Factsheet preventie van suïcidaliteit



Vergelijkbare documenten
Verminderen van suïcidaliteit

Parnassia Groep Remco de Winter & Karin Slotema

Schatting van de verhouding van het aantal suïcides binnen de GGZ en de resterende populatie? Een verkennende studie.

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Voorwoord. deel i: begrippen, cijfers en verklaringen 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Suïcide en suïcidepreventie

Suicidaal gedrag bij jongeren

Leren contact maken met wanhoop en dood. Wat voegt het toe?

Rondom Suïcide. Nieuwe inzichten over preventie en ondersteuning van nabestaanden. 26 oktober Jos de Keijser

Screening, risicotaxatie en preventie Symposium huisarts en poh-ggz samen sterk

Depressie in Zeeland

30 maart 2017 Lancering Vlaamse richtlijn Detectie en Behandeling van Suïcidaal gedrag. #SP_reflex

PITSTOP SUÏCIDE TRAINING

Profiel van de jonge suïcidepoger

Voorkomen van. bij suïcidaliteit. Rol huisar ts. Vervolg Trimbos, Preventie. Voorkomen van suïcide

Suïcidaal gedrag: Omvang van het probleem, oorzaken en risicofactoren, en mogelijkheden tot preventie. G. Portzky

SUÏCIDEPREVENTIE IN VLAANDEREN:

Is werken gezond? Wat als je denkt alles kwijt te zijn? Over verlies en suïcidaal gedrag

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

NIEUW. VOZZ : Vragenlijst over zelfdoding en zelfbeschadiging

Suïcide-preventie. jinsels te koart dwaan

Daling suïcide in Nederland 2007

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

Verpleegkunde en de preventie van zelfdoding: Een multidisciplinair perspectief

Nationale en klinische ontwikkelingen in de psycho-oncologie; kunnen we online?

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven.

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS

PROGRAMMA 1. INTRODUCTIE AWEL, IK ZIE HET NIET MEER ZITTEN. Introductie Epidemiologie 19/12/2014. Introductie Verklarend model voor suïcidaal gedrag*

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Suïcidepreventie in Vlaanderen: actieplan en multidisciplinaire richtlijn

Definities. Suïcide. Suïcidepoging/automutilatie

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE

DE EPIDEMIOLOGIE VAN SUÏCIDEPOGINGEN VLAANDEREN, 2012

Gatekeepers trainingen: (Hoe) werkt het?

Gatekeepers trainingen: (Hoe) werkt het?

Suïcidepreventie door deurwaarders

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )

Suïcidecijfers 2012 Vlaanderen

Digitale Suïcidepreventie

Automutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC

WELKOM. 113Online Stichting voor zelfmoordpreventie

Dr. Dirk Peeters, Liaisonpsychiater AZ Sint-Jozef Malle. Dooddoeners Clichés over suïcide

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Suïcide en de psychiater Voorjaarssymposium FMG suïcide?

W o r k s h o p - N i e u w e l a n d e l i j k e r i c h t l i j n e n s u ï c i d e p r e v e n t i e M a r t i n S t e e n d a m

Hoe gaan we om met chronische of therapieresistente suicidaliteit?

Risico-indicatoren voor angst en depressie: hoe nu verder?

Vragen en antwoorden Stel de vraag van je leven

Welkom. Regiobijeenkomst onderwijs: Psychische kwetsbaarheid

Suïcidaliteit in de acute psychiatrie

Suïcide bij ouderen in Nederland

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

Depressie en depressieve klachten

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

De Reehorst 22 september Peter Vonk, Huisarts Studentenartsen Universiteit van Amsterdam, The Netherlands

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Veerkracht en betrokkenheid aan het werk

Suïcidepreventie op de werkvloer: van signaalherkenning tot nabestaanden

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Zuidoost-Brabant zonder zelfmoord

Suïcidepreventie bij depressie, suïcide bespreekbaar maken

De suicidale patiënt op de SEH Opleiding SEH verpleegkundige

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf

Suïcide en psychiatrische stoornissen. Diagnostiek op maat voor de zorgverzekeraar?

Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit. Aanbevelingen voor zorgvuldig samenwerken in de keten

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten

Handreiking voor onderzoekers en METC s bij het indienen en beoordelen van protocollen voor onderzoek naar suïcidepreventie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Inspiratiegids 10-daagse van de Geestelijke Gezondheid 1-10 oktober 2018 Werken aan geestelijke gezondheid in de huisartsenpraktijk

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan

Inleiding Sociale psychiatrie 19 Ivonne van der Padt. 2 Elementen van een sociaal- psychiatrische methodiek 45 Ben Venneman

Zelfmoordpreventie bij kind en jeugd. 30 oktober 2018 Judith de Heus Manager hulpverlening

Nieuwe gezondheidsdoelstelling: 20% minder zelfdodingen tegen 2020 in vergelijking met 2000.

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

prevalentie en risicofactoren

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Na een s uïcide s Jos de Keijser

Overzicht. Centrale inhoudelijke thema s Mensen willen niet dood (kort filmfragment) Suïcidaal proces, hoe gaat dat? Contact maken, hoe doe je dat?

Ketenzorg voor suïcidaliteit

Maatschappij en Gezondheidszorg Symposium 5.2

Multi-compenent model

Mental Health First Aid Eerste hulp bij psychische problemen

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Ontwikkelen van een richtlijn voor het beoordelen van het risico van suïcide

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De multidisciplinaire richtlijn schizofrenie - Wat kunnen we met de recente update?-

Suïcidepreventie. Marian de Groot Directeur handicap + studie Mede namens 113-Online

De Zero Suicide Mindset

De rol van GGZ preventie in een integrale benadering van de gezondheid

Transcriptie:

Factsheet preventie van suïcidaliteit Het is duidelijk dat suïcidepreventie ook maatregelen buiten de gezondheidssector vereist en om een innovatieve, samenhangende, multisectoriële benadering vraagt in samenwerking met bijvoorbeeld onderwijs, arbeid, politie, justitie, kerken, wetgeving, politiek en media. Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) 1. Suïcidaliteit: Definitie, beloop en epidemiologie Definitie van suïcidaliteit Suïcide (zelfdoding) en het proces dat tot suïcide kan leiden worden tezamen suïcidaliteit genoemd. Aspecten van suïcidaliteit zijn suïcidegedachten of suïcide-ideatie, suïcideplannen, zelfbeschadiging (automutilatie) en suïcidepogingen (ook wel parasuïcide genoemd). Automutilatie en een suïcidepoging zijn niet altijd gericht op het bewerkstelligen van de eigen dood maar hebben wel als doel gewenste veranderingen aan te brengen voor de ervaren problemen (1). Beloop van suïcidaliteit Suïcidaliteit kan voor een persoon een eenmalige episode zijn en is bij anderen terugkerend. Er zijn geen aanwijzingen voor een chronisch beloop. Een suïcidepoging wordt niet altijd door alle aspecten van suïcidaliteit vooraf gegaan. Suïcidegedachten blijken wel een sterke voorspeller te zijn van suïcidepogingen (2). Epidemiologie van suïcidaliteit Nederland vertoont internationaal gezien een relatief laag suïcidecijfer, iets meer dan 1% van alle sterfgevallen. De Europese cijfers variëren van 0,3% in Griekenland tot 3,8% in Litouwen. Landen als Duitsland, België en Frankrijk hebben hogere suïcidecijfers (1,2% - 1,7%) dan Nederland. Suïcidegedachten en -pogingen komen in alle Europese landen even veel voor (3). Uit de literatuur blijkt het volgende (2, 3, 4, 5). Van de Nederlandse volwassenen heeft 11,1% ooit suïcidegedachten gehad, 2,7% heeft ooit een suïcidepoging ondernomen. Jaarlijks doen 94.000 volwassenen een poging tot zelfdoding in Nederland. Ongeveer 14.000 mensen komen op de spoedeisende eerste hulp (SEH) terecht na een suïcidepoging.

