Onderzoek naar verbetering van de bouwhelm.

Vergelijkbare documenten
Analyse van ongevallen in de Bouwnijverheid

Analyse van ongevallen in de Bouwnijverheid

Factsheet jongeren in de bouw

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Factsheet ongevallen in de sector Scheepsbouw en reparatie

Factsheet ongevallen havensector

Factsheet ongevallen met vaste steigers

Van deze ongevallen bij jongeren was er 16x sprake van dodelijk letsel, 331x blijvend letsel, 236x herstelbaar letsel 1 en 104x onbekend letsel.

Analyse ongevallen Sector Vervaardiging van producten van beton, cement en gips

Factsheet ongevallen met kranen feb 2004 en

Werken aan de toekomst van Nederland.

ANALYSE VAN ONGEVALLEN IN DE SECTOR TRANSPORT EN LOGISTIEK

ONGEVALSANALYSE SECTOR ONDERWIJS

Ref: KVM R01 Datum: 30 November 2009 Pagina: 2 van 10 INHOUD

Analyse ongevallen in de Sector Vervoer over land (BIK 60) en Diensten voor vervoer (BIK 63)

Analyse van ongevallen in de sector Sociale Werkvoorziening

ANALYSE ONGEVALLEN IN DE GROND-, WEG-, EN WATERBOUW

Factsheet ongevallen tijdens werkzaamheden aan of nabij de openbare weg

Leren van ongevallen. Storybuilder: een schat aan informatie. Leren van ongevallen: het proces. Producten. Vraag aan u

Analyse van ongevallen in de Sector Onderhoud van Gebouwen

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2011

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Factsheet ongevallen tijdens werkzaamheden aan of nabij het spoor

Analyse van ongevallen in de sector Sociale Werkvoorziening

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. juni 2013

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. mei 2015

Monitor arbeidsongevallen in de bouw November 2014

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. juni 2013

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw. Bestelcode: ISBN:

Bedrijfstakatlas 2010

Bedrijfstakatlas 2012

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. mei 2015

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2014

Analyse van ongevallen in de sector HORECA

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Betonboorder. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig betonboren. Informatie voor de werknemer

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in Bedrijfstakverslag

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2015

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Veilig werken op hoogte : een richtlijn voor de leden van de Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

De veiligheidshelm met gevoel

Blokkensteller ruwbouw

Machinist - torenkraan

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2016

Bedrijfstakatlas 2014

ANALYSE VAN ARBEIDSONGEVALLEN DOOR MENSELIJKE AGRESSIE

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2016

Sectoraanpak Grond- Weg- en Waterbouw. Sicco Gjaltema, inspecteur Leoniek van der Vliet, Programmaleider GWW

Factsheet arbeidsongevallen in de binnenvaart

Veiligheidsindex Bouw VI

ONGEVALLEN MET BEKNELLING TUSSEN VOERTUIGEN EN OBJECTEN

Werk veilig. Houd plezier. Kijk vooruit. Bedrijfstakverslag

De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid in Bedrijfstakverslag 2011

Plafond- en wandmonteur

Dakdekker hellende daken

LAWAAI. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Tuinzaadbedrijven

Tijdelijk werken op hoogte

GELUID. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

Aantal onderzochte ongevallen top 3 sectoren

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Bedienen mobiele kraan

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Veilig werken in de bouw

KennisQuiz. Menselijk handelen en arbeidsongevallen. Je ziet het of je ziet het niet: ongevallen en gedrag

Gebruik voor de aanvoer van materialen een transporthulpmiddel, zoals een kraan, een ladderof pannenlift, een verreiker of een lorrie.

DieselMotorEmissie. Kijk op voor meer informatie

Glaszetter. De belangrijkste risico's voor de glaszetter zijn: Fysieke belasting Klimaat Onveiligheid

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

Metselaar. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig metselen. Informatie voor de werknemer

Metaalbewerker / bankwerker

Themamiddag Arbo Hoofdsector S&A

Afdeling revalidatie. Psychosomatische fysiotherapie

PAGO-bedrijfsrapport. PAGO-Bedrijfsrapport uitgebreid. november 2013

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

GELUID. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Mechanisch loonwerk

Deze bijlage is er voor die personen die de veiligheidscursus Basisveiligheid GROEN volgen.

Glaszetter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig glaszetten. Informatie voor de werknemer

Betonstorter / gietbouwer

De Arbeidsinspectie in het kort. Blootstelling aan trillingen heftrucks

Kozijnenmonteur. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig kozijnen stellen. Informatie voor de werknemer

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s)

DE ARBOUW-MONITOR. Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998. December

Het betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E

20.1 SLACHTOFFER VAN MENSELIJKE AGRESSIE

Wat is het effect van persoonlijke beschermingsmiddelen voor kortdurend aanwezige verkopers op de werkvloer?

KOZIJNEN STELLEN. Stelt u de gezondheid. Arbouw voor gezond en veilig werken

Stafpersoneel / leidinggevenden / technici

Factsheet ongevallen met bewerkingsmachines

ERGONOMIE BESTAANDE CHAUFFEURSCABINE VRACHTWAGEN

Transcriptie:

Onderzoek naar verbetering van de bouwhelm. Arjan Wanders Versie 2 Begeleiders: Ir. Margot Stilma, lectoraat Product Design Johannes de Boer, lectoraat Ambient Intelligence 1

Samenvatting In dit verslag wordt beschreven hoe de huidige bouwhelm verbeterd zou kunnen worden. Hiervoor is desk research gedaan naar de meest voorkomende ongevallen op bouwplaatsen in Nederland. Deze ongevallen worden omschreven en vervolgens wordt er uitgelegd wat hiervoor de belangrijkste oorzaken zijn. Met deze informatie is een brainstorm belegd, waarbij het doel was zo veel mogelijk ideeën te genereren om de helm tegen deze ongevallen bescherming te laten bieden. De meest waardevolle ideeën zijn grafisch uitgewerkt en worden uitgelegd in de tekst. Hiervan zijn prototypes gemaakt, waarmee enkele testjes zijn uitgevoerd door Pim Lemmens. Dit is niet opgenomen in dit verslag. Voorwoord Voor mijn opleiding Industrieel Product Ontwerpen heb ik stage gelopen bij het kenniscentrum Design en Technologie. Hierbij heb ik mij met twee opdrachten bezig gehouden binnen het Raak project Veiligheid op de Werkvloer. Hiervan zijn twee afzonderlijke verslagen gemaakt. Het huidige verslag gaat over het verbeteren van de huidige bouwhelm. Het andere verslag gaat over gedragsbeïnvloeding via de zintuigen met als doel het aantal ongevallen te verminderen. Bij beide opdrachten heb ik erg veel geleerd over het doen van onderzoek en het opzetten van een onderzoeksverslag. Ook was het heel interessant om meer te weten te komen over gedragsbeïnvloeding en de rol die de zintuigen hierbij spelen. Hier ga als industrieel ontwerper ongetwijfeld mijn voordeel uit halen. Ik wil bij deze mijn begeleiders Margot Stilma en Johannes de Boer hartelijk bedanken voor hun intensieve begeleiding. Ik heb dit project dankzij hun als zeer leerzaam ervaren. 2

