Project / Werkstuk Naam: Klas: 1
Kruis hier aan met welke stap je reeds klaar bent en noteer de datum. Stappen Datum Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11 Stap 12 Stap 13 Stap 14 Stap 15 Aankruisen 2
STAP 1: Onderwerp kiezen Een voorstel vanuit de praatronde: Ik leer een keuze maken. Enkele voorbeelden Vrije werktijd:.. PV Verzorging: Bloeding Verbanden Verslikking Reanimatie Plastische Opvoeding: PAV: Boek Beroemde personen Rekenprobleem Toneelstuk Schetsen Aquarel Kalligrafie Verkeer: Sociale vaardigheden: Spreken voor een publiek Beleefdheid Assertiviteit Huishoudkunde: Pudding maken Vlees bakken Vegetarisch koken Muziek: Met de fiets Muziekgenre Kunstenaars Mijn 2 keuzes voor een werkstuk of project zijn: 1. 2. 3
STAP 2: Woordenveld of woordweb Met behulp van de MI kaart (zie volgende pagina). Schrijf je onderwerp in de kring. Waaraan denk je bij dit onderwerp? 4
Verbaal-liguïstische intelligentie (TAAL) Luisteren, spreken, lezen, schrijven, coderen en decoderen van taal Logisch-mathematische intelligentie (WISKUNDE) Probleem oplossen, redeneren, logica, rekenen en wiskunde Visueel-ruimtelijke intelligentie (BEELD) Ontwerpen, architectuur, schilderen, beeldhouwen, inrichten, decoreren Muzikaal-ritmische intelligentie (MUZIEK) Componeren, optreden, herkennen van muziek, patronen herkennen Lichamelijk kinesthetische intelligentie (DOE) Sportieve vaardigheden, lichaamstaal, toneel, ambachtelijk bezig zijn Naturalistische intelligentie (NATUUR) Onderscheiden, herkennen, observeren, categoriseren, verzamelen, samenhangende gehelen onderscheiden, groene vingers, dieren verzorgen Interpersoonlijke intelligentie (SAMEN) Empathie, organiseren en leiden van groepen, relaties kunnen aangaan en onderhouden, conflictoplossing, teamwerk Intrapersoonlijke intelligentie (IK) Reflectie, zelfkennis, zelfsturend, doelen stellen, plannen maken, evaluatie, bewust van waarden en normen 5
STAP 3: Clusteren of groepjes maken Hier gaan we samen met de leerkracht groepen maken...... Schrijf de groepen op, zo weet je wie bij welk groepje hoort! 6
STAP 4: Wie doet wat? Deze stap mag je overslaan bij een individueel werkstuk STAP 5: Motivatie Waarom kies ik voor dit onderwerp? Schrijf dit op en motiveer: 7
STAP 6: Plannen Bespreking gebeurt samen met de leerkracht. Ik begin aan mijn werkstuk op: Ik denk klaar te zijn tegen: Denk je dat je tijd genoeg zal hebben om je werkstuk voor te bereiden? JA / NEEN Waarom wel / waarom niet? Wat kan je doen om je werkstuk/project wel op tijd klaar te krijgen? 8
STAP 7: Beginsituatie Wat weet ik al over het onderwerp? 9
STAP 8: Eigen vragen en vragen vanuit de klas Schrijf alle vragen die je kan bedenken in de tabel op. De eerste kolom dient om iedere vraag zijn nummer te geven. Let op: Alle vragen eindigen met een vraagteken en minstens 1 vraag van elke leerling uit de klas moet beantwoord worden. Nr. Vragen: 10
STAP 9: je werkstukvragen 1. Lees alle vragen opnieuw. 2. Bespreek nu samen met je leerkracht welke vragen je werkstukvragen worden 3. Schrijf ze over in de vragentabel en nummer ze opnieuw in de eerste kolom Nr. Vragen: X Op vragen die geen werkstukvragen geworden zijn, mag je gerust ook een antwoord zoeken als je nog tijd over hebt. Je komt het misschien vanzelf te weten tijdens je opzoekwerk! 11
