

Samenvatting De samenvatting van deze Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid (MIG) is de paragraaf grondbeleid voor de jaarrekening 2015. Kaders voor de uitvoering van het grondbeleid In de nota Grondbeleid zijn de kaders voor de uitvoering van het grondbeleid beschreven. Het voeren van grondbeleid staat ten dienste van programma s en projecten voor de realisatie van provinciale doelen. De belangrijkste punten uit de nota Grondbeleid 2015 zijn: Het grondbeleid is een middel voor de realisatie van verschillende provinciale doelen, programma s en projecten. De inzet van instrumenten is maatwerk en wordt per ruimtelijke opgave bepaald; Het streven is niet meer gronden in eigendom te hebben dan nodig voor de provinciale opgave; Bepaling van de verwervingsstrategie voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) verloopt via de interventieladder van particuliere realisatie, minnelijke schadeloosstelling tot de uiterste stap van onteigening; Beleid is geformuleerd voor de ruiling van (nog te verwerven) provinciale gronden binnen de begrenzing van de EHS. Daarnaast is een 1-op-1 verkoop van natuurgrond onder bepaalde voorwaarden mogelijk, bijvoorbeeld bij grenscorrecties en bijna omsloten percelen; Er vindt nader onderzoek plaats naar vormen van uitgift / verkoop (op termijn) van (ingerichte) natuurgronden binnen de EHS en landbouwgronden met beperkingen, waarbij de kosten en de kwaliteit van het eindbeheer in balans zijn; Het toepassen van het geformuleerde beleid voor de verkoop van provinciale gronden buiten de begrenzing van de EHS, de zogenaamde grond-voor-grond-gronden; Het instrument pacht-koop is toegevoegd voor gronden die hun eindbestemming hebben bereikt. Dit betekent dat een agrariër langjarig gepachte grond gefaseerd kan kopen; Verschillende vormen van tijdelijk beheer zijn mogelijk met betrekking tot de provinciale gronden die hun einddoel of eindgebruiker nog niet hebben bereikt; Het voeren van een minimaal sluitende exploitatie voor tijdelijk beheer waarin alle kosten en opbrengsten worden gesaldeerd. De belangrijkste punten die relatie hebben met het toepassen van de Algemene Reserve Grond (ARG) zijn: Verantwoording van positie grondbezit conform BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten); Toepassing voorziening grondbezit; Jaarlijkse bepaling stand ARG en eventuele aanvulling bij de jaarrekening via een voorstel resultaatbestemming. De provincie Overijssel kan zowel een actief grondbeleid als een faciliterend grondbeleid voeren. De keuze hangt mede af van de rol die de provincie kiest in een ontwikkeling. Ook de risico s en de vrijheid in locatiekeuze voor het bereiken van het doel spelen hierbij een rol. De uitvoering van het Grondbeleid: inzet van instrumenten In 2015 zijn diverse grondbeleidsinstrumenten ingezet om de gestelde doelen binnen projecten en programma s te verwezenlijken. In onderstaand schema is aangegeven welk project of programma gebruik heeft gemaakt van de diverse instrumenten. Dit jaar is de interventieladder die ingesteld is voor de realisatie van de EHS / N2000 voor het eerst gebruikt. PROJECT / PROGRAMMA ZELFREA- LISATIE VERWERVING EN SCHADELOOSSTELLING VERVREEMDING KAVELRUIL IJsseldelta-Zuid Onder de naam Reevediep wordt een nieuwe waterverbinding gerealiseerd tussen de IJssel en het Drontermeer om water van de IJssel af te voeren bij hoog water. N.v.t. In 2015 zijn alle gronden verworven. Twee dossiers, een eigendomssituatie en een pachtsituatie, zijn via onteigeningsvonnis afgehandeld. In deze twee dossiers moet het vonnis nog uitgesproken worden omtrent de hoogte van de schadeloosstel- In 2015 is circa 28 hectare grond verkocht die buiten het trace ligt. De provincie is nog eigenaar van circa 100 hectare grond buiten het trace. 82 hectare daarvan wordt verkocht aan de gemeente Kampen. Hiervoor is in 2014 een N.v.t. 5

Ruimte v.d. Vecht Realisatie van een halfnatuurlijke laaglandrivier inclusief natuurontwikkeling Revolving Fund Tijdelijk bezit van landbouwgronden om de structuurversterking van de landbouw te stimuleren via inzet in kavelruilen Realisatie Ontwikkelopgave EHS / N2000 Realisatie van circa 1.000 hectare natuur om de PASmaatregelen te ondersteunen N340 Bevorderen van de verkeersveiligheid en de doorstroming van de N340 tussen Zwolle en Ommen Er is 1 zaak geëffectueerd via de SKNLregeling met afwaardering van de grondwaarde van landbouw naar natuur. N.v.t. In een aantal gevallen is beroep gedaan op zelfrealisatie via de SKNLregeling met afwaardering van de grondwaarde van landbouw naar natuur. Effectuering wordt in 2016 verwacht. N.v.t. ling. Dat gebeurt in 2016. In 2015 zijn verschillende percelen gekocht ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen van het project. Een aantal percelen is in eigendom gekomen via toedeling in kavelruil Boetelerveld. In 2015 zijn verschillende percelen aangekocht. Betrof zowel ruilgrond als projectgrond. De gronden die uit hoofde van de RAGO 1 zijn aangekocht in 2014, zijn in 2015 toebedeeld naar de betreffende gebiedsprojecten. In april 2015 is een Koninklijk Besluit (KB) ontvangen op de ter onteigening aangewezen gronden in tracedeel 1. Voor nog 1 dossier start de gerechtelijke fase in 2016. Voor tracedeel 2 heeft PS in september 2015 een verzoekbesluit genomen. Het onteigeningsplan is vervolgens ingediend. Het ontwerp KB wordt in februari 2016 ter inzage gelegd op het ministerie en naar verwachting verkregen na de zomer van 2016. Via minnelijke weg zijn in 2015 verschillende percelen ruilgrond en projectgrond aangekocht. overeenkomst gesloten met de gemeente Kampen die wordt geëffectueerd in 2018. In 2015 zijn verschillende percelen verkocht aan het waterschap en aan particulieren. Deze nieuwe eigenaren dragen bij aan het realiseren van de doelstellingen. In 2015 is een aantal percelen uit het Revolving Fund verkocht. N.v.t. Middels enkele ruilingen zijn gronden verkocht waartegen andere bruikbare ruilgrond of projectgrond is verworven. N.v.t. In 2015 is een groot aantal percelen uit het Revolving Fund ingebracht in de ruilverkaveling Olst-Wesepe. N.v.t N.v.t. 1 RAGO: RAGO staat voor Regeling Aankoop Gronden Overijssel 2013. Op 17 december 2013 hebben GS de Regeling Aankoop Gronden Overijssel (RAGO 2013) vastgesteld. Eigenaren kunnen grond (dus geen gebouwen) binnen de aangewezen RAGOgebieden in de EHS te koop aanbieden. Provincie Overijssel is dan verplicht om een bod uit te brengen op basis van marktwaarde. De aangewezen gronden zijn gebieden binnen de EHS in de categorie Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000' (gele gebieden op de EHS-kaart) en een aantal gebieden waar nog nieuwe natuur wordt gerealiseerd. De aankoop van gronden op basis van de RAGO 2013 (Provinciaal Blad nr 2013/0407709 (118 kb, pdf) (pdf, 118 kb)) is geldig sinds 31 januari 2014. De RAGO-gebieden zijn in kaart gebracht tot op kadastraal perceelsniveau en zichtbaar op de RAGO-kaarten (opgenomen in het Provinciaal blad). Gedeputeerde Staten kunnen de kaarten wijzigen of intrekken als daar aanleiding toe is. Gedeputeerde Staten hebben een aantal RAGO-kaarten in 2014 en 2015 gewijzigd of deels ingetrokken. Aanleiding voor deze besluiten was de vaststelling van de verwervingsplannen voor diverse Uitwerkingsgebieden Ontwikkelopgave Natura 2000' 6