Inhoud Samenvatting... 2 Voorwoord... 2 1. Introductie... 4 2. Gevaren op de bouwplaats.... 5 2.1 Inleiding... 5 2.2 Ongevallen op de bouwplaats... 5 2.3 Omgevingsinvloeden en arbeidsomstandigheden op de bouwplaats.... 7 2.4 Gevolgen... 11 2.5 Achterliggende oorzaken... 13 2.5.1 Val van hoogte - dak, verdieping, e.d.... 13 2.5.2 Val van ladder.... 13 2.5.3 Contact met vallende objecten overig (bouwwerken, steigers, e.d.)... 13 2.5.4 Contact met vallende objecten van kranen incl. vallende lasten.... 13 2.5.5 Val van steigers.... 13 2.5.6 Contact met bewegende delen van een machine.... 13 2.5.7 Contact met elektriciteit... 14 2.5.8 Alle ongevallen... 14 2.6 Conclusie... 19 3. Brainstorm... 20 3.1 Inleiding... 20 3.2 Uitgewerkte ideeën.... 21 3.2.1 Signaal bij betreden van de gevarenzone.... 21 3.2.2 Signaal bij naderend voertuig.... 23 3.2.3 Signaal bij overmatig geluid.... 24 3.2.4 Signaal bij te veel stof.... 25 3.2.5 Portofoon in de helm.... 26 3.2.6 Machines werken pas wanneer de bescherming gedragen word.... 27 3.2.7 Inklokken in de helm.... 28 3.3 Conclusie... 31 4. Conclusie... 32 Referenties... 33 3

1. Introductie Voor mijn stage heb ik mij bezig gehouden met het verbeteren van de huidige bouwhelm. Voor ik hieraan begin is er tijdens een creatieve dag een brainstorm gehouden. Hier zijn een aantal ideeën uitgekomen welke verwerkt zijn in een presentatie poster, deze is opgenomen in de bijlage 1. Hierin zijn voornamelijk ideeën opgenomen om het gebruik van de helm te stimuleren. Mijn doel is om te kijken of de helm ook daadwerkelijk veiliger gemaakt kan worden zodat deze beter beschermd tegen ongevallen en omgevingsinvloeden. Omdat de huidige helm al lange tijd niet echt veranderd is lijkt het op het eerste gezicht dat deze al vrij goed uitontwikkeld is voor de functie die hij heeft: het beschermen van het hoofd tegen vallende en wegschietende objecten. Om de helm veiliger te maken ligt mijn focus op het beschermen tegen andere gevaarlijke situaties die zich voordoen in de bouw. Om hiertoe te komen is het dus van belang dat er eerst een goed beeld is van de meest voorkomende ongevallen op de bouwplaats en de gevolgen hiervan. Vervolgens dienen de achterliggende oorzaken van de ongevallen onderzocht te worden. Met deze informatie zal er een brainstorm sessie georganiseerd worden om zoveel mogelijk ideeën te krijgen over hoe de helm bescherming kan bieden tegen de meest voorkomende gevaren op de bouwplaats. De hoofdvraag van het onderzoek is: Hoe zou de bouwhelm bescherming kunnen bieden tegen meerdere gevaren, om zoveel mogelijk ongevallen te voorkomen. Deelvragen: 1. Wat zijn de meest voorkomende ongevallen op de bouwplaats in Nederland? 2. Aan welke gevaarlijke omgevingsinvloeden worden bouwplaatsmedewerkers blootgesteld? 3. Wat zijn de gevolgen van deze ongevallen en omgevingsinvloeden? 4. Wat zijn de oorzaken van deze ongevallen? 5. Hoe zou de bouwhelm bescherming kunnen bieden tegen deze ongevallen en gevaarlijke omgevingsinvloeden? 4

2. Inventarisatie van gevaren op de bouwplaats. 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een inventarisatie gemaakt van de meest voorkomende ongevallen op de bouwplaats, de arbeidsomstandigheden en tot slot de achterliggende oorzaken van die ongevallen die gegeven worden in de literatuur. Deze informatie wordt ondersteund door cijfers die verstrekt zijn door de Arbouw (Arbouw, 2011) (Van Zaal, 2012) en het Arboportaal (Eldering, 2007a). Het gaat hierbij om een inventarisatie en moet niet gezien worden als een uitgebreide analyse. 2.2 Ongevallen op de bouwplaats In tabel 1 zijn de tien meest voorkomende ongevallen in de bouw op een rij gezet. Het gaat hierbij om ongevallen die geregistreerd zijn door de arbeidsinspectie. Doordat de arbeidsinspectie al deze ongevallen onderzocht heeft is er een goed beeld te krijgen van de achterliggende oorzaken. Opvallend is dat vallen verreweg het meest voorkomende ongeval is. Tabel 1. De tien meest voorkomende ongevallen in de periode van 1998 tot februari 2004. (Eldering, 2007a) Type ongeval Periode 1998 - Feb Per jaar % 2004 Val van hoogte - dak, verdieping, e.d. 603 98 21 Val van ladder 450 73 16 Val van steigers 382 60 13 Contact met vallende objecten overig (bouwwerken, steigers, e.d.) 274 45 10 Contact met bewegende delen van een machine 215 36 8 Contact met vallende objecten van kranen incl. vallende lasten 96 16 3 Contact met zwaaiende objecten/ hangende lasten 81 13 3 Contact met vliegende (wegschietende) objecten 79 13 3 Contact met elektriciteit 76 12 3 Aanrijding (van voetganger) door voertuig 62 10 2 5

In tabel 2 is een overzicht te zien van de verschillende leeftijds- en beroepsgroepen te zien welke hebben verzuimd als gevolg van een ongeval. Hierbij valt het hoge aantal ongevallen bij werknemers jonger dan 25 jaar erg op. Gemiddeld ligt dit twee keer hoger dan de andere leeftijdsgroepen (14,8% bij jongeren, tegenover 7,1% in totaal). Wat betreft de beroepsgroepen zijn er niet echt opvallende verschillen te zien. De gevaarlijkste beroepen zijn echter wel beroepen waarbij veel op hoogte gewerkt wordt. of dit met elkaar van doen heeft is echter niet duidelijk. Tabel 2. Aantal werknemers dat in de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een ongeval en het totale aantal werknemers in de bouw, per leeftijdsklasse, beroepsgroep en sector (2011). (Van Zaal, 2012) Leeftijd, beroep en sector Totale aantal werknemers in de bouw Aantal werknemers dat heeft verzuimd wegens een ongeval In % van het totale aantal werknemers Jonger dan 25 22.179 3.290 14,8 25-34 38.847 3.080 7,9 35 44 42.748 2.550 6,0 45 en ouder 77.919 4.050 5,2 Totaal 181.693 12.970 7,1 Timmerman 46.734 4.810 10,3 Metselaar 16.077 1.530 9,5 Schilder 18.168 1.530 8,4 Overig bouwplaats personeel 45.326 3.690 8,1 Uitvoerders 11.686 420 3,6 Overig UTA-personeel 43.702 990 2,3 Totaal 181.693 12.970 7,1 B&U 99.937 7.100 7,1 afbouw en afwerking 47.302 2.490 5,3 GWW 34.454 3.380 9,8 Totaal 181.693 12.970 7,1 6

