Avans Hogeschool HBO-Bacheloropleidingen. Visitatiedata: 29 en 30 september 2004

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Avans Hogeschool, Tilburg

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

AVANS Hogeschool, Den Bosch

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Avans Hogeschool, Breda

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Zuyd, Sittard

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Avans Hogeschool, Breda

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

AVANS Hogeschool, Tilburg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Hogeschool HBO Nederland

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Fontys Hogescholen. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 15 en 16 april 2004 Aanvullend bezoek: 1 september 2005

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Christelijke Hogeschool Windesheim

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hanzehogeschool Groningen

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

Hogeschool Larenstein, Deventer

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Hogeschool van Utrecht

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool Rotterdam. International Business and Languages. Visitatiedatum: 18 juni NQA (Netherlands Quality Agency)

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Transcriptie:

Avans Hogeschool HBOBacheloropleidingen Opleiding: Varianten: Chemische Technologie voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, april 2005

2 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 15 1.7 Totaaloordeel 15 Deel B: Facetten 17 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 19 Onderwerp 2 Programma 22 Onderwerp 3 Inzet van personeel 32 Onderwerp 4 Voorzieningen 35 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 38 Onderwerp 6 Resultaten 41 Deel C: Bijlagen 43 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 45 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 47 Bijlage 3 Bezoekprogramma 53 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 3

4 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Deel A: Onderwerpen NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 5

6 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Chemische Technologie van Avans Hogeschool heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart vanaf juli 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op woensdag 29 en donderdag 30 september 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer dr. J. T. Lutgerink (voorzitter) De heer ir. J.M. van der Leeden (domeindeskundige) Mevrouw M.C.R. Alders (studentlid) Mevrouw drs. L. Ravestein (NQAauditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2 bij dit rapport). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie voldoende/onvoldoende. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De waarderingen worden uitgedrukt in begrippen uit de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De opleiding Chemische Technologie (CT) vormt tot september 2004 samen met de opleidingen Electrotechniek, Milieugerichte Materiaaltechnologie, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde de Afdeling voor Technologie en Management (ATM). Deze afdeling is een onderdeel van de faculteit Techniek en Natuur (FTN) van Avans Hogeschool. Vanaf september 2004 is de faculteit opgeheven en is de afdeling een academie geworden (genaamd: Academie voor Technologie en Management). De reorganisatie gaat gepaard met de benoeming van een (gedeeltelijk) nieuwe directie. NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 7

Vanaf1998/1999 biedt CT naast haar voltijdopleiding tevens een duale opleiding aan. De duale variant wordt aangeboden op twee locaties: Breda en Terneuzen. Vanaf studiejaar 2001/2002 startte de voltijdopleiding in samenwerking met de opleiding Milieukunde met de invoering van competentiegericht onderwijs met projecten (CGO). Vanaf studiejaar 2002/2003 startte er een (gedeeltelijk) gezamenlijke propedeuse voor de ATM. Vanaf studiejaar 2003/2004 maakte de samenwerking met Milieukunde plaats voor Werktuigbouwkunde; er wordt gestart met het aanbieden van een gedeeltelijk gezamenlijk curriculum. De academie werkt toe naar het (onder een ander CROHOnummer) aanbieden van een nieuwe brede opleiding Bachelor of Engineering per september 2007. Het onderwijs voor de opleidingen van de academie zal (grotendeels) worden geïntegreerd en aangeboden in de vorm van majors en minors. De opleidingen Chemische Technologie en Werktuigbouwkunde werken hierbij nauw samen. De opleiding CT is een kleine opleiding met 5,54 fte aan vaste en 1,35 fte aan tijdelijke medewerkers. De meeste docenten geven les in de beide varianten. Het onderwijs is gedeeltelijk identiek qua inhoud en opzet en wordt soms tegelijkertijd aangeboden. In dit rapport wordt, indien relevant, expliciet ingegaan op de verschillen. De instroom in de voltijdopleiding krimpt de afgelopen jaren. De instroom die in 1998 nog uit 49 instromende studenten bedroeg, bedroeg in 2002 slechts 8 en in 2003 9 studenten. In 2004 is de instroom weer gestegen naar 16 studenten. De duale instroom schommelt vanaf haar oprichting rond de 20 studenten, maar kende in 2003 geen instroom. In 2004 is de instroom gegroeid tot 18 studenten. 1.3 Werkwijze De visitatie van de opleiding CT door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage) en die hieronder meer in concreto wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis boden voor het visitatiebezoek. Daarnaast heeft het panel geconstateerd dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de laboratoriumopleidingen en chemische technologieopleiding geldende domeinspecifieke referentiekader (zie hieronder). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQAauditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Naar aanleiding daarvan heeft de hogeschool haar zelfevaluatierapport aangevuld met extra bijlagen. Deze hadden voornamelijk betrekking op: informatie omtrent de duale opleiding; evaluatiegegevens bij diverse facetten; het kwaliteitszorgsysteem. 8 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Op basis van het zelfevaluatierapport en de aanvullende informatie zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten, respectievelijk vragen die werden doorgegeven aan de NQAauditor. Hoewel ieder panellid alle onderwerpen en facetten onder de loep nam, is er sprake geweest van een taakverdeling, waarbij bepaalde onderwerpen en facetten door een bepaald panellid extra grondig zijn bestudeerd. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQAauditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het visitatiebezoek concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQAauditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of er sprake was van adequate domeinspecifieke doelstellingen en of er nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig bleek. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleiding (het operationeel management). Aan het begin van het bezoek is er ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. In het raamwerk bezoekprogramma kende het middagprogramma van de eerste bezoekdag en het ochtendprogramma van de tweede bezoekdag een vaste structuur, maar was het middagprogramma van de tweede bezoekdag vrij. In deze tijd heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. De bevindingen zijn, volgens de afgesproken taakverdeling, door ieder panellid, schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling aan het management gegeven van de bevindingen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Na afloop van het bezoek heeft de opleiding in een drietal nazendingen diverse documenten aan de NQAauditor toegestuurd. Deze documenten hadden vooral betrekking op: de doelstellingen van de opleiding, de opbouw en inhoud van het curriculum, de borging van het curriculum. De NQAauditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en deze aan de panelleden voorgelegd. Het panel heeft vervolgens het definitieve NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 9

