1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

eigenlijk na? e Heb je enig idee waarom de kwartcirkels bij de corners niet getekend zijn in het plaatje?

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

5 De ruimte in = 10 kogels. A = 56 kogels M M N. 11 cm 11 cm. 1 : cm. 2 cm 2 cm. 3 cm. even lang!

Herhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen

2. Antwoorden meetkunde

werkschrift passen en meten

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

de Wageningse Methode Antwoorden H5 DE RUIMTE IN 1

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

Hoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

G&R havo B deel 3 10 Aanzichten en doorsneden C. von Schwartzenberg 1/16. 1a Het bovenaanzicht van het voorwerp is een cirkel. 3

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

8 A vijfzijdig prisma ; B kubus ; C vierzijdige piramide. 10 b de laatste. 11 a Bijvoorbeeld: c = 6 cm a,b. 13 b

Wiskunde Opdrachten Vlakke figuren

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Antwoorden De juiste ondersteuning

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Willem-Jan van der Zanden

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud

5.0 INTRO. Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

wiskunde CSE GL en TL

met tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10

Antwoordmodel - In de ruimte

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

wiskunde CSE GL en TL

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken Plaats bepalen Negatieve getallen Rekenen 100

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Wiskunde - getallenkennis

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Soorten lijnen. Soorten rechten

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

werkschrift driehoeken

ZESDE KLAS MEETKUNDE

Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Domein A: Inzicht en handelen

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Wiskunde. Eerste tot en met vijfde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad

Blok 7 MK vraag 1: een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden

handleiding pagina s 965 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 117, 123, 129, 140 en Cd-rom

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

A 1 Welke vorm? tent tennisbal beker notitieblok ijshoorntje baksteen. Voorwerpen uit de omgeving

Onthoudboekje rekenen

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel meetkunde

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Examen VBO-MAVO-D Wiskunde

Homogene groepen, de balk

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

handleiding pagina s 241 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 59: wandelplannen pagina 60: grondplannen constructies 2 Werkboek

Vraag Antwoord Scores. 2 maximumscore 3 Laatste rij in tabel verder invullen tot totaal aantal vierkanten 19 is 2. Het rijnummer is 9 1 ).

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

handleiding pagina s 1005 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en Cd-rom

5 keer beoordeeld 4 maart Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

de Leuke En Uitdagende Wiskunde VEELVLAKKEN SAMENSTELLING: H. de Leuw

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

Wiskunde. Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 5, paragraaf 5.1, 5.2 en 5.3 kennen en kunnen.

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

percent = procent per cent betekent per 100.

Antwoorden Vorm en Ruimte herhaling. Verhoudingen

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Transcriptie:

1 2 1 Wiskunde, zeker duimstok Timmerman Hoe lang iets is. Blokhaak: Timmerman Of een hoek haaks is. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. Zeven munten: een van 1-eurocent, twee van 2-eurocent, een van 5-eurocent, een van 10-eurocent en twee van 20-eurocent. Waterpas: Timmerman Of iets horizontaal of verticaal is. Lijnen trekken en opmeten, Hoeken tekenen en opmeten. Kijken of iets recht is. Klok: tijd meten Weegschaal: gewicht meten Thermometer: temperatuur meten 5 keer Met de passer kun je een lengte afpassen. 2 cm Alle gewichten van 1 t/m 18 gram, behalve 4, 9 en 14 gram. Ja, bijvoorbeeld met 5 gram links en 1 gram rechts kun je 4 gram afwegen. 4 cm 3 cm Alle gewichten van 1 t/m 15 gram. 16 gram

3 4 3 cm 4 cm 3 cm 3 cm 3 cm 3 cm Als je op de weg fietst, kijk je scheef op de figuur. Daardoor zie je de fiets juist normaal. Een etende man met een hond. Met passer of muntstuk; wel een cirkel. Met een liniaal; wel een vierkant. Met een geodriehoek (daar staan evenwijdige lijnen op); wel evenwijdig. Daarvoor moet je de passerpunten ver van elkaar zetten. Daarvoor moet je de passerpunten dicht bij elkaar zetten.

