Raadsvoorstel Agenda nr.14 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Dooleggersbaan 20 Soort: Besluitvormend Opsteller: S. Salemans-Dusch Portefeuillehouder: Zaaknummer: SOM/2015/001617 Documentnummer: SOM/2015/001635 Datum: 23 januari 2015 1. Samenvatting Dit bestemmingsplan betreft de vormverandering van het agrarisch bestemmingsvlak aan de Dooleggersbaan 20. De initiatiefnemer wil het bedrijf ontwikkelen naar een biologische rund- en pluimveehouderij. De runderen lopen minimaal 120 dagen per jaar buiten, maar soms zijn de weersomstandigheden dermate slecht dat de dieren binnen moeten worden gezet. Om ze op een welzijnsvriendelijke manier binnen te kunnen houden, is de bouw van een nieuwe stal noodzakelijk. Het bestemmingsvlak biedt hier momenteel onvoldoende ruimte voor, zodat een vormverandering nodig is om plek te bieden aan de nieuwe stal. Daarnaast worden er in de toekomstige situatie 1.250 minder kippen gehouden dan nu het geval is en wordt er voorzien in landschappelijke inpassing van het bestemmingsvlak. 2. Voorstel 1. Kennis te nemen van het feit dat tegen het ontwerpbestemmingsplan 1 zienswijze is ingediend. 2. In te stemmen met de beantwoording van de zienswijze zoals verwoord in het bij dit besluit behorende zienswijzenverslag. 3. Gelet op het bepaalde in artikel 6.12, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. 4. Het landschappelijk inpassingsplan Landschappelijke inpassing de heer M. Coumans Someren Projectbureau Orbis BV, d.d. 22 april 2013, vast te stellen als bijlage van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 2 november 2011. 5. Te bepalen dat voor het opstellen van het bestemmingsplan gebruik is gemaakt van de ondergrond zoals opgenomen in het bestand o_nl.imro.0847.bp02012011.dxf.
6. Het bestemmingsplan Dooleggersbaan 20 met identificatienummer NL.IMRO.0847.BP02012011-VS01 gewijzigd vast te stellen. 3. Inleiding 3.1 Aanleiding, achtergrond Initiatiefnemer wil zijn bedrijf ontwikkelen ten behoeve van biologisch gehouden rundvee. Om de dieren binnen te kunnen zetten, is een nieuwe stal noodzakelijk. Er wordt een potstal gerealiseerd voor 30 stuks jongvee, 30 zoogkoeien en 21 vleeskalveren. In de voormalige varkensstal worden in de toekomstige situatie 7 stuks jongvee en 7 zoogkoeien gehuisvest. Daarnaast wordt er ruimte gemaakt voor 6 afkalfhokken en opslagruimte. De kippenstal blijft behouden en er worden in de toekomst 2.633 dieren gehouden, in plaats van de 3.883 kippen die nu op de vergunning staan (dat is dus 1.250 stuks minder). De dieren krijgen zoveel mogelijk biologisch voer, dat zoveel mogelijk van het eigen land afkomstig is. Alleen als er niet voldoende biologisch voer beschikbaar is, dan mag er een klein percentage regulier voer bijgemengd worden. Het land wordt bemest met mest die afkomstig is van de eigen veestapel. Om de nieuwe stal te kunnen bouwen, moet het bestemmingsvlak van vorm worden veranderd. De oppervlakte blijft hetzelfde (0,78 ha.). In het verleden is door initiatiefnemer een principeverzoek ingediend om zijn bestemmingsvlak van vorm te mogen veranderen en de hierboven omschreven ontwikkeling van zijn bedrijf vorm te geven. Hieraan is medewerking verleend. Om te kunnen voldoen aan wettelijke vereisten, zoals de Verordening ruimte 2014, is een postzegelbestemmingsplan opgesteld voor de locatie aan de Dooleggersbaan. Op 11 november 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om in te stemmen met het ontwerpbestemmingsplan en om dit ter inzage te leggen voor zienswijzen. Het ontwerpplan is vervolgens gedurende 6 weken ter inzage gelegd en de termijn is geëindigd op 7 januari jl. 3.2 Centrale vraag Bent u bereid om het bestemmingplan Dooleggersbaan 20 vast te stellen? 3.3 Relatie met eerder gestelde kaders en wetgeving Verordening ruimte 2014 In dit geval is sprake van een veehouderij: een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren. De locatie aan de Dooleggersbaan ligt binnen het gemengd landelijk gebied. Een bestemmingsplan dat is gelegen in een dergelijk gebied, kan voorzien in een uitbreiding van een veehouderij. Er wordt een aantal voorwaarden gesteld aan de uitbreiding van de veehouderij, waar aantoonbaar aan voldaan moet worden. Er moet onder meer sprake zijn van een zorgvuldige veehouderij: veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op 2/5
lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving. In het bestemmingsplan is een verantwoording opgenomen waarin wordt aangetoond dat het initiatief voldoet aan de voorwaarden die de Verordening ruimte stelt. Zo is er bijvoorbeeld een dialoog gevoerd met de omgeving, is er een landschappelijk inpassingsplan, etc. Bestemmingsplan Buitengebied 2014 Op grond van het bestemmingsplan Buitengebied 2014 heeft het bestemmingsvlak de aanduiding veehouderij. Dit bestemmingsplan is inmiddels voor het grootste deel in werking getreden. Omdat er echter ten tijde van het opstellen van het postzegelplan sprake was van een tussenperiode tussen twee verschillende bestemmingsplannen, is gekozen voor een specifiek postzegelbestemmingsplan voor deze locatie. Daarnaast krijgen we te maken met 2 verschillende bestemmingsplannen, omdat de vorm van het bestemmingsvlak wijzigt. Het bestemmingsvlak van het agrarisch bedrijf ligt namelijk binnen het plangebied van Buitengebied 2014, terwijl de omliggende gronden (die gewijzigd worden qua bestemming) in het plangebied van Buitengebied Someren (2011) vallen. Ook vanwege deze reden is het efficiënter gebleken om een eigen postzegelbestemmingsplan op te stellen voor deze locatie. Structuurvisie Someren 2028 In de Structuurvisie is aangegeven dat de ambities van het Reconstructieplan overeind blijven. Dit houdt in dat veehouderijen op de juiste plekken mogelijkheden krijgen. Het bedrijf van initiatiefnemer ligt binnen het gemengd landelijk gebied c.q. verwevingsgebied en daarom past het doorontwikkelen van het bedrijf in de Structuurvisie. Ook wordt een slag geslagen op het gebied van duurzaamheid. De ontwikkeling van het bedrijf past in de Structuurvisie. 4. Probleemstelling (huidige situatie) Het huidige vigerende bestemmingsplan biedt niet de gewenste mogelijkheden om de extra stal te bouwen. Daarbij is nog een complicerende factor dat het bestemmingsvlak van de veehouderij weliswaar in het bestemmingsplan Buitengebied 2014 valt, maar de omliggende percelen niet. Deze vallen binnen het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Someren (2011) en hebben een landschapsbestemming. Om het bedrijf in de gewenste richting te kunnen ontwikkelen, is een vormverandering noodzakelijk. 5. Doelstelling (gewenste situatie) De doelstelling is om te komen tot een actueel planologisch beleidskader, waardoor de ondernemer zijn bedrijf kan ontwikkelen in de door hem gewenste richting. 6. Mogelijke oplossingen en effecten Het ontwerpbestemmingsplan is ter inzage gelegd voor zienswijzen. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om ten aanzien van dit plan zienswijzen kenbaar te maken. Er is gedurende de periode van terinzagelegging één zienswijze ingekomen van Gedeputeerde Staten. De opmerkingen betroffen de afwijkingsmogelijkheden die in het plan waren opgenomen voor schuilgelegenheden en paardenbakken. Omdat er ter plaatse van de Dooleggersbaan geen sprake is van een kernrandzone, 3/5
behoort het oprichten van een schuilgelegenheid buiten een bestemmingsvlak niet tot de mogelijkheden. Dit artikel is dan ook geschrapt uit de planregels. Daarnaast mag een paardenbak alleen aansluitend aan het bestemmingsvlak van het agrarisch bedrijf worden gerealiseerd. Deze voorwaarde ontbrak in het ontwerp, maar is alsnog opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan. Op deze manier wordt tegemoet gekomen aan de zienswijze van de provincie. Waterschap De Dommel heeft te kennen gegeven in te kunnen stemmen met het bestemmingsplan, omdat het voldoet aan de uitgangspunten voor hydrologisch