De incidentie (het aantal nieuwe gevallen) van suïcidepogingen zou met 46% dalen wanneer suïcidegedachten te voorkomen zijn of wanneer de nadelige effecten van zulke gedachten volledig weggenomen kunnen worden. Suïcides komen onder kinderen en jongeren zelden voor in tegenstelling tot suïcidaal gedrag. Van de jongeren verwondt jaarlijks 6,6% zichzelf opzettelijk of doet een suïcidepoging. Ook heeft 11,2% van de jongeren suïcidegedachten. Onder twintigers is suïcide de tweede doodsoorzaak na verkeersongevallen. Het aantal suïcides onder ouderen (>60 jaar) is sterk gedaald. Ouderen hebben nog steeds een verhoogd suïciderisico in vergelijking met andere leeftijdsgroepen. In Europese landen vindt een daling plaats van het aantal suïcides. Deze daling was in Nederland 11,5% over 2006-2007 en sterker dan landen als Finland (7,4%) en Spanje (1,6%). In 2008 steeg het aantal suïcides in Nederland met 6% (zie tabel 1). Mannen suïcideren zich meer dan twee keer zoveel als vrouwen. Een hoog suïcidecijfer is zichtbaar onder 20-40 jarigen en mannen van Surinaamse afkomst. Tabel 1 Aantal suïcides in Nederland over de jaren 2001-2008 Absoluut aantal suïcides Per 100.000 2001 1473 9.2 2002 1567 9.7 2003 1495 9.2 2004 1502 9.2 2005 1572 9.6 2006 1524 9.3 2007 1353 8.3 2008 1435 8.7 Bron: CBS, cijfers betreffen aantal suïcides door Nederlandse ingezetenen 2. Preventie van suïcidaliteit: Waarom is het nodig Ondanks het relatief lage suïcidecijfer is de maatschappelijke betekenis van suïcide groot. De sterfgevallen zijn in theorie vermijdbaar en vinden plaats op relatief jonge leeftijd. Suïcide draagt sterk bij aan het aantal verloren levensjaren, het aantal jaren dat men eerder overlijdt dan op grond van de levensverwachting wordt aangenomen. Aan de sterfgevallen is bovendien meestal geestelijk lijden vooraf gegaan. Suïcide kan tevens een zware psychische belasting vormen voor de omgeving. Voor de maatschappij als geheel geldt dat suïcide wel wordt beschouwd als graadmeter van de geestelijke gezondheid. De Minister van VWS heeft naar aanleiding van het beleidsadvies van het Trimbos-instituut (2) een standpunt uitgebracht (de Beleidsagenda Suïcidepreventie). Daarmee, en het Tweede Kamerdebat van 1 oktober 2008, staat suïcidepreventie prominent op de politieke agenda. De Minister van VWS streeft naar 5% minder suïcides per jaar. Economische kosten De totale economische kosten van suïcidaliteit zijn niet bekend (2, 4). De directe kosten van SEH-behandelingen en ziekenhuisopnamen van zelf toegebracht letsel (suïcidepogingen en automutilatie) bedroegen over de periode 2000-2004 gemiddeld 36 miljoen euro per jaar. De directe kosten van suïcide voor de Nederlandse Spoorwegen (schade aan trein en arbeidsuren personeel) zijn ongeveer 4 miljoen euro per jaar. Naar de ziektelast (DALY s: daily adjusted life years) van suïcidale gedachten en suïcidepogingen wordt in opdracht van de Minister van VWS in 2010 onderzoek gedaan door het RIVM, de Vrije Universiteit en het Trimbos-instituut.

