OMGEVINGSVERGUNNING MIDDELDIJK 16 TE HATTEMERBROEK Aanvrager : Recycling van Werven B.V. Datum besluit : 3 december 2015 Datum verzending : 3 december 2015 Onderwerp : Wijzigingen in hoeveelheden afvalstoffen en aanpassen bodembeschermende voorzieningen Locatie : Middeldijk 16 te Hattemerbroek OLO-nummer : 1705993 Zaaknummer : Z-15-02321 Activiteiten : Milieu: Milieuneutrale verandering Pagina 1 van 11
Besluit op aanvraag omgevingsvergunning Onderwerp Op 3 juni 2015 is een aanvraag voor het milieuneutraal veranderen van de omgevingsvergunning ontvangen van Van Werven Recycling B.V.. Het betreft de volgende wijzigingen: a) uitbreiden maximale opslagcapaciteit A- en B-hout van 1.000 naar 10.000 m 3. b) opslag van tarragrond wordt vervangen door opslag van puinhoudende grond; c) uitbreiden maximale opslagcapaciteit van oud ijzer van 20 naar 60 m 3 ; d) opslag C-hout en niet gescheiden huishoudelijk afval in containers of in de loods. De aanvraag gaat over Middeldijk 16, te Hattemerbroek. De aanvraag is geregistreerd onder nummer OLO 1705993. Concreet wordt verzocht om: 1. een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu); Besluit Gedeputeerde Staten besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 onder e en 3.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen: 1 de omgevingsvergunning te verlenen voor activiteiten milieu(artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo): a) uitbreiden maximale opslagcapaciteit A- en B-hout van 1.000 naar 10.000 m 3. b) opslag van tarragrond wordt vervangen door opslag van puinhoudende grond; c) uitbreiden maximale opslagcapaciteit van oud ijzer van 20 naar 2 * 30 m3; d) opslag C-hout en niet gescheiden huishoudelijk afval in containers of in de loods. 2 Het voorschrift 7.2.1 van de veranderingsvergunning d.d. 26 maart 2010 kenmerk 2009-016694/MPM174593 in te trekken en aan deze omgevingsvergunning een gewijzigd voorschrift A 7.2.1 te verbinden: Pagina 2 van 11
Deze vergunning heeft uitsluitend betrekking op het op- en overslaan (en inname) van de in onderstaande tabel genoemde afvalstoffen, het sorteren en opbulken van deze afvalstromen, het breken van puin en asfalt, compostering, productie van breekasfaltcement en shredderen van hout. Categorie afvalstof Reststoffen na sortering Eural-codering Maximale opslag (m 3 ) en opslagwijze Puin (ongebroken)** (bulk) 17 01 07/17 05 04/ 18.800 17 01 01/ 17 01 02/ 19 12 09/ 10 13 14 (puinhoudende) grond (bulk) 17 05 04/ 20 02 02 16.600 gemengd bouw- en sloopafval/ bedrijfsafval (hal) 16 01 06/ 17 09 04/ 19 12 09 kunststoffen (container) gips (bulk) 17 08 02 metalen (container) bsa-residu (container) glas (container) 19 12 05/ 17 02 02 puin (bulk) hout A/B (bulk) hout C (container) grof huishoudelijk afval (hal/ container) 20 03 01/ 20 03 07 Dakleer (hal) 17 03 01*/ 17 03 02 1.200 asfalt en asfaltgranulaat (bulk) 17 03 02 2.000 teerhoudend asfalt (bulk) 17 03 01* 400 Gips (bulk) 17 08 02 200 Schoorsteenpuin (bulk) 17 01 06* oud ijzer (container) 17 04 07 60 Hout A/B hout (bulk) 17 02 01 10.000 C hout (bulk) 17 02 04* 100 Groenafval (bulk) 02 01 03/ 20 02 01/ 20 03 03 Kunststofafval (container) 02 01 04/ 15 01 02/ 17 02 03/ 20 01 39 15.000 hydraulische slak (bulk) 10 01 01 500 ton wit- en bruingoed (container) 20 02 23*/ 20 01 35*/ 20 01 36 tarra aardappelgrond** (bulk) -- -- verdachte stoffen (container) -- -- 40 20 Inwerkingtreding besluit Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking, dit is de toezending van dit besluit. Pagina 3 van 11
Publicatie en mogelijkheid van inzien Het besluit en de bijbehorende stukken liggen 4 december 2015 tot 15 januari 2016 ter inzage bij de receptiebalie in het Huis der Provincie en zijn tevens in te zien via www.officiëlebekendmakingen.nl. Bezwaar en mogelijkheid van voorlopige voorziening Belanghebbenden kunnen binnen zes weken nadat dit besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten, secretariaat Commissie van Advies voor Bezwaarschriften en Klachten, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht, waaronder het zaaknummer en datum van het besluit; d. de gronden van het bezwaar. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, afdeling Bestuursrecht (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid dat verzoek digitaal in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op www.rechtspraak.nl. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland, telefoonnummer (026) 359 20 00 of op www.rechtspraak.nl. Informatie over de bezwarenprocedure en de mogelijkheid van mediation is te vinden op de website van de provincie Gelderland (www.gelderland.nl/digitaalloket). Deze informatie is vervat in de brochure "Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation" en is op te vragen bij het Provincieloket via telefoonnummer (026) 359 99 99. Ondertekening Harderwijk, 3 december 2015 Het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, namens deze: P.J.M.J. Verhoeven Directeur Omgevingsdienst Noord-Veluwe Pagina 4 van 11