2.3 Omgevingsinvloeden en arbeidsomstandigheden op de bouwplaats. In figuur 1 is een overzicht te zien van de belangrijkste omgevingsfactoren waaraan bouwplaats personeel wordt blootgesteld. Hierbij springt de blootstelling aan stof eruit. Verder komen lawaaioverlast en klimaatfactoren als temperatuurwisselingen, warmte en koude én tocht veel voor. Stof Rook Damp of gas Chemische middelen Lawaaioverlast Onvoldoende licht en/of verlichting Tocht Temperatuurswisselingen Warmte Koude 0 10 20 30 40 50 60 70 Figuur 1. Omgevingsfactoren bouwplaatspersoneel, (Arbouw, 2011) Klachten over werkdruk worden door werknemers in de bouw vaker genoemd dan klachten over lichamelijke belasting, lawaai, het klimaat en schadelijke stoffen in het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO). De bevindingen uit dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport De bouwnijverheid, arbeid, gezondheid en veiligheid 2011 van de Arbouw (Arbouw, 2011). 50% van het bouwplaatspersoneel geeft aan last van een hoge werkdruk te hebben. Met werkdruk wordt de balans bedoeld tussen de belasting en de belastbaarheid. Er hoeft dus niet altijd sprake te zijn van overbelasting. Tijdsdruk is hier dus niet altijd de oorzaak van. Een belangrijke oorzaak van werkdruk is het opdelen van werkzaamheden in meerdere, vaak routinematige werkzaamheden. Werknemers zijn gespecialiseerd in een specifieke werkzaamheid. Ook het gebrek aan regelmogelijkheden is een belangrijke factor in de werkdruk. De combinatie van een (te) hoge werkdruk met weinig regelmogelijkheden leidt tot spanning (Arbouw, 2008). Gegevens over de oorzaken van werkdruk zijn opgenomen in figuur 2. 7

De gevolgen van werkdruk bij werknemers (Arbouw, 2008): Lichamelijke klachten Gedrag: o Agressief, rusteloos, geïrriteerd o Vermijden van stressvolle situaties o Meer ongelukjes Psychisch: o Opgejaagd gevoel o Gespannen o Geestelijke vermoeidheid o Piekeren o Onzekerheid o Niet meer kunnen concentreren o Moeite met maken van beslissingen o Angstigheid o Somberheid o Woede Enkele van deze gevolgen van werkdruk zijn opgenomen in figuur 3. In tabel 3 is te zien dat ruim de helft van de werknemers in de bouw aangeeft regelmatig onder tijdsdruk te werken. Zo n 40% geeft aan dat er te veel van hun verwacht wordt. Het interessante van de tabel is de vergelijking tussen werknemers die in het laatste jaar een ongeval hebben gehad en werknemers die dat niet hebben gehad. De werknemers die wel betrokken zijn geweest bij een ongeval lijken zich bewuster te zijn van de gevaren en geven vaker aan dat zij niet goed geïnformeerd worden over veiligheid. Ze kunnen echter vaker beschikken over persoonlijke beschermingsmiddelen (14,9% tegenover 10,7%)(zie tabel 3). 8

Tabel 3. Percentage werknemers dat bij het PAGO (Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek) in 2011 heeft gezegd dat de genoemde kenmerken van toepassing zijn, naar arbeidsongeval of geen ongeval in de twaalf maanden voorafgaand aan het PAGO. (Van Zaal, 2012) Kenmerk Arbeids ongeval (%) Geen ongeval (%) Bevind zich regelmatig in onveilige situaties 23,1 11,0 Heeft te veel werk te doen 39,6 40,7 Het werk is doorgaans niet goed georganiseerd 19,2 11,2 Kan niet beschikken over de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen 1,5 3,5 Krijgt onvoldoende informatie en uitleg over de opdrachten 14,9 10,7 Onvoldoende technische en organisatorische maatregelen getroffen door werkgever 8,8 6,4 Vindt dat het niet in orde is met de veiligheid in het werk 9,7 4,7 Werkt geregeld onder tijdsdruk 50,5 50,5 Wordt door de dagelijkse leiding onvoldoende ondersteund in het werk 15,6 11,1 Geen plezier in het werk Werk meestal niet boeiend Geen invloed op het werktempo Kan niet zelf beslissen hoe het werk uit te voeren Geestelijk inspannend werk Te veel werk Werken onder tijdsdruk 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Figuur 2. Psychosociale arbeidsbelasting bouwplaatspersoneel, (Arbouw, 2011) 9

Vaak last van stress Opgewonden of gejaagd Vaak prikkelbaar Somber en neerslachtig Regelmatig moeite met concentreren Er niet tegenop kunnen Vaak moe Slecht slapen Niet ontspannen aan het einde van een werkdag Aan het einde van de dag vaak opgebrand 0 5 10 15 20 25 30 Figuur 3. Psychische en vermoeidheidsklachten bouwplaatspersoneel, (Arbouw, 2011) In figuur 4 valt vooral op dat een hoog percentage werknemers aangeeft geen gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Ademhalingsmiddelen springen er wat dat betreft uit. Onvoldoende ondersteuning in het werk Onvoldoende werkinstructie Werk niet goed georganiseerd Gebruikt geen handschoenen Gebruikt geen ademhalingsmiddelen Gebruikt geen gehoorbeschermers Geen persoonlijke beschermingsmiddelen Geen goede was- en kleedruimte Geen goede schaftruimte Geen goede sanitaire voorzieningen 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Figuur 4. Aanwezige voorzieningen bouwplaatspersoneel, (Arbouw, 2011) 10

2.4 Gevolgen In figuur 5 worden de lichamelijke klachten van bouwplaatspersoneel weergegeven. De gevolgen van het fysieke werk komen duidelijk naar voren. Ook heeft een behoorlijk percentage gehoorklachten en in iets mindere mate klachten aan het gezichtsvermogen. Het is een interessant gegeven dat 44% wordt blootgesteld aan lawaaioverlast (zie figuur 1), 18% geen gehoorsbescherming gebruikt en (zie figuur 4) en 22% last heeft van gehoorklachten. Pijn of stijfheid in de rug Pijn of stijfheid in de nek Pijn of stijfheid bovenste ledematen Pijn of stijfheid onderste ledematen Klachten gezichtsvermogen Verminderd verafzien Gehoorklachten Vastgestelde lawaaidoofheid Beklemd gevoel op de borst Kortademigheid Wergebonden huidallergie Luchtwegallergie 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Figuur 5. Lichamelijke klachten bouwplaatspersoneel, (Arbouw, 2011) 11