concept vastgesteld. In het visitatie of beoordelingsrapport is, waar relevant, expliciet ingegaan op de verschillende varianten. Het definitieve conceptrapport is aan de opleiding voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQAauditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere opleidingen CT op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking (onderwerp 1 en onderwerp 6); generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. Wat de benchmarking betreft is het van belang op te merken dat een vergelijking met andere opleidingen wordt gemaakt op basis van gegevens die de HBOraad beschikbaar stelt. Daarnaast is een internationale vergelijking niet mogelijk, omdat gegevens van dergelijke opleidingen niet voor handen zijn. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten uit het detailrapport gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is derhalve positief. De opleiding heeft tot het studiejaar 2004/2005 haar curriculum gebaseerd op het Beroepsprofiel procestechnoloog, dat in 1999 in samenwerking met het werkveld specifiek ten behoeve van de duale opleiding is opgesteld. Daarnaast vormden voor de voltijdopleiding het beroepsbeeld chemisch technologisch ingenieur van het LOCT 1992 en de kernkwalificaties HTNO uit 1995 ook een basis. Recentelijk richt de voltijdopleiding zich op Beroepsprofiel en aanzet tot Landelijk Opleidingsprofiel, LOCT, 26 november 2002). Dit is een eerder concept van de tekst die met geringe wijzigingen is opgenomen in het Beroepsprofiel Laboratoriumopleidingen (COLP, 2003). De opleiding heeft zelf de generieke kernkwalificaties van de commissie Franssen 10 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

vergeleken met de opleidingskwalificaties uit de genoemde documenten. Ook heeft zij in deze vergelijking een eigen set van gedragscompetenties meegenomen (zie Detailrapport facet 1.1). Een vergelijking door NQA met twee andere door NQA gevisiteerde opleidingen CT maakt duidelijk dat deze laatst genoemde opleidingen hun eindkwalificaties eveneens (gaan) enten op Beroepsprofiel Laboratoriumopleidingen (COLP, 2003). Bij één opleiding fungeren net als bij CT (Avans) de eindkwalificaties uit het landelijke rapport kernkwalificaties (1995), met het onderliggende beroepsbeeld van chemisch technologisch ingenieur, nog als het ijkpunt. Samenvattend onderscheidt de voltijdopleiding CT van Avans Hogeschool zich van de andere voltijdopleidingen door de centrale positionering van (voor de duale variant ontwikkelde) Beroepsprofiel procestechnoloog. 1.5.2 Programma Voor de duale opleiding zijn zeven facetten met een voldoende beoordeeld. Eén facet duur is als goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp voor de duale opleiding is derhalve positief. Voor de voltijdopleiding geldt dat zeven van de acht tot dit onderwerp behorende facetten is het oordeel voldoende toegekend. Het facet Samenhang is als onvoldoende beoordeeld. Eén facet duur is als goed beoordeeld. De voltijdopleiding heeft voor een niet onbelangrijk facet van dit onderwerp een onvoldoende behaald. Compensatie tussen de facetten is gezien de behaalde oordelen, met uitzondering van het (technische) facet duur, niet goed mogelijk. Het panel besluit desalniettemin om tot een positief oordeel op onderwerpniveau voor de voltijdopleiding over te gaan. De motivatie hiervoor is gestoeld op de volgende argumenten: De onvoldoende is voorzien van de nodige relativeringen (zie facet 2.3). Zo geven voor de cohort 2004/2005 diverse matrices een relatie weer van de onderwijsonderdelen met het Beroepsprofiel en aanzet tot Landelijk Opleidingsprofiel, LOCT, 26 november 2002. Daarnaast voorzien het Opleidingsplan, 2004 en de Huisstijl module nieuwe stijl in een betere opbouw en samenhang. Alle betrokkenen getuigen van deze ingezette verbeteringen tijdens het visitatiebezoek. Met name ten aanzien van cohort 2001 is een misstap begaan, waar de opleiding open over heeft bericht. Deze misstap is rechtgezet door de opleiding (zie facet 5.2 maatregelen tot verbetering ). De door studenten (gemiddeld ervaren) samenhang in de Avansstudentenenquête, 2004 wordt, ondanks negatieve onderliggende periodeevaluaties, gewaardeerd met 3,1. De opleiding heeft vanaf cohort 2002 te kampen gehad met bepaalde externe factoren, zoals plotseling vertrekkend personeel (waaronder de coördinator, zie facet 3.2) en een sterk teruglopende instroom (zie inleiding en facet 2.5). Deze vormen verzachtende factoren voor de precisie waarmee het curriculum qua opzet en samenhang geborgd is. In Handreiking voor Oordeelsvorming geeft NQA aan dat facet 2.1 eisen hbo relatief iets zwaarder meeweegt dan de andere facetten in het oordeel op onderwerpniveau. Dit facet heeft de opleiding als voldoende gescoord. Het oordeel over het onderwerp voor de voltijdopleiding is derhalve ook positief. NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 11