3. Preventie van suïcidaliteit: Risico- en beschermende factoren Risicogroepen en risicofactoren Suïcidaliteit is een complex proces en ontstaat door een combinatie van genetische kwetsbaarheid, ongelukkige omstandigheden en traumatische of psychische problemen in verleden of heden. Op basis van verschillende risicofactoren kan een aantal risicogroepen onderscheiden worden (2, 3, 6): Mensen met psychische problematiek: suïcidaliteit komt het meest voor in combinatie met depressie, middelengebruik (waaronder alcohol), persoonlijkheidsstoornissen en schizofrenie. Bij jongeren tevens in samenhang met gedragsstoornissen. 87,3% tot 91% van de mensen die suïcide pleegt, heeft een psychiatrische aandoening. Mensen die een eerdere suïcidepoging hebben ondernomen: van de mensen die een suïcidepoging doet, suïcideert 10% zich uiteindelijk op een later moment. Mensen met impulsief gedrag en die over middelen beschikken om zich te suïcideren zoals vuurwapens, medicijnen en bestrijdingsmiddelen. Jongeren met zelfbeschadigend gedrag: meisjes verwonden zichzelf twee keer zo vaak als jongens. Onder hen bevinden zich relatief veel jongeren van allochtone afkomst. Mannen (relatief veel tussen de 40 en 60 jaar en boven de 80 jaar, van allochtone afkomst, in detentie en homoseksuelen) plegen twee keer zo vaak suïcide als vrouwen. Vrouwen doen twee keer zo vaak een suïcidepoging als mannen (zie tabel 2). Mensen met genetische kwetsbaarheid en persoonskenmerken als weinig zelfrespect, een negatief zelfbeeld, neuroticisme, hopeloosheid, angst, cognitieve rigiditeit (rechtlijnig denken), piekeren, extraversie en agressie. Mensen die negatieve levensgebeurtenissen recent of in het verleden hebben meegemaakt zoals traumatische ervaringen (seksueel misbruik, lichamelijke mishandeling en emotionele verwaarlozing), verslaving en psychiatrische problematiek van de ouder(s). Deze levensgebeurtenissen zijn vooral een risicofactor in combinatie met bovengenoemde persoonskenmerken. Mensen van wie een familielid suïcidaal gedrag vertoont of suïcide heeft gepleegd. Mensen die sociaal geïsoleerd zijn, weinig sociale steun en eenzaamheid ervaren. Mensen met een lichamelijke aandoening. Mensen met een laag opleidingsniveau, een lage sociaal-economische status en werkeloosheid. Het suïciderisico neemt toe bij een economische crisis. Tabel 2 Aantal suïcides per leeftijdsgroep en geslacht in 2008 2008 <15 15-20 20-30 30-40 40-50 50-60 60-70 70-80 >80 Mannen 5 20 101 168 241 209 122 76 46 Vrouwen - 9 42 54 96 107 76 36 27 totaal 5 29 143 222 337 316 198 112 73 1435 Bron: CBS, cijfers betreffen aantal suïcides door Nederlandse ingezetenen Beschermende factoren Relatief weinig is bekend over de specifieke rol van beschermende factoren en veerkracht van mensen bij suïcidaliteit. Beschermend zijn (2): Individuele factoren: intelligentie, zelfbeeld en persoonlijkheid. Relationele factoren: kwaliteit van ouderschap, contact met leeftijdgenoten, bij vrouwen: de aanwezigheid van kinderen. Hulpbronnen: religie, kwaliteit van school en buurt, beschikbaarheid en toegankelijkheid van de GGZ.

4. Preventie van suïcidaliteit: Overzicht van interventies Suïcidepreventie vraagt apart aandacht, ook wanneer bijvoorbeeld depressiepreventie beschikbaar is. De huidige praktijk bestaat uit een versnipperd aanbod van activiteiten. De bewezen effectieve interventies die rechtstreeks suïcidaliteit beïnvloeden zijn beperkt. Van een aantal activiteiten gericht op risicofactoren en beschermende factoren is nog niet wetenschappelijk aangetoond dat zij bijdragen aan het verminderen van suïcidaliteit. Medicatie en psychotherapie Medicamenteuze behandeling van depressie en diverse vormen van psychotherapie zijn effectief in het verminderen van suïcidaal gedrag, hoewel de effecten niet bij alle psychofarmaca of subgroepen eenduidig zijn. Vermindering van het aantal suïcides zou kunnen samenhangen met toename van het antidepressiva gebruik, maar in Nederland is het aantal suïcides niet sterk gedaald in de periode waarin het aantal voorschriften van antidepressiva steeg. Bij kinderen en adolescenten kan gebruik van antidepressiva tot een toename van suïcidegedachten en suïcidaal gedrag leiden, maar ook hier is geen eenduidig beeld te vinden (2, 7, 8). Universele preventie: Interventies gericht op het algemene publiek Media. Een terughoudend beleid over berichtgeving in de media over suïcide wordt bepleit. Voorlichting over suïcidaliteit kan worden ingezet om het taboe op bespreekbaarheid te doorbreken en het zoeken van hulp te stimuleren. Bij het publiekelijk bekend maken van de hulplijn en website van de Stichting 113Online is dit gerealiseerd met een thema-avond op de televisie. Beschikbaarheid middelen. Beperking van middelen waarmee suïcide kan worden gepleegd is aantoonbaar effectief in specifieke situaties zoals de beschikbaarheid en wijze van verstrekking van medicijnen en vuurwapens. Verminderen van alcohol en drugs kan met name voor jongeren een effectieve maatregel zijn. Geïndiceerde preventie: Interventies gericht op specifieke doelgroepen Internetinterventies: Begeleide zelfhulpinterventies via het internet kunnen een effectief hulpmiddel zijn, met name bij de preventie en behandeling van depressie en angststoornissen. Gezien het belang van de risicofactor depressie, liggen er duidelijk kansen in de preventieve e-mental health. Voor directe en preventieve hulp van professionals en lotgenoten is de website van de stichting 113Online beschikbaar. Interventies met een integrale aanpak: Deze interventies zijn vaak gericht op gedrags- en emotionele problemen zoals de cursus Levensvaardigheden en Leefstijl. Zelfhulp of lotgenotencontact: Verschillende initiatieven bieden mensen met een doodswens de kans op contact en bezinning, zoals de stichting Ex6 en opvanghuis het Klaverblad (2). Terugvalpreventie: nazorg Vooral in algemene ziekenhuizen ontbreekt nog vaak goede nazorg voor mensen die een suïcidepoging hebben ondernomen. Het protocol ketenzorg bij suïcidaliteit en voorlichtingsmateriaal zullen hier verbetering in aanbrengen. Zorg voor nabestaanden Het is van belang vroegtijdig de mogelijke risico s op suïcidaliteit voor nabestaanden in te schatten. Zij zijn het meest gebaat bij een laagdrempelig en flexibel aanbod. In Nederland varieert het ondersteuningsaanbod voor nabestaanden van suïcide van professionele hulp tot lotgenotencontact. Een enkele interventie is deels effectief gebleken bij specifieke doelgroepen zoals cognitieve rouwtherapie (2, 9).