In tabel 4 staan de lichaamsdelen die verwond worden als gevolg van een ongeval. Het hoge percentage verwondingen aan de hand/pols is opvallend (36,1%). Het hoofd, waar toch de nadruk op ligt in dit geval, is in iets meer dan 8% het verwonde lichaamsdeel. Tabel 4. Aantal werknemers dat in 2011 verzuimd heeft wegens een ongeval naar het lichaamsdeel dat verwond raakte. (Van Zaal, 2012) Lichaamsdeel Percentage Hoofd 8,4 Oog of oor 2,1 Nek 4,3 Rug 13,3 Romp 5,6 Buik/inwendige organen 1,6 Arm/schouder 15,8 Hand/pols 36,1 Been/knie 13,4 Voet/enkel 23,5 12

2.5 Achterliggende oorzaken Bij het analyseren van ongevallen wordt vaak gesproken over falende barrières. Een barrière dient als obstakel tegen ongevallen. Dit zijn bijvoorbeeld afscherming, randbeveiliging, vakbekwaamheid, een proces of de kwaliteit van het materieel. Van enkele van de 10 meest voorkomende ongevallen die in paragraaf 2.2 worden besproken zullen hier de belangrijkste directe oorzaken worden gegeven. Per ongeval faalde gemiddeld 1,5 barrière. Deze oorzaken worden gegeven door F. Eldering in een analyse van ongevallen in de bouwnijverheid (Eldering, 2007a). 2.5.1 Val van hoogte - dak, verdieping, e.d. Bij een val van hoogte dak/ vloer verdieping is in bijna de helft van dit type ongevallen het ontbreken van randbeveiliging op vloeren en daken de directe oorzaak (46%). Deze kan nooit zijn aangebracht, zijn weggehaald of ondeugdelijk zijn. 2.5.2 Val van ladder. Bij een val van een ladder is de ladder in ongeveer de helft van de gevallen niet goed geplaatst (47%). Het kan zijn dat de ondergrond niet vlak is, de ladder niet gezekerd is tegen verschuiving of de hoek van de ladder niet veilig is. In 40% lag de achterliggende oorzaak bij de werkgever die niet heeft gezorgd voor de juiste omstandigheden, zodat de trapjes of ladders niet veilig geplaatst konden worden. de achterliggende oorzaak is vaak onvoldoende motivatie voor de veiligheid (44%), niet genoeg goed materiaal (15%) en conflicterende bedrijfsbelangen (15%). In 19% was de ladder zelf niet goed. In 38% wordt het evenwicht verloren, doordat men bijvoorbeeld niet stabiel staat. 2.5.3 Contact met vallende objecten overig (bouwwerken, steigers, e.d.) Bij contact met vallende objecten bevindt het slachtoffer zich in 34% van de ongevallen in de gevaarszone (een gebied waar de kans groot is dat er voorwerpen naar beneden vallen). In 1/3 van deze gevallen is dit gebied onvoldoende afgebakend of afgesloten. In 44% was het niet goed vastmaken van het vallende object. Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een helm of veiligheidsschoenen werden in 9% van de ongevallen niet gedragen. Beveiligingen zoals netten of andere afscherming werden in 7% van de ongevallen onvoldoende aangebracht. 2.5.4 Contact met vallende objecten van kranen incl. vallende lasten. Het slachtoffer bevindt zich In 68% van de ongevallen met vallende lasten of objecten van kranen in de gevaarszone. In 1/3 van deze gevallen is deze niet goed afgebakend. Het niet goed bevestigen van de last is 48% van de ongevallen de oorzaak. In 35% werd de kraan onjuist bediend. 2.5.5 Val van steigers. Bij een val van een stijger ontbreekt in 32% van de ongevallen een deugdelijke randbescherming. De stijger is in 21% van de ongevallen niet goed verankerd. De vloer van de stijger is in 14% niet goed doordat deze bijvoorbeeld te zwak is of er planken ontbreken. In 13% van de ongevallen is de belasting te groot voor de constructie van de stijger. In 5% ontbrak er valbescherming waar deze wel toegepast had dienen te worden. 2.5.6 Contact met bewegende delen van een machine. In 22% van de ongevallen met machines ontbreekt de afscherming. In 35% is deze wel aanwezig maar niet afdoende en kan deze het ongeval niet voorkomen. Hierbij is in 12% de afscherming gedeactiveerd of verwijderd en in 8% is deze bewust omzeild door het slachtoffer. In 19% van de ongevallen wordt de machine verkeerd gebruikt. Het slachtoffer is zich in 66% van de gevallen niet 13

bewust dat zijn/haar lichaamsdelen in het bereik van de machine zijn gekomen, of het slachtoffer schiet uit. De gevaarszone van de machine wordt in 9% van de gevallen bewust genegeerd. 2.5.7 Contact met elektriciteit. Het niet spanningsvrij maken van installatieonderdelen is in 64% de oorzaak bij ongevallen met elektriciteit. In 23% van de ongevallen worden niet de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt en in 20% is de afscherming van spanningsdragende onderdelen niet voldoende. De primaire isolatie ontbreekt in 16% van de gevallen. 2.5.8 Alle ongevallen Wat betreft alle ongevallen als geheel maakt Eldering onderscheid tussen falende taken en falende management factoren als achterliggende oorzaken (Eldering, 2007a). De gegevens in deze paragraaf zijn in zijn geheel afkomstig uit dit rapport. Een barrière moet niet alleen aanwezig zijn, maar dient ook gebruikt, onderhouden en gecontroleerd te worden. Dit zijn taken. Hieronder vallen de volgende taken: Het verschaffen van de barrière: d.w.z. dat de barrière voorhanden is (geweest) op de werkplek; Het gebruiken/ toepassen van de (verschafte) barrière: dat wil zeggen dat door juist gebruik van de barrière deze zijn functie krijgt waar voor deze is bedoeld; Het onderhouden/ handhaven van de (verschafte) barrière. Bij een juiste uitvoering van deze taak is men er op gericht dat gedurende het gebruik de barrière in de juiste staat blijft; Het monitoren van de (verschafte) barrière. Het houden van toezicht en/of inspecties om de juiste staat van de barrière te bewaken. Management factoren zijnde motieven en middelen die er voor zorgen dat taken uitgevoerd worden. hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende management voorzieningen: Plannen en procedures (niet aanwezig, onvoldoende of onjuist); Beschikbaarheid van geschikt personeel; Competentie van het personeel (kennis, ervaring en vaardigheden); Communicatie (overleg en overbrengen van informatie); Conflicterende (bedrijfs)belangen (bijv. tijdsdruk conflicteert met een goede voorbereiding); Motivatie en alertheid ( awareness ) voor veiligheid; Ergonomie (de interface tussen de technische uitrusting en de gebruiker); Arbeidsmiddelen : het in voldoende mate voorhanden hebben van kwalitatief goed materieel, materialen, gereedschappen, installatie(onderdelen) en/of machines). Wat betreft de falende taken zijn de belangrijkste achterliggende oorzaken van ongevallen: Het niet verschaffen van de barrière: 47% Het niet gebruiken/ toepassen van de (verschafte) barrière: 39% Het niet onderhouden/ handhaven van de (verschafte) barrière: 8% Het niet monitoren van de staat van de (verschafte) barrière: 6% 14

