Cursus. Verandering en palliatieve terminale zorg

Vergelijkbare documenten
Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Netwerk versterken

Cursus. Sociale kaart

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2

Cursus. Ouderen ondersteunen om langer zelfredzaam te zijn

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Joke Christiaans. Inhoudelijke redactie: Bapke Westhoek

Cursus. Onderwijs/VVE 4 Interactievaardigheden

Cursus. Moeilijk bereikbare doelgroepen

Cursus. Dubbele diagnose

Cursus. Chronisch zieken

Cursus. Schuldhulpverlening (budgetteren)

Training. Groepsklimaat

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Cursus. Kinderziektes en medicatie

Training. Observeren en rapporteren

Cursus. Anatomie, fysiologie en pathologie Deel 4

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SMD en SCW

Cursus. Verdieping doelgroepen

Cursus. Ontwikkelingspsychologie

Cursus. Opvoeden en opgroeien in de buurt

Cursus. Meervoudig complex gehandicapten

Training. Methodisch verzamelen van informatie

Cursus. Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerk

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Training. Begeleiden

Cursus. Verslavingszorg

Cursus. Didactiek en motiveren van leerlingen

Cursus. De wijk in beeld

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Cursus. Autistisch spectrum

Cursus. Begeleiden en zorgen in de thuiszorg en ambulant in GHZ

Cursus. Groepsdynamica en leiderschapsstijlen

Cursus. Anatomie, fysiologie en pathologie Deel 5

Cursus. Begeleiden bij psychiatrische aandoeningen Deel 1

Cursus. Gezin in beeld

Cursus. Klassenmanagement

Cursus. Begeleiden van adolescenten

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de GHZ

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

Cursus. Aanbieden ontwikkelingsgerichte activiteiten VVE

Cursus. Diversiteit in sociaal werk

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SW

Cursus. Taalverwerving en meertaligheid, herkennen laaggeletterdheid ouders

Cursus. Activiteiten ontwikkelen

Cursus. Schrijf een projectplan

Cursus. Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis)

Cursus. Verdieping dagbesteding en methodisch werken

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus. Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen

Training. Presenteren en instrueren

Training. Werven, coördineren en begeleiden van vrijwilligers

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de ggz

Cursus. Begeleiden in azc

Training. EHBO 1 voor MZ

Cursus. Coördinatie en beheertaken uitvoeren

Cursus. Oriëntatie op het werkveld

Training. Verdieping gespreksvoering

Cursus. Onderwijs VVE 2 activerende leeromgeving

Training. BMC-vaardigheden gericht op dagbesteding deel 1 (creatief)

Training. Verhalen vertellen met poppen

Cursus. Begeleiden in de driehoek

Training. Gesprekstechnieken

Training. Uiterlijke verzorging

Training. EHBO voor PW

Training. EHBO 2 voor MZ

Training. BMC-vaardigheden gericht op dagbesteding deel 2 (sport en spel)

Training. Enquêteren

Cursus. Ontwikkelingsgerichte lesactiviteiten

Cursus. Onderwijs/VVE 1

Training. Interdisciplinair samenwerken

Cursus. Signaleren van sociale problemen en huiselijk geweld

Cursus. Anatomie, fysiologie en pathologie Deel 6

Training. Observeren en signaleren

Training. Mobiliteit, slapen en waken

Training. Zakelijk communiceren

Training. Gesprekken voeren met cliënten SW

Cursus. Omgaan met lichamelijkheid en intimiteit

Training. Talentherkenning

Training. Persoonlijke verzorging voor PW

Training. Gesprekstechnieken voor SMD

Cursus. Financiën en administratie

Training. Coachend begeleiden

Training. BMC vaardigheden gericht op dagbesteding deel 3 (muziek en drama)

Training. Hoe kom je tot een projectplan?

Cursus. Ouders betrekken in begeleiding

Cursus. Leren kun je leren

Cursus. Ontwikkelingspsychologie 1: algemeen, baby, dreumes

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Mies Blok. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Training. Taalstimulering

Project. Ondernemerschap in welzijnswerk

Transcriptie:

Cursus Verandering en palliatieve terminale zorg

Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Saskia Danen, Ursula Luijken Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf, Stijnie Bijlsma Titel: Verandering en palliatieve terminale zorg ISBN: 978 90 3723 418 3 Edu Actief b.v. 2016 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.