neutraal ontwikkelen. Voor het overige zijn geen zienswijzen ingediend. In het kader van het ontwerpbestemmingsplan is een dialoog gevoerd met de directe omwonenden van het bedrijf. Deze mensen zijn dan ook op de hoogte van de plannen. Het voeren van een dialoog is bedoeld om in een voortijdig stadium wederzijds begrip te creëren voor ontwikkelingen van veehouderijen. In deze opzet lijkt men in dit geval geslaagd. Wanneer het bestemmingsplan wordt vastgesteld, kan door degenen die een zienswijze hebben ingediend beroep worden aangetekend. In dit geval zou dat alleen de provincie zijn. Omdat tegemoet gekomen worden aan de zienswijze die zij hebben ingediend, lijkt het niet aannemelijk dat zij in beroep zullen gaan. Daarnaast kan beroep worden aangetekend tegen aangebrachte wijzigingen bij de vaststelling en ook door diegene die kan aantonen dat hij of zij niet in de gelegenheid is geweest om een zienswijze in te dienen. Deze laatste 2 mogelijkheden zijn echter uitzonderlijk en het is niet aannemelijk dat deze situaties zich voordoen in dit geval. 7. Consequenties van de oplossingen 7.1 Financiële aspecten Er zijn geen kosten verbonden aan het bestemmingsplan voor de gemeente Someren. De legeskosten en de kosten voor het laten opstellen van het bestemmingsplan (inclusief bijlagen) komen voor rekening van de initiatiefnemer. 7.2 Juridische aspecten Er is sprake van een vast te stellen plan. Hiertegen kan beroep worden aangetekend door degenen die een zienswijze hebben ingediend. In dit geval is dat alleen de provincie. Omdat wij tegemoet komen aan de zienswijze, is de kans dat er beroep wordt aangetekend door de provincie verwaarloosbaar. Daarnaast is het mogelijk dat iemand die redelijkerwijs niet in staat is geweest om een zienswijze in te dienen, alsnog beroep aantekent. Dit is echter een uitzondering, die niet snel wordt gehonoreerd. Tot slot is het mogelijk om rechtstreeks beroep aan te tekenen voor iemand die geen zienswijzen heeft ingediend, maar die het niet eens is met bij vaststelling aangebrachte wijzigingen in het bestemmingsplan. In dit geval zijn de wijzigingen het gevolg van een zienswijze van de provincie. De beroepstermijn duurt 6 weken. 4/5
7.3 Risico s en kansen Er is altijd een risico dat er beroep wordt aangetekend tegen een bestemmingsplan. Zoals in het voorgaande omschreven, is de kans dat dit gebeurt echter gering. Het bestemmingsplan maakt de (door)ontwikkeling van een biologisch bedrijf mogelijk. Dit is een positieve ontwikkeling te noemen, in verband met zowel het dierenwelzijn als ook in de mogelijkheden voor landschappelijke inpassing. Een agrariër die iets wil met zijn bestemmingsvlak, zal immers moeten voorzien in een kwaliteitsverbetering op en rondom zijn bedrijfslocatie. Dit is een kans te noemen, omdat er geen eisen kunnen worden gesteld aan een ondernemer die niets wijzigt in planologisch opzicht. 8. Communicatie en participatie De kennisgeving van het vastgestelde bestemmingsplan vindt plaats in t Contact en de Staatscourant, waarbij de beroepsmogelijkheden worden aangegeven. Alleen degene die een zienswijze heeft ingediend, degene die redelijkerwijs niet in staat is geweest om een zienswijze in te dienen en degene die het niet eens met bij de vaststelling aangebrachte wijzigingen, kan beroep aantekenen. Deze beperkingen vloeien voort uit de wet- en regelgeving. 9. Planning Uw raad stelt het bestemmingsplan vast in de vergadering van 26 maart 2015. Omdat tegemoet wordt gekomen aan de zienswijzen van de provincie, is het niet nodig om hen in de gelegenheid te stellen een reactieve aanwijzing in te dienen. De publicatie van de kennisgeving tot vaststelling kan daarom onverwijld plaatsvinden, maar het moet in ieder geval binnen 2 weken na de vaststelling. De beroepstermijn begint te lopen met ingang van de dag na de terinzagelegging en duurt vervolgens 6 weken. Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, de burgemeester, Drs. A.P.M. de Kok A.P.M. Veltman Bijlagen: O NO Concept raadsbesluit X Zienswijzenverslag X 5/5
