Politie als partner van het lokaal verkeersveiligheidsbeleid Joris Willems PCVO Limburg - Hogeschool voor Verkeerskunde Diepenbeek (www.pcvolimburg.be) DEEL 2 DUURZAAM VERKEERS_ EN MOBILITEITSBELEID IN VLAANDEREN 1
Er was eens Belgische staat - Vlaams Gewest (sinds 1990) meerjarenprogrammatie: : objectief, maar nauwelijks gemotiveerd Provincies: weinig eigen wegen weinig invloed op verkeer en mobiliteit nauwelijks aandacht voor verkeer en mobiliteit Gemeenten: zeer veel onderlinge verschillen: leiders en volgers waaier van plannen (bos en de bomen): verkeersveiligheidsplan fietsplan parkeerplan verkeerscirculatieplan bewegwijzeringsplan concrete herinrichtingsprojecten... 2
Dus: VERSNIPPERING En: eigenbelang versus algemeen belang Nood aan afstemming en coördinatie, over de grenzen heen kijken Aandacht voor duurzame mobiliteitsplanning Duurzame mobiliteit? Duurzaam: Volksmond: geschikt, bestemd om lang te bestaan Commissie Brundtland: : zonder toekomstige generaties te beperken Duurzame mobiliteit: Kunnen blijven doen, zoals nu? Zijn ding kunnen doen, los van km. maken Dus: kunnen deelnemen aan activiteiten, ontplooien Mobiliteit als middel, maar het kan misschien ook anders? Is huidig autogebruik en techniek duurzaam??? En zelfs met de allernieuwste technieken??? b.v. energieverbruik 3
Kader voor duurzame mobiliteit Pijlers voor duurzame mobiliteit (oeso-principes) Pijler 1: Economische bekommernis Bereikbaarheid Economisch welzijn Doelstelling: Bereikbaarheid Pijler 2: Sociale bekommernis Billijkheid Gezondheid en veiligheid Pijler 3: Ecologische bekommernis Efficiënt gebruik van ruimte en natuurlijke hulpbronnen Voorkomen van verontreiniging Doelstelling: Toegankelijkheid Veiligheid Leefbaarheid Doelstelling: Natuur- en milieukwaliteit BELEIDSDOELSTELLINGEN DUURZAME MOBILITEIT Bereikbaarheid Toegankelijkheid Veiligheid Verkeersleefbaarheid Natuur- en milieukwaliteit 4
Duurzame mobiliteit? cfr. schema mobiliteitsmanagement oorzaak locatie school- woonwijken te veel auto s conflicten tussen vervoerswijzen onaangepaste, ontbrekende infrastructuur oplossing Optimalisering locatie activiteiten Beïnvloeden vervoerswijzekeuze Aparte infrastructuur Aanpassen en nieuwe infrastructuur werkveld Maatsch. organisatie (verplaatsingen overbodig/korter maken) Vervoersmanagement (duurzame modi promoten) Verkeersplanologie (spreiding over tijd en ruimte) Verkeersmanagement (vnl. verkeerstechnisch) (conflicten regelen) Vgl. met slecht slapen Werkveld mobiliteit Maatsch. organisatie (verplaatsingen overbodig/korter maken) Vervoersmanagement (duurzame modi promoten) Verkeersplanologie (conflicten voorkomen en scheiden) Verkeersmanagement (vnl. verkeerstechnisch) (conflicten regelen) Oorzaak: slecht slapen Chronische stress, angst, s s avonds te weinig ontspanning Slechte slaaphouding Tijdelijk fenomeen, plotse gebeurtenis Oplossing slecht slapen Ander werk zoeken Relatieproblemen oplossen Na 18.00 u. ontspannen Geen koffie meer Boek lezen Ander bed kopen Slaappil nemen 5