Procedurele aspecten Gegevens aanvrager Op 12 oktober 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Recycling van Werven B.V., Middeldijk 16 te Hattemerbroek. Het betreft een inrichting voor op- en overslag van diverse afvalstoffen, opslag wegenbouw-materialen, verwerking van puin tot (gehydrauliseerd) granulaat en het shredderen van hout. De activiteiten van de inrichting bestaan uit: - op- en overslag van zand, grind, bestratingsmateriaal voor grond- en straatwerk; - op- en overslag van (gevaarlijke) afvalstoffen; - sorteren van bouw- en sloopafval; - bewerken van puin en hout; - composteren van groenafval. Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd, is als volgt te omschrijven: 1. C-hout en huishoudelijk afval worden in de loods of in een afgedekte container opgeslagen; 2. De maximale hoeveelheid opgeslagen A-, en B-hout, grond en oud ijzer wordt uitgebreid. Omschrijving van de aanvraag De aanvraag bestaat uit de volgende delen: - Aanvraagformulier met OLO nummer 1705993; - zeven bijlagen, te weten: 1. Bijlage M00 Overzicht 2. Bijlage M01 Situatietekening milieu 3. Bijlage M02 Locatie (Plattegrond milieu) 4. Bijlage M03 Beschrijving wijziging 5. Bijlage M04 Overzicht afvalstromen 6. Bijlage M05 Bodemrisicoanalyse 7. Bijlage M06 Berekening stralingsbelasting Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: Revisievergunning d.d. 5 juni 2008 (2007-018303/MPM 11917); Wijziging op verzoek d.d. 26 maart 2010 (2009-016694/MPM 17459); uitbreiding gehydrauliseerd granulaat naar 2500 ton/jaar. Veranderingsvergunning d.d. 14 februari 2013 (2012-022266). het verwijderen van de BRAC-installatie. Bevoegd gezag Gedeputeerde staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 28.4 (a 5,a 6, b 2 en c 1 )van het Bor. Daarnaast betreft het een inrichting waartoe IPPC-installaties behoren genoemd in Bijlage I categorie 5.3 b onder i en 5.5 van de RIE. Pagina 5 van 11
Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. Reguliere procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag digitaal gepubliceerd op internet: http://www.gelderland.nl/bekendmakingen Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de regionale brandweer gezonden. Wij hebben hierop de reactie ontvangen dat de vuurlast van de houtopslag op toekomstig mogelijke belendende bebouwing geen hogere stralingsintensiteit mag hebben dan 15 kw/m2. De bij de aanvraag gevoegde warmtestalingsberekening laat zien dat bij de houtopslag op de geplande locatie de warmtestalingsintensiteit ruim onder deze 15 kw/m2 blijft. Pagina 6 van 11
Samenhang met overige wet- en regelgeving IPPC-installaties Vanaf 1 januari 2013 is de Europese richtlijn industriële emissies (RIE) in de Nederlandse milieuwetgeving geïmplementeerd (richtlijn 2010/75/EU, PbEU L334). De RIE geeft milieueisen voor de installaties die genoemd staan in de bij de richtlijn horende bijlage I. Wanneer een installatie daar genoemd is, spreken we van een IPPC-installatie. De compostering van groenafval valt onder categorie 5.3.b onder i van bijlage 1 van de RIE. De opslag van 400 ton teerhoudend asfalt en andere gevaarlijke afvalstoffen (dakleer, C-hout) vallen onder categorie 5.5 van bijlage 1 van de RIE. Hierdoor is de gehele inrichting aangemerkt als een inrichting waartoe IPPCinstallaties behoren. Activiteitenbesluit In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. Ook hoofdstuk 1, afdeling 2.1 tot en met 2.3, 2.10 en 2.11 van hoofdstuk 2 en de overgangsbepalingen uit hoofdstuk 6 van het Activiteitenbesluit kunnen van toepassing kunnen zijn. De bodemvoorschriften van afdeling 2.4 van het Activiteitenbesluit zijn van toepassing op alle inrichtingen waartoe een IPPC-installatie behoort. Dit geldt ook als in de inrichting geen activiteiten worden verricht waarop hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is. Voorgaande is een implementatie van artikel 22 van de Richtlijn industriële emissies. Pagina 7 van 11