N34, N331, N343 en N348 Aanleg of verbreding van verschillende provinciale wegen N.v.t. Ten behoeve van de N34, N331, N348 en de N343 zijn aankopen gedaan. Voor de N331 en de N733 zijn percelen vernummerd. Ten behoeve van de N348 zijn verkopen gedaan. Gronden die zijn aangekocht voor de N331 zijn geruild. Grond voor Grond (inclusief verkoop gebouwen) Verkoop van vm. ILGgronden ten behoeve van de Ontwikkelopgave EHS / N2000 N.v.t. N.v.t. In 2015 zijn 2 gebouwencomplexen verkocht, is circa 240 hectare landbouw- en natuurgrond verkocht, grotendeels via openbare inschrijvingen en enkele losse verkopen. Een groot aantal gronden is in 2015 ingebracht in de ruilverkavelingen Olst- Wesepe, Enter- Ypelo en Enter- Deldenerbroek. De ruilverkavelingen Olst-Wesepe en Enter- Deldenerbroek zijn inmiddels administratief verwerkt. De verwerking van Enter-Ypelo gebeurt in 2016. De verantwoording van het grondbezit In deze paragraaf worden de gronden verantwoord die in eigendom zijn van de provincie Overijssel. Het betreft hier alle gronden die op naam staan van de provincie en de gronden waarvan BBL nog juridisch eigenaar is en de provincie economische eigenaar. Dit zijn de projectgronden, ruilgronden en restgronden opgeteld per project. Het betreft de volgende gronden: Programma / Project Oppervlakte in hectare Realisatie EHS vm. ADT 137 IJsseldelta-Zuid 623 Ruimte voor de Vecht 48 Revolving Fund 142 N340 Zwolle - Ommen 131 N34 Opwaardering 11 N35 Rijkswaterstaat 3 N331 VOC s Hasselt 2 N331 Zwartsluis - Vollenhove 1 N342 Herinrichting Oldenzaal-Denekamp 1 N343 rondweg Weerselo 14 N348 Rondweg Wesepe 1 N348 Opwaardering 13 N377 Hasselt - grens Drenthe 1 Afstoten overtollig bezit 26 Grond voor Grond 2.327 Ontwikkelopgave EHS / N2000 194 Structureel eigendom 2.728 Totaal 6.402 P8 is het eigendomsregistratiesysteem waarin het provinciaal grondbezit geadministreerd is. Alle grondbezit, de grondtransacties en de contracten voor tijdelijk beheer worden in dit systeem verwerkt. De analyse leidt tot een totaal overzicht van het grondbezit per kadastraal perceel, opgesplitst naar projectgrond, ruil- of restgrond en de boek- en taxatiewaarde. Projectgronden: Gronden die binnen plangrenzen worden gekocht en projectgebonden zijn, worden direct ten laste gebracht van het projectbudget. Deze gronden worden vervolgens afgeboekt (infrastructurele projecten) naar 0,- of afgewaardeerd naar 15% van de landbouwwaarde en geactiveerd op de balans (natuurrea- 7