Wat betreft de falende management factoren zijn de belangrijkste achterliggende oorzaken van ongevallen: Onvoldoende plannen en procedures :16% Onvoldoende beschikbaarheid van geschikt personeel: 2% Onvoldoende competentie van het personeel : 11% Onvoldoende communicatie: 10% Conflicterende (bedrijfs)belangen: 10% Onvoldoende motivatie en alertheid: 30% Substandaard ergonomie: 6% Onvoldoende / substandaard arbeidsmiddelen: 15% 15

Tabel 5 geeft aan dat de oorzaak van het ongeval ongeveer net zo vaak ligt bij de werkgever als bij de werknemer (in de ogen van de werknemer). Het geeft tevens de noodzaak aan van een goede ongevallenpreventie. Zo n 30% van de werknemers die betrokken zijn geweest bij een ongeval denkt dat dit voorkomen had kunnen worden. Tabel 5. Procentuele verdeling van het aantal werknemers op de bouwplaats dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval en dat denkt het ongeval voorkomen had kunnen worden wanneer de werkgever dan wel de werknemer zelf de vereiste veiligheidsmaatregelen had getroffen (alleen bouwplaatspersoneel) (Van Zaal, 2012) Grootte klasse en sector bedrijf Ongeval had voorkomen kunnen worden door werkgever Ongeval had voorkomen kunnen worden door werknemer 25 11,4 17,8 26 100 19,9 16,1 101 12,7 16,0 Totaal 15,2 16,7 B&U 15,2 14,0 Afbouw en afwerking 15,8 19,1 GWW 14,1 13,5 Totaal 15,2 16,7 Tabel 6 laat vrij schokkende cijfers zien. Bij zo n 40% van de ongevallen is er achteraf niet de maatregelgetroffen om het ongeval in de toekomst te voorkomen. Opvallend is dat kleine bedrijven (<25 werknemers) veel slechter scoren dan grotere bedrijven. Tabel 6. Procentuele verdeling van het aantal werknemers op de bouwplaats dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval naar het feit of de werkgever na het ongeval blijvende maatregelen heeft genomen om een dergelijk ongeval in de toekomst te voorkomen (alleen bouwplaatspersoneel). (Van Zaal, 2012) Grootte klasse en sector bedrijf Blijvende maatregelen wel getroffen Blijvende maatregelen niet getroffen Weet niet 25 16,7 58,1 25,1 26 100 28,5 33,8 37,7 101 29,3 40,4 30,3 Totaal 24,6 43,9 31,5 B&U 21,4 44,1 34,5 Afbouw en afwerking 24,2 39,8 36,0 GWW 25,6 51,9 22,5 Totaal 24,6 43,9 31,5 16

Tabel 7 Maakt duidelijk dat het niet verschaffen van een persoonlijk beschermingsmiddel niet zo n groot probleem is. Het geen gebruik maken van het persoonlijk beschermingsmiddel komt vaker voor (zie tabel 8). In al deze tabellen (tabel 6 t/m 10) valt het op dat kleine bedrijven opvallend slecht scoren in vergelijking tot grotere bedrijven. Hier zitten waarschijnlijk ook eenmansbedrijfjes tussen, die alleen verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen veiligheid. Dit zou dus een verklaring kunnen zijn voor het verschil. Wat wel frappant is, is dat in tabel 5 te zien is dat het ongeval minder vaak voorkomen had kunnen worden door de werkgever ten opzichte van grotere bedrijven. Tabel 7. Procentuele verdeling van het aantal werknemers op de bouwplaats dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval naar het feit of de werkgever de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking had gesteld (alleen bouwplaatspersoneel). (Van Zaal, 2012) Grootte klasse en sector bedrijf PBM ter beschikking gesteld PBM niet ter beschikking gesteld n.v.t. 25 84,7 5,2 10,1 26 100 86,0 2,6 11,4 101 87,6 6,0 6,4 Totaal 85,9 4,3 9,7 B&U 85,3 3,3 11,4 Afbouw en afwerking 82,6 3,3 14,1 GWW 89,8 7,5 2,7 Totaal 85,9 4,3 9,7 Tabel 8. Procentuele verdeling van het aantal werknemers op de bouwplaats dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval naar het wel of niet dragen van de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen (alleen bouwplaatspersoneel, 2011). (Van Zaal, 2012) Grootte klasse en sector bedrijf PBM wel gedragen PBM niet gedragen n.v.t. 25 70,6 8,4 21,0 26 100 82,0 7,3 10,7 101 93,0 2,4 4,6 Totaal 80,8 6,5 12,8 B&U 83,9 4,2 11,9 Afbouw en afwerking 71,6 8,5 19,9 GWW 92,5 1,1 6,4 Totaal 81,7 4,9 13,3 17

In tabel 9 komt een groot probleem naar voren wat betreft persoonlijke beschermingsmiddelen. Het gebruik hiervan is in veel gevallen niet verplicht gesteld door de werkgever. Het gaat hier om gevallen waarbij het niet dragen van het beschermingsmiddel een belangrijk deel van de oorzaak van het ongeval was. Tabel 9. Procentuele verdeling van het aantal werknemers op de bouwplaats dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval naar het al dan niet verplicht zijn van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ten tijde van het ongeval (alleen bouwplaatspersoneel). (Van Zaal, 2012) Grootte klasse en sector bedrijf PBM wel verplicht PBM niet verplicht 25 63,4 36,6 26 100 65,8 34,2 101 80,0 20,0 Totaal 68,5 31,5 B&U 64,5 35,5 Afbouw en afwerking 57,2 42,8 GWW 87,7 12,3 Totaal 68,5 31,5 Tabel 10. Procentuele verdeling van het aantal werknemers op de bouwplaats dat de afgelopen twaalf maanden heeft verzuimd wegens een arbeidsongeval en die geen voorlichting hebben gehad over de wijze waarop de werkzaamheden verantwoord (veilig) uitgevoerd kunnen worden en/of geen instructie over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (alleen bouwplaatspersoneel). (Van Zaal, 2012) Grootte klasse en sector bedrijf Geen voorlichting over veilig werken Geen instructie over gebruik PBM 25 33,5 23,9 26 100 21,6 17,3 101 28,6 19,5 Totaal 27,5 20,2 B&U 30,1 26,2 Afbouw en afwerking 30,2 16,3 GWW 21,9 19,1 Totaal 27,5 20,2 18

