STICHTING ZORGPKS. Pilot Equitherapie. SBO de Bolder. Elske Huitema 3-11- 2011. Aan: Dhr. Jelle Drost NHL A1085



Vergelijkbare documenten
U ontvangt deze brief omdat uw kind bekend is met ADHD.

Het adres is: Vinkeweg 70, 2223 JR Katwijk aan den Rijn Een routebeschrijving is bijgevoegd

De praktijkondersteuner is bereikbaar op telefoonnummer: Wanneer zij niet kan opnemen kunt u de voice- mail inspreken.

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Informatie en advies voor ouders

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Doelstellingen van PAD

Bijlage Stoere Schildpadden

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Maatschappelijke Zorgboerderij. Amatheon. Nikki van Berlo. Jasmijn Borms. Joy Willems T4B

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie

Lesmateriaal bij de voorstelling: Zwemmen Zonder Mouwen

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Waar een wil is, is een Weg!

Gezondheidsonderzoek op school

Jouw Belang Jouw ouders bespreken gezamenlijk over én met jou wat jouw belang is. Zodat jouw ouders

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

Beste ouder(s) / verzorger(s),

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Cambriana online hulpprogramma

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

leerlingen sociale veiligheid

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Eerst wat algemene gegevens. Vragen over je lichaam. 1. In welke klas zit je?

Workshop overtuigingen

ADHD en lessen sociale competentie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

Reflectiegesprekken met kinderen

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Kinderen met ADHD. Inhoudsopgave. Wat is de oorzaak van ADHD? Wat zijn de verschijnselen van ADHD?

ADHD: je kunt t niet zien

BESTE OUDER, HET GLAZEN HUIS OP SCHEPELWEYEN

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Evaluatie Rots & Water

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

General information of the questionnaire

Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van:

informatiebrochure Faalangstreductie training (frt) Examenvreesreductie training (evt) Sociale vaardigheid training (sova)

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

ZML SO Leerlijn Sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Diagnostisch centrum

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Wist je dat... Nieuwsbrief Opvoedwinkel Twinkeltje maart In deze nieuwsbrief:

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Gemaakt door: Kelly.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Omgaan & Trainen met je hond Door: Jan van den Brand. (3 e druk) 2015, Jan van den Brand adviescentrum.nl

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

Wat heeft dit kind nodig?

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Judith Suyling. kindertherapie ouderbegeleiding. Poppenkast

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

Sociale/pedagogische vragenlijst

Eindverslag SLB module 12

Namens Max: Tops: Tips: soms had je een beetje een houding van dat komt wel, probeer volgend project daar op te letten.

Persoonlijk Ontwikkelingsplan

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid AC Eindhoven T: E:

Cursus werkbegeleiding

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com 3.0

Transcriptie:

STICHTING ZORGPKS Pilot Equitherapie SBO de Bolder Elske Huitema 3-11- 2011 Aan: Dhr. Jelle Drost NHL A1085

Onderzoeksmethode Type onderzoek: Praktijk gestuurd effectonderzoek equitherapie; Het doel is om informatie te verzamelen waarmee het effect van het praktisch handelen nader getoetst wordt. (Veerman en Van Yperen, 2008). Dit onderzoek is naar het model van A.Dijkstra, RUG afd. Orthopedagogiek, juni 2010. A. Dijkstra heeft onderzocht wat de effecten van equitherapie zijn bij jongeren in een residentiële hulpverlening. In haar rapport staat eact omschreven wat de equitherapie inhoud en wat de effecten daarvan zijn. Het rapport van A.Dijkstra is overigens digitaal beschikbaar op de website van stichting ZorgPks. Het huidige onderzoek richt zich op kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum. Hierbij is er een prospectieve case study gedaan, waarbij deze kinderen gedurende acht weken individueel gevolgd zijn bij de door Chiron Fryslân uitgevoerde therapiesessies op zorgboerderij Donia State Wester in Spannum. Instelling: Aan het onderzoek hebben twee verschillende instellingen mee gewerkt, namelijk Chiron Fryslân en SBO de Bolder. De equitherapie is uitgevoerd in de rijhal van zorgboerderij Donia State Wester. Chiron Fryslân is een praktijk voor equitherapie. Ine Postma en Lous Beuving zijn de equitherapeuten die gedurende acht sessies de therapie hebben verzorgd. SBO de Bolder is een speciale school voor basisonderwijs. Zes leerlingen van deze school, namen deel aan de equitherapie. Zij werden door de tai vanuit school op de zorgboerderij gebracht en werden door een ouder weer opgehaald. Populatie: Zes kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum zijn voor equitherapie aangemeld door de school SBO de Bolder. De kinderen zijn in de leeftijdscategorie van negen tot elf jaar. Toestemming voor deelname aan het onderzoek is verleend door de ouders van de participanten en door de school. Hieronder worden de zes kinderen beschreven, de namen zijn volledig geanonimiseerd. 1. Erwin Erwin is een ongeduldige en hyperactieve jongen van negen jaar oud. Zijn ontwikkeling is over het algemeen vrij snel verlopen. Dit uitte zich in het vroege lopen en in het praten op jonge leeftijd. Erwin is gediagnosticeerd met PDD- NOS en ADHD. Hiervoor gebruikt hij Ritalin. Het IQ van Erwin is: VIQ 97 PIQ 109 TIQ 102 Erwin heeft moeite met het tonen van emoties en met waarneming. Het lijkt hierdoor dat Erwin moeilijk te bereiken is. Hij is nogal op zichzelf. In nieuwe situaties klampt hij zich vast aan een vertrouwd persoon, hierdoor verliest hij gemakkelijk zijn zelfvertrouwen. Hij is voor veel bang en is snel angstig. De ouders van Erwin zijn gescheiden. Hij geeft aan het jammer te vinden dat zijn ouders niet meer bij elkaar zijn. Erwin heeft nog twee oudere broers, wie ondermeer ook een stoornis in het autistisch spectrum hebben. Thuis neemt hij geen initiatief om samen te spelen en is het iedere dag een strijd om naar school te gaan. De ouders hopen dat Erwin door deze therapie, groeit in zijn emotionele ontwikkeling en dat hij meer zelfvertrouwen krijgt. Tijdens de equitherapie zijn aan de volgende doelen, wie door de ouders, orthopedagoog/leerkrachten en de equitherapeuten zijn opgesteld, gewerkt; Specifieke doelen van de ouders: Leert open staan voor nieuwe / spontane activiteiten Kan complimenten ontvangen Specifieke doelen van de orthopedagoog/leerkrachten: Vraagt een groepsgenoot om hulp Overlegt in groepsverband, wie wat gaat doen Specifieke doelen van de equitherapeuten: Erwin ervaart succes wanneer hij rekening houdt met de behoeftes van het paard Erwin vraagt een groepsgenoot om hulp Erwin herkent en benoemt vier of meer emoties bij zichzelf Erwin kan de gevraagde oefeningen uitvoeren Erwin overlegt met zijn groepsgenoot wie wat gaat doen Erwin kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie 2