lisatie) eveneens ten laste van het project. Deze gronden worden niet meegenomen in de bepaling van de hoogte van de ARG. De provincie heeft 1.676 hectare projectgrond in bezit. Dit zijn met name natuurgronden voor project Grond voor Grond (879 hectare) en ten behoeve van de IJsseldelta-Zuid (492 hectare). De boekwaarde van deze gronden is 5.400.000,-. Dit is dus de waarde van de afgewaardeerde natuur grond (inclusief de grond ten behoeve van de realisatie van de EHS vm. ADT). Ruilgronden: Gronden die buiten de plangrenzen liggen en nog wel ingezet worden voor het project worden geactiveerd op de balans, maar worden niet meegenomen in de bepaling van de hoogte van de ARG. Het risico over deze gronden wordt meegenomen in de risicoanalyse van het betreffende project en vormen financieel onderdeel van het project. De provincie heeft 389 hectare ruilgrond in eigendom. Dit betreft met name grond ten behoeve van het Revolving Fund (142 hectare) en voor de ontwikkelopgave EHS/ N2000 (140 hectare). De boekwaarde van deze gronden 55.253.000,-. Restgronden: Gronden die buiten de plangrenzen liggen en niet gebruikt worden als ruilgrond, worden bestempeld als restgronden en geactiveerd op de balans en zijn onderdeel van de bepaling van de hoogte van de ARG. Deze gronden vormen financieel geen onderdeel meer van het project. 1604 hectare is restgrond en komen oorspronkelijk voort uit de projecten N340 en IJsseldelta-zuid. De boekwaarde van deze gronden is 24.442.000,-. Daarnaast heeft de provincie nog circa 2.733 hectare grond in eigendom als structureel eigendom. Dit is grond onder provinciale wegen of onder het provinciehuis. Deze gronden hebben geen boekwaarde. Het beleid over de verschillende typen gronden is dit jaar aangepast. De actualisatie van het beleid bestaat eruit dat in het verleden zowel de ruil- als de restgronden meegenomen werden in de bepaling van de hoogte van de ARG. Uitzondering hierop was de aankoop van gronden voor de Ontwikkelopgave EHS / N2000. Voor dit programma wordt bovenstaande opsplitsing al gehanteerd. Omdat de komende jaren veruit de meeste gronden aangekocht worden voor de natuuropgave ligt het voor de hand om deze beleidslijn door te trekken naar alle projecten. Op deze manier ontstaat eenvoud en duidelijkheid in de grondadministratie en risicobeheersing en wordt eenduidig gehandeld. Tijdelijk beheer Per 1 januari 2015 heeft de provincie de beheerverantwoordelijkheid voor de ILG-gronden en opstallen overgenomen van DLG (ook voor het deel dat juridisch nog eigendom van BBL is). Dit betekent dat de provincie vanaf dat moment het beheer voert over al haar bezittingen (inclusief economisch eigendom). De gronden en opstallen worden beheerd totdat verkoop heeft plaatsgevonden of de functie is gewijzigd en het structureel beheer wordt overgenomen door de betreffende eenheid. In 2015 was het saldo van de kosten en opbrengsten voor tijdelijk beheer 756.000,- positief waardoor de totale hoogte van de reserve tijdelijk beheer 1.699.000,- is. De beginstand van de reserve was 942.000. Deze reserve zal de komende jaren oplopen omdat de courante percelen verpacht worden. Op het moment dat de courante percelen verkocht zijn in het kader van het project Grond voor Grond zal het tijdelijk beheer van de gronden een negatief saldo krijgen, waar tegen die tijd deze reserve voor ingezet wordt. Grond voor grond De opgave in Overijssel is om jaarlijks 200 hectare grond te verkopen met een verkoopopbrengst van naar schatting 10 miljoen. Over een periode van circa 15 jaar zijn dan alle gronden verkocht c.q. te gelde gemaakt om te daarmee een deel van de Ontwikkelopgave EHS / N2000 te realiseren. In de dekking van de totale opgave is rekening gehouden met een bruto verkoopopbrengst Grond voor Grond van 150 miljoen. De opbrengsten worden gestort in de ARG. Eens per jaar wordt 10 miljoen overgemaakt vanuit de ARG naar de Uitvoeringsreserve EHS. Als blijkt dat er voor meer geld is verkocht, blijft dit bedrag staan in de ARG, als minder opbrengsten zijn gerealiseerd wordt dit bedrag aangevuld vanuit de ARG. In 2015 is aan verkoopopbrengsten Grond voor Grond een bedrag van 23,5 miljoen gerealiseerd. Algemene Reserve Grond Een belangrijk doel van de ARG is het afdekken van risico s die gepaard gaan met provinciaal grondbezit van gronden die hun einddoel nog niet bereikt hebben. Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. De ARG maakt het mogelijk om eenduidig risico s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit. 8

Spelregels ARG De volgende spelregels zijn van toepassing op de ARG (naast de algemene spelregels die gelden voor reserves): 1. PS stellen jaarlijks bij het Jaarverslag de hoogte van de ARG vast; 2. Deze wordt opgebouwd uit 10% van de boekwaarde van die gronden binnen het provinciaal grondbezit waarvoor de ARG het risico draagt; 3. Storting in de ARG vindt plaats via een resultaatbestemming; 4. Als blijkt dat de ARG een hoger bedrag bevat dan de norm, dan wordt de ARG afgeroomd tot de norm ten gunste van de ADR; 5. Indien dit het geval is dan besluit PS hierover bij het Jaarverslag; 6. Onttrekkingen aan de reserve vinden plaats via een resultaatbestemming. Het risico van de geactiveerde gronden, peildatum 31-12-2015, wordt berekend over de boekwaarde van de op de balans geactiveerde gronden van de projecten IJsseldelta-Zuid en de N340. De totale boekwaarde betreft 24.107.000,-. De ARG is als volgt berekend: Overzicht ARG per 31-12-2015 Omschrijving restgrond boekwaarde Restgrond (oorspronkelijk vanuit IJsseldelta-Zuid) 21.794.000 Restgrond (oorspronkelijk vanuit de N340) 2.648.000 Totaal 24.442.000 Gewenste benodigde ARG o.b.v. norm 10% van 2.444.000 Hoogte van de ARG per 31-12 2014 t.b.v. grondbezit projecten 2.311.000 Mutaties: Verkopen 82.000 Werkelijke hoogte van de ARG per 31-12 2015 t.b.v. grondbezit projecten 2.393.000 Benodigde hoogte ARG t.b.v. grondbezit projecten 2.444.000 Te storten bedrag t.l.v. de ADR 51.000 De gewenste benodigde hoogte van het gedeelte van de ARG wat bedoeld is als risicovoorziening van het grondbezit is 2.444.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op 10% van de boekwaarde van de restgronden. De restgronden met betrekking tot de ILG-gronden en -gebouwen zijn niet meegenomen omdat hiervoor al een voorziening is getroffen binnen de ADR ten tijde van de overdracht in 2014. Dit jaar is ervoor gekozen om ook de gronden die aangekocht zijn voor de camping en de gronden die over gaan naar de gemeente Kampen mee te nemen in het risicoprofiel. Immers is nog geen sprake van eigendomsoverdracht en dus is sprake van risico. Op deze manier ontstaat eenduidigheid. De werkelijke hoogte van het gedeelte van de ARG wat bedoeld is als risicovoorziening voor het grondbezit is 2.393.000,- de gewenste hoogte van dit deel van de ARG is 2.444.000,-. Omdat de daadwerkelijke hoogte hoger is dan de gewenste hoogte wordt het verschil toegevoegd aan de ARG ten laste van de ADR. Het betreft een bedrag van 51.000. Risico s De ARG is een risicoreserve om hiermee het risico van het provinciaal grondbezit af te dekken. In de beleidsregels is de norm van 10% risico opgenomen. In de risicoparagraaf zijn de risico s gekwantificeerd als extra controle of de genoemde norm van 10% voldoende is om de risico s van het grondbezit af te dekken. Voorbeelden van risico s zijn dalende grondprijzen, rentestijging en planvertraging. De risicoparagraaf in de MIG levert informatie over de benodigde omvang van de ARG in relatie tot de omvang en risico s van de tot dan toe opgebouwde grondportefeuille. De hoogte van de ARG dient dus voldoende te zijn om de risico s van het provinciaal grondbezit af te dekken. Er is een aantal risico s te kwantificeren, zie onder. Dit jaar is voor de bepaling van de hoogte van het risico aangesloten bij de standaard risicobepaling van de provincie, namelijk het Naris-systeem. Naris is een risicomanagement-systeem die tevens risico s kan simuleren. Om te komen tot een verantwoord risicobedrag heeft Naris 10.000 verschillende simulaties uitgevoerd met de hieronder beschreven risico s. 9