Inhoudsopgave Over deze cursus 4 Oriëntatie 7 Ondersteuning bieden bij verliesverwerking en rouw 8 Begeleiding in de palliatieve en terminale zorg 12 Palliatieve en terminale zorg in specifieke zorgsituaties 17 Ondersteuning bieden aan naasten in de palliatieve en terminale fase 21 Euthanasie, sedatie en versterven 24 Zorg rondom het overlijden 28 Reflectie 32 Theoriebron Palliatieve en terminale zorg begrippen begrepen 33 Theoriebron Verliesverwerking en rouw 35 Theoriebron Palliatieve zorg en terminale zorg in specifieke zorgsituaties 37 Theoriebron Ondersteuning van naasten 41 Theoriebron Pijn 44 Theoriebron Zorg rondom overlijden 47 Theoriebron Euthanasie 49 Theoriebron Palliatieve sedatie 52 Theoriebron Versterven 55 3

Over deze cursus Over deze cursus Inleiding Deze cursus geeft je handvaten om professioneel om te gaan met ernstig zieke cliënten, die niet meer beter zullen worden. Allereerst staat de theorie centraal. Wat betekenen begrippen als verliesverwerking, coping, rouw, palliatieve en terminale fase en wat is de rol van de hulpverlener bij de begeleiding van de cliënt en diens naasten? Zorg voor de ernstig zieke cliënt wordt in alle lagen van Daarnaast krijg je uitleg over de de maatschappij anders vormgegeven. zorg rondom het overlijden van de cliënt en de nazorg voor de naasten. Leerdoelen Je kunt ondersteunen bij verliesverwerking ten gevolge van ziekte/ beperkingen of behandeling, rouw uitleggen en verschillende copingstijlen herkennen. Je kunt wat, hoe, waarom (reden en doel) van middelen, materialen, aandachtspunten, controles en observaties in de palliatieve en terminale fase uitleggen. Je kunt uitleggen hoe je palliatieve en terminale zorg kunt bieden aan cliënten met dementie, aan cliënten met een verstandelijke beperking en aan kinderen, rekening houdend met verschillende culturele aspecten. Je kunt uitleggen op welke wijze je naasten kunt ondersteunen in de palliatieve en terminale fase. Je kunt wat, hoe, waarom (reden en doel) van begeleiding bij euthanasie, sedatie en versterven uitleggen. Je kunt uitleggen welke zorg je biedt rond het overlijden. Beoordeling Beoordelingsformulier < Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op de inhoud (producteisen) en op de uitvoering (processtappen). Ander belangrijke punten bij de beoordeling zijn actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier. Beroepsproduct 1: Voorlichtingsfolder palliatieve zorg In de palliatieve zorg wordt veel gebruikgemaakt van folders of brochures om zorgvragers uitleg te geven of informatie te verstrekken. Patiëntenverenigingen hebben folders gemaakt en soms hebben organisaties eigen folders ontwikkeld. 4

Over deze cursus In een groepje van drie of vier studenten ga je nu zelf een voorlichtingsfolder over palliatieve zorg schrijven. Maak hierbij een keuze voor een doelgroep: kinderen, jeugdigen, volwassenen, mensen met een verstandelijke beperking of mensen met dementie. Eisen aan de uitvoering Werkmodel STARRT-methode < Je mag zelf kiezen in welk programma je de folder maakt (Word, PowerPoint enzovoort). De voorlichtingsfolder lever je in bij de docent. Je zorgt voor bronvermelding. Voeg als bijlage een kort verslag toe van hoe het proces verlopen is en leg daarin uit welke student welk onderdeel (pagina) geschreven heeft. Maak een planning en een taakverdeling, zorg daarbij dat je de taken evenredig verdeelt. Bedenk met elkaar waar informatie te vinden is (internet, schriftelijke informatie patiëntenverenigingen). Bedenk op welke zoektermen je kunt zoeken. Bedenk welke informatie in de folder moet komen. Bedenk of je naast tekst ook beeldmateriaal wilt gebruiken. Schrijf de folder. Evalueer de activiteit. Schrijf een reflectieverslag volgens de STARRT-methode. Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je aan de volgende processtap begint. Eisen aan het beroepsproduct Voorlichtingsfolder is maximaal vier tot zes pagina s A4. De folder heeft een duidelijk omschreven doelgroep. De folder is overzichtelijk en bevat voldoende informatie. De informatie in de folder is begrijpelijk en in correct Nederlands. De folder heeft bronvermeldingen. De uitstraling van de folder past bij de doelgroep (tekst, afbeeldingen en vormgeving). Het beeldmateriaal is een aanvulling op de tekst. Beroepsproduct 2: Checklist palliatieve zorg Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van cliënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere symptomen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard (definitie World Health Organization, 2002). Om te anticiperen op (vooruit te kijken naar) klachten en problemen die in de nabije toekomst verwacht (kunnen) worden, is het handig om naast een zorgplan een checklist palliatieve zorg te hebben. 5