2. Kevin Kevin is een negenjarige jongen. Zijn ontwikkeling verliep traag op het gebied van het begrijpen van andere mensen. Het IQ van Kevin is: VIQ 88 PIQ 86 TIQ 86. Hij heeft moeite met sociale vaardigheden en met zijn motoriek. Hij houdt geen rekening met gevoelens van anderen. Thuis heeft hij vaak driftbuien of woede uitbarstingen, op school heeft hij deze niet. Ook is Kevin thuis sneller afgeleid en heeft hij wel degelijk moeite met zijn concentratie, op school komt dit minder aan de orde. Kevin is gediagnosticeerd met PDD- NOS, hiervoor gebruikt hij geen medicatie. Ongestructureerde situaties zijn moeilijk door Kevin in te vullen. Hij gaat dan op een storende manier contact zoeken. Kevin is gevoelig voor conflicten, zo pest hij andere kinderen en soms loopt dit uit op vechten. In nieuwe situaties klampt hij zich vast aan een vertrouwd persoon, hierdoor verliest hij gemakkelijk zijn zelfvertrouwen. De scheiding van zijn ouders maakt hem erg boos, hij wilde het niet. Tevens dacht Kevin in eerste instantie dat het zijn schuld was. De ouder hoopt dat door de equitherapie zijn zelfvertrouwen vergroot wordt. Specifieke doelen van de ouder: Komt voor zichzelf op Toont respect voor de hond Specifieke doelen van de orthopedagoog/leerkrachten: Komt voor zichzelf op Overlegt in groepsverband, wie wat gaat doen Specifieke doelen van de equitherapeuten: Kevin zit ontspannen op het paard Kevin herkent en benoemt vier of meer verschillende emoties bij zichzelf Kevin houdt rekening met het paard Kevin kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Kevin vraagt een groepsgenoot om hulp Kevin overlegt met zijn groepsgenoot wie wat gaat doen 3. Naud Naud is een verlegen jongen van elf jaar oud. Zijn ontwikkeling is over het algemeen vrij snel verlopen. Dit kwam doordat hij het kruipen heeft overgeslagen. Het IQ van Naud is: VIQ 93, PIQ 125, TIQ 108. Naud eet sinds vier jaar alleen nog maar brood. En kent veel angsten, bijvoorbeeld het naar de kapper gaan. In zulke situaties loopt Naud weg. Op school wordt Naud gepest, hij weet niet goed hoe hij voor zichzelf moet op komen. Hij is nogal op zichzelf. Naud heeft moeite met het uiten van zijn emoties en is niet sociaalvaardig. Daarnaast kan hij niet goed tegen nieuwe situaties/ veranderingen, deze kan hij niet overzien. In deze situaties raakt Naud in paniek, dit uit zich in huilbuien. Uiteindelijk wordt er niet mee gedaan aan de verandering. Hij is erg stug in zijn manier van denken, neemt daardoor ook geen advies aan van een ander persoon. Naud heeft voornamelijk veel moeite met de scheiding van zijn ouders gehad. En in het bijzonder het ruilen van de woonruimte tussen beide ouders. Naud is gediagnosticeerd met ADHD en met PDD- NOS. Hiervoor gebruikt hij geen medicatie. De ouders hopen met de equitherapie te bereiken dat Naud zijn eigen ik- ontdekt en dat er wordt gewerkt aan zijn sociale ontwikkeling. Ook wordt er gehoopt dat Naud leert open te staan voor zijn omgeving. Specifieke doelen van de ouders: Overziet een activiteit en voert deze uit Staat open voor de mening of advies van een ander Specifieke doelen van de orthopedagoog/leerkrachten: Voor zichzelf opkomen Overziet een activiteit en voert deze uit Staat open voor de mening of advies van een ander Specifieke doelen van de equitherapeuten: Naud is gedurende de sessie in de bak aanwezig Naud kan de gevraagde oefeningen uitvoeren Naud kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Kan contact maken met therapeut en paard tijdens poetsfase. Paard en therapeut zijn veilig Naud kan keuzes maken uit twee oefeningen en zich daar aan houden Naud kan de vier basis emoties herkennen. Weet welke invloed dat heeft op het contact met het paard 3

4. Niels Niels is een ongeduldige en bange jongen van elf jaar oud. Zijn ontwikkeling is in een normaal tempo verlopen. Zijn IQ is: VIQ 90 PIQ 73 TIQ 80. Zijn ouders zijn uit elkaar gegaan, toen hij vier jaar oud was. Zijn moeder geeft aan dat hij al op jonge leeftijd, veel agressie en huiselijk geweld heeft meegemaakt. Op deze leeftijd heeft hij ook bij een psychologenpraktijk gelopen. Vanwege emotionele problemen en voor zijn moeilijke stoelgang. Op het moment heeft Niels veel last van hoofdpijn en gespannenheid in de nek en schouders. En kamt ook nu nog met problemen met zijn stoelgang. Over deze symptomen klaagt hij echter alleen thuis; hoofdpijn, buikpijn en misselijkheid. Niels heeft moeite met het uiten van zijn emoties en is niet sociaal vaardig. Wel lijkt het dat hij zich vaak over dingen druk maakt. Niels blokkeert bij conflicten en kan op school impulsief reageren. Zo doet hij vaak mee aan pesterijen. Niels is afwachtend in het contact maken met anderen. In veilige situaties lukt hem dit wel en speelt dan met bekenden. Maar dan is hij in het contact erg aan het commanderen, hij bepaalt. In nieuwe situaties klampt hij zich vast aan een vertrouwd persoon, hierdoor verliest hij gemakkelijk zijn zelfvertrouwen. Niels is gediagnosticeerd met ADHD en met PDD- NOS. Voor zijn ADHD neemt hij concerta (methylfenidaat 27 mg.) Door deel te nemen aan deze therapie wordt gehoopt dat Niels een stuk zelfvertrouwen krijgt en dat hij probeert te leren zichzelf te beheersen/ontspannen. En dat hij daarbij minder gaat reageren op andere kinderen. Specifieke doelen van de ouders: Kan complimenten ontvangen Neemt initiatief in het contact maken met leeftijdsgenoten Geeft aan dat hij een moment van rust nodig heeft Specifieke doelen van de orthopedagoog/leerkrachten: Kan complimenten ontvangen Neemt initiatief in het contact maken met leeftijdsgenoten Geeft aan dat hij een moment van rust nodig heeft Specifieke doelen van de equitherapeuten Kan contact maken met therapeut en paard. Tijdens poets fase. Paard en therapeut zijn veilig Kan een oefening/ opdracht uitvoeren Niels kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Kan zich afstemmen op het paard. Gedurende de warming- up fase Niels kan keuzes maken uit 2 oefeningen en zich daar aan houden Niels kan de 4 basis emoties herkennen. Weet welke invloed dat heeft op het contact met het paard 5. Omar Omar is een jongen van negen jaar. Zijn ontwikkeling is in een normaal tempo verlopen. Het IQ van Omar is: VIQ 86 PIQ 73 TIQ 78. Omar is erg druk, hij fladdert en maakt rare geluiden. Hij is constant aan het wiebelen en friemelen en kan dus niet lang stilzitten. Omar heeft moeite met uiten van zijn emoties en heeft een laag concentratie vermogen. In 2008 is hij gediagnosticeerd met PDD- NOS. Voor zijn concentratie gebruikt hij methylfenidaat. In nieuwe situaties klampt hij zich vast aan een vertrouwd persoon, hierdoor verliest hij gemakkelijk zijn zelfvertrouwen. Omar is doorgaans gehoorzaam, zowel op school als thuis. Hij doet gewoonlijk wat volwassenen hem vragen. Thuis wil Omar zijn speelgoed niet altijd delen met zijn zusje of met zijn vriendjes. Echter, heeft hij op school geen moeite om te delen met andere kinderen ( bijvoorbeeld speelgoed, snoep, potloden, enz.)zijn ouders hopen dat Omar door deze therapie socialer wordt tegenover anderen en dat hij meer initiatief gaat tonen. Specifieke doelen van de ouders: Leert met een ander te delen Specifieke doelen van de orthopedagoog/leerkrachten: Vraagt een groepsgenoot om hulp Kan accepteren dat hij een spelletje verliest Specifieke doelen van de equitherapeuten Omar zit ontspannen op het paard Omar geeft tijdens een oefening op het paard zijn grens aan Omar herkent en benoemt vier of meer verschillende emoties bij zichzelf Omar kan keuze maken uit twee oefeningen en zich daar aan houden Omar vraagt een groepsgenoot om hulp Omar kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Omar overlegt met zijn groepsgenoot wie wat gaat doen 4