Risico Waardedaling grondprijs met 2,5% Grond en vastgoed langer in eigendom Verlies c.q. waardedaling bij vervreemding opstallen Risico bodem verontreiniging (onder opstallen) Beschrijving risico Door marktomstandigheden is het mogelijk dat de grondwaarde daalt. Historie laat zien dat de grondprijzen over langere periodes, afhankelijk van veelal economische factoren, fluctueren. Wanneer in een opgaande tendens gronden zijn verworven en verkoop in later stadium plaatsvindt ten tijde van een neergaande tendens, bestaat het risico dat verlies geleden wordt. Recente marktgegevens laten zien dat voorlopig van een dalende tendens geen sprake is (Bron: Kwartaalbericht 4-2015 Agrarische Grondmarkt van het Kadaster). Voor dit jaar is het voorzichtige uitgangspunt het risico op een daling van 2,5%. Door vertraging in planvorming of vertraging in de uitvoering is het mogelijk dat de gronden en opstallen later in een project ingezet worden en dus langer in bezit zijn en langer beheerd moeten worden. Voor gronden die verpacht kunnen worden, is het risico bij vertraging gering. Immers dekken de pachtopbrengsten veelal de kosten. Bij gebouwen ligt het risico anders. Vanuit beheeroptiek is bij opstallen vaak alleen sprake van beheerkosten. Uitgangspunt is het risico op een vertraging van 3 jaar (ingegeven door bijvoorbeeld meest negatieve scenario waarbij de uiterste onteigeningsprocedure soms voor 2 jaar of langer vertraging zorgt voor de start van werkzaamheden / uitvoering). Uitgangspunt is een aantal van 15 opstallen waar dit risico op kan treden (relatie start werkzaamheden project). Tot slot gaan we uit van kosten voor tijdelijk beheer van 2.000,- per woning per jaar. Ondanks de landelijke tendens van herstel van de woningmarkt, loopt de vraag naar woningen in het buitengebied nog achter. Hierdoor staat de prijs nog steeds onder enige druk. Het gevolg is dat de opstallen langer in bezit zijn en / of worden de opstallen voor een lagere waarde vervreemd. Tevens kan sprake zijn van herbestemming (van agrarisch naar wonen), waarbij dit tot een lagere marktwaarde leidt (lagere waarde dan de boekwaarde). Uitgangspunt is risico op waardedaling van 75.000,- voor een deel van de opstallen, 20 stuks. Omdat onder opstallen geen bodemonderzoek gedaan kan worden, bestaat het risico dat onder de opstallen de bodem verontreinigd is. Ook daar waar onderzoek is gedaan bij aankoop van losse landbouwgronden, is nooit uit te sluiten dat sprake is van bodemverontreiniging. Helaas wordt provincie incidenteel geconfronteerd met de gevolgen van een aan het licht gekomen saneringsplichtige verontreiniging van de bodem. Inzake opstallen komt bodem- of asbestverontreiniging in beeld bij sloop van opstallen of vergravingen. Uitgangspunt is 50.000,- aan saneringskosten per incident en 3 incidenten per jaar. De risicosimulatie door Naris geeft aan dat het risico op het bezit van de restgronden 1.123.991,- is. De risico s blijven binnen de hoogte van de ARG van 2.444.000,-. 10

1. Het provinciaal grondbeleid toegelicht Het grondbeleid vormt het kader voor de inzet van grondbeleidsinstrumenten bij de uitvoering van het provinciale beleid. Het grondbeleid is geen doel op zich. Het grondbeleid verschaft instrumentarium dat ingezet kan worden voor een versnelde en effectieve uitvoering van provinciaal beleid. Grondbeleid is overheidsbeleid gericht op de markt waar grond wordt verworven, geëxploiteerd, ontwikkeld, ingericht en vervreemd. Grondbeleid draagt bij aan de realisatie van provinciale doelen zoals natuur, landschapsontwikkeling, landbouwstructuurverbetering, economische ontwikkeling en de aanleg van infrastructuur. Vastlegging en naleving van het grondbeleid zorgt voor heldere en transparante kaders en voorkomt willekeur. Tevens wordt hierdoor de ter zake doende wet- en regelgeving op nationaal en Europees niveau in acht genomen. Op 18 februari 2015 zijn de uitgangspunten van de nota Grondbeleid 2015 door PS vastgesteld. De daaruit voortkomende nota zelf is in december 2014 in GS vastgesteld en deze is ter kennisgeving aan PS verzonden. 1.1 Actief en facilitair grondbeleid De provincie Overijssel kan zowel een actief grondbeleid als een faciliterend grondbeleid voeren. De keuze hangt mede af van de rol die de provincie kiest in een ontwikkeling. Ook de risico s en de vrijheid in locatiekeuze voor het bereiken van het doel spelen hierbij een rol. Actief grondbeleid Bij actief grondbeleid verwerft de provincie zelf de grond en is actief betrokken bij de ontwikkeling van deze grond. Bij het actieve grondbeleid bestaan twee vormen van verwerving. Ten eerste verwerving van gronden voor een plan of project waarbij al is besloten tot realisatie, zogenaamde projectgebonden verwervingen. Aan deze verwervingen ligt een verwervingsplan ten grondslag. Ook het stimuleren tot zelfrealisatie kan (vaak bij voorkeur) als eerste trede deel uitmaken van een verwervingsplan. De provincie verwerft in dat geval weliswaar niet zelf de grond, maar is via compensatieregelingen voor (particuliere) grondeigenaren wel actief. Ten tweede zijn er verwervingen vooruitlopend op het definitief worden van een plan of project. Dit zijn strategische of anticiperende verwervingen. Het kan zijn dat besluitvorming over het programma of project nog niet heeft plaatsgevonden terwijl het toch wenselijk is grond aan te kopen. Het versnellen van het plan of het beperken van de verwervingskosten kunnen hiervoor redenen zijn. Strategische of anticiperende verwervingen kunnen alleen worden uitgevoerd na een besluit van GS. Vervreemden van gronden maakt ook deel uit van het grondbeleid. Vervreemding is bijvoorbeeld aan de orde als gronden zijn aangekocht als ruilgrond en nadien ingezet worden of als een project wordt beëindigd of gerealiseerd is en gronden niet langer benodigd zijn. Ook bij afsluiting van een project kan het voorkomen dat er gronden over blijven, niet langer benodigd zijn en afgestoten worden. Bij actief grondbeleid loopt de provincie het risico dat de opbrengst bij vervreemding lager is dan de gerealiseerde aankoopwaarde. Ook participatie in deelnemingen met een grondexploitatie valt onder het actieve grondbeleid, vanwege het risicoprofiel in combinatie met het aandeel binnen deze deelneming. Dit geldt bijvoorbeeld voor de deelneming XL businesspark in Almelo. Faciliterend grondbeleid Bij faciliterend grondbeleid ligt het initiatief bij derden. De provincie gaat niet actief over tot het verwerven van gronden en wacht op initiatief van andere partijen. Denk hierbij aan projecten waarbij grondeigenaren de mogelijkheid hebben eigendom te verkopen aan de provincie, zonder dat dit urgent is voor de provincie zelf. Het initiatief ligt bij de grondeigenaar of breder in het gebied waar de belangen spelen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het project Revolving Fund. 11