5. Preventie van suïcidaliteit: Protocollen, richtlijnen en instrumenten In de gezondheidszorg wordt steeds meer gewerkt aan de hand van protocollen en richtlijnen. Deze vormen een waardevol instrument bij de verbetering van de kwaliteit van zorg (2). Het gebruik van protocollen en richtlijnen rond suïcidepreventie en het handelen bij een suïcidepoging heeft bij ongeveer 35% van de GGZ-instellingen geleid tot betere zorg voor de suïcidale patiënt. Van de GGZ-instellingen gebruikt 20% de richtlijnen en protocollen over suïcidepreventie veel of altijd. Suïcidaliteit is zeer beperkt onderdeel van de multidisciplinaire richtlijnen voor angst, depressie en schizofrenie. In 2010 wordt een nieuwe multidisciplinaire richtlijn gepresenteerd voor de opvang van suïcidale patiënten die in contact komen met de hulpverlening. Deze richtlijn dient als basis voor behandeling van suïcidaliteit. Een kwaliteitsdocument ketenzorg suïcidaliteit wordt opgesteld door het Trimbos-instituut in opdracht van GGZ Nederland. Dit kan als basis dienen voor sluitende afspraken tussen lokale zorgverleners. Zorgverleners handelen zorgvuldig, het melden van suïcides draagt bij aan kwaliteitsverbetering van GGZ-instellingen (10). 6. Preventie van suïcidaliteit: Ontwikkelingen en onderzoek Diverse regionale initiatieven streven naar een beter bereik van potentiële doelgroepen. Een systematische werkwijze wordt door het Trimbos-instituut en GGZ Nederland/RIVM in kaart gebracht en beschreven (11, 12). Eind 2008 is GGZ Nederland gestart met het uitbrengen van een digitale nieuwsbrief met actuele ontwikkelingen en bijzondere initiatieven op het gebied van suïcidepreventie. Suïcide onderzoek hangt in Nederland weinig met elkaar samen. Een quickscan door GGZ Nederland van onderzoek naar suïcide(preventie) biedt een overzicht van 29 onderzoeken en beslaat naar schatting 90% van het totale onderzoek. Het grootste deel richt zich op epidemiologische kenmerken van suïcidaliteit in specifieke doelgroepen (13). Prorail doet onderzoek naar de toepasbaarheid van fysieke maatregelen rond het spoor. Onderzoek in het Depressie Initiatief (een diseasemanagement aanpak) van het Trimbos-instituut richt zich op preventie en effectiviteit van behandelingen van depressie en de uitkomst op het gebied van suïcidaal gedrag. In nauw overleg met de European Alliance Against Depression wordt het effect van een dergelijke aanpak van depressie op suïcides onderzocht (14, 15, 16).