6. Tim Tim is een jongen van tien jaar. Zijn ontwikkeling is in een normaal tempo verlopen. Het IQ van Tim is: VIQ 66 PIQ 91 TIQ 75. Tim vindt het lastig om zich te uiten, hij is slecht verstaanbaar. Zijn ouders zijn gescheiden. Sinds zijn vader een nieuwe vriendin heeft, is het contact verslechterd. Zijn vader kijkt niet meer naar hem om. Tim klaagt thuis vaak over hoofdpijn, buikpijn en misselijkheid, op school horen ze hem hier niet over. Ook lijkt hij thuis meer rusteloos en overactief te zijn, dan dat hij op school laat zien. Wel wiebelt en friemelt hij meer als hij op school is, thuis doet hij dit weer niet. Zijn moeder zegt dat Tim geen vriend of een vriendin heeft, terwijl hij op school wel omgaat met leeftijdsgenoten, waarvan hij met ministens één kind zeker bevriend is. In nieuwe situaties klampt hij zich vast aan een vertrouwd persoon, hierdoor verliest hij gemakkelijk zijn zelfvertrouwen Tim is gediagnosticeerd met ADHD en met PDD- NOS. Hier gebruikt hij Concerta voor. Zijn moeder hoopt dat Tim door deze therapie zijn emoties kan uiten. Specifieke doelen van de ouders: Toont aan hoe hij zich voelt Herkent emoties bij een ander en kan hier op in spelen Voorbeelden: *Bij verdriet gaat hij iemand troosten *Als iemand blij is, maakt hij een grapje *Als iemand boos is, laat hij degene met rust. Specifieke doelen van de orthopedagoog/leerkrachten: Herkent emoties bij een ander en kan hier op in spelen Voorbeelden: *Bij verdriet gaat hij iemand troosten *Als iemand blij is, maakt hij een grapje *Als iemand boos is, laat hij degene met rust. Kan een opdracht voor zichzelf doen Specifieke doelen van de equitherapeuten Kan contact maken met therapeut en paard tijdens poetsfase. Paard en therapeut zijn veilig. Tim is gedurende de sessie in de bak aanwezig Tim kan de gevraagde oefeningen uitvoeren Tim kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Tim houdt rekening met zijn omgeving Conclusie van de participanten: Alle kinderen zijn gediagnosticeerd met PDD- NOS. Bij vier van de zes kinderen is er sprake van ADHD. Medicatie als ritalin, mythylfenidaat en concerta worden door vier van de zes kinderen ingenomen. Twee kinderen hebben daarbij een houterige en gespannen motoriek. Vier kinderen hebben moeite met het tonen van emoties en drie kinderen zijn niet sociaal vaardig. Eén kind is erg gevoelig voor conflicten. Er komen vijf van de zes kinderen uit een gezin met gescheiden ouders, waarvan één kind getuige is van huiselijk geweld. Deze kinderen geven aan moeite te hebben met de scheiding. In het bijzonder het ruilen van de woonruimte, het ontbreken of geen contact hebben met de vader of ze denken zelfs dat de scheiding hun schuld is. Opvallend is dat alle kinderen zich in nieuwe situaties vast klampen aan een vertrouwd persoon. In deze situaties verliezen zij gemakkelijk het zelfvertrouwen. Drie ouders hopen dat door deze therapie het zelfvertrouwen van hun kind wordt vergroot. Twee ouders hopen dat er tijdens de therapie aan de sociale ontwikkeling wordt gewerkt en twee andere ouders hopen dat er aan de emotionele ontwikkeling wordt gewerkt. Bijvoorbeeld; het uiten van emoties. Daarnaast hoopt één ouder dat zijn kind leert open te staan voor de omgeving en een moeder wil graag dat haar zoon zich leert ontspannen. Sommige gedragingen lijken in de thuis situatie meer aan orde te komen dan de mate waarin het kind de gedraging op school laat zien. 5

Instrumenten: Door een niet- participerende observatie, zijn gedurende acht therapiesessies de zes participanten geobserveerd. Dit met behulp van een tweetal instrumenten, namelijk de SDQ- Lijst en de GAS. Deze instrumenten zijn ingevuld door leerkrachten/orthopedagoog, equitherapeuten en door de ouders. Ook hebben de kinderen een evaluatie schaal ingevuld. Dit laat zien wat zij in eerste instantie van de therapie hadden verwacht en wat zij er uiteindelijk van geleerd hebben. De sessies zijn opgenomen op camera en de beelden zijn na afloop van de sessie door de onderzoekster bekeken. Met de onderstaande twee instrumenten zijn de resultaten van de equitherapie verkregen. 1. De Strengths and Difficulties Questionnaire oftewel de vragenlijst sterke kanten en moeilijkheden, afkorting hiervan is SDQ- lijst. Dit instrument meet de aanwezigheid van psychosociale problemen, de sterke kanten van het kind en de invloed van psychosociale problemen op het dagelijks functioneren. De SDQ lijst omvat 25 vragen. De vragen worden beantwoord met; niet waar, een beetje waar en zeker waar. Aan de start van de therapie sessie hebben de ouders en de leerkrachten van de participanten de SDQ- lijst ingevuld. De antwoorden baseren zich op het gedrag van het kind van de laatste zes maanden of vanaf het huidige schooljaar. Vervolgens hebben zij na afloop van de pilot, een follow- up lijst ingevuld. Dit zijn eact dezelfde vragen als in de vorige lijst, alleen moeten de antwoorden nu gebaseerd worden op het getoonde gedrag van een kind in de afgelopen maand. 2. De Global Attainment Scale (GAS). Dit instrument wordt gebuikt voor het meten van de doelrealisatie. De onderstaande schalen geven aan wat nodig is bij het behalen van de doelen. - 1 De situatie is verslechterd; het doel is helemaal niet gehaald 0 De situatie is onveranderd; het doel is niet gehaald +1 De situatie is beter; maar nog niet conform het doel +2 De situatie is conform het doel; het doel is gehaald In overleg met de ouders/ orthopedagoog is de individuele beginsituatie geschetst, deze wordt beschreven bij schaal 0. Schaal +2 verwoordt de wenselijke situatie aan het einde van de therapie. Schaal - 1 beschrijft wanneer er sprake is van een lichte achteruitgang en schaal +1 laat een lichte vooruitgang zien. Aan het einde van therapie zijn de doelen aan de hand van deze beschrijving, gescoord. 6