1.2 Provinciaal grondbeleid In december 2014 is door GS de nota grondbeleid 2015 vastgesteld en in februari 2015 heeft PS deze nota vastgesteld. De vorige nota grondbeleid dateerde uit 2012. Een aantal algemene en specifieke kaders uit de nota van 2012 zijn overgenomen en aangevuld in de nota van 2015. Met de vaststelling van de nota zijn deze dus herbevestigd. De volgende algemene en specifieke kaders worden aangehaald: Het grondbeleid is een middel voor de realisatie van verschillende provinciale doelen, programma s en projecten. De inzet van instrumenten is maatwerk en wordt per ruimtelijke opgave bepaald; Jaarlijks rapporteren GS in de paragraaf grondbeleid bij de jaarrekening aan PS over de voortgang en de financiële stand van zaken van de verwervings- en vervreemdingsplannen en tijdelijk beheer. De belangrijkste aspecten uit de nota zijn per instrument als volgt: Zelfrealisatie, verwerving en (volledige) schadeloosstelling Voor alle grondtransacties en schadecompensatie vindt voorafgaand aan de onderhandelingsfase een taxatie plaats van de marktwaarde en/of (volledige) schadeloosstelling door een onafhankelijke gecertificeerde taxateur. Dit ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun; Het streven is niet meer gronden in eigendom te hebben dan nodig is voor de provinciale opgave; Voor de projectmatige aanpak van verwerving (zelfrealisatie inbegrepen) wordt vooraf een verwervingsplan vastgesteld door GS; Bepaling van de verwervingsstrategie voor de EHS verloopt via de interventieladder van zelfrealisatie, ruiling, minnelijke verwerving op basis van (volledige) schadeloosstelling tot de uiterste stap van onteigening; Er zijn aanvullende instrumenten beschikbaar, waaronder herbestemming met compensatie voor de waardedaling, vergoeding van schade op basis van een schaderegeling, kooppachtconstructie en de vestiging van een zakelijk recht. De mogelijkheid om nieuwe instrumenten te ontwikkelen en in te zetten bij verwerving en schadeloosstelling, binnen de kaders van de nota, die bijdragen aan de realisatie van het provinciale doel. Een voorbeeld hiervan is de in 2015 door GS vastgestelde bedrijfsverplaatsingsregeling. Uitgifte / verkoop Voor alle grondtransacties vindt voorafgaand aan de onderhandelingsfase een taxatie plaats van de marktwaarde door een onafhankelijk gecertificeerde taxateur ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun. Voor de projectmatige aanpak van uitgifte van gronden wordt een vervreemdingsplan vastgesteld door GS. De uitgifte van aangewezen al ingerichte natuurgronden binnen de begrenzing, de bestuurlijke/juridische verplichtingen wordt openbaar en transparant uitgevoerd. Ruiling van (nog te verwerven) provinciale gronden binnen de begrenzing van de EHS, is mogelijk, waarbij doelrealisatie voorop staat. Daarnaast is een 1-op-1 uitgifte van grond onder bepaalde voorwaarden mogelijk, bijvoorbeeld bij grenscorrecties en bijna omsloten percelen. Er vindt nader onderzoek plaats naar vormen van uitgifte (op termijn) van (ingerichte) natuurgronden binnen de EHS en landbouwgronden met beperkingen, waarbij de kosten en de kwaliteit van het eindbeheer in balans zijn. Het toepassen van het geformuleerde beleid voor de uitgifte van provinciale gronden buiten de begrenzing van de EHS, de zogenaamde grond-voor-grond gronden. Het instrument pacht-koop voor gronden die hun eindbestemming hebben bereikt. Dit betekent dat een agrariër langjarig gepachte grond gefaseerd kan kopen. De mogelijkheid om nieuwe instrumenten te ontwikkelen en in te zetten bij uitgifte, binnen de kaders van de nieuwe nota, die bijdragen aan de realisatie van het provinciale doel. Tijdelijk beheer Er zijn verschillende vormen van tijdelijk beheer mogelijk van de provinciale gronden die hun einddoel of eindbeheer nog niet hebben bereikt. Een minimaal sluitende exploitatie voor tijdelijk beheer wordt gevoerd waarin alle kosten en opbrengsten worden gesaldeerd. Het doteren van een bijdrage uit de ingestelde risicoreserve tijdelijk beheer (afgezonderd deel van de ARG) naar de exploitatie, indien de kosten de opbrengsten overtreffen. De voeding van deze reserve zijn de tijdelijke beheeropbrengsten van 2007 tot en met 2014 van Bureau Beheer 12