2.6 Conclusie Wat betreft de inventarisatie van de ongevallen in de bouw kunnen we concluderen dat er nog genoeg verbeterd kan worden. Als we kijken naar de soorten ongevallen valt op dat de meeste ongevallen te maken hebben met vallen van een bepaald object (steiger, ladder of een bouwwerk). Wat verder in negatief opzicht opvalt is dat jongeren veel vaker betrokken zijn bij een ongeval. Qua arbeidsomstandigheden wordt vooral werkdruk door de werknemers aangemerkt als groot probleem. Hier hebben zij meer last van dan omgevingsinvloeden als stof, lawaai en klimaatsinvloeden. Het gevolg van werkdruk is ook dat er meer kleine ongelukjes gebeuren. De overige omgevingsinvloeden hebben weer gezondheidsklachten tot gevolg. Het valt hierbij op dat een relatief grote groep van de werknemers echter geen gebruik maakt van de aanwezige persoonlijke beschermingsmiddelen. Het veiligheidsbesef lijkt dus niet voldoende aanwezig te zijn. Werknemers die betrokken zijn geweest bij een ongeval lijken een groter veiligheidsbesef te hebben dan werknemers die geen ongeval hebben gehad. Ze zijn zich bewuster van de veiligheidsvoorschriften, of het gebrek hieraan. Hierin kan nog veel verbeterd worden aangezien in veel gevallen de veiligheidsvoorschriften nog niet goed bekend zijn bij de werknemers. Vooral kleine bedrijven vallen hierbij in negatieve zin op. Hoewel persoonlijke beschermingsmiddelen wel vaak beschikbaar zijn, is dit in veel gevallen niet verplicht. Voor de ideefase liggen er vooral mogelijkheden wat betreft het veiligheidsbewustzijn. Voor deze ideefase zal een brainstorm sessie gehouden worden. 19

3. Brainstorm 3.1 Inleiding Naar aanleiding het vooronderzoek naar ongevallen in de bouwsector is er een brainstorm georganiseerd met medestudenten binnen het lectoraat. Hierbij was de insteek om zo veel mogelijk nieuwe ideeën te bedenken waarbij de helm bescherming kan bieden tegen meerdere gevaarlijke situaties, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Aangezien de huidige bouwhelm puur gericht is op bescherming tegen vallende objecten en het stoten van het hoofd, zijn er misschien mogelijkheden om een bredere bescherming te bieden. Aan de brainstorm sessie namen vier medestagiaires van het lectoraat Design en Technologie deel. Zij hielden zich bezig met andere projecten en waren zodoende niet op de hoogte van ongevallen in de bouwsector of persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor het begin van de brainstorm sessie heb ik een presentatie gehouden over de meest voorkomende ongevallen op de bouwplaats en de achterliggende oorzaken hiervan. Hierna was iedereen vrij om ideeën op een whiteboard te tekenen (zie figuur 6). Hieruit ontstonden dan weer nieuwe ideeën. De meeste ideeën hadden betrekking op situation awareness. Hierbij herkent de helm gevaarlijke situaties waarna deze de gebruiker een signaal geeft. Het gevolg hiervan is dat de gebruiker zich uiteindelijk bewuster is van zijn omgeving, en tevens een signaal krijgt wanneer er een gevaarlijke situatie ontstaat of er zich risico s voor de gezondheid voordoen. Er is ook gekeken naar het verhogen van het draagcomfort van de helm. De ideeën die hierbij opgedaan zijn waren echter al op de markt. Hier is zodoende geen verdere uitwerking van gemaakt. Figuur 6. Brainstormsessie bouwhelm. De zeven meest waardevolle ideeën die uit de brainstorm zijn gekomen zijn vervolgens uitgewerkt. De keuze voor deze ideeën is gemaakt op basis van de gegevens uit het literatuur onderzoek, of te wel: zijn deze ideeën te onderbouwen met de gevonden gegevens over ongevallen op de bouw. Hierna is er een selectie gemaakt op basis van de technische haalbaarheid. De in mijn ogen meest zinvolle ideeën zijn: 20

1. Signaal bij betreden van de gevarenzone. 2. Signaal bij naderend voertuig. 3. Signaal bij overmatig geluid. 4. Signaal bij te veel stof. 5. Portofoon in de helm integreren. 6. Machines werken pas wanneer de bescherming gedragen wordt. 7. Inklokken in de helm. 3.2 Uitgewerkte ideeën. De gekozen ideeën zijn uitgewerkt en worden in de paragraaf 3.2.1 tot en met 3.2.7 grafisch weergegeven. Dit wordt ondersteund met de uitleg van het idee. Ook wordt de link gelegd met het literatuuronderzoek (zie hoofdstuk 2) naar ongevallen in de bouw. 3.2.1 Signaal bij betreden van de gevarenzone. Figuur 7. Concept 1: Signaal bij btreden van de gevarenzone. Uit onderzoek komt naar voren dat, bij ongevallen waarbij letsel wordt veroorzaakt door contact met vallende objecten, de werknemer zich in de meeste gevallen bevindt in de gevarenzone. Ca. 1/3 hiervan wordt veroorzaakt door het onvoldoende afbakenen en afsluiten van de gevarenzone (zie paragraaf 2.5.3 en 2.5.4). Dit idee speelt op beide situaties in. De bouwplaats zou digitaal in kaart kunnen worden gebracht, waarbij gevarenzones aangegeven dienen te worden. De helm is via bijvoorbeeld GPS op de gehele bouwplaats lokaliseerbaar en krijgt een signaal waarneer deze zich in een gevarenzone bevindt. Door een signaal te geven wanneer een werknemer zich in een gevaarlijke situatie bevindt, zal het veiligheidsbewustzijn hopelijk groeien, doordat de werknemer steeds herinnerd word aan de gevaren in de omgeving. 21

22

3.2.2 Signaal bij naderend voertuig. Figuur 8. Concept 2: Signaal bij naderend voertuig. Evenals bij het vorige idee is de helm op de gehele bouwplaats lokaliseerbaar. Hiernaast zijn alle voortuigen voorzien van één zelfde systeem waardoor de helm een signaal kan krijgen (en geven) waarneer er een voertuig nadert. Het voertuig zou natuurlijk ook een signaal kunnen krijgen wanneer er voetgangers in de buurt zijn. Volgens de literatuur gebeuren jaarlijks ongeveer 10 ongevallen op de bouwplaats waarbij een voetganger wordt aangereden door een voertuig (Eldering, 2007a)(zie paragraaf 2.2). Door deze toevoeging hebben zowel de voetgangers als de bestuurders een hulpmiddel om aanrijdingen te voorkomen. 23