Typering en werkingstermijn Oplossing slecht slapen Ander Ander werk zoeken Relatieproblemen oplossen Typering oplossing Oorzaken wegnemen buiten domein slapen. Leefwereld veranderen Termijn Lange termijn, dito effect Duurzaam Na Na 18.00 u. ontspannen Geen Geen koffie meer Boek lezen Ander bed kopen Oorzaak slecht slapen wegnemen binnen bestaande leefwereld, gedragsaanpassing Oplossing binnen domein slapen Middellange termijn, dito effect Korte termijn, snel effect Slaappil nemen Zuivere symptoombestrijding, veel neveneffecten mogelijk Zeer kort, instant effect Niet duurzaam Duurzaamheids ladder : schema mobiliteitsmanagement MOBILITEITSBELEID Aard maatregel Maatsch. organisatie Vervoersmanagement Verkeersplanologie Verkeersmanagement (en techniek) Voorbeeld Locatiebeleid, inbreidingen, Goed ruimtelijk structuurplan! Meer openbaar vervoer, stimulering fiets en voetganger, fietsstallingen, Auto-verkeersvrij maken schoolstraat, conflictvrije routes en doorsteekjes voor langzaam verkeer, Drempel, parkeerverbod, snelheids- beperking,, gemachtigde opzichters, 6
Duurzame mobiliteitsplanning in Vlaanderen Ondertussen: 5 beleidsniveau s: Europees Federaal Vlaams Provinciaal Gemeentelijk (+ deel gemeente) Europees niveau Algemene beginselen duurzame mobiliteit Richtlijnen, normen, vnl. voor voertuigen (EURO 5, 6, ) Ondersteuning grensoverschrijdende projecten Subsidies 7
Federaal niveau Federaal ministerie van Mobiliteit internationale poorten : Zaventem, NMBS-groep: NMBS: reizigers Infrabel: infrastructuur NMBS holding: restgronden, verkeerswetgeving wegbeheerder? Vlaamse Overheid Coördineert het mobiliteitsbeleid Opmaak Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en Mobiliteitsplan Vlaanderen Selectie van hoofdwegen (ASW) en primaire wegen Gestructureerd via provinciale afdelingen 8
Organisatie Vlaamse Overheid Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare werken, met feitelijk 2 partijen Departement Mobiliteit en Openbare Werken, afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid: beleidsvoorbereiding (Intern) Agentschap Wegen en Verkeer (AWV): beleidsuitvoering Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn (Extern agentschap) Provincies selectie van secundaire wegen binnen provinciaal ruimtelijk structuurplan, wegbeheerder? opmaak bovenlokale functionele fietsroutenetwerken bovenlokale verkeersveiligheids- initiatieven (WODCA, ) 9
Gemeenten opmaak lokale verkeers- en mobiliteitsplannen selectie van lokale wegen ( ( beheer) aanleg, onderhoud en regelgeving van gemeentewegen lokale initiatieven: kleinere campagnes, met belgerinkel, Enkele gevolgen bevoegdheidsverdeling Verkeer en mobiliteit is quasi volledig gewestelijke materie, en dus NMBS vaak vreemde eend discrepantie selectie van wegtypen en bevoegdheden over die wegen Federale wetten vaak verschillend onthaald of toegepast in de gewesten (B.v. flitspalen, snelheden, zone 30, ) 10
Schema plankaders Schaalniveau Gewest Provincie Gemeente Ruimtelijk Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Verkeerskundig Mobiliteitsplan Vlaanderen - (geïntegreerd in PRS) Gemeentelijk Mobiliteitsplan Deel gemeente BPA s, RUP s Deelstudies, concrete projecten Huidig kader in Vlaanderen: Decreet mobiliteitsbeleid Uitgangspunten: Samen sterk, synergie bereiken Inbedding verkeer en mobiliteit binnen ruimtelijke ordening (structuurplannen) Mobiliteitsplan Vlaanderen als kader voor doelstellingen en duurzame mobiliteit (bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid, toegankelijkheid, milieu) Gemeentelijk mobiliteitsplan als kader voor concrete maatregelen Grensoverschrijdend denken Vrijwillige instap, maar vervolgens rechten en plichten Subsidiariteit 11