Landbouwgronden (BBL) geweest en een eenmalige afkoop vanuit de programma s en projecten eind 2014. De monitoring van de risicoreserve vindt plaats via de MIG. Daarmee vervalt de structurele directe bijdrage vanuit programma s en projecten voor de risico s van tijdelijk beheer. Meerjaren Investeringsprognose Grond GS stellen jaarlijks (peildatum 31/12) de MIG vast en zenden deze aan PS ter kennisneming. PS stellen jaarlijks bij de jaarrekening de hoogte vast van de ARG hetgeen betreft 10% van de boekwaarde van alle provinciale op de balans geactiveerde gronden waarvan de risicovoorziening afgedekt wordt door de ARG. 1.3 Actualisatie van het grondbeleid In de MIG is aangegeven welke instrumenten in het kader van het provinciaal grondbeleid zijn ingezet en wordt vervolgens de hoogte van de ARG bepaald voor de jaarrekening. De ARG is ingesteld om integraal te sturen op de risico s van het provinciaal grondbezit. Voor de ARG gaat het om gronden die een waarde vertegenwoordigen. Deze zijn niet meer nodig voor de realisatie van het project en worden geactiveerd op de balans. De volgende typen gronden worden onderscheiden: Projectgronden Gronden die binnen plangrenzen worden gekocht en projectgebonden zijn, worden direct ten laste gebracht van het projectbudget. Deze gronden worden vervolgens afgeboekt (infrastructurele projecten) naar 0,- of worden afgeboekt naar 15% van de landbouwwaarde en geactiveerd op de balans (natuurrealisatie) eveneens ten laste van het project. Deze gronden worden niet meegenomen in de bepaling van de hoogte van de ARG. Ruilgronden Gronden die buiten de plangrenzen liggen en nog wel ingezet worden voor het project worden geactiveerd op de balans, maar worden niet meegenomen in de bepaling van de hoogte van de ARG. Het risico over deze gronden wordt meegenomen in de risicoanalyse van het betreffende project en vormen financieel onderdeel van het project. Restgronden Gronden die buiten de plangrenzen liggen en niet gebruikt worden als ruilgrond, worden bestempeld als restgronden en geactiveerd op de balans en zijn onderdeel van de bepaling van de hoogte van de ARG. Deze gronden vormen financieel dus geen onderdeel meer van het project. De actualisatie van het beleid bestaat eruit dat in het verleden zowel de ruil- als de restgronden meegenomen werden in de bepaling van de hoogte van de ARG. Uitzondering hierop was de aankoop van gronden voor de Ontwikkelopgave EHS / N2000. Voor dit programma wordt bovenstaande opsplitsing al gehanteerd. Omdat de komende jaren veruit de meeste gronden aangekocht worden voor de natuuropgave ligt het voor de hand om deze beleidslijn door te trekken naar alle projecten. Op deze manier ontstaat eenvoud en duidelijkheid in de grondadministratie en risicobeheersing en wordt eenduidig gehandeld. In de MIG 2015 is deze wijziging doorgevoerd. 1.4 Inzet van de verschillende instrumenten In 2015 zijn diverse grondbeleidsinstrumenten ingezet om de gestelde doelen binnen projecten en programma s te verwezenlijken. In onderstaand schema is aangegeven welk project of programma gebruik heeft gemaakt van de diverse instrumenten. Dit jaar is de interventieladder die ingesteld is voor de realisatie van de Ontwikkelopgave EHS / N2000 voor het eerst gebruikt. 13

PROJECT / PROGRAMMA ZELFREALISATIE VERWERVING EN SCHADELOOSSTELLING VERVREEMDING KAVELRUIL IJsseldelta-Zuid Onder de naam Reevediep wordt een nieuwe waterverbinding gerealiseerd tussen de IJssel en het Drontermeer om water van de IJssel af te voeren bij hoog water. Ruimte voor de Vecht Realisatie van een halfnatuurlijke laaglandrivier inclusief natuurontwikkeling Revolving Fund Tijdelijk bezit van landbouwgronden om de structuurversterking van de landbouw te stimuleren via inzet in kavelruilen Ontwikkelopgave EHS / N2000 Realisatie van circa 1.000 hectare natuur om de PASmaatregelen te ondersteunen N340 Bevorderen van de verkeersveiligheid en de doorstroming van de N340 tussen Zwolle en Ommen N.v.t. Er is 1 zaak geëffectueerd middels de SKNL-regeling met afwaardering van de grondwaarde van landbouw naar natuur. N.v.t. In een aantal gevallen is beroep gedaan op zelfrealisatie via de SKNLregeling met afwaardering van de grondwaarde van landbouw naar natuur. Effectuering wordt in 2016 verwacht. N.v.t. In 2015 zijn alle gronden verworven. Twee dossiers, een eigendomssituatie en een pachtsituatie zijn via onteigeningsvonnis afgehandeld. In deze twee dossiers moet het vonnis nog uitgesproken worden omtrent de hoogte van de schadeloosstelling. Dat gebeurt in 2016. In 2015 zijn verschillende percelen gekocht ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen van het project. Een aantal percelen is in eigendom gekomen via toedeling in kavelruil Boetelerveld. In 2015 zijn verschillende percelen aangekocht. Betrof zowel ruilgrond als projectgrond. De gronden die uit hoofde van de RAGO 2 zijn aangekocht in 2014, zijn in 2015 toebedeeld naar de betreffende gebiedsprojecten. In april 2015 is een Koninklijk Besluit (KB) ontvangen op de ter onteigening aangewezen gronden in tracedeel 1. Voor nog 1 dossier start de gerechtelijke fase in 2016. Voor tracedeel 2 heeft PS In 2015 is circa 28 hectare grond verkocht die buiten het trace ligt. De provincie is nog eigenaar van circa 100 hectare grond buiten het trace. 82 hectare daarvan wordt verkocht aan de gemeente Kampen. Hiervoor is in 2014 een overeenkomst gesloten met de gemeente Kampen die wordt geëffectueerd in 2018. In 2015 zijn verschillende percelen verkocht aan het waterschap en aan particulieren. Deze nieuwe eigenaren dragen bij aan het realiseren van de doelstellingen. In 2015 is een aantal percelen uit het Revolving Fund verkocht. N.v.t. Middels enkele ruilingen zijn gronden verkocht waartegen andere bruikbare ruilgrond of projectgrond is verworven. N.v.t. N.v.t. In 2015 is een groot aantal percelen uit het Revolving Fund ingebracht in de ruilverkaveling Olst-Wesepe. N.v.t N.v.t. 2 RAGO: RAGO staat voor Regeling Aankoop Gronden Overijssel 2013. Op 17 december 2013 hebben GS de Regeling Aankoop Gronden Overijssel (RAGO 2013) vastgesteld. Eigenaren kunnen grond (dus geen gebouwen) binnen de aangewezen RAGOgebieden in de EHS te koop aanbieden. Provincie Overijssel is dan verplicht om een bod uit te brengen op basis van marktwaarde. De aangewezen gronden zijn gebieden binnen de EHS in de categorie Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000' (gele gebieden op de EHS-kaart) en een aantal gebieden waar nog nieuwe natuur wordt gerealiseerd. De aankoop van gronden op basis van de RAGO 2013 (Provinciaal Blad nr 2013/0407709 (118 kb, pdf) (pdf, 118 kb)) is geldig sinds 31 januari 2014. De RAGO-gebieden zijn in kaart gebracht tot op kadastraal perceelsniveau en zichtbaar op de RAGO-kaarten (opgenomen in het Provinciaal blad). Gedeputeerde Staten kunnen de kaarten wijzigen of intrekken als daar aanleiding toe is. Gedeputeerde Staten hebben een aantal RAGO-kaarten in 2014 en 2015 gewijzigd of deels ingetrokken. Aanleiding voor deze besluiten was de vaststelling van de verwervingsplannen voor diverse Uitwerkingsgebieden Ontwikkelopgave Natura 2000' 14