3.2.3 Signaal bij overmatig geluid. Figuur 9. Concept 3: Signaal bij overmatig geluid. Uit onderzoek komt naar voren dat 18% van alle bouwplaats medewerkers geen gebruik maken van gehoorbescherming (zie figuur 4). 22% van alle bouwplaats medewerkers heeft dan ook last van gehoorklachten (zie figuur 5). Wanneer bijna één op de vijf van het bouwplaats personeel geen gebruik maakt van gehoorbescherming terwijl 22% last heeft van gehoorklachten, kun je concluderen dat het besef nog niet goed aanwezig is, dat zij daadwerkelijk gevaar lopen op gehoorsbeschadiging. Hierbij komt dat 44% van het bouwplaats personeel wordt blootgesteld aan lawaai overlast (zie figuur 1). Dit geeft de noodzaak voor het gebruik van gehoorsbescherming aan. Door een signaal af te geven wanneer de werknemer gevaar loopt op gehoorsbeschadiging maak je de werknemer ervan bewust dat hij gevaar loopt en wordt aangespoord om gehoorbescherming te dragen. Dit signaal zou zich kunnen blijven herhalen totdat de gehoorbescherming daadwerkelijk wordt gedragen, maar je loopt dan het gevaar dat dit dermate gaat irriteren, dat werknemers het systeem gaan saboteren. De gehoorbescherming zou bij dit idee geïntegreerd kunnen worden in de helm. Hierin zit dan ook een decibelmeter. Het signaal zou in verschillende vormen gegeven kunnen worden. Door bijvoorbeeld trilling, een geluid of licht. Ook dit concept zou het bewustzijn van de gevaren kunnen vergroten. De werknemer wordt namelijk bewust gemaakt dat hij/zij gevaar loopt op gehoorsbeschadiging. 24

3.2.4 Signaal bij te veel stof. Figuur 10. Concept 4: Signaal bij te veel stof. Evenals bij de gehoorbescherming worden ademhalingsmiddelen vaak niet gebruikt wanneer dit echter wel zou moeten. 37% geeft aan geen ademhalingsmiddelen te gebruiken (zie figuur 4) terwijl 58% aangeeft wel hinder van stof te ondervinden op de werkplek (zie figuur 1). Dit idee is vergelijkbaar met het vorige (signaal bij overmatig geluid), alleen speelt deze dus in op stof door het integreren van een stofmeter. Bij de hierboven beschreven ideeën wordt er een signaal gegeven bij een bepaalde bedreiging. Dit signaal wordt gegeven doormiddel van rood licht. Hiervoor is gekozen omdat dat in elke situatie waarneembaar is. Geluid en een trilsignaal waren ook opties, maar wanneer er in een lawaaiige omgeving gewerkt wordt zal een geluidssignaal niet werken en wanneer iemand met bijvoorbeeld een drilboor aan het werk is geldt hetzelfde voor een trilsignaal. Het is wel belangrijk dat het lichtsignaal niet te fel is om verblinding, en daarmee gevaarlijke situaties, te vermijden. 25

3.2.5 Portofoon in de helm. Figuur 11. Concept 5: Portofoon in de helm. Door een portofoon te integreren in de helm staat een werknemer door één druk op de knop in contact met zijn/haar leidinggevende. Door het gebrek aan kennis en kunde komen jonge werknemers onnodig vaak in gevaarlijke situaties terecht (Oldenziel, 2007). Ook zijn jongeren genijgt om eerder een risico te nemen (Oldenziel, 2007). Het is dus van belang om het de werknemer zo makkelijk mogelijk te maken om snel even wat te vragen wanneer deze ergens niet zeker van is. Wanneer die drempel te hoog is, doordat het bijvoorbeeld relatief veel tijd kost om advies te vragen, zal de werknemer hoogstwaarschijnlijk sneller een risico nemen. Bij komend voordeel is dat een werknemer in het geval van een ongeluk snel om hulp kan vragen. 26

3.2.6 Machines werken pas wanneer de bescherming gedragen word. Figuur 12. Concept 6: Machines werken pas wanneer de bescherming gedragen word. Uit het literatuuronderzoek kom naar voren dat er per jaar ongeveer 13 ongevallen plaatsvinden waarbij contact is met vliegende en wegschietende objecten (zie tabel 1). Hierbij horen onder andere wegschietende objecten als gevolg van een in werking zijnde machine (Eldering, 2007b). Hier speelt het toevoegen van de bril op in. Hiernaast worden de gehoorbescherming en het stofmasker geïntegreerd. Bij het gebruik van apparaten waarbij het dragen van een bril, gehoorbescherming en/of stofmasker verplicht is, zouden deze apparaten op één of andere manier pas mogen werken wanneer de bescherming daadwerkelijk gedragen wordt (bril/gehoorbescherming/stofmasker). De helm waarin de bril en gehoorbescherming geïntegreerd zijn geeft een signaal wanneer de beschermingsmiddelen worden gebruikt. De helm zal ook moeten kunnen detecteren of de helm daadwerkelijk gedragen wordt, anders is dit alles makkelijk te omzeilen. 27

3.2.7 Inklokken in de helm. Figuur 13. Concept 7: Inklokken in de helm. Dit idee is eigenlijk een middel om werknemers te dwingen een helm te dragen. De werknemer is enkel ingeklokt wanneer de helm wordt gedragen. Wanneer deze weer af wordt gezet wordt er automatisch uitgeklokt. De werknemer snijdt zichzelf dus in de vingers wanneer hij de helm niet draagt, aangezien hij dan niet aan de uren komt, of dit terug ziet op zijn/haar loonstrook. 6,5% van alle ongevallen had voorkomen kunnen worden door het dragen van een persoonlijk beschermingsmiddel (zie tabel 8). Dit concept zou dit tegen moeten gaan. 28

3.3 Prototypes Om feedback te kunnen krijgen op de concepten van bouwplaatspersoneel leek het ons beter om fysieke modellen te kunnen laten zien. De uiteindelijke situatie zou op deze manier beter in te beelden zijn, dan wanneer je plaatjes voorlegt. Bij deze modellen zijn led jes aangebracht om het signaal aan de gebruiker te geven. Dit signaal zou dan uitgaan wanneer het juiste beschermingsmiddel op wordt gezet. Dit gebeurd via een schakelaartje. Figuur 14, Signaal bij te veel stof. 29

Figuur 15, Signaal bij overmatig geluid. Figuur 16, Machines werken pas wanneer de bescherming gedragen wordt. 30