Besluit gemeenteraad Titel: Vaststellen bestemmingsplan Dooleggersbaan 20 Zaaknummer: SOM/2015/001617 Documentnummer: SOM/2015/001636 Datum besluit: De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 februari 2015; overwegende dat: door het college van burgemeester en wethouders is besloten in te stemmen met de voorgenomen vormverandering van het agrarisch bouwblok aan Dooleggersbaan 20 en aan die aanvraag in principemedewerking te verlenen, onder de voorwaarde dat er nog een en ander moet worden uitgewerkt in het op te stellen bestemmingsplan; het verzoek niet past binnen het op 26 juni 2014 vastgestelde, maar nog niet geheel onherroepelijke, bestemmingsplan Buitengebied 2014 ; de locatie Dooleggersbaan 20 op grond van het bestemmingsplan Buitengebied 2014 bestemd is als Agrarisch Agrarisch Bedrijf, met de specifieke aanduiding veehouderij ; vanwege het feit dat het postzegelbestemmingsplan omwille van de tijd niet kon wachten op vaststelling en geheel onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Buitengebied 2014 en dat er niet door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan medewerking kan worden verleend aan de vormverandering, is gekozen om een postzegelbestemmingsplan op te stellen; er anderszins geen redenen zijn om geen medewerking te verlenen aan het verzoek; voor het plan geen exploitatieplan in de zin van artikel 6.12 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening behoeft te worden vastgesteld, omdat het verhalen van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is; *150001636*
op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening overleg heeft plaatsgevonden met Waterschap De Dommel en de provincie Noord-Brabant; de provincie Noord-Brabant en Waterschap De Dommel gereageerd hebben en dat deze reacties zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan; het besluit tot het toepassen van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden voorbereid overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht; op 11 november 2014 is besloten om de procedure ex artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening op te starten. van de terinzagelegging openbare kennisgeving heeft plaatsgevonden in t Contact en de Staatscourant van 26 november 2014 en via www.ruimtelijkeplannen.nl; het ontwerpbesluit, het ontwerpbestemmingsplan en bijbehorende bescheiden vervolgens met ingang van 27 november 2014 gedurende een periode van zes weken ter inzage hebben gelegen; ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan 1 zienswijze is ingediend, die binnen de termijn is ingekomen en derhalve ontvankelijk is; de zienswijze heeft geleid tot de aanpassing van onderdelen van het bestemmingsplan; bekendmaking van dit besluit plaatsvindt op de wijze als verwoord in artikel 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening de Algemene wet bestuursrecht; 2/3
b e s l u i t : 1. Kennis te nemen van het feit dat tegen het ontwerpbestemmingsplan 1 zienswijze is ingediend. 2. In te stemmen met de beantwoording van de zienswijze zoals verwoord in het bij dit besluit behorende zienswijzenverslag. 3. Gelet op het bepaalde in artikel 6.12, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. 4. Het landschappelijk inpassingsplan Landschappelijke inpassing de heer M. Coumans Someren Projectbureau Orbis BV, d.d. 22 april 2013, vast te stellen als bijlage van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 2 november 2011. 5. Te bepalen dat voor het opstellen van het bestemmingsplan gebruik is gemaakt van de ondergrond zoals opgenomen in het bestand o_nl.imro.0847.bp02012011.dxf. 6. Het bestemmingsplan Dooleggersbaan 20 met identificatienummer NL.IMRO.0847.BP02012011- VS01 gewijzigd vast te stellen. Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren, de raadsgriffier, de voorzitter, J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman 3/3