Dataverzameling: Chiron Fryslân heeft middels het aanmeldingsformulier informatie verkregen over de participanten. Deze informatie heeft betrekking op de situatie rondom het kind; wat voor een beperking ze hebben, hoe ze zich ontwikkelen, de samenstelling van het gezin en overige bijzonderheden. Maar ook wat de ouders van de equitherapie verwachten. Op vrijdag 8 april 2011 hebben Ine Postma en ik kennis gemaakt met de ouders en de kinderen op SBO de Bolder. In een presentatie werd uitgelegd wat de equitherapie inhoud en dat ik het onderzoek van deze pilot voor mijn rekening neem. In een brief aan de ouders heb ik voor het invullen van de SDQ- lijst en de GAS, om hun medewerking gevraagd. In de brief heb ik tevens vermeld dat ik op korte termijn contact op zou nemen, i.v.m. het concreet invullen van de instrumenten. Eerst had ik de ouders gebeld, om te vragen of zij mijn brief hebben ontvangen en wanneer het een geschikt moment was, om gezamenlijk de lijsten in te vullen. Op deze manier heb ik met alle ouders een datum gepland. Bij drie ouders verliep dit telefonisch erg goed, ze wisten dat ik ging bellen en zaten er al helemaal klaar voor. De andere ouder nam de telefoon niet op, op de afgesproken tijd. Ik heb ze toen gelijk gemaild, de vader was bereid om het gezamenlijk op de zorgboerderij in te vullen. De moeder van de andere twee kinderen, vond het lastig om dit in te vullen en wilde graag dat ik voortaan haar man hiervoor ging benaderen. Met deze vader heb ik ook op de zorgboerderij afgesproken, omdat het bij hem om twee zonen gaat, is persoonlijk contact efficiënter. Van deze twee vaders heb ik dus gelijk de lijsten meegekregen, de overige drie hadden hun brief meegenomen naar de therapiesessie. Vervolgens heb ik digitaal de schema s ingevuld en heb ik deze naar de ouders verzonden. Zowel de GAS als de SDQ- lijsten zijn door de ouders compleet ingevuld. In een bespreking met de orthopedagoog, stelde ik voor dat zowel de leerkrachten als de orthopedagoog concrete doelen voor het kind op zouden gaan stellen. Omdat de doelen die eerder waren bedacht, te groot waren, om te kunnen realiseren. Ook had ik de SDQ lijsten meegenomen voor de leerkrachten. De orthopedagoog zou dit in de vergadering aan de leerkrachten voordragen. In een mail beschreef zij dat de leerkrachten geen tijd hadden om de doelen, meer specifiek te maken. En ook vonden ze het te moeilijk. Hun voorstel was dat wanneer ik de doelen specifieker ging maken, dat zij dan bereid waren om de doelen te scoren. In overleg met dhr. Jelle Drost, ben ik hier akkoord mee gegaan. De doelen heb ik gemaakt op basis van de doelen die zowel door de ouders als door de equitherapeuten al eerder waren opgesteld. De ingevulde SDQ- lijsten heb ik per post retour gekregen. Later kreeg ik in een mail van de orthopedagoog, dat de door mij opgestelde doelen voor de leerkrachten goed waren gekeurd. En dat zij samen met de leerkrachten de doelen ging scoren, voor zover dat mogelijk is. De equitherapie is gegeven in de groepjes van drie participanten. De orthopedagoog heeft de samenstelling van de groepjes geadviseerd. Dit heeft ze gedaan op basis van de onderlinge relatie van de participanten en ook op basis van de leeftijd. Omdat ik maar één camera ter beschikking had, heb ik de sessies van Lous Beuving opgenomen. Ine Postma nam haar eigen camera mee en heeft haar sessies gefilmd. Naderhand heb ik alle beelden op DVD gezet, ook heb ik telkens een kopie voor Lous Beuving gemaakt. Zo kon zij thuis zien, wat de verbeteringspunten waren voor de volgende sessie. Tegen het einde van de pilot, heb ik weer een brief aan de ouders geschreven. Hierin meld ik dat de therapie op 15 juli afloopt en dat ik graag wil dat zij de GAS scores en de bijgevoegde SDQ- follow up lijst invullen. Bij deze brief heb ik alle documenten bijgevoegd, inclusief een gefrankeerde envelop. De onderstaande tabel geeft een overzicht weer van het aantal respondenten. SDQlijst Ouders SDQlijst Followup Ouders GAS- Score Ouders SDQ-lijst Leerkrachten SDQ-lijst Follow-up Leerkrachten GAS-Score Leerkrachten GAS-Score Equitherapeuten Evaluatie schaal voor de kinderen Erwin Kevin Naud Niels Omar Tim 7

Respons: Over het algemeen heeft het toch lang geduurd voordat alle gegevens binnen waren. Van drie ouders kreeg ik vrijwel na de eerste week de resultaten terug. Van de andere drie kinderen heeft dit langer geduurd. Ik heb meerdere malen met deze ouders contact gezocht, door te bellen of te mailen. Als verklaring werd gegeven dat de brief niet was aangekomen, ze het te druk hebben of ze beloofden het de volgende dag op te sturen. Met dhr. Jelle Drost hebben we toen besloten om een deadline in te voeren. Voor deze deadline heb ik de ouders nogmaals gebeld, om te vragen of ik de lijsten nog kon verwachten. Van twee kinderen waren deze nog op tijd, van de andere ouder heb ik tot dusver geen reactie gehad. Naud en Niels zijn de enige participanten waarvan alle gegevens zijn geretourneerd. Tim was bij de laatste therapie sessie niet aanwezig om de evaluatie schaal met mij in te vullen, dit hebben alle andere kinderen wel persoonlijk met mij gedaan. De leerkrachten hebben veel van de GAS scores niet ingevuld. Echter hebben ze wel alle SDQ- Follow- up lijsten ingevuld. Wat de reden is dat ze de GAS niet hebben ingevuld, heb ik niet kunnen achterhalen. De equitherapeuten hebben alle formulieren ingevuld. Met deze beperkte gegevens kan gekeken worden naar de effecten van de equitherapie. Resultaten SDQ Officieel horen de SDQ scores in een speciaal programma, op de computer ingevuld te worden. Dhr. Jelle Drost heeft geprobeerd dit programma te downloaden. Doordat er bepaalde rechten aan dit programma verbonden zijn, wordt het gebruik hiervan gecompliceerd. Tenzij er voor betaald wordt. In eerste instantie wordt er overwogen om dit te financieren, omdat het zeer prijzig is en het gaat bij dit onderzoek slechts om zes participanten. Financieel gezien kan dat niet uit. Toch blijft Dhr. Jelle Drost zoeken naar een alternatief en zullen de resultaten op langer termijn wel geanalyseerd worden. Bij dit onderzoek is er wel gebruik gemaakt van de scores van de SDQ- lijst en de Follow- up lijst. Dit laat de verschuivingen in het gedrag van de participant zien. Deze resultaten worden in de beschrijving van de eindsituatie meegenomen. Resultaten GAS: De onderstaande tabellen geven weer hoe er door de verschillende partijen op de leerdoelen is gescoord : Equitherapie Jeugdigen met een of meer doelen gerealiseerd Aantal specifieke doelen gerealiseerd Score doelen Naud GAS eindscores Ouders/ verzorgers -1 0 +1 +2 ² Sociale ontwikkeling: het ontdekken, wie ben ik? ² Zich open stellen naar de omgeving Overziet een activiteit en voert deze uit Staat open voor de mening of advies van een ander Score doelen Tim Einddoel: ² Het uiten van zijn emoties Toont aan hoe hij zich voelt Herkent emoties bij een ander en kan hier op in spelen Voorbeelden: *Bij verdriet gaat hij iemand troosten. *Als iemand blij is, maakt hij een grapje *Als iemand boos is, laat hij degene met rust. Score doelen Niels ² Ontwikkelen van zelfvertrouwen ² Zich kunnen ontspannen Kan complimenten ontvangen 8

Neemt initiatief in het contact maken met leeftijdsgenoten Geeft aan dat hij een moment van rust nodig heeft Score doelen Kevin Einddoel: ² Zijn zelfvertrouwen vergroten Komt voor zichzelf op Toont respect voor de hond + Score doelen Omar ² Sociaal wordt tegenover anderen ² Initiatief tonen Leert met een ander te delen Score doelen Erwin ² Emotionele ontwikkeling bevorderen ² Zelfvertrouwen Leert open staan voor nieuwe / spontane activiteiten Kan complimenten ontvangen + 9

Equitherapie GAS eindscores Leerkrachten/orthopedagoog -1 0 +1 +2 Jeugdigen met een of meer doelen gerealiseerd Aantal specifieke doelen gerealiseerd Score doelen Naud ² Afbouwen van angsten ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Een geaccepteerd groepslid zijn Overziet een activiteit en voert deze uit Staat open voor de mening of advies van een ander Voor zichzelf opkomen Score doelen Tim ² Afbouwen van angsten ² Eigen grenzen ervaren en accepteren ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Het uiten van zijn emoties Herkent emoties bij een ander en kan hier op in spelen Voorbeelden: *Bij verdriet gaat hij iemand troosten. *Als iemand blij is, maakt hij een grapje *Als iemand boos is, laat hij degene met rust. Kan een opdracht voor zichzelf doen Score doelen Niels ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Iedereen is een belangrijk deel van de groep Kan complimenten ontvangen Neemt initiatief in het contact maken met leeftijdsgenoten Geeft aan dat hij een moment van rust nodig heeft Score doelen Kevin ² Vertrouwen in de groep vergroten ² Conflicten kunnen steeds met elkaar opgelost worden Komt voor zichzelf op Overlegt in groepsverband,wie wat gaat doen Score doelen Omar ² Eigen grenzen ervaren en accepteren ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Vertrouwen in de groep vergroten Vraagt een groepsgenoot om hulp Kan accepteren dat hij een spelletje verliest Score doelen Erwin ² Hulp aanbieden en aannemen ² Vertrouwen in de groep vergroten Vraagt een groepsgenoot om hulp Overlegt in groepsverband, wie wat gaat doen 10