Over deze cursus Ontwikkel met drie tot vier medestudenten een checklist palliatieve zorg. Gebruik hierbij de volgende kopjes: Informatie en voorlichting Beschrijf welke folders of brochures je kunt gebruiken om de patiënt voor te lichten of informatie te verstrekken. Lichamelijke aandachtsgebieden Beschrijf welke lichamelijke symptomen kunnen voorkomen en welke meetinstrumenten of gestandaardiseerde vragenlijsten je kunt gebruiken om deze symptomen in kaart te brengen. Psychische aandachtsgebieden Beschrijf welke symptomen, gevoelens en emoties kunnen voorkomen en welke hulpmiddelen er zijn om de cliënt te ondersteunen. Sociale aandachtsgebieden Beschrijf welke symptomen, gevoelens en emoties kunnen voorkomen en welke hulpmiddelen er zijn om de cliënt te ondersteunen. Spirituele aandachtsgebieden Beschrijf welke zingevingsvragen, wensen met betrekking tot het levenseinde en emoties kunnen voorkomen en welke hulpmiddelen er zijn om de cliënt hierbij te ondersteunen. Plan voor jezelf een datum waarop je de beroepsproducten inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier. Eisen aan de uitvoering Je mag zelf kiezen in welk programma je de checklist maakt (Word, Excel enzovoort). Maak een checklist en een handleiding met bronvermelding. De checklist en de handleiding lever je in bij de docent. Maak een bijlage met een kort verslag van hoe het proces verlopen is en leg daarin uit welke student welk onderdeel (pagina) geschreven heeft. Maak een planning en een taakverdeling. Bedenk met elkaar waar informatie te vinden is (internet, schriftelijke informatie patiëntenverenigingen). Bedenk op welke zoektermen je kunt zoeken. Bedenk bij ieder kopje welke informatie in de checklist moet komen. Bedenk of je naast tekst ook beeldmateriaal wilt gebruiken. Maak een taakverdeling, zorg daarbij dat je de taken evenredig verdeelt. Stel de checklist samen. Maak de handleiding. Evalueer de activiteit. Schrijf een reflectieverslag volgens de STARRT-methode. Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je aan de volgende processtap begint. Eisen aan het beroepsproduct De checklist is maximaal drie tot vier pagina s A4. De handleiding is maximaal twee pagina s A4. De checklist bevat de kopjes: Informatie en voorlichting, Lichamelijke aandachtsgebieden, Psychische aandachtsgebieden, Spirituele aandachtsgebieden, Sociale aandachtsgebieden. De checklist bevat voldoende informatie. De handleiding geeft een duidelijke uitleg over de checklist. De checklist en de handleiding zijn begrijpelijk en in correct Nederlands. De handleiding heeft bronvermeldingen. 6

Oriëntatie Oriëntatie Opdracht 1 Bingo Er staan vijftien moeilijke begrippen op het bord die met palliatieve of terminale zorg te maken hebben. Elke student maakt een bingoblaadje met negen vakjes. Schrijf negen willekeurige begrippen van het bord over op je bingoblaadje. Geef vervolgens je blaadje aan de studiegenoot die links van je zit. De docent gaat nu uitleg geven over een willekeurig moeilijk begrip, zonder daadwerkelijk het woord te noemen. Als het begrip voorkomt op je bingoblaadje, streep je het door. Als je alle negen moeilijke begrippen hebt doorgestreept, roep je bingo. Je krijgt dan een klein presentje van de docent. Vervolgens legt de docent de overige moeilijke begrippen klassikaal uit. Opdracht 2 Boodschappenlijstje Iedereen krijgt een kladblaadje en schrijft bovenaan het onderwerp van de cursus Verandering en palliatieve terminale zorg. Hieronder schrijf je een woord of feit dat bij het onderwerp hoort. Je geeft je kladblaadje vervolgens door naar links. Op het kladblaadje dat je nu voor je hebt liggen schrijf je weer een woord/feit passende bij de cursus Verandering & palliatieve en terminale zorg. Daarna geef je het kladblaadje weer door naar links. Dit gaat zo door tot je je eigen kladblaadje weer hebt of tot de docent zegt dat jullie stoppen. Er mogen geen dubbele woorden of feiten op de kladblaadjes komen te staan. Als je echt niets nieuws weet toe te voegen zet je een kruisje op het kladblaadje. a. Wist je veel woorden/feiten bij het onderwerp te bedenken? b. Welke nieuwe dingen heb je erbij geleerd? Opdracht 3 Heb je ervaring met? Heb jij ervaring met het bieden van ondersteuning bij ernstig zieke cliënten? Beschrijf je ervaring in een kort verslag met behulp van de volgende vragen: Waar heb je de ervaring opgedaan? Waarom had de cliënt ondersteuning nodig? Hoe heb je de ondersteuning geboden? Kwam je problemen tegen en hoe heb je die eventueel opgelost? 7