1.5.3 Inzet van personeel De drie facetten zijn met een voldoende beoordeeld. Het oordeel over dit onderwerp is derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen De beide facetten van dit onderwerp zijn voor de voltijdopleiding als voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp voor de voltijdopleiding is derhalve positief. Voor de duale opleiding is het facet materiële voorzieningen als voldoende beoordeeld, maar het facet begeleiding als onvoldoende. Ook hier is geen eenvoudige compensatie mogelijk. Omdat het niet om een zware onvoldoende gaat, komt het panel op een voldoende oordeel op onderwerpniveau uit. Zoals uit de relativering bij facet 4.2 blijkt, heeft de onvoldoende betrekking op de geboden begeleiding bij de praktijkopdrachten (met name het afstudeerproject). Voor de studiebegeleiding geldt juist dat deze positief wordt gewaardeerd. Het oordeel over het onderwerp voor de duale opleiding is derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Voor de eerste twee facetten van dit onderwerp is een voldoende gegeven, voor het derde facet betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld een onvoldoende. Ook bij dit onderwerp is een zichtbare afweging van oordelen op zijn plaats. Duidelijk is dat bij de eerste twee facetten de verbetercyclus al langer plaats vindt, maar recent op een systematische en geformaliseerde wijze (zie facet 5.2). Ook zijn de afgelopen jaren, mede door de geringe omvang van de opleiding, aantoonbare verbeteringen op basis van evaluaties doorgevoerd. De onvoldoende voor het laatste facet is geen sterke onvoldoende: stakeholders zijn bij kwaliteitzorg betrokken, maar te weinig systematisch en aantoonbaar (zie facet 5.3). Aangezien NQA in de Handreiking voor Oordeelsvorming de nadruk legt op het tweede facet, Maatregelen tot verbetering, wordt het oordeel over het onderwerp voor de opleiding derhalve positief. 1.5.6 Resultaten Op beide facetten heeft de opleiding een voldoende. Het eindoordeel over dit onderwerp is daarom ook positief. Op de website van de HBOraad staan de cijfers voor alle opleidingen vermeld. Gezien de verschillen tussen de cijfers waarover de opleiding beschikt en die van de HBOraad, is in verband met de vergelijkbaarheid in de tabellen 1 tot en met 3 uitgegaan van de cijfers van de HBOraad. Alleen bij tabel 1 wordt bij gegevens over personeel gebruik gemaakt van de cijfers, zoals aangeleverd door de opleiding. 12 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Tabel 1: Algemene gegevens Opleiding CT 1999 2000 2001 2002 2003 Totaal aantal ingeschreven studenten VT DU 124 39 116 42 108 65 76 87 Omvang docerend personeel in fte Student/fteratio Totaal aantal docenten VT DU VT DU VT DU 8,1 8 8,3 7,6 6 1: 21 1: 22 1:23 1:24 1:25 14 13 13 12 12 63 67 Tabel 2: Instroomgegevens Totaal aantal ingestroomde studenten VT DU Streefcijfers CT 1520 1820 1999 2000 2001 2002 2003 CT Land. 1 CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. 27 38 287 55 27 14 229 51 20 27 177 61 8 22 159 49 10 2 166 30 Tabel 3: Opleidingsrendement en streefcijfers in percentages van de instroom 1994 1995 1996 1997 1998 Streefcijfers CT CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. Percentage diploma behaald na 5 jaar 2 VT DU 70%** 71,1 69,7 59,0 64,6 50,0 61,3 69,8 59,3 58,5 49,2 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden in maandenl Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 3 jaar Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden VT DU VT DU VT DU VT DU Streefcijfers CT Streefcijfers CT 25% na 2 jr** 30%** 18** 1998 1999 2000 2001 2002 CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. 42,8 48,6 48,8 48,1 50,8 47,7 49,1 47,0 50,3 45,8 1998 1999 2000 2001 2002 CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. CT Land. 20,8 26,2 17,9 36,8 26,4 41,2 21,4 52,6 27,9 35,9 11,1 21,4 14,8 21,4 24,3 20,0 30,8 19,2 31,9 17,0 ** Streefcijfers voor de student met vooropleiding havist 23,8 31,7 25,0 9,5 17,2 13,3 19,4 29,4 22,6 44,4 26,9 36,8 20,5 30,1 25,6 1 landelijke cijfers komen uit www.kengetallen.hbo.nl NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 13

Uit de tabellen 1 en 2 blijkt dat de dalende instroom voor de voltijdopleiding parallel loopt aan die van de landelijke situatie. Voor de duale opleiding lijkt de terugval in de afgelopen jaren naar verhouding wel erg groot. Uit tabel 3 blijkt dat de streefcijfers voor de duale opleiding nog niet benoemd zijn en dat de kengetallen voor rendementen landelijk nog niet bekend of onbetrouwbaar zijn. (Er is ook landelijk sprake van een relatief jonge opleiding). Voor de voltijdopleiding blijkt dat: De percentages voor behaalde diploma s na vijf jaar fluctueren tussen 71% en 50%. De afgelopen twee jaar ligt het behaalde rendement boven het landelijk behaalde rendement. Het streefrendement van 70% lijkt bij deze behaalde percentages aan te sluiten. Ook vergelijkbare opleidingen van andere hogescholen hanteren een streefrendement van ongeveer deze waarde. De gemiddelde studieduur van de afgestudeerden, met uitzondering van 1998, ligt consequent boven de landelijk gemiddelde studieduur. Voor dit aspect heeft de opleiding nog geen streefcijfers geformuleerd; andere vergelijkbare opleidingen doen dit in wisselende mate. De percentages uitval na één jaar liggen, met uitzondering van 2002, onder de landelijke uitval percentages. Dit geldt ook voor de uitvalpercentages na drie jaar. Blijkbaar vallen relatief minder studenten gedurende de opleiding uit de boot, terwijl zij gemiddeld gesproken wel iets langer over de opleiding doen. Het streefrendement voor 25% uitval na de propedeuse en 30% uitval voor de hele opleiding sluit redelijk aan bij de landelijk behaalde percentages en bij de streefcijfers van andere vergelijkbare opleidingen. Ten aanzien van 2002 wordt het streefcijfer echter ruimschoots overschreden. Uit de beschrijving bij facet 6.1 blijkt dat de doorstroom van studenten met een havovooropleiding hier grotendeels debet aan is, gecombineerd met een beperkte instroom van 8 studenten. De gemiddelde studieduur van studiestakers ligt, met uitzondering van 2001 consequent hoger, dan de landelijk behaalde. Aansluitend bij een eerdere conclusie: er vallen gemiddeld minder studenten uit dan landelijk, maar zij vallen wel in een later stadium uit. Het streefcijfer van 18 maanden lijkt vanuit de huidige gegevens beredeneerd, vooral ingegeven door een gewenste toekomstige situatie. Zij sluit te weinig aan bij de eigen behaalde rendementen en bij het landelijke beeld. Vergelijkbare opleidingen wagen zich echter ook aan streefcijfers rond 18 maanden (1,5 jaar) of minder (1,35 jaar). 14 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht oordelen op facet en onderwerpniveau Opleiding: Chemische Technologie Onderwerp/Facet VT DU Doelstellingen 1.1 V V 1.2 V V 1.3 V V Totaaloordeel Positief Positief Programma 2.1 V V 2.2 V V 2.3 O V 2.4 V V 2.5 V V 2.6 G G 2.7 V V 2.8 V V Totaaloordeel Positief Positief Personeel 3.1 V V 3.2 V V 3.3 V V Totaaloordeel Positief Positief Voorzieningen 4.1 V V 4.2 V O Totaaloordeel Positief Positief Kwaliteitszorg 5.1 V V 5.2 V V 5.3 O O Totaaloordeel Positief Positief Resultaten 6.1 V V 6.2 V V Totaaloordeel Positief Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van bovenstaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op alle zes de onderwerpen een voldoende scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. De opleiding voldoet op alle onderwerpen aan de basiskwaliteit. NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 15