Equitherapie Jeugdigen met een of meer einddoelen gerealiseerd Aantal specifieke doelen gerealiseerd Score doelen Naud ² Afbouwen van angsten ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Een geaccepteerd groepslid zijn ² Het paard is betrouwbaar wanneer zijn behoeften geaccepteerd worden ² Vertrouwen op eigen kunnen ² Grenzen ervaren en naar handelen. ² Emoties herkennen GAS eindscores Equitherapeuten -1 0 +1 +2 Naud is gedurende de sessie in de bak aanwezig Naud kan de gevraagde oefeningen uitvoeren. Naud kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie. Kan contact maken met therapeut en paard tijdens poetsfase. Paard en therapeut zijn veilig. Naud kan keuzes maken. uit 2 oefeningen en zich daar aan houden Naud kan de 4 basis emoties herkennen. Weet welke invloed dat heeft op het contact met het paard Score doelen Tim ² Sturen in het onbekende ² Regels zijn eenduidig en goed voor het groepsproces ² Afbouwen van angsten ² Eigen grenzen ervaren en accepteren ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Leren uiten/ keuzes maken Kan contact maken met therapeut en paard tijdens poetsfase. Paard en therapeut zijn veilig. Tim is gedurende de sessie in de bak aanwezig Tim kan de gevraagde oefeningen uitvoeren. Tim kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie. Tim houdt rekening met zijn omgeving. Score doelen Niels ² Zelfvertrouwen ontwikkelen ² Conflicten kunnen steeds met elkaar opgelost worden ² Iedereen is een belangrijk deel van de groep ² Ontspanning ervaren ² Keuzes maken Kan contact maken met therapeut en paard. Tijdens poets fase. Paard en therapeut zijn veilig. Kan een oefening/ opdracht uitvoeren. Niels kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie. Kan zich afstemmen op het paard. Gedurende de warming-up fase Niels kan keuzes maken uit 2 oefeningen en zich daar aan houden Niels kan de 4 basis emoties herkennen. Weet welke invloed dat heeft op het contact met het paard 11

Score doelen Kevin ² Bouwt vertrouwen op in het paard en de therapeut ² Herkent en benoemt de verschillende emoties bij zichzelf ² Houdt rekening met het paard en met zijn groepsgenoten ² Bouwt vertrouwen in de groep op ² Ervaart dat conflicten met elkaar opgelost kan worden Kevin zit ontspannen op het paard Kevin herkent en benoemt 4 of meer verschillende emoties bij zichzelf Kevin houdt rekening met het paard Kevin kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Kevin vraagt een groepsgenoot om hulp Kevin overlegt met zijn groepsgenoot wie wat gaat doen Score doelen Omar ² Bouwt vertrouwen op in het paard en de therapeut ² Bouwt vertrouwen op in zijn eigen kunnen ² Herkent en benoemt de verschillende emoties bij zichzelf ² Ervaart zijn eigen grenzen en leert deze te accepteren ² Omar zijn vertrouwen in de groep is vergroot Omar zit ontspannen op het paard Omar geeft tijdens een oefening op het paard zijn grens aan Omar herkent en benoemt 4 of meer verschillende emoties bij zichzelf Omar kan keuze maken uit 2 oefeningen en zich daar aan houden Omar vraagt een groepsgenoot om hulp Omar kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie Omar overlegt met zijn groepsgenoot wie wat gaat doen Score doelen Erwin ² Ervaart succes wanneer hij rekening houdt met de behoefte van het paard ² Bouwt vertrouwen op in de groep ² Herkent en benoemt de verschillende emoties bij zichzelf ² Vraagt om hulp wanneer dat nodig is. ² Weet hoe hij de hulp kan aannemen van de therapeut en groepsgenoten Erwin ervaart succes wanneer hij rekening houdt met de behoeftes van het paard Erwin vraagt een groepsgenoot om hulp Erwin herkent en benoemt 4 of meer emoties bij zichzelf Erwin kan de gevraagde oefeningen uitvoeren. Erwin overlegt met zijn groepsgenoot wie wat gaat doen Erwin kan zich handhaven binnen de structuur van de sessie 12

Eindsituatie 1. Erwin Erwin zijn vader heeft contact met de zorgboer, het is daarom dat Erwin al een keer eerder op de boerderij was geweest. Dit nam al een stuk angst bij hem weg. Tijdens de beginsessie stelde Erwin veel vragen en vertelde veel verhalen. Al gingen deze niet altijd over het paard of over de les. Het waren soms ook moppen en raadsels die hij met de groep wilde delen. Wanneer de equitherapeut hem betrok bij het poetsen, was hij heel geconcentreerd en behulpzaam. Totdat de aandacht van de equitherapeut even naar een groepsgenoot ging, is ook de concentratie van Erwin weg. Hij liep dan rondjes door de rijhal of speelt met het zand of met zijn pion. Eenmaal op het paard, voert hij zijn oefeningen nauwkeurig uit. Ook leeft hij zich in het paard in. Bijvoorbeeld dat het paard een bit in moet, dit zou volgens hem best pijn kunnen doen. Dus moest het allemaal heel voorzichtig gedaan worden. Door een oefening op het paard, waarbij hij zich eerst heel klein moest maken en vervolgens heel groot, heeft Erwin geleerd om zich zelfverzekerder te voelen. Erwin vindt het lastig om rustig bij zijn pion op zijn beurt te wachten, hij begint dan te springen, laat zich in het zand vallen of gaat rondjes lopen. Door een oefening, waarbij ook gewerkt werd aan het op elkaars beurt te wachten, ging dit vrij goed. In deze oefening moest één iemand een beweging maken en de andere moesten hem volgen en nadoen. Vervolgens mocht de voorste een groepsgenoot aanwijzen die voorop mocht lopen. Tevens werd er bij deze opdracht gewerkt aan het open stellen van jezelf naar de ander toe. Dus het leren uiten van je eigen- ik. Erwin ziet de equitherapeut als een vertrouwd persoon en richt daarom zijn vragen tot haar. Rond de zesde sessie van de pilot, heeft hij de equitherapeut meer losgelaten en stelde ook zijn vragen aan Omar. Op school hebben ze aan Erwin gemerkt dat hij nu meer gehoorzaamt en dat hij met andere kinderen wil spelen. Voorheen was hij nogal op zichzelf en wilde vaak alleen spelen. Zijn vader schreef in een mail dat Erwin er veel baat bij heeft gehad en dat hij het als plezierig heeft ervaren. Erwin wilde aan het begin van de therapie alles van paarden leren kennen en ook hoe hij moest rijden. Aan het einde gaf hij aan dat hij vriendinnen met Dante, het paard geworden is. 2. Kevin Kevin kwam de eerste twee sessies verlegen binnen en luisterde goed naar wat de equitherapeut zei. Hij deed actief mee aan de oefeningen en was enthousiast. Op het paard zat hij eerst krampachtig en bewoog niet echt mee. Bij de derde sessie voelde hij zich meer thuis en begon hij conflicten met zijn groepsgenoten uit te lokken. Ook vond Kevin het zand in de bak interessanter dan het paard. Hij gooide het zand omhoog maar ook naar de andere groepsgenoten. Hier is hij meerdere malen op aan gesproken. Kevin moest vaak door de equitherapeut gemotiveerd worden om iets te gaan doen. Vaak duurde het even voordat hij in actie kwam, maar uiteindelijk voerde hij het gevraagde wel uit. Bijvoorbeeld als hij aan de beurt was om op het paard te zitten, om op te zadelen of om af te zadelen. Ook trok de hond van de zorgboerderij zijn aandacht, hij vroeg continue of hij met hem mocht spelen. Daardoor was hij vaak afgeleid en had hij moeite om zich te houden aan de geboden structuur. Toch kon de equitherapeut hem via het paard motiveren; het paard zou het fijn vinden als je hem nu beloont. Zo heeft hij zich kunnen houden aan de geboden structuur. Zonder de hulp van de equitherapeut zou hij dit niet kunnen handhaven. Er is bij Kevin geen vooruitgang te zien bij het benaderen van het paard en hij kan zich niet volledig afstemmen op het tempo van het paard. Door oefeningen waarbij ze rekening moeten houden met het paard en een pion, verliest hij het overzicht. Hij rent voor zichzelf en houdt het paard niet in de gaten. In de benadering van het paard, loopt hij vlak achter het paard langs en gaat vlak voor het paard zitten. Hij is hierin niet altijd even voorzichtig, wel voelt hij zich tot het paard aangetrokken. Dit uit zich in het poetsen van het paard, in het eten willen geven en het telkens even willen aanraken dan wel aaien van het paard. Per sessie stelt de equitherapeut een hulpje vast. Het hulpje overlegt met zijn groepsgenoten over wat ze gaan doen en wie als eerst mag deelnemen aan een bepaalde fase. Kevin vroeg netjes wat de anderen wilden doen en maakte hier een keuze in. Hierbij heeft hij geleerd dat hij eerst anderen vraagt en hun reactie afwacht en dan pas zelf reageert. In plaats van het eerst benoemen wat hij wil. In het begin vroeg Kevin veelal de equitherapeut om hulp en wendde zich niet tot zijn groepsgenoten. Door een oefening waarbij er ringen om pionnen moesten worden gegooid, moest hij wel hulp vragen aan zijn groepsgenoten. Want zij moesten hem de ringen aangegeven, welke op de grond waren gegooid. Deze oefening heeft effect gehad, want gedurende de andere sessies vroeg hij beide groepsgenoten om hulp. Een voorbeeld hiervan is dat Kevin zijn schoen een keer in de modder van de rijhal vast was blijven zitten, toen riep hij Erwin om hulp. Tegelijkertijd heeft Kevin geleerd om met zijn groepsgenoten te overleggen. Er is niet direct aan de doelen van de ouders gewerkt, zoals het voor zichzelf opkomen of het met respect behandelen van de hond. Indirect kan dit wel invloed hebben gehad door deze equitherapie. De moeder geeft namelijk aan dat Kevin vooruit is gegaan met het voor zichzelf opkomen, zonder dat hij gelijk kwaad wordt en gaat slaan. Nu komt hij meer verbaal voor zichzelf op. Ook blijkt uit de SDQ dat hij minder vaak met andere kinderen vecht of dat hij ze pest. En waar hij eerder nog geneigd was om alleen te spelen, zoekt hij nu meer contact met leeftijdsgenoten om samen te spelen. Kevin wilde aan het begin van de therapie, weer leren paardrijden. 13