N34, N331 en N343 en N348 Aanleg of verbreding van verschillende provinciale wegen Grond voor Grond (inclusief verkoop gebouwen) Verkoop van vm. ILG-gronden ten behoeve van de Ontwikkelopgave EHS / N2000 in september 2015 een verzoekbesluit genomen. Het onteigeningsplan is vervolgens ingediend. Het ontwerp KB wordt in februari 2016 ter inzage gelegd op het ministerie en naar verwachting verkregen na de zomer van 2016. Via minnelijke weg zijn in 2015 verschillende percelen ruilgrond en project aangekocht. N.v.t. Ten behoeve van de N34, N331, N348 en de N343 zijn aankopen gedaan. Voor de N331 en de N733 zijn percelen vernummerd. Ten behoeve van de N348 zijn verkopen gedaan. N.v.t. N.v.t. In 2015 zijn 2 gebouwencomplexen verkocht, is circa 240 hectare landbouw- en natuurgrond verkocht, grotendeels via openbare inschrijvingen en enkele losse verkopen. Gronden die zijn aangekocht voor de N331 zijn geruild. Een groot aantal gronden is in 2015 ingebracht in de ruilverkavelingen Olst- Wesepe, Enter- Yperlo en Enter- Deldenerbroek. De ruilverkaveling Olst-Wesepe is inmiddels administratief verwerkt. De verwerking van de andere twee ruilverkavelingen wordt in 2016 verwacht. 15

2. De analyse van het provinciaal grondbezit 2.1 Tot standkoming van de grondvoorraad Op basis van onderstaand schema is dit jaar gewerkt aan het tot stand brengen van een lijst met de grondvoorraad en bijbehorende waardering. De lijst die opgesteld is ten behoeve van de MIG per 31-12 2014 heeft gediend als basis. Vervolgens is uit het eigendomsregistratiesysteem P8 van de provincie het grondbezit per 31-12 2015 gehaald. In 2015 is voor het eerst gebruik gemaakt van P8. Alle gronden die in eigendom zijn van de provincie Overijssel zijn geregistreerd in dit systeem. Grondvoorraad Om het in P8 geregistreerde provinciale bezit te controleren, worden elk kwartaal twee checks uitgevoerd. Daarbij wordt een export van alle P8 gronden waarop de provincie (economische) rechten bezit (eigendomsrecht of zakelijk recht) en de meest actuele bestanden van het Kadaster met elkaar vergeleken. De resultaten van beide checks worden in een Excelbestand gerapporteerd. Deze checks zijn in 2015 drie keer uitgevoerd.om de stand van zaken voor de gronden per 31-12-2015 te weten is op 15 januari 2016 een check gedaan o.b.v. de kadastrale bestanden met peildatum 1 januari 2016. In deze check wordt het kadastrale nummer en het kadastrale oppervlakte met elkaar vergeleken. Waardering van grondvoorraad De waardering van de gronden gebeurt in P8 en in Civision. Met behulp van deze twee systemen wordt de boekwaarde opgenomen in de lijst met grondbezit. In het volgende hoofdstuk is beschreven hoe de grondvoorraad wordt gewaardeerd. Verklaring van de verschillen De verschillen tussen de lijst van vorig jaar en de lijst uit P8 zijn geanalyseerd, de verschillen zijn te verklaren door: Aankoop; bij iedere aankoop hoort een transactie met een transactienummer. Deze zijn gekoppeld in de lijst zodat de transacties in P8 goed vindbaar zijn. In geval van een grondruil wordt dit behandeld als een aankoop en een verkoop. mutaties; dit kunnen omnummeringen zijn, correcties op de oppervlakte of interne overboekingen. Als een perceel gesplitst is of een aantal percelen zijn samengevoegd, krijgen de percelen een nieuw nummer. Dit gebeurt op initiatief van het Kadaster. Door omnummeringen 16

kunnen correcties op de oppervlakte plaatsvinden. Interne overboekingen ontstaan doordat de gronden die geboekt zijn op een bepaald project en niet direct ingezet worden voor dat project, gebruikt kunnen worden voor een ander project. Bij interne overboekingen is de afspraak dat deze overgeboekt worden tegen marktwaarde. Op deze manier is het een soort interne verkoop. Verkopen; ook bij verkopen hoort een transactie en een transactienummer. In geval van een ruiling wordt dit behandeld als een verkoop en een aankoop. Welke gronden zijn meegenomen in de analyse? In dit hoofdstuk worden de gronden verantwoord die in eigendom zijn van de provincie Overijssel. Het betreft hier gronden die op naam staan van de provincie Overijssel en de gronden waarvan BBL nog juridisch eigenaar is (provincie is economisch eigenaar). Eind 2013 is tussen Rijk (BBL) en provincie op basis van decentralisatieafspraken een vaststellingsovereenkomst gesloten voor de ILG-gronden. Voortvloeiende daaruit hebben twee juridische leveringen plaatsgevonden van BBL aan de provincie Overijssel in oktober 2014 en februari 2015. Totaal is circa 2.100 hectare gronden en opstallen over gegaan en nu volledig eigendom van provincie. Dit betreft de volgende gronden: Gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden); Gronden en opstallen die zijn aangekocht ten behoeve van de landbouwstructuurversterking (Revolving Fund gronden); Gronden die zijn aangekocht ten behoeve van de IJsseldelta-Zuid en Ruimte voor de Vecht. Het resterende deel van de ILG-gronden staat nog op naam van BBL en betreft economisch eigendom van provincie. Laatstgenoemde betreft op 31-12-2014 circa 1.450 hectare 3 en per 31-12-2015 circa 1.300 hectare. In de vaststellingsovereenkomst met het Rijk van eind 2013 is opgenomen dat minimaal 1.409 hectare voorlopig op naam van BBL moet blijven staan. Deze gronden worden in gelijke tranches over 4 jaren juridisch overgedragen worden aan de provincie. De eerste trance vindt plaats in 2016. 3 Betreft de bezitsstand van BBL per 31-12-2014 gebaseerd op de Rekening en Verantwoording BBL over 2014 en bevat ILGgronden, Ruimte voor de Vecht gronden en resterend Revolving Fund bezit. 17