Organisatie van het mobiliteitsbeleid Basis = Gemeentelijke Begeleidings-Commissie Gemeente : initatiefnemer Vaste partners: gemeente, Vlaamse Overheid (MOW + Agentschap W&V), De Lijn (= betalers en wegbeheerders) mogelijk: provincie, Agentschap R.O.Vlaanderen, Dienst Scheepvaart, diverse lokale actoren, politie, (NMBS) Komt bijeen in kader van opmaak of herziening mobiliteitsplan of concreet project Het gemeentelijk mobiliteitsplan What s in a name? GEEN opgepoetst verkeers- of circulatieplan Doel: MOBILITEIT beheersen, duurzame mobiliteit dus verkeersveiligheid en leefbaarheid ook belangrijk 12
Herinner: kader mobiliteitsmanagement 1. MAATSCH. ORGANISATIE (R.O.) 2. VERVOERSMANAGEMENT 3. VERKEERSPLANOLOGIE 4. VERKEERSMANAGEMENT MOBILITEITSMANAGEMENT Dus: Mobiliteitsplan = bindmiddel 1. MAATSCH. ORGANISATIE 2. VERVOERSMANAGEMENT 3. VERKEERSPLANOLOGIE 4. VERKEERSMANAGEMENT MOBILITEITSPLAN 13
De 3 fasen van het Gemeentelijk Mobiliteitsplan 1. Oriëntatiefase: stand van zaken, mondt uit in Oriëntatienota 2. Opbouw plan: ontwikkeling scenario s, mondt uit in Synthesenota 3. Actieprogramma: ontwikkeling van acties en maatregelen, mondt uit in Beleidsplan Fase 1: Oriëntatienota (of verkenningsnota) Doel oriëntatienota: korte voorbereiding van wat men gaat bestuderen stand van zaken voortbouwen op bestaande inzichten 14
Inhoud oriëntatienota: algemene inleiding en situering inventaris bestaande plannen en studies visies actoren (en sectoren) probleemstelling definiëring verder onderzoek Fase 2: Opbouw van het plan (Synthesenota of uitwerkingsnota) Doel synthesenota: ontwikkeling denkbeelden (scenario's), uitmondend in synthesenota Inhoud synthesenota: verslag onderzoek ontwikkeling trendscenario ontwikkeling scenario's duurzame mobiliteit beoordeling en afweging 15
Fase 3: Beleidsplan Doel beleidsplan: formulering acties en maatregelen Inhoud beleidsplan: inleiding recapitulatie gekozen scenario inhoudelijke beschrijving beleidsplan (met kaarten) actieprogramma monitoring en evaluatie verdere organisatie planningsproces Inhoudelijke beschrijving beleidsplan o.b.v.. scenario: beschrijving maatregelen in 3 werklijnen: A: ruimtelijk B: verkeerskundig C: ondersteuning en organisatie 16
Voorbeelden werkdomein A (ruimtelijke ordening) locatiebeleid: A-,, B-B C-locaties inplanting of ontwikkeling «strategische projecten», b.v. ziekenhuis, stationsomgeving,, scheiden verkeersruimten en verblijfsgebieden compacte stad verwevenheid van functies corridor-ontwikkelingen ontwikkelingen ontwikkeling vervoersknooppunten en transferia Voorbeelden werkdomein B (verkeersnetwerken) Categorisering van wegen uitbouw voorzieningen openbaar vervoer uitbouw langzaam verkeersroutes Parkeerplan doelgroepenmaatregelen: carpool,- busstroken,... aanleggen nieuwe wegen? enkel na grondige pré-evaluatie verkeersregelingen en verkeerssignalering... 17
Voorbeelden werkdomein C flankerende maatregelen vervoersmanagement: stimulering carpooling via bedrijven, car-sharing sharing, van-pooling (relatie met verkeersmaatregelen!) bedrijfsvervoerplannen, doel telkens: verhogen bezettingsgraad, kortere verplaatsingsafstanden, gedragsveranderingen m.b.t. locatiekeuze verbetering openbaar vervoer: frequentie, rijsnelheden, prijsstelling tariefstelling parkeren communicatie en sensibilisering: lokale initiatieven o.b.v.:.: A, B en C Actieprogramma wie neemt initiatief? wie is partner? wie betaalt? wanneer wordt het uitgevoerd? (KT, MLT, LT) wakosta? 18
Voorbeeld actieprogramma Lummen 19