Hij had wel eens eerder op een paard gezeten, alleen was hij er toen vanaf gevallen. Uiteindelijk heeft Kevin weer op het paard gezeten en daar was hij het meest trots op. Dit gaf hem ook zelfvertrouwen. 3. Naud Naud heeft heel de pilot lang moeite gehad om tijdens de sessie in de rijhal te blijven. Als hij zijn kans zag, deed hij de deur open en ging naar buiten. Daar speelde hij met de hond en leek het net alsof hij in zijn eigen wereld verkeerde. De equitherapeut heeft hem meerdere malen verzocht om in de rijhal te blijven, ook werd hij vaak door Tim of Niels terug geroepen. Dit had geen effect. Maar zodra de warming- up begon, werd hier zijn aandacht wel door getrokken en wilde hij meedoen. Tijdens de eerste sessie was hij de enige van zijn groep die op het paard durfde. Hij had zelfs gelijk zijn handen los en aaide het paard over zijn hals. En hij nam een ontspannen houding op het paard aan. Naud kan de gevraagde oefeningen op het paard uitvoeren. Zoals het achterstevoren op een paard zitten, met twee benen aan een zijde zitten of een houding aannemen die een groepsgenoot heeft bedacht. Hiervoor kent hij geen angst en hij snapt wat de bedoeling van de oefeningen zijn. De eerste drie sessies is Naud erg onrustig, vooral wanneer hij niet op het paard zit. Hij springt en rent door de rijhal en speelt met het zand. Als de equitherapeut vraagt, welke wensoefening Naud wil gaan doen, kan hij deze niet zelf bedenken. De equitherapeut moet een aantal suggesties doen, waar hij vervolgens een keuze in maakt. Dit is gedurende de pilot ook niet veranderd. Vanaf de vierde sessie heeft de therapeut meer rust in de sessie gebracht. Dit heeft ze gedaan door er een stoel in de rijhal te zetten, waarop Naud kon plaats nemen. Ook kreeg hij een woordzoeker, waardoor hij langer in de rijhal aanwezig was. Door ziekte heeft hij één sessie gemist en ook hij heeft een halve sessie gemist, doordat hij niet in de schooltai wilde stappen. Uiteindelijk heeft zijn vader hem gebracht. Deze dag heeft hij toch veel plezier op het paard beleefd. Met een glimlach zat hij al galopperend op het paard. Volgens zijn vader is hij gezien de leerdoelen vooruit gegaan. Hij raakt niet gelijk in paniek wanneer er een verandering op treedt. En neemt zo nu en dan toch het advies van een ander aan. Op school wordt er opgemerkt dat hij de laatste tijd vaak afwezig is. En dat het opvallend is dat hij voor veel dingen nog steeds angstig is. Hierin is hij niet vooruitgegaan. Ook doet hij nog niets tegen plagerijen, deze overkomen hem gewoon. Naud geeft aan dat hij heeft leren paardrijden en dat hij het leuk vond dat hij alles zelf mocht doen. Zoals het poetsen, opzadelen, rijden en het weer afzadelen van het paard. 4. Niels De eerste twee sessie is Niels wat afwachtend in het contact met het paard. Op afstand kijkt hij toe hoe zijn groepsgenoten het paard aan het poetsten zijn. Niels is meer bezig met de borstel dan met het paard. Hij maakt de borstel schoon en veegt over de bakrand van rijhal. Wel stelt hij vragen die betrekking hebben tot het paard. Ook durft Niels de eerste twee sessie niet op het paard te zitten. Hij kijkt toe hoe Naud dit wel doet. Niels is voortdurend bezig met het corrigeren van het gedrag van Naud of Tim. Hij is dan zelf in mindere mate betrokken bij het paard. Zelf ravot hij ook wel met het zand, hij bekogelt dan zijn groepsgenoot. Dit komt voort uit het lange wachten. Zodra de equitherapeut zijn aandacht vraagt, is hij wel gelijk bereid om mee te doen met de oefening. Niels vindt het niet fijn om vies te worden, hij veegt vaak zijn broek schoon en krabt ook zijn schoenenzolen uit. Wanneer het paard poept, vindt het hij dit verschrikkelijk vies ruiken. Vanaf de vierde sessie, gaf de equitherapeut een woordzoeker aan de participanten die op hun beurt moesten wachten. Op een stoel zat Niels dan rustig zijn puzzel op te lossen. Tussendoor stelde hij vragen aan degene die op het paard zat. Deze vragen hadden betrekking op de oefening die op dat moment werd uitgevoerd. Een voorbeeld is dat Tim eens achterstevoren op het paard zat. Niels vroeg hem wat hij allemaal zag; zie je de kantine?, zie je mij?, zie je dat paard? Niels heeft zich naarmate de sessie leren ontspannen op het paard. Hij beweegt goed met het ritme van het paard mee en heeft hier zichtbaar plezier in. In een oefening waarbij de participanten zelf mogen weten waar zij hun pion gaan neerzetten, is Niels erg twijfelachtig. Hij vindt het lastig om een keuze te maken en zoekt bevestiging bij de equitherapeut. Daarentegen kan hij wel goed aangegeven wat hij wel of niet wil. Bijvoorbeeld het wel of niet draven op het paard. Qua oefeningen is hij iedere therapiesessie een stukje verder gegroeid. Eerst had hij nog beide handen vast, toen reed hij al met een hand los en zo is het uitgebreid naar het achterstevoren zitten met zijn handen los. Zijn moeder geeft ook aan dat hij hierdoor zelfvertrouwen heeft gekregen. Na iedere sessie vertelde Niels enthousiast aan zijn moeder wat hij dit keer had aangedurfd. Voor hem was dit telkens een overwinning, waar hij zelfverzekerder van geworden is. Niels klaagt momenteel iets minder vaak over hoofdpijn, dan dat hij voorheen deed. Ook lijkt het volgens zijn moeder dat hij over minder dingen zorgen maakt. Niels geeft de equitherapie een tien, hij heeft alles geleerd wat hij wilde leren. Voornamelijk is dat gericht op het paardrijden. 14