3. Waardering en spelregels provinciaal grondbezit 3.1 Verschillende typen gronden Het totale grondbezit van de provincie Overijssel is op te splitsen in 5 soorten gronden: Projectgronden; deze gronden liggen onder het tracé of binnen de Ontwikkelopgave EHS / N2000. De gronden worden afgeboekt naar 0,- in geval van een (water)weg of afgewaardeerd naar 15% van de marktwaarde (agrarische bestemming) in geval van de realisatie van de Ontwikkelopgave EHS / N2000. Ruilgronden; deze gronden zijn aangekocht voor een project of programma en zijn in bezit om ingezet te worden als ruilgrond voor dat project. Restgronden; deze gronden zijn niet meer nodig voor de realisatie van het project en kunnen vervreemd worden. Gereserveerde restgronden; deze categorie gronden komt enkel voor bij de ILG gronden, de zogenaamde grond-voor-grond-gronden. De gronden die mogelijk nog ingezet kunnen worden voor de realisatie van de Ontwikkelopgave EHS / N2000 gebieden worden als gereserveerde restgronden aangeduid. Al deze gronden worden op een gegeven moment verkocht. Structureel eigendom; dit zijn gronden onder een (water)weg in eigendom van de provincie. Deze gronden hebben boek- en marktwaarde van 0,- en worden beheerd door de eenheid WK. In het verleden werd voor de (water)wegen het grondbezit opgesplitst in project- en ruilgronden, waarbij de projectgronden de gronden zijn die onder het tracé liggen en de ruilgronden alle gronden die erbuiten liggen. Met de vaststelling van de verwervingsplannen voor de Ontwikkelopgave EHS / N2000 is de term restgrond geïntroduceerd (kenmerk 2014/0180769, datum 8-7-2014). De typen gronden worden onderscheiden zoals in paragraaf 1.3 is vermeld. 3.2 Spelregels bepaling boekwaarde van verworven gronden Voor het bepalen van de boekwaarde van verworven gronden is een aantal financiële spelregels bepaald in de relatie tussen het project waarvoor de gronden zijn aangekocht en de boekwaarde van de gronden die geactiveerd worden op de balans. Aankopen waarvan de grond volledig onder het tracé ligt (projectgrond) In dit geval worden de aankoopkosten en eventueel betaalde schadeloosstelling direct afgeboekt ten laste van het programma of project. Deze grond heeft een boekwaarde van 0. De definitie vanuit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is als volgt: Dit is grond met een vaste bestemming die niet in een transformatieproces zit. Veelal zal er sprake zijn van ondergrond van gebouwen, wegen, parken, pleinen of van land- / bosbouwgronden. De verworven gronden binnen de begrenzing van de EHS (ook projectgronden) worden eveneens afgeboekt, maar afgeboekt naar natuurwaarde (uitgangspunt voor natuurwaarde is 15% van de marktwaarde agrarische bestemming). Deze gronden hebben wel een boekwaarde aangezien deze vervreemd kunnen worden tegen die natuurwaarde. Aankopen die deels onder het tracé liggen en deels buiten het tracé Op het moment dat de grond wordt aangekocht, wordt de eventueel betaalde schadeloosstelling voor het gehele perceel en de waarde van de grond onder het tracé direct afgeboekt naar 0,- (infrastructuur) ten laste van het programma- of projectbudget. Voor de natuurgronden worden deze afgeboekt naar natuurwaarde. De grond die niet onder het tracé ligt, krijgt een boekwaarde die gelijk of lager is dan de taxatiewaarde. Dit is ongeacht of het bestemmingsplan of provinciaal inpassingsplan (PIP) onherroepelijk is. In de BBV is geen definitie van deze gronden opgenomen, ze worden benoemd in artikel 38 a lid 2. Aankopen waarvan de grond volledig buiten het tracé ligt (ruilgrond of restgrond) Aankopen waarvan de grond volledig buiten het tracé ligt, vallen volledig onder de ruilgrond of restgrond. Deze grond krijgt een boekwaarde gelijk aan de taxatie van de actuele marktwaarde. Eventueel betaalde schadeloosstelling wordt afgeboekt ten laste van het programma- of projectbudget. 18

3.3 Bepaling marktwaarde De marktwaarde van de geactiveerde gronden op de balans is bepaald aan de hand van de grondprijzen uit de grondprijsmonitor 2014, verschenen in het eerste kwartaal van 2015, van de toenmalige Dienst Landelijk gebied (DLG). De grondprijsmonitor hanteert verschillende gebieden in Overijssel. De prijzen die in deze MIG zijn gehanteerd, zijn: Gebied Netwerkstad Twente Netwerkstad Zwolle-Kampen Noordoost Overijssel Noordoost-Twente Noordwest Overijssel Salland Zuidwest- Twente Buiten Overijssel Waarde 59.450,- / ha 47.250,- / ha 47.250,-/ ha 59.450,- / ha 47.250,- / ha 59.450,- / ha 59.450,-/ ha 54.221,- / ha In onderstaande kaart is de opsplitsing van de gebieden in de provincie gemaakt. Voor de onafhankelijke waarderingsgrondslag van de gronden in bezit van de provincie, zal volgend jaar gebruik worden gemaakt van het systeem AGRIS (Agrarisch Grond Informatie Systeem) dat mede in opdracht van Overijssel wordt ontwikkeld door het Kadaster. Aan de aankopen van gronden of vastgoed voor een project ligt altijd een taxatierapport ten grondslag. In het taxatierapport is door een onafhankelijk deskundige (over het algemeen een daartoe gecertifi- 19