16 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Deel B: Facetten NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 17

18 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

Deel B: Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor VT/DU: Voldoende Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel voldoende is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. Argumenten: De voltijdopleiding en de duale opleiding hebben de afgelopen jaren als leidraad voor het curriculum het Beroepsprofiel procestechnoloog gehanteerd, dat in 1999 specifiek ten behoeve van de duale opleiding is opgesteld. Dit profiel bevat geen eindkwalificaties in de vorm van competenties, maar vier taakgebieden, die zijn uitgewerkt naar kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Daarnaast zijn de karakteristieken van de procestechnoloog vertaald naar vier rollen, namelijk die van professional, problemsolver, teamplayer en verantwoordelijk werknemer. In een matrix maakt de opleiding duidelijk hoe de taken en rollen gerelateerd zijn aan de Dublindescriptoren en aan de 10 generieke kwalificaties van de hbobachelor (commissie Franssen). De voltijdopleiding heeft tot september 2003, in aanvulling op het Beroepsprofiel procestechnoloog, eveneens het volgende als richtsnoer gehanteerd: o 1) de zogenaamde vijf kennisdomeinen (Polymeertechnologie, Procestechnologie, Procesbesturing, Milieutechnologie en Technische Bedrijfskunde), waarvoor het beroepsbeeld chemisch technologisch ingenieur van het LOCT 1992 en de kernkwalificaties HTNO uit 1995 ook al de basis vormden; o 2) een set van 37 (voor cohort 2001) en van 8 (voor cohorten 2002 en 2003) gedragscompetenties. Deze generieke eindkwalificaties zijn steeds expliciet benoemd en geconcretiseerd. Vanaf september 2004 wordt in de voltijdopleiding naast de vijf reeds genoemde kennisdomeinen gewerkt met 10 (beroeps)competenties, die aansluiten bij het landelijke document Beroepsprofiel en aanzet tot Landelijk Opleidingsprofiel, LOCT, 26 november 2002. Deze 10 competenties luiden: ontwerpen/produceren, experimenteren, beheren/coördineren, adviseren, instrueren, leidinggeven/projectmanagement, leren leren, eigen verantwoordelijkheid nemen, initiatief nemen, maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. In een matrix in het zelfevaluatierapport presenteert de opleiding haar vergelijking tussen deze 10 (beroeps)competenties en de 10 generieke kwalificaties van de commissie Franssen. Kanttekeningen: Het panel stelt op basis van de documentatie van de voltijdopleiding en op basis van gevoerde gesprekken vast dat de opleiding in een overgangssituatie verkeert, waarbij de afgelopen jaren gezocht is naar een adequate set van eindkwalificaties en in het NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 19