5. Omar Omar is vanaf de eerste sessie goed bij de les. Hij luistert goed naar wat de equitherapeut zegt en voert zijn opdrachten zorgvuldig uit. De eerste keer op het paard, zit hij erg krampachtig en beweegt niet met de bewegingen van het paard mee. Per sessie heeft hij geleerd om zich meer te ontspannen en beleefde veel plezier op het paard. Voornamelijk het galopperen vond hij leuk om te doen. Als hij niet op het paard zit, dan wacht hij rustig bij de pion. Wel corrigeert hij Kevin constant wanneer hij niet doet wat de equitherapeut zegt. Omar moest in een oefening op het paard zijn grens aangegeven. Als hij iets niet durfde dan moest hij dit zeggen. Door bepaalde bewegingen, voelde het paard aan dat Omar niet goed op het paard zat en stopte. De equitherapeut maakte dit verband voor Omar inzichtelijk. Het paard stopt, omdat jij niet genoeg geconcentreerd bent. Dan loopt het paard naar binnen, richting mij. In de afgelopen pilot, heeft hij het aangeven van zijn grenzen wel ontwikkelt. Hij gaf enkele keren aan dat hij wilde stoppen. Een oefening waarbij er emoties uitgebeeld werden, vond Omar het lastig om een emotie te raden. Hij zei dat hij de emotie; nadenken uitbeeldde. Toen hij eenmaal wist wat emoties waren, kon hij deze wel uitbeelden en herkennen bij de ander. Ook heeft Omar laten zien dat hij goed kan samenwerken. In een oefening waarbij ringen om pionnen moesten worden gegooid, deed hij fanatiek mee. Hij gaf aanwijzingen aan Kevin en gaf hem een compliment als het hem was gelukt. Gedurende de pilot heeft hij altijd serieus meegedaan met de oefeningen, hij was ook niet vaak afgeleid. Volgens de SDQ houdt Omar meer rekening met de gevoelens van andere kinderen en is behulpzamer geworden. Hij heeft zich op sociaal gebied weten te ontwikkelen. Dit was ook wat de ouders hadden gehoopt, voordat hij begon aan de therapie. Omar gaf de therapie een tien. Hij vond het heel leuk om paard te rijden. 6. Tim Vanaf de eerste sessie maakt Tim vrij snel contact met het paard. Hij is niet angstig en hij vindt het leuk om het paard te poetsten. Ondertussen is hij wel veel met zijn omgeving bezig. Hij corrigeert Naud, wanneer hij de rijhal verlaat. Hij gooit met het zand, hij speelt met de zweep en het draad dat in de rijhal hangt. De equitherapeut probeert hem te betrekken bij het geheel, door hem opdrachten te geven. Zijn concentratie is van korte duur. In het begin verliet Tim zo nu en dan ook de rijhal. Op zo n moment ging hij kijken waar Naud gebleven was, maar ook verliet hij op eigen initiatief de rijhal. Dit stopte vrijwel na het invoeren van de woordzoeker (puzzel). Hij kon zich hier lang op concentreren en maakte er onderling een wedstrijdje van. Tim was gedurende de sessies wel in de rijhal aanwezig, maar zijn aandacht was niet altijd gericht op het paard. Ook het andere groepje trok zijn aandacht en het duivennest was ook interessant voor hem. In de derde sessie durfde Tim voor het eerst op het paard te zitten. Hij vond dit in het begin wel spannend, maar al gauw durfde hij oefeningen als met handen los op het paard te rijden uit te voeren en hij zat uiteindelijk ontspannen op het paard. Hij heeft aan zijn zelfvertrouwen gewerkt, doordat hij zijn eigen grenzen telkens bij een oefening kon verleggen. Er is een oefening met Tim uitgevoerd waarbij er emoties uitgebeeld moesten worden. Tim deed dit redelijk goed. Emoties als blij en verdrietig waren gemakkelijk door hem uit te beelden, maar andere emoties waren moeilijker. Tim heeft tijdens deze pilot wel geleerd om rekening met het paard te houden. Eerst was hij erg onrustig en maakt hij onverwachte bewegingen bij het paard. Door de reactie van het paard werd hem duidelijk dat hij rustiger moest worden. Hier heeft hij gedurende de pilot rekening mee gehouden. Ook sprak hij zijn groepsgenoten hier op aan. Hij wist dan goed het verband uit te leggen. Een voorbeeld was dat Niels met zijn jas wapperde, toen kon Tim duidelijk aangeven dat het paard van de jas schrok. Doordat er een aantal gegevens van Tim ontbreken, is het niet concreet of de leerdoelen die door zijn moeder / leerkrachten zijn opgesteld, zijn behaald. Op school hebben ze gezien de SDQ lijst niet veel verandering bij Tim ervaren. Ook heeft Tim niet de evaluatieschaal ingevuld, dit kwam door zijn afwezigheid van de laatste sessie. 15

Eindconclusie In totaal zijn er 51 scores op de specifieke doelen retour gekomen; Waarvan 6 specifieke doelen onveranderd zijn gebleven, het doel is niet behaald. (0) Waarvan 24 specifieke doelen deels zijn behaald, maar nog niet conform het doel. (+1) Waarvan 21 specifieke doelen volledig conform het doel zijn behaald. (+2) Gezien het aantal +1 en +2 scores kan er gesproken worden over een lichte progressie. Er is bij geen van de participanten een verslechtering (o) opgetreden. Kwalitatief bekeken hebben alle participanten een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Door de geboden structuur was het voor vier van de zes participanten de equitherapie goed te volgen. De overige twee waren snel afgeleid en waren minder gefocust op het paard. Door het contact met de ouders, is duidelijk geworden dat hun kinderen de therapie als plezierig hebben ervaren. En dat deelname aan deze vorm van therapie al een hele overwinning voor hen op zich is geweest. Hierdoor zijn ze al een stuk zelfverzekerder geworden. Eén ouder meldt dat zijn zonen er zichtbaar van genoten hebben en dat zij er zeker baat bij hebben gehad. Als we deze conclusie vergelijken met de conclusie uit het rapport van A. Dijkstra, dan zien we op kwalitatief gebied overeenkomsten. Over het algemeen kan er gesproken worden van een positieve ontwikkeling, die alle participanten hebben door gemaakt. De equitherapie is positief ervaren en de participanten gingen er met plezier naar toe. De resultaten zijn moeilijk met elkaar te vergelijken. De resultaten uit dit onderzoek zijn niet in percentages uitgedrukt. De resultaten die in het rapport van A. Dijkstra beschreven staan, wel. Ook verschilden de leerdoelen van elkaar, waardoor deze moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Discussiepunten: Een periode van acht weken is eigenlijk te kort om goed aan de doelen te kunnen werken; De participanten hebben ongeveer na de derde sessie in de gaten wat er van hun verwacht wordt. De groep minimaliseren; Een groep van drie participanten met deze beperking is eigenlijk te groot. De participanten worden te snel afgeleid, onder andere ook door zijn groepsgenoten. In tweetalen zou dit in mindere maten voorkomen. Veel prikkels; De omgeving waarin de therapie is uitgevoerd is voor deze doelgroep te druk. Er liepen mensen door de gang, honden die blaften, mensen die met paarden bezig gingen. Het zand in de bak was interessant, de duiven die een nest hadden trok de aandacht, camera s die opgesteld stonden. Kortom, te veel prikkels. Het is beter dat deze prikkels er allemaal niet zijn, dit zou het ontwikkelingsklimaat meer ten goede komen. Respons; Doordat niet alle gegevens voor het onderzoek zijn ingevuld, zijn de resultaten niet volledig. De opgestelde doelen; De doelen van de ouders komen niet geheel overeen met de doelen die de equitherapeuten hebben opgesteld. Dit zijn dus ook de doelen, waar tijdens de therapie aan gewerkt is. De resultaten kunnen hierdoor ook lager zijn uitgevallen. Maar het kan ook zijn dat de therapie, indirect ook invloed heeft gehad, op de doelen die de ouders voor ogen hadden. Dit is niet goed aan te tonen. 16