27 28 5 6 1 dm 3 weegt 11 kg, dus 18 dm 3 weegt 27kg Vermenigvuldigen met 11 START 45 : 11 = 30 dm 3 Schrijf 1 in het middelste hokje an Vermenigvuldigen met B 17 24 1 8 15 23 5 7 14 16 4 6 13 20 22 10 12 19 21 3 11 18 25 2 9 Ligt het laatste hokje aan de bovenrand? Ligt het laatste hokje in de rechter bovenhoek? Ligt het laatste hokje aan de rechter zijkant? Ga vanuit het laatste hokje een hokje naar Ga vanuit het laatste hokje een hokje naar boven. Ga naar het hokje dat rechts boven het laatste hokje ligt. 24 ribben 16 hoekpunten 10 grensvlakken Ga naar het hokje helemaal onderaan Ga naar het hokje helemaal links in deze horizontale rij. Staat er al een getal in dit hokje? * prisma achtzijdig Ga terug naar het laatste hokje. # Een cilinder heeft eenzelfde grondvlak en bovenvlak. Een kegel heeft een top. Ga vanuit het laatste hokje Een balk een hokje is iets naar ruimtelijks, een rechthoek is iets plats. Een Schrijf piramide het volgende heeft een hoekig grondvlak, een getal kegel in dit heeft hokje. een rond grondvlak. Nee, deze hoek is niet recht. Nee, de zijden * en # zijn niet even lang. II Zijn alle hokjes gevuld? I KLAAR I: 3-zijdige piramide, II: 4-zijdige piramide De twee andere zijden zijn ook evenwijdig. Parallellogram.

7 8 25 26 SOORTEN VIERHOEKEN Een vierhoek met is een rechthoek. 5 3 is een parallellogram. De hoeken zijn recht. Rechthoek is een vierkant. is een ruit. is een trapezium. 6 De bovenste hoek is net iets te groot?? is een vlieger. Kan jij een parallellogram en een vlieger tekenen met behulp van je passer? De zijden zijn even lang. Ruit RUIMTELIJKE VORMEN Ruimtelijke vormen met alleen maar platte grensvlakken zijn Ruimtelijke vormen met een of meer gebogen grensvlakken zijn De hoeken zijn recht. Vierkant Wat voor soort grensvlakken heeft een prisma? Wat voor soort grensvlakken heeft een piramide? 6munten rechthoek ruit IN WELKE VOLGORDE? 8 4 2 + 2 + 3 = 8 : 4 : 2 2 3 = 14 35 3 24 0 15 40 120 De zijden zijn even lang. Ruit 8 ( 4 2 + 2 + 3 ) = 8 : ( 4 : 2 2 3 ) = 8 ( 4 2 + 2 ) + 3 = 8 : ( 4 : 2 2 ) 3 = 3 13 16 75 200 600 geen evenwijdige zijden, geen rechte hoeken, geen even lange zijden parallel- parallellogram logram 8 4 ( 2 + 2) + 3 = 8 : 4 : ( 2 2) 3 = 10 6 ((8 2) (6 3)) = 10 + 6 : ((8 : 2) (6 : 3)) = 18 1 12 4 6 9 3 36 2

23 24 9 10 vouw = 1 = 4 knip knip vouw = 4 knip = 0 (7 1) x 8 : 2 = 24 vouw 12 + 4 + 2 = 16 + 2 = 18 12 + (4+2) = 12 + 6 = 18 12 4 2 = 8 2 = 6 12 (4 2) = 12 2 = 10 12 4 2 = 48 x 2 = 96 12 (4 2) = 12 x 8 = 96 12 : 4 : 2 = 3 : 2 = 11 12 : (4 : 2) = 12 : 2 = 6 (7 1) x 2 x 2 = 24 4 x 6 x (3 2) = 24 1 x 4 x (3+3) = 24 (5 + 7) x (3 1) = 24 parallellogram gelijkbenige driehoek 50 cm 2 ongeveer 7,1 cm = 71 mm 7 + 7 + 8 + 2 = 24 1 x 7 x 4 4 = 24 3 x 6 2 + 8 = 24 25 cm 2 5 cm precies! 5 x 3 + 3 x 3 = 24 gelijkbenige driehoek (5 + 1) x (8 4) = 24 vlieger parallellogram