STAP 10: Ga op zoek! De opzoektijd is aangebroken!! Verzamel alles wat je te pakken krijgt over jouw onderwerp. Dit kan van alles zijn: krantenknipsels, internet (welke sites), bibliotheek, adressen van interessante mensen of verenigingen, afbeeldingen, oude werkstukken als voorbeelden, Om alles goed bij te houden en later alles terug te vinden, schrijf je in de tabel wat je vond. Bij elk van je teksten moet je de bronnen vermelden. Soort informatiebron Schrijf hieronder de webpagina, titel van je boek, adressen van interessante mensen of verenigingen, 12
STAP 11: Opzoeken! Vanaf nu begint het echte werk! Lezen, luisteren, kijken, herlezen, samenvatten, info bij elkaar halen, Je komt heel wat te weten. Tip: Lees af en toe nog eens alle werkstukvragen en bekijk of je de antwoorden al vond. Noteer dan de voorlopige antwoorden in het klad. Zorg steeds dat je de teksten schrijft met eigen woorden! Keer terug naar stap 8 om je beantwoorde vragen aan te kruisen. STAP 12: Creatief idee? Je onderwerp brengt je misschien wel op een knutsel-, boetseer-, schilder- of een ander doe idee. Het zou leuk zijn als je dit ook met zorg uitwerkt. Misschien kan je dit dan wel gebruiken bij je werkstukvoorstelling. Mijn ideeën: 13
STAP 13: Werkstukmapje Waarschijnlijk ben je heel wat te weten gekomen en hebben je vragen een antwoord gekregen. Het is tijd om alles neer te pennen en er een mooi en leerrijk werkstukmapje van te maken. Laat je kladteksten nazien voor je ze in het net overschrijft of overtypt. Zorg voor wat afwisseling: een foto, een tekst, een tekening die iets duidelijker maakt, Breng structuur in je mapje: Voorblad Inhoudstafel + ondertiteling Werkstuk zelf + documentatie Bronvermelding + woordverklaring Evaluatieformulier Maak er iets leuks van om al lezend en kijkend veel te weten te komen. STAP 14: Voorstelling aan de klas Je bent nu zowat een expert geworden over je onderwerp. Tijd om aan de klas te vertellen wat je weet. Spreek samen met je leerkracht af wanneer je dit gaat doen. Je stelt je werkstuk voor op: en noteer in agenda! Vooraf denk je na over: Wat je gaat vertellen (maak een spiekbriefje, een powerpointpresentatie, ) Wat je gaat tonen (hou je documentatie klaar) Wat je nodig hebt voor je voorstelling (eventueel materiaal) Op welke manier je je voorstelling gaat doen 14
STAP 15: Zelfevaluatie Na je presentatie in de klas krijg je een (zelf)evaluatie formulier waarin je jezelf zal beoordelen hoe je het gedaan hebt in de volledige totaliteit van je werkstuk. Hierbij is heel belangrijk dat je eerlijk bent. Als je er minder voor gewerkt hebt kan je dit opschrijven, dan weet je dat dit een aandachtspunt is waarop je bij je volgend werkstuk moet letten. Probeer zo kritisch mogelijk te zijn! Nadien kan je dit samen met je leerkracht bespreken! 15
NAAM: ZELFEVALUATIEFORMULIER PROJECT / WERKSTUK Hoe vond je de praktijkopdracht gaan? Ben je tevreden? Welke rol vond je het leukste om te doen? Waarom? Hoe vond je het om te werken met deze projectmap? Wat ging er goed volgens jou? Wat ging er minder goed volgens jou? Punten waar ik nog aan wil werken zijn : Heb je naast de uitleg en help en projectmap nog behoefte aan extra begeleiding van de leerkracht? 16