Betreft Informatie over het onderzoek 31 mei 2011 Geachte ouder(s) /verzorger(s), Middels deze brief wil ik graag uw medewerking vragen omtrent het onderzoek over de effecten van Equitherapie. Zoals u wellicht weet is de therapie waar uw kind aan deelneemt een onderdeel van een wetenschappelijk onderzoek, waar Stichting Zorg PK s de opdrachtgever van is. Door deze stichting ben ik, Elske Huitema, studente aan de Stenden Hogeschool te Leeuwarden, benaderd om de gemaakte effecten van deze therapie in kaart te brengen en deze vervolgens te evalueren. Dit doe ik onder begeleiding van dhr. Jelle Drost. Er wordt bij het onderzoek gebruik gemaakt van twee instrumenten. Deze instrumenten in de vorm van een vragenlijst, zal in het begin van de therapie ingevuld worden. Dit is om een beginpunt vast te stellen. Na afloop van de therapie wordt u opnieuw gevraagd een vervolglijst in te vullen. Op basis van deze twee metingen, kan onderzocht worden of er vooruitgang geboekt is. De lijsten waarmee wij werken zijn de Strengths and Difficulties Questionnaire oftewel de vragenlijst sterke kanten en moeilijkheden, afkorting hiervan is SDQ-lijst. De SDQ meet de aanwezigheid van psychosociale problemen, de sterke kanten van het kind en de invloed van psychosociale problemen op het dagelijks functioneren. De SDQ lijst omvat 25 vragen. De tweede lijst is de Global Attainment Scale (GAS). De GAS meet of de opgestelde doelen gerealiseerd zijn aan de hand van een aantal schalen; -1 De situatie is verslechterd; het doel is helemaal niet gehaald 0. De situatie is onveranderd; het doel is niet gehaald +1. De situatie is beter; maar nog niet conform het doel +2. De situatie is conform het doel; het doel is gehaald U heeft bij het invullen van de intake formulieren aangegeven, wat u hoopt dat uw kind tijdens deze therapie leert. Het gewenste doel van de therapie is bij deze dus vastgesteld. Deze doel(en) staan in het schema bij de einddoelen genoteerd. Om de doelen binnen het termijn van de therapie te kunnen realiseren, is het van belang dat deze doelen kleiner/ specifieker worden gemaakt. Vervolgens is het de bedoeling dat er per doel, heel concreet beschreven wordt hoe de situatie er uit ziet per aangegeven schaal. Te denken valt aan; wat voor gedrag laat hij in die schaal zien? Hoe vaak? Etc. Zodat de GAS-lijst na afloop van het pilot gemakkelijk in te vullen is. Voor het concreet invullen van deze lijst, zou ik op korte termijn telefonisch contact met u op willen nemen. Alvast bedankt voor uw medewerking. Met vriendelijke groeten, Elske Huitema Bijlagen: SDQ lijst Schema GAS-lijst 17

Betreft Informatie over het onderzoek 9 juli 2011 Geachte ouder(s) /verzorger(s), Middels deze brief wil ik graag uw medewerking vragen omtrent het onderzoek over de effecten van Equitherapie. De therapie zal op vrijdag 15 juli stoppen. In verband met een studie dag( 1 juli) en het begin van de zomervakantie (22 juli), zal de therapie uit acht lessen bestaan, waar eerder gerekend werd op tien. Dit betekent dat het onderzoek over de effecten van Equitherapie zal gaan over de afgelopen acht weken. Om dit te kunnen evalueren vraag ik u of u de meegestuurde lijsten wilt invullen. Bij deze brief heb ik zowel een ingevulde als een lege GAS-lijst bijgevoegd. In de ingevulde lijst, heeft u een indicatie gemaakt waaraan uw kind zich moet voldoen. Het is de bedoeling dat u in het lege schema een kruisje zet in de aangegeven schaal, waar volgens u uw kind zich nu in bevindt. De SDQ-lijst behoort op dezelfde manier ingevuld te worden als de vorige keer. Het is een vervolg versie, op de eerste lijst. Veel vragen zijn hetzelfde, alleen is het bij deze lijst noodzakelijk dat u kijkt naar het gedrag van uw kind van de laatste maand. Als het invullen van de lijsten gelukt is kunt u ze in de daarvoor bestemde envelop retour sturen. Mochten er nog vragen zijn, kunt mij altijd op onderstaande gegevens bereiken. Ik dank u hartelijk voor uw medewerking. Met vriendelijke groeten, Elske Huitema Bijlagen: Ingevulde GAS-Lijst Lege GAS-Lijst Follow-up SDQ-lijst 18

Pilot equitherapie: de Bolder Kennismaking met de Bolder Vrijdag 8 april 11.15 13.30 Vrijdag ochtend heeft Ine mij bij de zorgboerderij opgehaald. Onderweg naar Franeker hebben we kennis met elkaar gemaakt; waarom ik het onderzoek deed, wat mijn taken zijn, over mijn scriptie, hoelang Ine al werkzaam is als equitherapeut, et cetera. We waren om half twaalf op de bolder aanwezig, daar hebben we kennis gemaakt met de directrice, die ons naar het lokaal leidde waar de laptop geïnstalleerd kon worden voor de presentatie. De directrice was erg enthousiast over het pilot- project en wilde een keer met het personeel, aan een dergelijk therapiesessie deelnemen. Om twaalf uur kwamen zes kinderen met hun ouder(s) het lokaal binnen. Ine heeft hun allen een handje gegeven en vervolgens zochten ze een plekje. Het verschil in het gedrag van de ouders en kinderen viel gelijk op. De één was erg aanwezig en de ander juist verlegen. Onder de ouders waren twee, oud leerling van de Bolder. Eén moeder was nieuwsgierig naar de manier waarop zij op de hoogte zou worden gehouden van de voortgang van haar zoon. Antw. Het rapport wordt naar de ouders verzonden Een andere moeder vroeg, wanneer zij de papieren in moest leveren. In deze papieren, staan gegevens omtrent het gedrag van haar kind en aan welke doelen er volgens de ouders gewerkt kan worden. Antw. Zo snel mogelijk bij de directrice inleveren, dan zorgt zij ervoor dat ze bij Ine komen. Ine benadrukte in haar presentatie; we doen geen dingen, die jij niet wilt. Met als doel dat de kinderen het niet te spannend gaan vinden. Ook stelde Ine de kinderen vragen, om hen zo bij de presentatie te betrekken. Maar door dat het een vrij grote groep was, vonden ze het wat eng om te antwoorden. Met wat hulp van de ouder, beantwoorden sommige kinderen, de vragen kort. Aan het einde resteerde nog de vraag over het vervoer. Als snel bood een vader zich aan om iedere vrijdag te rijden. Er wordt nog overlegd wanneer de ouders een keer kunnen komen kijken om te zien waar hun kind aan de therapie deelneemt. 13.00 13.30 Gesprek met de Orthopedagoog De orthopedagoog heeft doelen opgesteld voor het kind, waarvan zij denkt dat het kind aan werken moet. Ook hebben de docenten van de kinderen, afzonderlijk hun doelen beschreven. Deze doelen heeft de orthopedagoog op een a-4tje geclusterd. Verder heeft zij nog kort iets over het kind verteld. Indien ik meer informatie nodig heb, kan ik haar mailen. De ouders hebben getekend om de informatie over hun kind in te mogen kijken.