bijzonder de rol en plaats van de generieke competenties hierbinnen. Hierdoor was het niveau bachelor niet consequent en niet volledig aantoonbaar in de eindkwalificaties. Recentelijk is dit verbeterd. Het OER 2003/2004 en het Opleidingsplan, 2004 presenteren een duidelijke set van eindkwalificaties, waarbij de eigen inkleuring ten opzichte van de landelijke situatie is geformuleerd en de 10 beroepscompetenties zijn geoperationaliseerd. In tabel 1.2 van het zelfevaluatierapport wordt hieraan een niveauaanduiding voor beheersniveaus toegevoegd. Het opstellen van beheersniveaus bij de competenties bevindt zich in een aanvangsstadium. De duale opleiding kan na twee jaar worden afgesloten met het VaProD diploma, de eindtermen voor dit deelcertificaat staan beschreven in Eindtermen ten behoeve van duale opleiding HBOCT, 8 april 1999. Deze eindtermen (eigenlijk middentermen) zijn voornamelijk gericht op kennis en inzicht in specifieke kennisdomeinen; de generieke kwalificaties ontbreken hierin grotendeels. Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen VT/DU: Voldoende Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel voldoende is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. Argumenten: Het Beroepsprofiel procestechnoloog is tot stand gekomen op gemeenschappelijk initiatief van drie hogescholen (Brabant, Utrecht en Enschede), een ROC (Terneuzen) en de stichting VAPRO (Vakopleidingen Procesindustrie). Een referentiegroep waarin, naast de zojuist genoemde organisaties, onder meer bedrijven uit de chemische industrie zijn vertegenwoordigd, heeft de totstandkoming begeleid en gevalideerd. In het landelijk overleg voor de duale opleidingen wordt, onder voorzitterschap van de inhoudelijk coördinator van de duale opleiding te Breda, gewerkt aan een herformulering van de eindkwalificaties (in de richting van de competenties, zoals bij de voltijdopleiding). De voltijdopleiding kiest voor een brede opleiding met het accent op procestechnologische en werktuigbouwkundige aspecten en speciale aandacht voor bepaalde beroepsgerichte competenties (zoals ontwerpen/produceren, experimenteren). Het Beroepsprofiel en aanzet tot Landelijk Opleidingsprofiel is vastgesteld in het Landelijk Overleg Chemische Technologie en is in december 2003 gevalideerd door de HBOraad. Vóór die datum is het profiel in de verschillende werkveldadviescommissies van de bij het landelijk overleg aangesloten opleidingen besproken. Daarmee is het profiel gelegitimeerd door het werkveld. De eigen Afdelings Advies Raad (AAR) van de opleiding is gestart met drie bijeenkomsten in 2003 en heeft zich tot nu toe geconcentreerd op haar werkwijze. Leden van deze raad, met wie het panel heeft gesproken, vinden de brede aanpak door de 20 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

opleiding, inclusief de eigen inkleuring, wenselijk. Dit geldt ook voor de andere werkveldvertegenwoordigers waarmee het panel heeft gesproken. Kanttekeningen: Het panel constateert dat de opleiding in de eindkwalificaties geen aandacht besteedt aan internationalisering en Werktuigbouwkunde. In het Opleidingsplan 2004 staat vermeld dat de Werktuigbouwcomponent nog aan de eindkwalificaties moet worden toegevoegd. Het gaat daarbij om onderdelen van het programma van ChT en Wtb die al eerder overeen kwamen, hetgeen ten tijde van de visitatie wordt geformaliseerd. De pas opgerichte adviesraad is nog relatief onbekend met de 10 recentelijk geformuleerde (beroeps)competenties. Facet 1.3 Oriëntatie hbobachelor VT/DU: Voldoende Criteria: De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel voldoende is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. Argumenten: Zoals blijkt uit de argumentatie bij het vorige facet zijn de eindkwalificaties opgesteld in samenspraak met door het beroepenveld opgestelde beroepsprofielen. In het Beroepsprofiel en aanzet tot Landelijk Opleidingsprofiel staan de functies vermeld van de HBOingenieur Chemische Technologie. Deze variëren van: ontwerper, projectmedewerker/projectleider tot toezichthouder KAM (Kwaliteitszorg, ARBO en Milieu). Volgens arbeidsmarktonderzoek in de voltijdopleiding is er in grote lijnen aansluiting op de opleiding. Uit HBOMonitor, 2002 (10 respondenten) blijkt dat de afgestudeerden werk vinden waarbij minimaal het eigen opleidingsniveau is vereist en dat 90% werk vindt in de eigen of verwante (afstudeer)richting. Over de aansluiting op de functie is 60% tevreden. Uit HBOMonitor, 2003 (10 respondenten) blijkt: minimaal eigen opleidingsniveau vereist (80%), eigen of verwante opleidingsrichting vereist (80%) en tevredenheid over aansluiting op de functie (60%). De meeste afgestudeerden zijn werkzaam in de procesindustrie; dit geldt eveneens voor de studenten van de duale opleiding. Afgestudeerden en studenten duaal, met wie het panel heeft gesproken, geven aan tevreden te zijn over de aansluiting van de opleiding met hun werksituatie. Dezelfde mening leeft bij vertegenwoordigers van het werkveld, die ervaring hebben opgedaan met afgestudeerden van de opleiding. De onderzoeksresultaten van het bureau FAKTA, juli 2004 (een eigen onderzoek van de opleiding onder 7 afgestudeerden en 4 werkgevers) lijken de conclusie te bevestigen dat er sprake is van aansluiting van de opleiding op de functies van de NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 21

beginnende beroepsbeoefenaren. De respons is echter te gering om verantwoorde conclusies te trekken (zie ook facet 5.1). Het panel constateert dat de ATM (Academie voor Techniek en Management) zich op basis van recent arbeidsmarkt en instroomonderzoek door HOBEON actief richt op de formulering van eisen die gesteld moeten worden aan het nieuwe ATMprofiel (en haar eindkwalificaties). De opleiding CT wordt in deze brede herpositionering van hboingenieurs op adequate wijze meegenomen in het onderzoek. Kanttekeningen: De uitslagen van HBOMonitor CT over de afgelopen jaren laten ten opzichte van de landelijke uitslagen enkele negatieve afwijkingen zien (ten aanzien van de breedte van de opleiding, diepte van de opleiding en aansluiting op functie in de beroepspraktijk), waar het panel geen duidelijke verklaring voor heeft gekregen. Ten aanzien van het duale programma is actualisering van het beroepsprofiel mede op basis van onderzoek in het werkveld gewenst. De opleiding noemt dit aspect eveneens in het zelfevaluatierapport. Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo VT/DU: Voldoende Criteria: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel voldoende is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. Argumenten: In de Studiegids 2003/2004, het OER 2003/2004 en Bijlage 4 bij het zelfevaluatierapport staat het curriculum van de voltijdopleiding op hoofdlijnen beschreven. Dat geldt, met uitzondering van de studiegids, ook voor de duale opleiding. De moduleaanduidingen, de groepering van modulen naar leerstofeenheden en het aantal bijbehorende EC s of studiepunten staan vermeld. De opzet van het voltijd curriculum is vooral voor de eerste twee jaar gebaseerd op het CGOconcept (competentiegericht onderwijs met projecten); hierbij vindt de aansturing van het onderwijs plaats via taken en projecten met aandacht voor gedragsaspecten. Kennis wordt aangereikt door middel van theoriemodulen en practica. Ieder studiejaar omvat vier periodes en besteedt ongeveer één studiepunt aan studieloopbaanbegeleiding. De bij facet 1.1 genoemde vijf kennisdomeinen zijn gelijkmatig over het curriculum verspreid. 22 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