Inhoudelijke overwegingen TOETSINGSKADER MILIEU Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en - niet m.e.r.-plichtig is. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing gevolgen voor milieu Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet. De volgende milieuaspecten zijn relevant geacht bij de gevraagde verandering: Bodem, geluid, afvalstoffen en externe veiligheid. Bodem De opslag van A- en B- hout wordt verplaatst naar de noordzijde van de inrichting. Op de nieuwe locatie wordt voldaan aan paragraaf 3.4.3 van het Activiteitenbesluit. De opslag van C- hout en niet gescheiden huishoudelijk afval zal niet meer op een vloeistofdichte vloer worden opgeslagen, maar in containers of in de loods. Uit bijlage M05 blijkt dat met deze maatregelen en aandacht voor het afdekken van de container voldaan wordt aan verwaarloosbaar bodemrisico. Door deze maatregelen wordt gehandeld in lijn met afdeling 2.4 Bodem en afdeling 3.4.3 opslag van goederen van het Activiteitenbesluit en is geen sprake van andere of grotere nadelige gevolgen voor de bodem. Geluid Gezien het akoestisch rapport behorend bij omgevingsvergunning 2008 wordt in de nieuwe situatie de houtopslag verplaatst naar het westen. Als gevolg van deze wijziging worden de houtshredder activiteiten ook verplaatst. Hierdoor verbetert de situatie bij de woning Middeldijk 12 en beoordelingspunt 2. Ten westen van de inrichting zal in de nieuwe situatie het geluid toenemen op de beoordelingspunten 5 en 8 op 50 meter van de inrichting. De reeds vergunde activiteit hakselaar/ tubshredder (bron 46) zal voor punten 5 en 8 de geluidbepalende activiteit zijn en niet de verplaatste houtshredder. Aangezien in de vergunning van 2008 de maximale situatie is vergund, zal voldaan worden aan voorschrift 4.1.2. (langtijdgemiddelde geluidsniveau). Hoewel de opslaghoeveelheid A- en B-hout toeneemt, zal de doorzet per jaar niet stijgen. Een toename van het maximale geluidsniveau en de indirect hinder wordt daarom uitgesloten. Pagina 8 van 11
Afvalstoffen De aangevraagde wijzigingen hebben geen betrekking op nieuwe afvalstoffen of nieuwe euralcodes. Er is dan ook geen aanleiding tot een afwegingen met betrekking tot doelmatigheid of aanpassing van het AV en AO/IC. Ook is geen sprake van een toename van de hoeveelheid afvalstoffen die de inrichting per jaar verlaat. De verandering voor grond heeft enkel betrekking op de ontdoeners. Er wordt geen tarragrond meer geaccepteerd, maar in plaats daarvan wordt meer puinhoudende grond geaccepteerd. Binnen de inrichting wordt meer oud ijzer (20 m 3 naar 60 m 3 ) en A- en B-hout (1.000 m 3 naar 10.000 m 3 ) opgeslagen. Dit hebben wij in een gewijzigd voorschrift aan deze vergunning verbonden. Externe veiligheid De hoeveelheid A- en B-hout neemt toe binnen de inrichting van 1.000 m 3 naar 10.000 m 3. De opslag van het afvalhout komt meer midden op het terrein te liggen. Op de erfgrens wordt in de oude en in de nieuwe situatie voldaan aan de eis van 15 kw/m 2 stralingsbelasting, zoals blijkt uit bijlage M06 bij de aanvraag. Het Bouwbesluit 2012 regelt o.a. het brandveilig opslaan van brandbare nietmilieugevaarlijke stoffen en de aanwezigheid, controle en onderhoud van brandbestrijdingssystemen. Het aspect heeft dus betrekking op de activiteit bouwen en niet op de activiteit milieu. De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland heeft aangegeven dat de opslag van hout niet tot problemen zal leiden als de warmtestralingsintensiteit niet hoger wordt dan 15 kw/m2. De bij de aanvraag gevoegde warmtestralingsberekening laat zien dat de opslag op de geprojecteerde locatie niet tot deze waarde van 15 kw/m2 zal komen. In het geval er rond de locatie tot oprichting van nieuwe panden van derden wordt overgegaan, levert de opslag van hout daarvoor derhalve geen belemmeringen. Voor voornoemde situaties zijn daarom geen voorschriften in de omgevingsvergunning activiteit milieu opgenomen. Wij beoordelen dat de uitbreiding van de opslag van afvalhout dan ook past binnen het geldende kader van de omgevingsvergunning milieu. Overige aspecten De aanvrager heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat er voor de overige milieuaspecten geen toename zal zijn van de milieubelasting. Conclusie De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Toetsing andere inrichting Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering kan worden opgemaakt dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend. Toetsing milieueffectrapport De voorgenomen nog niet eerder vergunde activiteit of activiteiten, namelijk het uitbreiden van de opslaghoeveelheid A- en B-hout en oud ijzer, is niet opgenomen in Bijlage C noch in bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage. In de provinciale milieuverordening zijn geen aanvullende activiteiten opgenomen waarvoor de m.e.r.- beoordelingsplicht geldt. Voor de voorgenomen activiteit(en) geldt geen m.e.r.-plicht of m.e.r. beoordelingsplicht. Pagina 9 van 11
Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In het besluit is één gewijzigd voorschrift aan de vergunning verbonden. Pagina 10 van 11
Bijlage: Begrippen AFVALSTOFFEN: Alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. BEHEER VAN AFVALSTOFFEN: Inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van de activiteiten van afvalstoffenhandelaars en afvalstoffenmakelaars. Pagina 11 van 11