3.4 Conclusie De brainstormsessie heeft een aantal leuke ideeën opgeleverd om in te spelen op opvallende zaken uit het literatuur onderzoek. Het signaal bij overmatig geluid zorgt ervoor dat de 18% van de werknemers die nog geen gehoorsbescherming draagt gestimuleerd wordt dat wel te doen wanneer dit nodig is. dit zelfde geldt voor het signaal bij te veel stof. Door een signaal te geven wanneer werknemers gevaar lopen, worden ze op den duur hopelijk ook bewuster van de gevaren. Door een portofoon in de helm te integreren hebben werknemers altijd de mogelijkheid om snel en met zo min mogelijk handelingen hulp te vragen wanneer ze iets niet weten. Hierdoor wordt de stap minder groot om hulp te vragen en gaan ze geen handelingen uitvoeren waarvan ze geen kennis hebben. Het signaal bij een naderend voertuig dient het aantal aanrijdingen terug te dringen. Aangezien een bouwplaats er nog wel eens onoverzichtelijk uit kan zien kunnen werknemers en voertuigen van uit het niets opduiken. Door het lawaai op een bouwplaats is het aannemelijk dat je een voertuig ook laat hoort aankomen. Door een machine pas te laten werken wanneer alle benodigde beschermingsmiddelen worden gedragen, worden werknemers gedwongen dit ook daadwerkelijk te doen. Ook het inklokken met de helm heeft een wat dwingend karakter. Dit zou echter nog wel eens weerstand kunnen oproepen bij werknemers. Het zou kunnen dat werknemers maniertjes gaan verzinnen om dergelijke systemen te omzeilen. Hier zou dus bij een vervolg van het onderzoek naar gekeken moeten worden. Je zou deze helmen beschikbaar kunnen stellen aan nieuwe werknemers, zodat je het veiligheidsbewustzijn in de eerste paar weken kunt verhogen. Hierdoor hou je de aanschaf kosten relatief laag aangezien niet elke werknemer hoeft worden voorzien. 31

4. Conclusie Wat betreft de inventarisatie van de ongevallen in de bouw kunnen we concluderen dat er nog genoeg verbeterd kan worden. Als we kijken naar de soorten ongevallen valt op dat de meeste ongevallen te maken hebben met vallen van een bepaald object (steiger, ladder of een bouwwerk). Wat verder in negatief opzicht opvalt is dat jongeren veel vaker betrokken zijn bij een ongeval. Qua arbeidsomstandigheden wordt vooral werkdruk door de werknemers aangemerkt als groot probleem. Hier hebben zij meer last van dan omgevingsinvloeden als stof, lawaai en klimaatsinvloeden. Het gevolg van werkdruk is ook dat er meer kleine ongelukjes gebeuren. De overige omgevingsinvloeden hebben weer gezondheidsklachten tot gevolg. Het valt hierbij op dat een relatief grote groep van de werknemers echter geen gebruik maakt van de aanwezige persoonlijke beschermingsmiddelen. Het veiligheidsbesef lijkt dus niet voldoende aanwezig te zijn. Werknemers die betrokken zijn geweest bij een ongeval lijken een groter veiligheidsbesef te hebben dan werknemers die geen ongeval hebben gehad. Ze zijn zich bewuster van de veiligheidsvoorschriften, of het gebrek hieraan. Hierin kan nog veel verbeterd worden aangezien in veel gevallen de veiligheidsvoorschriften nog niet goed bekend zijn bij de werknemers. Vooral kleine bedrijven vallen hierbij in negatieve zin op. Hoewel persoonlijke beschermingsmiddelen wel vaak beschikbaar zijn, is dit in veel gevallen niet verplicht. De brainstormsessie heeft een aantal leuke ideeën opgeleverd om in te spelen op opvallende zaken uit het literatuur onderzoek. Het signaal bij overmatig geluid zorgt ervoor dat de 18% van de werknemers die nog geen gehoorsbescherming draagt gestimuleerd wordt dat wel te doen wanneer dit nodig is. dit zelfde geldt voor het signaal bij te veel stof. Door een signaal te geven wanneer werknemers gevaar lopen, worden ze op den duur hopelijk ook bewuster van de gevaren. Door een portofoon in de helm te integreren hebben werknemers altijd de mogelijkheid om snel en met zo min mogelijk handelingen hulp te vragen wanneer ze iets niet weten. Hierdoor wordt de stap minder groot om hulp te vragen en gaan ze geen handelingen uitvoeren waarvan ze geen kennis hebben. Het signaal bij een naderend voertuig dient het aantal aanrijdingen terug te dringen. Aangezien een bouwplaats er nog wel eens onoverzichtelijk uit kan zien kunnen werknemers en voertuigen van uit het niets opduiken. Door het lawaai op een bouwplaats is het aannemelijk dat je een voertuig ook laat hoort aankomen. Door een machine pas te laten werken wanneer alle benodigde beschermingsmiddelen worden gedragen, worden werknemers gedwongen dit ook daadwerkelijk te doen. Ook het inklokken met de helm heeft een wat dwingend karakter. Dit zou echter nog wel eens weerstand kunnen oproepen bij werknemers. Het zou kunnen dat werknemers maniertjes gaan verzinnen om dergelijke systemen te omzeilen. Hier zou dus bij een vervolg van het onderzoek naar gekeken moeten worden. Je zou deze helmen beschikbaar kunnen stellen aan nieuwe werknemers, zodat je het veiligheidsbewustzijn in de eerste paar weken kunt verhogen. Hierdoor hou je de aanschaf kosten relatief laag aangezien niet elke werknemer hoeft worden voorzien. 32

Enkele van deze ideeën zijn in prototypes uitgewerkt. Hierbij wordt de situatie nagebootst op het moment dat de systemen in de helm in werking treden. Er zijn dus geen sensoren in aangebracht, maar LED s die het signaal aan de werknemer geeft. Pim Lemmens gaat met deze prototypes een onderzoek doen met bouwplaatsmedewerkers. Hij zal hierbij een situatie nabootsen en kijken hoe de werknemer hierop reageert. Ook moet duidelijk worden wat de persoonlijk mening is van de werknemers aangezien zij de uiteindelijke gebruikers zijn. De resultaten hiervan zullen later bekend worden. Mijn persoonlijke bevindingen wat betreft de opdracht zijn positief, al denk ik dat het leuk was geweest om de concepten verder uit te werken. Vooral het organiseren van een brainstorm was leerzaam, aangezien je de participanten moet voorzien van oplossingsrichtingen zonder dat dit blikvernauwend gaat werken. Ik denk persoonlijk dat de uiteindelijke concepten mogelijkheden bieden en ik ben dan ook zeer benieuwd naar het vervolg van dit project. Referenties Arbouw. (2008). Aanpak werkdruk in de bouwnijverheid. Arbouw. (2011). De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid in 2011. Dijkink, N. (2012). Poster helm definitief. Eldering, F. (2007a). Analyse van ongevallen in de Bouwnijverheid. Bouw versie mei 2007, 1 5. Eldering, F. (2007b). 04 Contact met rondvliegende / wegschietende voorwerpen, 1 4. Oldenziel, K. (2007). Factsheet jongeren in de bouw Inhoudsopgave. Van Zaal, M. (2012). Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2011. 33

Bijlagen B1, Poster blauwe vrijdag. Figuur 17. poster blauwe vrijdag. (Dijkink, 2012) 34