o Iedere periode in de propedeuse bestaat uit een multidisciplinair project (gericht op de hele academie) en een leerroutespecifiek project (de projecten beslaan ongeveer tweederde van het propedeuse jaar). De meeste theoriemodulen (in de propedeuse kennismagazijnen genoemd) worden verzorgd vanuit de opleiding. o Het tweede jaar van de opleiding bestaat uit vier projecten, waarvan drie tegelijkertijd met Werktuigbouwkunde (de projecten beslaan iets minder dan de helft van het tweede jaar). Vrijwel alle (klassieke) theoriemodulen worden tegelijkertijd met de duale modulen aangeboden. o Het eerste semester van het derde jaar bestaat uit (klassieke) theoriemodulen, terwijl het tweede semester stage wordt gelopen. o Gedurende beide periodes van het vierde semester biedt de opleiding projecten aan (in totaal 5 studiepunten) met parallel hieraan klassieke theoriemodulen en twee keuzevakken. Tijdens het laatste semester is het afstudeerproject ingeroosterd. Het programma van de duale opleiding is grotendeels landelijk bepaald. Alleen in het derde en vierde jaar vindt 10% eigen inkleuring plaats. De juiste werkervaring gecombineerd met een inhoudelijk passende vooropleiding levert 72 studiepunten aan vrijstellingen op. In tegenstelling tot het voltijdprogramma is de opzet van het onderwijs hoofdzakelijk modulair, met een opbouw van basiskennis naar meer vaktechnische kennis. Per semester wordt een praktijkopdracht (van 4 studiepunten) ingeroosterd, gericht op integratie met de (beroeps)praktijk; deze opdracht heeft doorgaans betrekking op de eigen werkomgeving van de student. Tijdens de tweede helft van het derde jaar en tijdens het vierde jaar vindt het afstudeerproject plaats (totaal 20 studiepunten). De vakinhoud van de duale opleiding is hoofdzakelijk gericht op de beheersing van vaktechniek. Daarnaast worden Engels en (Project)Management en een tweetal keuzevakken, aangeboden. Op grond van de boekenlijst en bekeken blokboeken en module en projectbeschrijvingen stelt het panel vast dat de leerstof voldoende actueel en beroepsgericht is. Bij meerdere projecten bestaat er een directe relatie met bedrijven (bijvoorbeeld het Kaasproject, het CSMproject en het Warmteproject) of vinden er excursies plaats. In de duale opleiding zorgen de praktijkopdrachten en het afstudeerproject voor een kruisbestuiving met de praktijk. (Beroeps)vaardigheden krijgen in de voltijdopleiding vooral aandacht tijdens de studieloopbaanbegeleiding en het bijbehorende portfolio (in de propedeuse) en tijdens de stage en het afstudeerproject. Er is aandacht in het onderwijs voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Het gaat hierbij onder meer om technisch onderzoek (zoals bij Nat Lab Philips te Eindhoven), om research op R&Dafdelingen (zoals bij DOW Chemicals te Terneuzen) en onderzoek voor procestechnische problemen in de industrie (DSM Research). Studenten worden hierop bij diverse projecten en bij het afstudeerproject aangestuurd Een redelijk aantal studenten volgt stages in het buitenland; dit blijkt uit een gesprek met studenten van de voltijdopleiding. Docenten brengen via contractactiviteiten en door middel van begeleiding van de studenten in de duale opleiding (zie facet 3.1) actuele ontwikkelingen aanwijsbaar het onderwijs in, zoals bij Membraantechnologie en aspecten van Duurzaam produceren. NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 23