Referenties (1) De Leo, D., Burgis, S., Bertolote, J.M. e.a. (2006). Definitions of suicidal behavior. Crisis, 27, 1, 4-15. (2) Bool, M., Blekman, J., De Jong, S. e.a. (2007). Verminderen van suïcidaliteit. Beleidsadvies. Utrecht: Trimbos-instituut. (3) Ten Have, M., De Graaf, R., Van Dorsselaer, S. e.a. (2006). Suïcidaliteit in de algemene bevolking: gedachten en pogingen. Resultaten van de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). Utrecht: Trimbos-instituut. (4) Kerkhof, A.J.F.M., Mulder, S., Draisma, J.A. (2007). Suïcidepogingen behandeld in Nederlandse ziekenhuizen. Nederlands Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 85, 37-42. Colofon Financiering Ministerie van VWS Auteur Marijke Dijkstra Redactie Martijn Bool Advies Christina van der Feltz-Cornelis, Ad Kerkhof, Filip Smit Productiebegeleiding Joris Staal Omslagontwerp Ladenius Communicatie BV Houten Productie Ladenius Communicatie BV Houten Deze factsheet is een uitgave van het Programma Publieke Geestelijke Gezondheid, project Landelijk Ondersteuningspunt Preventie (LOP). Deze factsheet en de volgende zijn te downloaden via www.trimbos.nl: - Alcoholpreventie (AF0756) - Infectieziekten (AF0788) - Kinderen van ouders met psychische problemen (AF0391) - Sociale psychiatrie (AF0390) - Preventie van depressie (AF0392) - Reflecteren op het eigen leven door reminiscentie (AF0780) Artikelnummer: AF0933 Deze uitgave is te bestellen via www.trimbos.nl/webwinkel onder vermelding van artikelnummer AF0933. Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht T: 030-297 11 00 F: 030-297 11 11 2010, Trimbos-instituut, Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut. (5) Bool, M., Majo, C., Smit., F. (2009). Daling suicide in Nederland 2007. Verkenning van achtergronden en verklaringen. Utrecht: Trimbos-instituut. (6) Stuckler, D., Basu, S., Suhrcke, M. e.a. (2009). The public health effect of economic crisis and alternative policy responses in Europe: An empirical analysis. Lancet, 374, 315-323. (7) WHO. (2004). For which strategies of suicide prevention is there evidence of effectiveness? Copenhagen: WHO Regional Office for Europe s Health Evidence network (HEN). (8) Van Hemert, A.M., De Kruif, M. (2009). Dalende incidentie van zelfdoding en veranderende methoden. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 153, B384. (9) De Groot., M. (2008). Bereaved by suicide. Family-based cognitive-behavior therapy to prevent adverse health consequences among first-degree relatives and spouses. The Netherlands: Rijksuniversiteit Groningen. (10) Vons, W., De Ponti, K. (2009). Meldingsprocedure IGZ draagt bij aan kwaliteit. In: Nieuwsbrief suïcidepreventie, nummer 03, juni 2009. (11) Bool, M., Romijn, G. (in druk). Regionale aanpak van suïcidepreventie. Analyse en opzet van concrete voorbeelden. Utrecht: Trimbos-instituut. (12) GGZ Nederland/RIVM (in druk). Inventarisatie suïcide GGD (werktitel). (13) De Groot, M., Kerkhof, A.J.F.M., De Ponti, K. (2009). Onderzoek naar aspecten van suïcide in Nederland 2008-2012. Een quick scan. Amersfoort: GGZ Nederland. (14) Van der Feltz-Cornelis, C.M., Henkelman, A.L.H.M., Walburg J.A. (2006). Het Depressie Initiatief. Depressie Management in Nederland. Utrecht: Trimbos instituut. (15) Hegerl, U., Wittmann, M., Arensman, M. e.a. (2008). The European Alliance Against Depression (EAAD): A multifaceted, community-based action programme against depression and suicidality. The World Journal of Biological Psychiatry, 9, 51-59. (16) Van der Feltz-Cornelis C.M. (2009). Towards integrated primary health care for depressive disorder in the Netherlands. The depression initiative. Guest editorial. International Journal of Integrated Care.