11 12 21 22 4,4 6,6 8,8 11 22 33 44 55 Anneke rekent eerst 5 + 4 uit: 9. Dan: 9 x 3 = 27. Vin rekent eerst 4 x 3 uit: 12. Dan 5 + 12 = 17. (6 + 6) : (2 + 1)= 4 (6 + 6) : 2 + 1 = 7 6 + 6 : (2 + 1)= 8 6 + 6 : 2 + 1 = 10 geen haakjes nodig 9 + 6 : (3 1) = 9 + 6 : 2 = 9 + 3 = 12 9 + 6 : 3 1 = 9 + 2 1 = 10 ( 9 + 6 ) : 3 1 = 5 1 = 4 (9 + 6 ) : ( 3 1 ) = 15 : 2 = 71 17,80 gulden met 2,2 17 50 gulden is evenveel als 50 : 2,2 = 22,73 euro. Anneke krijgt terug: 22,73 17,50 = 5,23 euro. delen door 2,2 25 : 2,2 = 11,36 euro 11 + 5 2 = 11 + 10 = 21 11 5 2 = 11 10 = 1 10 + 2 3 + 4 = 10 + 6 + 4 = 20 10 2 3 + 4 = 10 6 + 4 = 8 6 7 + 5 6 = 42 + 30 = 72 6 7 5 6 = 42 30 = 12 Zie hieronder: 21 5 20 27 42 59 90 105 122 100+10 : 2 = 105 100+10+2 = 112 100 10 : 2 = 500 100 10+2 = 1002 100 10 : 2 = 95 100 10+2 = 92 100 : 10 : 2 = 5 100 : 10+2 = 12 7.44 uur 8.44 uur 3 5 15 40 25 104 65 75 200 100+10 2 = 108 100+10 2 = 120 100 10 2 = 998 100 10 2 = 2000 100 10 2 = 88 100 10 2 = 80 100 : 10 2 = 8 100 : 10 2 = 20 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 21 Van 8.44 tot 9.05 uur; dus 21 min. 15 9 20 25 18 11 19 36 21 13 18 49 Voorbeelden 12 (6 + 2) = 12 8 = 96 12 + 6 2 = 12 + 12 = 24 12 + 6 : 2 = 12 + 3 = 15 12 6 + 2 = 6 + 2 = 8 12 : 6 2 = 2 2 = 4 (10 2 + 20) : 7 = 28 : 7 = 4 10 7 x 8 : 2 : 4 + 3 = 10 7 + 3 = 6 10 2 + 5 + 3 = 16 Van 10.02 tot 11.01 11.21 uur uur; dus 59 min. 60 39 5 400 10 7 + 3 = 6

19 20 13 14 10 5 16 8 4 2 1 43 46 55 70 121 310 START START Lees een getal in de eerste rij. Kies een begingetal. Tel er 7 bij op. Schrijf het getal op in de rij. Vermenigvuldig met 3. Is het getal 1? 5 rechthoeken, 2 vijfhoeken 3 rechthoeken, 2 driehoeken aantal aantal aantal vlakken ribben hoekpunten driezijdig prisma vierzijdig prisma vijfzijdig prisma zeszijdig prisma tienzijdig prisma 5 6 7 8 12 9 12 15 18 30 6 8 10 12 20 100-zijdig prisma 123-zijdig prisma 102 125 300 369 200 246 n-zijdig prisma n + 2 3 n 2 x n 5 driehoeken, 1 vijfhoek driehoeken 4 grensvlakken driezijdig piramide vierzijdig piramide vijfzijdig piramide zeszijdig piramide tienzijdig piramide 100-zijdig piramide 123-zijdig piramide n-zijdig piramide aantal aantal aantal vlakken ribben hoekpunten 4 6 4 5 8 5 6 10 6 7 12 7 11 20 11 101 200 101 124 246 124 n + 1 2 x n n + 1 Trek er 11 van af. Vul het resultaat in in de tweede rij. Deel door 2. Vermenigvuldig met 3 Alle getallen in de eerste rij gehad? Tel er 1 bij op. KLAAR KLAAR Is het getal even? 34 17 52 26 13 40 20 10 5 16 8 4 2 1 5 8 13 21 34 55 89 START 8 4 2 Lees de laatste twee getallen in de rij. Nee, want het aantal ribben is altijd een drievoud; en 50 is geen drievoud. Nee, want het aantal ribben is altijd even; en 25 is oneven. Tel ze bij elkaar op. Schrijf de uitkomst op in de rij. Ja: een 25-zijdig prisma heeft 2 x 25 = 50 hoekpunten. Ja: een 24-zijdig piramide heeft 24 + 1 = 25 hoekpunten. Alle getallen in de eerste rij gehad? KLAAR

15 16 17 18 kubus: dobbelsteen cilinder: pritstift piramide:? kegel: ijshoorn, lampekap driezijdig prisma: dak van huis, tent Er komt steeds 34 uit. balk kubus piramide: alleen platte vlakken kegel: één gebogen vlak, één plat vlak Die zijn even groot. kegel bol bol: één gebogen vlak prisma: alleen platte vlakken Een piramide heeft een top. Van een balk zijn het grondvlak en het bovenvlak gelijk. driezijdige piramide Een vierzijdig prisma. 8 staafjes 5 plaatsen 5 grensvl. 45 12 staafjes 8 plaatsen 12 staafjes 8 plaatsen 6 grensvl. cilinder zeszijdig prisma 45 : 3 = 15 bol: kogel cilinder: toren, kanon, wiel 4 van 10 cm, 4 van 20 cm, 4 van 60 cm kegel: torenspits balk: vierkante toren 6 7 2 1 5 9 8 3 4 prisma: huis, aanbouw huis, schoorsteen Alle staafjes zijn even lang Er is een stuk van de hele kegel en een stuk van de hele piramide afgesneden.