Ook de aandacht voor alsmaar belangrijker wordende technieken als Waterzuivering en Besturingstechniek is positief. Uit de Avansstudentenenquête, onderzoeksjaren 2002 en 2004 (voltijdopleiding, met respectievelijk 39 en 18 respondenten) blijkt dat studenten: o positief zijn over de wijze waarop zij kennis maken met de beroepspraktijk (gemiddelde score 3,4); o positief zijn over theoretische aspecten (gemiddelde score 3,2); o positief zijn over oefenen van praktische vaardigheden (gemiddelde score 3,2). Uit de Avansstudentenenquête, 2002 en 2004 (duale opleiding, met respectievelijk 22 respondenten en 5 respondenten) blijkt dat de uitslag op deze punten nog positiever is. De onderzoeksresultaten worden op hoofdlijnen bevestigd in gesprekken van het panel met studenten en afgestudeerden van de voltijd en de duale opleiding. Kanttekeningen: De borging van de actualiteit in het programma van de voltijdopleiding gebeurt in de curriculumcommissie en van de duale opleiding in de jaarlijkse vergadering tijdens het landelijk overleg. (Wél zijn er het afgelopen jaar vijf vergaderingen geweest in het landelijk overleg duaal traject. In vier daarvan is er inhoudelijk over het curriculum gesproken.) Het panel is van mening dat de opleiding (voltijd en duaal) de borging op het aspect van actualiteit moet verbeteren. Resultaten van de Avansstudentenenquête, 2004 (voltijdopleiding) laten zien dat studenten te weinig aandacht ervaren voor keuzevakken in het curriculum. Uit HBO Monitor, 2003 blijkt verder dat 57% van de studenten (voltijdopleiding) meer aandacht in het curriculum nodig vindt voor communicatie in buitenlandse talen. Dit laatste punt wordt bevestigd door studenten voltijd in het gesprek met het panel. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma VT/DU: Voldoende Criteria: Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Voltijdopleiding Het oordeel voldoende voor de voltijdopleiding is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. Bij het oordeel van het panel heeft het eerste argument de doorslag gegeven. Impliciet is de relatie doelstellingen en met het programma altijd aanwezig (geweest) ; de opleiding heeft de explicitering hiervan echter sinds kort grotendeels op orde. Argumenten: 24 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Dit blijkt uit gesprekken met docenten, maar ook met afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld (zie 6.2). Voor de cohort 2004/2005 geven diverse matrices een relatie van onderwijsonderdelen met het Beroepsprofiel en aanzet tot Landelijk Opleidingsprofiel, LOCT, 26 november 2002. De gedragscompetenties zijn met name bij de vormgeving van de propedeuse duidelijk en herkenbaar in de onderwijsdocumenten aanwezig. Kanttekeningen: Uit een gesprek met de voorzitter van de curriculumcommissie en een lid van het management wordt duidelijk dat de vernieuwingen in het verleden soms te weinig planmatig en systematisch verliepen. Hierbij is onvoldoende gebruik gemaakt van een matrix met een relatie tussen de eindkwalificaties en de leerdoelen. Zo is voor cohort 2001 te nadrukkelijk gestart vanuit de gedragscompetenties, waardoor de vakinhoud ondergesneeuwd dreigde te raken (de kennisdomeinen zijn in een later stadium weer expliciet toegevoegd en er is voorzien in een reparatietraject). Het programma zoals in de onderwijsdocumenten van cohort 2003/2004 naar voren komt, bevat geen volledig overzicht van het programmaaanbod: de modulen/onderwijsonderdelen zijn onvoldoende voorzien van bijbehorende aanduidingen voor de werk en toetsvormen. In een (door het panel opgevraagd) nagestuurd overzicht, zijn voor alle modulen/onderwijsonderdelen alsnog deze aanduidingen voor de toets en de werkvormen toegevoegd. Deze aanduidingen zijn op onderdelen niet geheel identiek met de inhoud van de modulewijzers van de cohort 2003/2004. Uit een gesprek met studenten voltijd blijkt dat het totaalbeeld van het curriculum te wensen over laat; er is behoefte aan meer overzicht en structuur (zie 2.3). Duale opleiding Het oordeel voldoende voor de duale opleiding is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekening. Argumenten: In het landelijk vastgestelde documentatiemateriaal van de opleiding wordt duidelijk dat het curriculum ontworpen is op basis van de vooraf vastgestelde eindkwalificaties. De modulebeschrijvingen (met onder meer een vaste indeling naar leerdoelen, onderwerpen, werkvormen en toetsing) corresponderen op hoofdlijnen met deze eindkwalificaties. Kanttekening: Een duidelijke en actuele relatiematrix eindtermen met leerdoelen ontbreekt. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma VT: Onvoldoende DU: Voldoende Criteria: Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 25

Voltijdopleiding Het oordeel onvoldoende voor de voltijdopleiding is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en relativeringen. Argumenten (in aanvulling op het vorige facet): De inhoudelijke en deels onderwijskundige fundamenten van het curriculum tot en met 2003/2004 (of de leerlijnen) van de opleiding zijn onvoldoende in de diverse onderwijsdocumenten terug te vinden. Ook in de Studiegids 2003/2004 zijn de rode draden of leerlijnen van het gehele curriculum (inclusief het onderdeel Werktuigbouwkunde) onvoldoende verwoord. In de door de opleiding nagestuurde documentatie is wel sprake van een korte beschrijving van rode draden. Zo wordt een verticale samenhang van leerstof beschreven op drie aspecten: domeincompetenties, gedragscompetenties en de studieloopbaanbegeleiding. Ook wordt de horizontale integratie gezocht in de verbinding tussen gedrags en domeincompetenties. Deze beschrijving is te weinig herkenbaar en toetsbaar in het door het panel aangetroffen onderwijsdocumentatiemateriaal tijdens de visitatie. De samenhang met de modulen van Werktuigbouwkunde wordt volgens het zelfevaluatierapport geborgd door organisatorische en inhoudelijke samenwerking tussen de beide curriculumcommissies (CT en WB). In de notulen van de curriculumcommissie CT zijn vele (werk)documenten en schema s te vinden betreffende belangrijke keuzes van de opleiding. De leidende en gezaghebbende documenten zijn voor het panel moeilijk vast te stellen. Op basis van het bekeken documentatiemateriaal en de gevoerde gesprekken met de voorzitter van de curriculumcommissie, de docenten en het management, blijkt dat de besluitvorming (rond het onderwijskundig leiderschap) moeizaam verliep. Zo werd tegen de zin van docenten in gestart met de invoering van 37 gedragscompetenties (in 2001), die (zoals voorspeld door de docenten) uiteindelijk onhanteerbaar bleken te zijn en voor de cohorten 2002 en 2003 daarom teruggebracht werden naar 8. Verder spreekt het management over een slingerbeweging onder de docenten en de opleiding. Hiermee wordt gedoeld op de zoektocht naar een juiste balans en inbedding van deze competenties in het curriculum (vergelijk facet 1.1). Uit diverse metingen komt naar voren dat de samenhang onvoldoende door studenten ervaren wordt: o resultaten van de Avansstudentenenquête, 2004 (voltijdopleiding) laten zien dat het propedeuseprogramma een onvoldoende beeld geeft van het vervolg van de opleiding (score 2,5). o diverse (recente) evaluaties van de onderwijsperioden laten geen eenduidig beeld zien: 43% van de tweedejaars en 50% van de vierdejaars studenten hebben geen helder beeld van de samenhang en opbouw; voor de derdejaars is dit 71%. De opleiding verklaart deze percentages doordat meerdere cohorten gezamenlijke programmaonderdelen met verschillende werkvormen volgen. In gesprekken met studenten voltijd geven studenten desgevraagd aan dat er naar hun mening met hen is geëxperimenteerd. Studenten van cohort 2001 melden dat zij in het begin geconfronteerd zijn met te veel projecten en te weinig lessen. Later werd de studielast opeens zeer hoog als gevolg van (inhaal)lessen. Studenten geven aan dat zij 26 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie

de gezamenlijke leerstofonderdelen met Werktuigbouwkunde soms niet motiverend vinden. Ook de wijzigingen rond het aantal gedragscompetenties en de inbedding van deze competenties in de onderwijsuitvoering, vinden sommige studenten verwarrend. Relativeringen: Bij de invoering van de gemeenschappelijke propedeuse (vanaf 2002) en de gedragscompetenties is adequate documentatie over de samenhang van de projecten en portfolio aanwezig. Met ingang van de cohort 2004/2005 voorzien het Opleidingsplan, 2004 en de Huisstijl module nieuwe stijl in een betere opbouw en samenhang. Er is een duidelijke indeling naar: kennismagazijnen, weektaken, practicum en projectopdracht. Deze aanpak, waar informeel al eerder mee is gestart, moet zich echter nog deels bewijzen. Studenten met wie het panel heeft gesproken stellen zich loyaal op naar de docenten en de opleiding. Zo is er volgens hen wel geëxperimenteerd, maar heeft de opleiding vervolgens ook snel gecorrigeerd. De kleine, informele organisatie is volgens hen flexibel en snel in het bijstellen van fouten (zie facet 5.2). De algehele samenhang in de Avansstudentenenquête, 2004 wordt gewaardeerd met 3,1 (wel is er sprake van een constante daling ten opzichte van 2002 en van 2000). Duale opleiding Het oordeel voldoende voor de duale opleiding is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. De positieve waardering van studenten in de Avansstudentenenquête, 2002 en 2004 heeft bij dit oordeel de doorslag gegeven. Argumenten: Het programma is modulair opgezet en kent een opbouw van basiskennis naar specifieke vaktechnische kennis. Deze opbouw komt naar voren in de Modulebeschrijvingen van alle studiejaren. Hierbij staat steeds duidelijk aangegeven welke modulen in welke volgorde moeten worden doorlopen. In Praktijk VAPROD, versie februari 2003 staan de eisen ten aanzien van de opbouw en inhoud van de praktijkopdrachten voor de eerste twee jaar beschreven. De betreffende Modulebeschrijvingen sluiten hierbij aan. De laatste twee studiejaren, zoals aangeduid in de Modulebeschrijvingen, besteden aandacht aan het proces van afstuderen (onderverdeeld in Afstuderen 1,2 en 3). De opleiding presenteert gegevens waaruit blijkt dat studenten duaal zeer tevreden zijn over de samenhang Avansstudentenenquête, 2002 en 2004 (samenhang gemiddeld 3,9 en inhoud studieprogramma gemiddeld 3,8). Dit resultaat wordt bevestigd door studenten, die aan het panel vertellen positief te oordelen over de gehanteerde opbouw en samenhang. Kanttekeningen: De opbouw van praktijkopdrachten rond het proces van afstuderen (Afstuderen 1,2 en 3) is op basis van de Modulebeschrijvingen niet helder. Uit gesprekken met studenten blijkt kritiek op de inhoud van sommige praktijkopdrachten: de koppeling van deze opdrachten met de vakken strookt niet altijd, waardoor de integratie theoriepraktijk soms onvoldoende wordt gehaald. De lijn van gedragscompetenties en portfolio is nog onderbelicht. De opleiding erkent dit en wil dit aspect actualiseren. NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie 27

Facet 2.4 Studielast VT/DU: Voldoende Criteria: Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel voldoende voor de opleiding is gebaseerd op een totaalafweging van de volgende argumenten en kanttekeningen. Argumenten: In het zelfevaluatierapport staan een aantal kenmerken betreffende toetsing en herkansing, roosters, informatie naar de student, het studentenvolgsysteem en de electronische leeromgeving. Hieruit komt naar voren dat de in omvang kleine opleiding naar de student maatwerk kan en wil bieden. Uit de Avansstudentenenquête, 2002 en 2004 blijkt in grote lijn dat studenten van de beide varianten: o zeer tevreden zijn over de les en tentamenroosters, o tevreden zijn over de studiebegeleiding bij de planning van de studie, o redelijk tevreden zijn over de informatie over studieresultaten en de informatievoorziening via de publicatieborden, o tevreden over Intranet en/of Blackboard, Studenten van de voltijd en van de duale opleiding vertellen dat de studie in grote lijnen te doen is. Studenten van de duale opleiding zijn te spreken over het dubbele onderwijsaanbod in de vorm van een ochtend en een middagblok. Kanttekeningen: Uit de Avansstudentenenquête, 2002 en 2004 blijkt eveneens dat studenten: o matig tot ontevreden zijn over de studielast, o ontevreden over de tussentijdse informatievoorziening (bijvoorbeeld bij studie buitenland). Het panel vindt de informatie in de voltijdopleiding over de geplande studielast in de modulewijzers zeer algemeen. Studenten voltijd vertellen aan het panel dat de studielast kan wisselen: de cohort 2001 had bijvoorbeeld te kampen met een lichte propedeuse en een zwaar tweede jaar. De studenten van de duale opleiding zijn van mening dat de opleiding erop moet toezien dat de praktijkopdracht niet conflicteert met het continurooster op het werk. De opleiding is van mening dat de student daar zelf sturing aan moet geven. Facet 2.5 Instroom VT/DU: Voldoende Criteria: Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. 28 NQA visitatie Avans Hogeschool, bacheloropleiding Chemische Technologie